Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 13/12/2005
Vraag om uitleg van de heer Pieter Huybrechts tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het uitbaggeren van waterwegen
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, onlangs hebt u beslist dat alle baggerspecie de komende 10 tot 15 jaar kan worden gestort in een ontgonnen kleiput achter het fort van Burcht/Kruibeke. Het is een heel goede zaak dat in Vlaanderen, ondanks het nimby-syndroom een slibstort werd gevonden en dat opnieuw kan worden begonnen met het baggeren van de waterwegen van het Scheldebekken en elders.
Het is trouwens de hoogste tijd dat er wordt gebaggerd, want op bepaalde waterwegen, onder meer op het Kempisch Kanaal, wordt het steeds moeilijker om te varen. Omdat de waterwegen in het recente verleden nauwelijks of niet werden uitgebaggerd, moeten binnenschepen met steeds minder vracht varen wat uiteraard economisch niet te verantwoorden is.
Het is een goede zaak dat de economische activiteiten langs onze Vlaamse binnenwaterwegen almaar uitbreiding nemen. Ook op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten willen een aantal bedrijven in Beerse een containerterminal met een capaciteit van minimum 8.000 TEU uitbouwen. Tevens wil de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen in Beerse een loskade bouwen voor de aanvoer van restafval.
Mijnheer de minister, u bent terecht een groot voorstander van het stimuleren van bedrijven om voor hun transport maximaal gebruik te maken van de binnenvaart. Gezien het feit dat steeds meer bedrijven gebruik willen maken van waterwegen en gezien het feit dat er eindelijk een slibstort werd gevonden in Vlaanderen en dat na jaren opnieuw kan worden gebaggerd, is het noodzakelijk dat de Bovenschelde wordt uitgebaggerd, net als het Zeekanaal, de Dijle, de Kleine- en de Grote Nete, de Dender, het Kempisch Kanaal en het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten.
Er is heel wat werk aan de winkel en daarom wil ik graag weten wanneer met het baggeren kan worden gestart. Wat is het kostenplaatje? En vooral, welke waterwegen zullen worden uitgebaggerd en in welke volgorde?
De voorzitter: De heer Peeters heeft het woord.
De heer Frans Peeters: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik onderschrijf de vraag van de heer Huybrechts volkomen. Natuurlijk vergt dit alles heel wat tijd. Kan er misschien een meerjarenplanning worden opgesteld, met daaraan gekoppeld de nodige budgetten?
De heer Huybrechts heeft één aspect niet vernoemd: het ecologische. Zo is de Grote Nete sterk verontreinigd met onder meer cadmium. Er bestaat ook een potentieel gevaar voor dijkbreuken bij wateroverlast. Het gevolg daarvan is dat vruchtbare landbouwgrond wordt verontreinigd met cadmium. Misschien moeten prioriteiten worden bepaald in functie van de ecologische gevaren en van de economische perspectieven.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook ik wens me aan te sluiten bij de vraag van de heer Huybrechts. Ik wil het specifiek hebben over de baggerproblematiek in het Gentse. De vraagsteller had het over een moeilijke doorgang voor de binnenvaart, maar op bepaalde plaatsen valt er zelfs niet meer te varen.
Eergisteren konden we in de krant lezen dat de Schelde aan de Nijverheidskaai in het Gentse sinds de jaren zeventig niet meer wordt uitgebaggerd. In de zomer is de stank enorm en bovendien leeft er een grote angst voor overstromingen. Ondertussen werd een petitie opgestart waarin wordt geëist dat de Schelde dringend wordt uitgebaggerd. Ik wil erop aandringen om de problematiek zo snel mogelijk kordaat aan te pakken.
De diensten van Zeeschelde-Antwerpen zouden trouwens zeggen dat het uitbaggeren er te duur is. Bovendien wordt gezegd dat men nergens heen kan met het slib. Hierdoor vermoeden we dat het slib ernstig vervuild is.
Op dit stuk van de Schelde in Gent blijft een groot overstrominggevaar bestaan indien de zaken niet snel worden aangepakt. De stankhinder voor omwonenden zal steeds groter worden. Een oplossing is dringend vereist.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik herinner me een andere vergadering van deze commissie waarin men zich terecht grote zorgen maakte over de plaats waar het slib terecht zou komen. De discussie ging over actiegroepen, er waren felle reacties, er werd beweerd dat ik slib zou storten op een plaats die niet alleen voor de landbouw, maar ook voor de omwonenden desastreuze gevolgen zou hebben. Ik stel vast dat u nu verheugd bent dat er een oplossing werd gevonden. De Argex-put heeft bovendien een bergingscapaciteit voor de vrij lange periode van 10 à 15 jaar.
Mijnheer Peeters, uw vraag naar een meerjarenprogramma en budgetten is terecht. Nooit werd officieel gestopt met baggeren, maar de afgelopen jaren werd niet de nodige dynamiek aan de dag gelegd. De Argex-put heeft een bergingscapaciteit voor het niet-maritieme deel van de Zeeschelde, de Rupel, de Dijle, de Grote en de Kleine Nete, het Zeekanaal Brussel-Schelde, het kanaal Leuven-Dijle en de Dender. Natuurlijk moet ik rekening houden met de budgettaire mogelijkheden en de dynamiek. Een langetermijnbudget is nodig. Van zodra er wat meer duidelijkheid over is, zal ik het u meedelen.
De waterwegbeheerders hebben de specifieke opdracht om hun waterwegen te onderhouden. Die opdracht is niet nieuw. Ze dienen te baggeren om nautische, hydraulische en milieutechnische redenen. Natuurlijk zal rekening worden gehouden met het ecologische aspect.
Mijnheer Deckmyn, voor wat Gent betreft, moet u misschien een specifieke vraag indienen. Terecht wordt er gevraagd om te baggeren. U begrijpt dat niet alles in één keer kan gebeuren. We moeten oplossingen vinden op het vlak van timing en afzet.
Mijnheer Huybrechts, we gaan ervan uit dat door de ingebruikname van de Argex-put, de resultaten van onze aanpak en het effectief op kruissnelheid komen, vanaf 2007 merkbaar zullen zijn. Het is misschien mogelijk dat we eerder al resultaten zullen merken, maar ik ben voorzichtig en houd het dus op 2007.
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Ik veronderstel dat de volgorde afhankelijk is van de resultaten van de studie.
Minister Kris Peeters: Het gaat om een meerjarenprogramma. Ik zal hier bij het opstellen van de budgetten rekening mee houden. De hoogdringendheid speelt hierbij natuurlijk een rol. Ik heb me daarnet tot een opsomming beperkt. Zodra de budgetten bekend zijn, zal ik de juiste volgorde bekendmaken.
De heer Pieter Huybrechts: We kunnen enkel hopen dat alles zo snel mogelijk kan verlopen. Dat is in ieders belang. Het is alleszins een zeer goede zaak dat we eindelijk over een slibstort kunnen beschikken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.