Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 08/11/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Hilde Eeckhout tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het wegwerken van missing links in het wegennet via PPS-constructies
De voorzitter: Mevrouw Eeckhout heeft het woord.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, een van de prioriteiten van de Vlaamse Regering in de Septemberverklaring was de uitbouw van de logistieke functie van Vlaanderen. In de meerjarenbegroting heeft de regering 280 miljoen euro ingeschreven voor het wegwerken van missing links in het wegennetwerk via PPS. Dit kwam vorige vrijdag ter sprake bij de Oost-Vlaamse gouverneur, de heer Denys.
U hebt gezegd dat effectieve tolheffing in Oost-Vlaanderen niet mogelijk zal zijn omdat we geen punt hebben waar we met zijn allen passeren, het zal veeleer een schaduwtol worden. Zowel in de uitgave van het kenniscentrum PPS als in de beleidsbrief vind ik onvoldoende informatie om een duidelijk zicht te krijgen op de vorm van PPS die u zou toepassen om de missing links weg te werken.
Mijnheer de minister, hebt u daar zelf al zicht op? Hebt u dat afgewogen tegen andere vormen? Kunt u ons de meerwaarde van PPS voor de aanpak van missing links aantonen?
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik was net als vele andere Oost-Vlaamse parlementsleden aanwezig op die statengeneraal over de missing links in deze provincie. Het initiatief van gouverneur Denys kan ook voor andere provincies nuttig zijn, en het zorgt in elk geval voor een uniforme vraag en een consensus onder de provincies.
Vorige week zei u dat de Vlaamse Regering een afzonderlijk initiatief zou nemen om met de PMV tot een samenwerking te komen inzake privé-initiatieven. Ik zou van deze gelegenheid gebruik willen maken om u te vragen in hoeverre u aan deze Oost-Vlaamse verzuchtingen tegemoet kunt komen. Aangezien u PPS als middel naar voren schuift, stel ik mij niet zozeer de vraag naar het nut van PPS voor openbare werken - ik verwijs daarbij naar de opties over schaduwtol en andere -, ik stel me veeleer de vraag hoe rekbaar zo'n samenwerking is. Privé-partners zullen wellicht bepaalde Vlaamse prioriteiten hebben op commercieel vlak. Die zullen niet altijd in overeenstemming zijn met de wensen op het vlak van het beleid. Als u als voogdijminister rechtstreeks in contact komt met deze privé-partners, dan moet u toch ook een algemene visie hebben op de mogelijke prioriteiten.
U hebt op 4 september met enthousiasme de Oost- Vlaamse verzuchtingen ondersteund. Deze verzuchtingen leven echter in elk provincie. Ik ga ervan uit dat u zoveel mogelijk initiatieven wil ondersteunen, maar ook de privé-partners hebben hun prioriteiten. Welke link ziet u met hun verzuchtingen?
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Ik vind de vraag van mevrouw Eeckhout heel interessant. We hebben de minister-president daar ook al over ondervraagd.
Mijnheer de minister, in Limburg wilt u met schaduwtol werken. Dat is een heel nuttig instrument. We hebben het daar in deze commissie al over gehad naar aanleiding van het systeem dat Sofico toepast in de tunnel van de Cointe, op de E25. Ik had deze commissie voorgesteld om daar op werkbezoek te gaan, maar ze ging niet in op mijn suggestie - ik zal dan wel alleen gaan.
De vraag is of het debat niet in zijn geheel moet worden gehouden. We hebben met veel belangstelling kennis genomen van de beleidsbrief van de ministerpresident inzake PPS, beleidsprioriteiten 2005-2006. Naar aanleiding van het debat over de beleidsbrief lijkt het me opportuun ook alle andere aspecten te bekijken. Ik heb het dan onder meer over de sector onderwijs. Volgens minister Vandenbroucke bedragen de woonbehoeften in Vlaanderen momenteel 1,5 miljard euro. Verder is er ook de zorgsector, de huisvesting van bejaarden en personen met een handicap. In de woonsector is nu een project opgestart voor 238 woningen. Dan hebben we het zelfs over cultuur, over de plannen van minister Anciaux met het MAS en in Gent, en ook een beetje in Limburg. Ook hebben we het over toerisme. We moeten dus de discussie kunnen voeren over al deze zaken.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Peumans, uw opmerking is correct. Er zijn in de diverse domeinen die u hebt opgesomd initiatieven inzake alternatieve financiering. Het debat over die domeinen waar er sprake zal zijn van PPS, is erg belangrijk en interessant. Ik ga ervan uit dat u terzake eerst de minister-president zult aanspreken en dat vervolgens zal worden nagegaan hoe zo'n debat met de verschillende beleidsdomeinen kan worden gevoerd.
Aan mevrouw Eeckhout en de heer Deckmyn wil ik zeggen dat inzake openbare werken niet de illusie mag worden gekoesterd dat de alternatieve financiering oneindig is, er zijn grenzen aan. Er zal één speciale vennootschap worden opgericht, samen met de PMV, waarbinnen keuzes zullen moeten worden gemaakt. We zullen dit immers modulair opbouwen, waarbij we zullen nagaan welke projecten we opnemen en daar gaandeweg projecten aan zullen toevoegen. Dat heb ik ook gezegd in Gent. De privé-sector is immers niet in alles geïnteresseerd, want niet alles kan alternatief worden gefinancierd. Oost-Vlaanderen stelt 381 miljoen euro nodig te hebben voor die alternatieve financiering. Voor die provincie is het alles of niets, dus die veertien links met al hun facetten of niets. Dat lijkt me een erg delicate stelling. Ik neem aan dat deze stelling werd geponeerd door de gouverneur. Ik heb immers uitdrukkelijk gezegd dat een en ander modulair moet worden opgebouwd.
Sommige projecten zullen alternatief kunnen worden gefinancierd, maar andere niet. We zullen nagaan hoe we dan met behulp van de reguliere begroting een aantal projecten op poten kunnen zetten. Het beangstigt me wat dat zoveel hoop wordt gesteld in die alternatieve financiering, terwijl de privé-sector toch spreekt over de grenzen daarvan. De Vlaamse Regering en ikzelf zullen onze verantwoordelijkheid opnemen inzake die vennootschap, en we zullen maximaal proberen te voldoen aan alle verzoeken die we krijgen. Het is echter evident dat daar keuzes moeten worden gemaakt.
Voor het beleidsdomein Openbare Werken zal ik binnenkort de nodige documenten inzake PPS voorleggen aan de Vlaamse Regering, net als de andere regeringsleden. Ik wil eerst binnen de Vlaamse Regering de discussie voeren. Daar zullen de limieten en de methodes nogmaals worden besproken, en dan zal ik dit hier uitgebreid kunnen toelichten. Zowel de heer Peumans als anderen hebben immers al meermaals gevraagd hoe het daarmee zit.
Mevrouw Eeckhout, ik heb op papier gezet wat ik in Gent heb gezegd. Er zijn twee financieringsmechanismen: de schaduwtol en de beschikbaarheidsvergoeding. Die twee modules hebben voor- en nadelen. Ook wat dat betreft zal er een keuze worden gemaakt. We zullen moeten bepalen wat het totaalbedrag is dat we met die alternatieve financiering zullen kunnen realiseren.
U vraagt waarom er op een alternatieve manier wordt gefinancierd. We hebben een beperkt budget. Door alternatief te financieren, kunnen we dat budget vergroten en sneller werken uitvoeren. De privé-sector zal echter niet voor niets kapitaal ter beschikking stellen: daar zal een kostprijs tegenover staan. Bij de beoordeling zullen we rekening moeten houden met de mate waarin we daar goede afspraken over kunnen maken. Daarom is het zo belangrijk dit modulair op te bouwen, met het opnemen van projecten waarin de privé-sector zeker geïnteresseerd is. Dan zijn er nog andere projecten, die later nog kunnen worden toegevoegd, maar in eerste instantie niet. We moeten de kostprijs van die alternatieve financiering voor ons heel duidelijk in rekening brengen. Ik wil naderhand immers niet het verwijt krijgen dat die kostprijs te hoog is geweest.
Ik denk dat ik op alle vragen heb geantwoord. Ik heb het gehad over de schaduwtol, over de beschikbaarheidsvergoeding en de directe tolheffing. In Gent is dat laatste niet mogelijk. Men heeft onderzocht of de Sifferverbinding van de R4 daarvoor in aanmerking kwam. Uit een onderzoek bleek dat er te veel alternatieven waren en weinig mensen dus een tol zouden betalen. Tol is voor Oost-Vlaanderen geen optie.
In Antwerpen liggen de kaarten anders. Voor het gebruik van de Oosterweelverbinding zal men wél tol heffen. De gouverneur van Oost-Vlaanderen zou graag een deel van de opbrengsten willen. Het is te laat om daaraan nog iets te veranderen, want de vorige regering heeft alle regels terzake al vastgelegd.
De voorzitter: Mevrouw Eeckhout heeft het woord.
Mevrouw Hilde Eeckhout: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik ben erg benieuwd naar de uitgeschreven versie van het antwoord van de minister. Mijn vraag is ingediend vooraleer we naar de gouverneur zijn geweest. Hier is sprake van een 'aantoonbare meerwaarde'. Ik vrees dat dit in de toekomst allemaal te duur wordt, en dat was de zorg die aan de basis van mijn vraag lag.
De voorzitter: Het incident is gesloten.