Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 18/10/2005
Interpellatie van de heer Jan Peumans tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, en tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over het uitblijven van een beslissing inzake de aanleg van de Liefkenshoekspoortunnel en de uitbreiding van het vormingsstation NMBS te Zeebrugge
Interpellatie van de heer Jan Penris tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de problemen bij de haalbaarheid van bepaalde PPS-projecten ter ontsluiting van de Vlaamse havens
De voorzitter: Minister Peeters zal ook antwoorden namens minister Van Brempt.
De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, ik kan de evolutie van de aanleg van de Liefkenshoekspoortunnel en de uitbreiding van het vormingsstation NMBS niet goed meer volgen. Ik hoop dan ook dat de minister mij vandaag een duidelijk antwoord zal geven. Alles wordt nog verwarrender bij het lezen van de notificatie van het Overlegcomité tussen de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregering van 11 oktober 2005. Daar is weer een andere beslissing genomen. Het wordt n?g boeiender als ik de lectuur erbij neem over de totstandkoming van het goedkeuringsdecreet in verband met een samenwerkingsakkoord tussen de staat, het Vlaamse Gewest, Waalse Gewest en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot het meerjarig investeringsplan voor 2001-2012 van de NMBS dat tijdens de vorige legislatuur behandeld werd. Ik verwijs naar Parl. St. Vl. Parl. 2001-2002, nr. 938/3.
Uw voorganger, voormalig minister Stevaert, heeft destijds gezegd dat op het einde van 2002 de Liefkenshoekspoortunnel zou opstarten en dat de tweede spoortoegang tot de haven van Antwerpen zou worden opgestart in 2003. Ik citeer hem:?Voor het einde van 2001 zal de NMBS in opdracht van de federale overheid het dossier voor de tweede spoortunnel onder de Schelde indienen. Dat moet toelaten de procedure voor de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan te starten. Voor het einde van 2002 zal de NMBS in opdracht van de federale overheid bij de bevoegde gewestelijke overheden het volledige dossier indienen voor het aanvragen van de administratieve toelatingen en vergunningen voor de tweede havenontsluiting van Antwerpen.´
?Ik lees niet verder uit het commissieverslag van de besprekingen van het goedkeuringsdecreet, want anders ontstaat een depressief gevoel. Men was ervan overtuigd dat dit samenwerkingsakkoord eindelijk een aantal dossiers die voor Vlaanderen belangrijk zijn, zou deblokkeren. Wallonië had andere prioriteiten, zoals de beroemde spoorlijnen 161 en 162.
In het MER over het Deurganckdok wordt als een zwak punt aangeduid dat moeilijk wordt aangegeven op welke manier de modal split zal worden gerealiseerd.
Mijnheer de minister, ik baseer me op een persmededeling van 26 november 2004. Toen nam de Vlaamse Regering een beslissing over de prefinanciering van de Liefkenshoekspoortunnel en het vormingsstation van Zeebrugge. De Vlaamse Regering nam toen 3 beslissingen. Ten eerste ging de Vlaamse Regering akkoord met de PPS-constructie zoals voorgesteld door de federale regering, op voorwaarde dat geen beperkte heffing wordt aangerekend voor het gebruik van het vormingsstation Zeebrugge en een beslissing over een eventuele beperkte heffing ten laste van de gebruikers van de Liefkenshoek- en/of Kennedy- spoortunnel pas wordt genomen op het ogenblik dat er duidelijkheid is over de uitkomst van de openbare aanbesteding in het kader van de PPS-constructie. Ten tweede ging de Vlaamse Regering ermee akkoord dat de intrestlasten ten laste zijn van het Vlaamse Gewest, en daarvoor voldoende kredieten worden ingeschreven op de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds. Ten derde wil de Vlaamse Regering door de federale overheid betrokken worden bij de beslissing over de besteding van de door Vlaanderen vrijgemaakte bedragen in de periode 2006-2014. Na deze beslissing van de Vlaamse Regering waren er een aantal ontwikkelingen die vragen om duidelijkheid en opheldering.
Het samenwerkingsakkoord moest toelaten dat de Vlaamse Regering zou pre- en cofinancieren, en daardoor zou ontsnappen aan de klassieke en voor Vlaanderen nadelige wafelijzerpolitiek, met name de beroemde 60/40-regel voor investeringen door de NMBS. Mevrouw de minister, naar aanleiding van de bespreking van het GEN hebt u gezegd dat dieregeling mag worden verlaten, ik veronderstel in het voordeel van Vlaanderen. Het meeste goederen-, maar ook het meeste personenvervoer wordt gegenereerd in Vlaanderen.
Via prefinanciering zouden projecten versneld worden uitgevoerd, in vergelijking met de door de NMBS voorgestelde investeringsplanning. De 60/40-verdeelslseutel zou behouden blijven voor het volledige meerjareninvesteringsplan, maar de verdeling van de investeringen zou niet elk jaar van het meerjarenplan exact de 60/40-regel volgen.
Via prefinanciering zou Vlaanderen de realisatie van bepaalde zelfgekozen projecten versnellen. Bovendien zou Vlaanderen via cofinanciering in zogenaamde gemengde mobiliteitsprojecten kunnen investeren, boven op de door de NMBS vastgelegde budgettaire middelen. In de stukken over het tot stand komen van het goedkeuringsdecreet staan evenwel een aantal ernstige problemen voor de uitvoering van de cofinanciering door de Vlaamse overheid.
Tot op heden heeft de federale regering geen beslissing genomen om voor beide projecten een PPS-constructie te ontwikkelen, wat voor het Diabolo-project wel is gebeurd.
Op 11 oktober 2005 vond een Overlegcomité plaats. De heer Wouter Gabriëls, secretaris van het Overlegcomité, schrijft:? Het Overlegcomité neemt kennis van de besluiten over de haalbaarheid van een PPSformule voor de 4 onderzochte projecten. Het Overlegcomité gaat principieel akkoord met de realisatie van de Liefkenshoekspoortunnel via een publiek-private samenwerking, volgens de modaliteiten bepaald op 10 december 2004.´ Verder wordt onder meer gesproken over de verbinding Brussel-Luxemburg, die zou gebeuren via de beroemde gewestelijke prefinanciering.
De goedkeuring van de Liefkenshoekspoortunnel en het rangeerstation van Zeebrugge wordt gekoppeld aan zowel het Brusselse rangeerstation als aan de verbetering van de lijnen 161 en 162. Via een artikel in La Libre Belgique hebben we vernomen dat de verbetering van deze 2 lijnen zal gebeuren via de normale kredieten van Openbare Werken, en versneld zal worden uitgevoerd.
De raad van bestuur van de NMBS-Holding heeft zijn goedkeuring van het PPS-concept gekoppeld aan de uitdrukkelijke voorwaarde dat het onderhoud niet mag worden uitbesteed. Terwijl voor de Liefkenshoekspoortunnel, met de nodige creativiteit, wellicht nog een ESR 95-neutraliteit te bedenken is die met deze beperking rekening houdt, lijkt dat voor het Waalse project uitgesloten.
De raad van bestuur van de NMBS-Groep heeft op 30 september het investeringsplan 2005-2007 goedgekeurd. De raad vraagt aan de regering om extra middelen ter beschikking te stellen voor de havens, en twijfelt aan de haalbaarheid van sommige PPS-constructies.
We hebben bij de diensten navraag gedaan, maar we konden niet meer informatie krijgen dan de persmededeling, waarin staat:?Infrabel onderzoekt momenteel of een deel van de investeringen kan worden gedragen door middel van publiek-private samenwerkingsverbanden. De studie hieromtrent moet nog worden afgerond. Indien zou blijken dat sommige van de geplande investeringen niet via een PPS-formule kan worden gerealiseerd, zal een nieuw onderzoek van het investeringsplan zich opdringen.´
?Ook de planning van de werken schuift voortdurend op. In 2004 was, met prefinanciering, sprake van 2009. In een recent interview zegt de heer Descheemaecker, die niet enkel directeur-generaal was van de afdeling Goederen en Operaties, maar ook gedelegeerd bestuurder is van de NMBS, dat het heel waarschijnlijk 2012 wordt. Mijnheer de minister, als u enige ervaring hebt met de spoorwegen weet u dat 2012 waarschijnlijk 2015 zal worden en ook alle andere projecten in de tijd zullen opschuiven. Ook de heer Voorhamme heeft onlangs in Gazet van Antwerpen verklaard dat het dossier van de Liefkenshoekspoortunnel nergens staat.
Mijnheer de minister, een aantal aanwijzingen tonen aan dat het dossier duidelijk in een impasse zit, en de mogelijke pre- en cofinanciering reeds ondergraven is door de koppeling aan Waalse dossiers.
Blijkbaar is nog maar één project geslaagd. Vorige week zag ik de Limburgse gedeputeerde van Mobiliteit. Hij zei dat er voor de treinverbinding tussen Lanaken en Maastricht, die ook geprefinancierd zou worden, problemen zijn aan Nederlandse kant. Dit zou het eerste geprefinancierde project worden, om de papierfabrieken van de NV Sappi in Lanaken en Maastricht te verbinden. Ooit zou de investering gebeuren om Hasselt met Maastricht te verbinden.
Mijnheer de minister, we willen graag duidelijkheid over de stand van zaken. Door de beslissing van het Overlegcomité ontstaat een ander denkspoor, maar wat is de stand van zaken met betrekking tot de 3 vermelde onderdelen van de beslissing van de Vlaamse Regering van 26 november 2004?
Werd door de NMBS-Holding overleg gepleegd met de Vlaamse Regering over het goedgekeurde investeringsprogramma 2005-2007? In het samenwerkingsakkoord stond dat het Vlaamse Gewest veel intenser dan vroeger betrokken zou worden bij de investeringsplannen. Er zou zelfs een executief comité van ministers van Mobiliteit worden opgericht. Is dit comité al samengekomen? Welke initiatieven heeft het comité al genomen? Werd al overleg gepleegd over de investeringen?
Welke beslissingen heeft de federale regering genomen in verband met de PPS-constructie voor de Liefkenshoekspoortunnel en het rangeerstation in Zeebrugge? Mijnheer de minister, klopt de bewering dat de Vlaamse dossiers worden gekoppeld aan de Waalse dossiers?
Welke relatie is er tussen de uitspraak van de raad van bestuur van de NMBS-Holding, dat, indien zou blijken dat sommige van de geplande investeringen niet kunnen worden uitgevoerd via een PPS formule, een nieuw investeringsplan geboden is, en de inzichten van de Vlaamse Regering terzake? Werd inzake de PPS-constructie al vooruitgang geboekt op het niveau van de Vlaamse Regering?
Het valt op dat over PPS-constructies en alternatieve financieringsvormen in alle commissies vragen worden gesteld. Ook de minister president heeft er een toelichting over gegeven. Mijnheer de voorzitter, het is misschien nuttig dat we een stand van zaken krijgen over alle vormen van alternatieve financiering. Mijnheer de minister, zowel u als minister Van Brempt hebben veel investeringsplannen. Het zou dus goed zijn de stand van zaken te kennen van de alternatieve financieringsvormen.
Welke stappen heeft de Vlaamse Regering al gezet voor een GRUP of andere decretale verplichtingen voor beide projecten?
Is de cofinanciering voor de spoorverbinding tussen Lanaken en Maastricht al in uitvoering? Ik weet dat?in uitvoering´ een rekbaar begrip is, maar ik hoop dat uw antwoord meer duidelijkheid verschaft.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, de heer Peumans heeft de essentie van het dossier geschetst.
Ik denk dat de heer Peumans en ikzelf gealarmeerd werden door de berichten die de NMBS eind september zelf heeft verspreid. De daarop voortbordurende persartikels deden uitschijnen dat er een probleem was met de PPS-constucties - die men wilde, maar niet kon opzetten - en met de koppeling van Vlaamse aan Waalse dossiers. Als parlementslid hebben we dan ook kritische vragen gesteld.
Intussen hebben de feiten onze vragen een beetje achterhaald. Het Overlegcomité kwam op 11 oktober 2005 samen over dit onderwerp. In het bericht lezen we:?Het Overlegcomité neemt kennis van de besluiten over de haalbaarheid van een PPS-formule voor de 4 onderzochte projecten.´ Verder lezen we:?Het Overlegcomité gaat principieel akkoord met de realisatie van de Liefkenshoekspoortunnel via een publiek-private samenwerking, volgens de modaliteiten bepaald op 10 december 2004, met de realisatie van de modernisering van de lijn Brussel-Luxemburg, met de uitbreiding van het vormingsstation van Zeebrugge en de spooraansluiting van de haven van Brussel.´
Voor de Liefkenshoekspoortunnel blijft de PPS-formule overeind. Voor alle andere constructies wordt gezocht naar de uitweg van de prefinanciering. Van de koppeling van de dossiers, zoals aanvankelijk door sommigen werd gesuggereerd, is gelukkig geen sprake meer. Daar kunnen we blij akte van nemen.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u dat kunt bevestigen.
Mijnheer de minister, wat is de tijdshorizon voor de Vlaamse projecten, in het bijzonder voor de Liefkenshoekspoortunnel en het rangeerstation Zeebrugge? Daarover blijft onduidelijkheid bestaan. De haven van Antwerpen ging er eerst van uit dat 2009 de tijdshorizon was. Die wordt nu al verdaagd. Ik hoor het jaar 2011 noemen. Mijnheer Peumans, u zegt dat het wel eens 2015 of later kan worden. We hebben als parlement het recht te weten welke tijdshorizonmogelijk is, rekening houdend met de conclusies die op 11 oktober werden getrokken.
Mijnheer de minister, heeft de regering al stappen ondernomen om die 2 specifieke projecten kans op slagen te bieden? Werd al een onderzoek verricht voor een GRUP? Welke concrete maatregelen heeft de Vlaamse Regering reeds genomen om de 2 projecten zo snel mogelijk te realiseren?
Mijnheer de minister, als u op deze vragen kunt antwoorden, kunnen we vandaag min of meer tevreden naar huis gaan.
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mijnheer de voorzitter, ik wil wijzen op de noodzaak om de Liefkenshoekspoortunnel dringend te realiseren. Het is belangrijk dat we de timing voor de volgende jaren kennen.
Mijnheer de minister, als ik me niet vergis, zal bij een optimaal gebruik om de 5 seconden een container worden gelost aan het Deurganckdok. Die containers moeten ook vervoerd worden, hetzij over de weg, hetzij via het water of het spoor. Het spoor moet meer kansen krijgen. Daarom sluit ik me aan bij de gestelde vragen.
De voorzitter: De heer Van Aperen heeft het woord.
De heer Jul Van Aperen: Mijnheer de minister, eenmaal het Deurganckdok operationeel is, moeten op jaarbasis miljoenen containers worden vervoerd. Antwerpen leeft bijna constant met een verkeersinfarct. In de toekomst zullen er nog duizenden containers bij komen, wat duizenden vrachtwagens per dag betekent. Tot op vandaag is de ontsluiting via de waterwegen te miniem. Ook het aandeel van het spoorverkeer is aan de zeer lage kant. Het is ook zeer moeilijk om de modal split vorm te geven.
?Het is heel belangrijk dat die spoortunnel op zeer korte termijn wordt gerealiseerd. We moeten hiervoor alle mogelijkheden gebruiken. 47 percent van de totale trafiek van de NMBS is vervoer van en naar de haven van Antwerpen. Zowel voor de NMBS als voor Vlaanderen kan het belang van de spoortunnel enkel toenemen.
De haven kan alleen functioneren als er een goede ontsluiting is, vooral via het spoor, maar ook voor de weginfrastructuur moet een grote inspanning gebeuren om Antwerpen voor een verkeersinfarct te vrijwaren.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik had de eer en het genoegen aanwezig te zijn op de vergadering van 11 oktober 2005. Het is dus goed om een aantal zaken uit te klaren en misverstanden uit de wereld te helpen.
Mijnheer Peumans, u hebt de geschiedenis van de Liefkenshoekspoortunnel gesitueerd. Voor de periode 2006-2014 was 120 miljoen euro ingeschreven in het Vlaams Infrastructuurfonds. Volgens de beslissing van 26 november 2004 was 112 miljoen euro bestemd voor de Liefkenshoekspoortunnel en 8 miljoen voor het vormingsstation Zeebrugge.
Op 10 december 2004 vond een Overlegcomité plaats. Hier werd ingestemd met de projecten Liefkenshoekspoortunnel en vormingsstation Zeebrugge, voor een totaal investeringsbedrag van 673 miljoen euro en via een PPS-formule. Er werd opdracht gegeven aan het consortium Deloitte - Stratec om de juridisch-financiële haalbaarheid van de PPS formule na te gaan. Het eindrapport werd op 9 september 2005 bekendgemaakt. Uit de studie blijkt dat een PPS-constructie wel haalbaar is voor de Liefkenshoekspoortunnel, maar niet voor het Vormingsstation Zeebrugge.
Het reeds voorziene bedrag voor de Liefkenshoekspoortunnel zal tegen het voorjaar van 2007 ingebracht worden in een PPS-constructie.
De heer Jan Penris: U had het over 673 miljoen euro. Wij beschikken over gegevens waaruit blijkt dat het over 684 miljoen euro zou gaan. (Opmerkingen van de heer Jan Peumans)
Minister Kris Peeters: Op 10 december 2004 bedroeg het investeringsbedrag 673 miljoen euro. Het huidige bedrag werd niet nader gespecifieerd. U las zelf de verwijzing voor naar 10 december 2004. Het is best mogelijk dat het bedrag zal verhogen, maar ik beschik niet over nieuwe gegevens.
De heer Jan Penris: Wij beschikken over een nota aan het Overlegcomité van de voormalige federale minister van Overheidsbedrijven Vande Lanotte. Daarin staat:?Op basis van de meest recente ramingen zou de Liefkenshoektunnel 684 miljoen euro kunnen kosten, het Vormingsstation Zeebrugge 111 miljoen euro, afhankelijk van de perimeterkeuze.´
De heer Jan Peumans: Om het nog een beetje ingewikkelder te maken: bij de tender is sprake van 601 miljoen euro en 72 miljoen euro. We zijn het al gewoon dat de vooropgestelde cijfers niet behouden blijven. Gewoonlijk gaan ze echter omhoog in plaats van omlaag.
Minister Kris Peeters: Wat hetzelfde blijft, is het engagement ten bedrage van 120 miljoen euro. Ik hoed me ervoor om nu een bedrag te noemen, want dan kunt u achteraf met recht en reden zeggen dat het niet klopte. Ik noteer dat er wellicht een schriftelijke vraag zal worden gesteld over de exacte hoogte van het bedrag. Met alle respect voor de omvang van het bedrag, het lijkt me niet het punt dat nu moet worden uitgeklaard.
Het is belangrijk om te weten dat het bedrag in een PPS-constructie wordt gestopt. Op 26 november 2004 heeft de Vlaamse Regering beslist dat er mogelijk een heffing wordt aangerekend voor de Liefkenshoektunnel. Het is heel belangrijk voor ons om geen definitieve uitspraken te doen. Voor het Vormingsstation Zeebrugge zou er geen heffing komen.
Er heeft geen overleg plaatsgevonden tussen de Vlaamse Regering en de NMBS Holding. Natuurlijk wordt er wel overleg gepleegd via de federale regering. In het bewuste commissieverslag van 2002 over het goedkeuringsdecreet staat misschien wel dat het aangewezen was dat de Vlaamse Regering rechtstreeks met de NMBS Holding zou praten, maar dat is niet gebeurd. Het overleg loopt nog altijd via het Overlegcomité tussen de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen en via het Executief Comité voor de ministers van Mobiliteit. Ik heb alleen weet van het Overlegcomité - bij mijn weten is het Executief Comité voor de ministers van Mobiliteit nog niet bijeen geweest -, maar minister Van Brempt, die hier aanwezig is, kan me natuurlijk tegenspreken indien ze dat wenst. Na dit overleg neemt de federale regering een beslissing - de bevoegdheidsverdeling is wat ze is.
Tijdens het jongste Overlegcomité van 11 oktober 2005 werd een stand van zaken meegedeeld. In totaal zijn er zes projecten. Vlaanderen heeft er heel sterk op aangedrongen om het project van de Liefkenshoekspoortunnel zo snel mogelijk op te starten, net als het prefinancieringsproject Zeebrugge. Tijdens de discussie werd opgemerkt dat we ons ervoor moeten hoeden dat een bepaald project wel aanvangt en andere niet. Er werd ook gezegd dat wordt begrepen dat er voor de zes projecten niet alleen andere instrumenten zijn, zoals PPS of prefinanciering, en ook dat vanuit Vlaanderen met heel veel aandrang wordt bepleit dat de Liefkenshoekspoortunnel een heel belangrijk project is. De afspraak werd gemaakt dat tijdens het eerste Overlegcomité in november de nieuwe minister van Begroting een voorstel zal doen over de timing van de zes projecten.
Voor mij is het heel belangrijk dat de projecten een andere timing zullen hebben, dat de minister van Begroting de ontwikkeling van de zes projecten zal bekijken, dat het ene project sneller zal verlopen dan het andere, dat we binnenkort de Vlaamse projecten, net als de andere vier, kunnen opstarten, en dat het niet zo is dat als één project niet kan worden opgestart, automatisch de andere ook niet worden opgestart. Er werd ook afgesproken dat een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de federale regering en de Vlaamse Regering, de technische modaliteiten verder op punt zal stellen.
Ik ga ervan uit dat u me in november opnieuw vragen zult stellen indien er geen duidelijkheid is. Voor mij is het heel belangrijk dat we zo snel mogelijk starten met de twee projecten en zeker met de Liefkenshoekspoortunnel. De Vlaamse projecten worden dus niet gekoppeld aan de Waalse. Voor de zes projecten wordt een timing vooropgesteld en in november zullen we tijdens het Overlegcomité het voorstel van de nieuwe federale minister van Begroting bespreken.
Het Overlegcomité van 11 oktober 2005 heeft zich uitgesproken over de financieringswijze van de vermelde projecten en heeft tevens akte genomen van het geactualiseerde investeringsplan 2005 2007 van de NMBS-Groep. Wat betreft de Liefkenshoekspoortunnel werd het principe van de PPS- constructie bevestigd en kan de procedure dus normaal verder lopen.
De Vlaamse Regering is zeker niet ter plaatse blijven trappelen. Elke dag opnieuw wordt er hard gewerkt. Voor de Liefkenshoekspoortunnel is de MER-procedure lopende. Normaal kan die eind november 2005 worden afgerond. Vervolgens zal de RUP-procedure worden opgestart. Voor de haven van Brugge-Zeebrugge wordt op basis van het afgewerkte strategische plan een afbakenings-RUP voorbereid. De uitbreiding van het vormingsstation zal in dit RUP worden opgenomen. Een voorstel van programma van te regelen thematieken binnen dit RUP wordt zo vlug mogelijk en nog dit jaar ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
Ik kom tot het Limburgs dossier van NV Sappi. Voor de financiering ervan werd reeds in de nodige middelen voorzien in de begroting 2004, meer bepaald door het Vlaams Infrastructuurfonds. Het geld is beschikbaar. Ook Infrabel is financieel en technisch klaar met het dossier en kan in principe starten met de werken, mits het akkoord van het autonoom gemeentebedrijf Lanaken. Bij de NV Sappi zijn de investeringen op het eigen terrein echter een aantal maanden verschoven en ook aan Nederlandse kant heeft de infrastructuurbeheerder ProRail enkele maanden vertraging opgelopen. De werken zelf zouden slechts enkele maanden in beslag nemen. Er is dus geen sprake van een fundamenteel probleem, enkel van enige vertraging langs beide kanten van de taalgrens. Ik ga ervan uit dat het project binnenkort wordt opgestart.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag gebruik maken van het feit dat minister Van Brempt aanwezig is om haar te vragen of het beroemde Executief Comité voor de ministers van Mobiliteit al eens bijeengekomen is. Ik heb onlangs een schriftelijke vraag gesteld over het GEN en daarvoor was het comité nog niet samengekomen. Is het comité ooit al eens samengekomen?
Minister Kathleen Van Brempt: Neen.
De heer Jan Peumans: Het parlement heeft een samenwerkingsakkoord goedgekeurd. Ik nodig u uit om de verstagen te lezen van 26 februari 2002 (Parl. St. Vl. Parl. 2001-2002, nr. 938/3). Daarbij werd heel uitdrukkelijk gesteld dat juist dat Executief Comité zou zorgen voor fatsoenlijk overleg tussen de federale minister van Overheidsbedrijven en de regionale ministers. Door het decreet zouden we eindelijk greep krijgen op de investeringen in de spoorwegen. Het is bijna helemaal dode letter gebleven. Welk initiatief zal worden genomen om dat comité eens bij elkaar te roepen? Voormalig minister van Mobiliteit, de heer Stevaert, vond het comité heel belangrijk. Het was volgens hem een hefboom om eindelijk greep te krijgen op de zaak.
Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat we in dit federale landje aan het handje lopen van de federale eerste minister. Het overleg verloopt sowieso niet zoals het zou moeten lopen in het licht van de federale loyauteit. Misschien gaat het ondertussen al wat beter.
Het probleem is dat de zaken nog steeds aan elkaar worden gekoppeld. In de beslissing van het Overlegcomité staat dat in november 2005 de concrete en gelijklopende timing van de zes projecten wordt voorgelegd. Het ene wordt dus opnieuw aan het andere gekoppeld. De intentie van het goedkeuringsdecreet uit 2002 bestond eruit dat Vlaanderen eindelijk zelfstandig zou kunnen beslissen over belangrijke projecten en die ook zelf zou kunnen uitvoeren. Het Executief Comité komt helemaal niet samen en projecten worden gekoppeld.
Wat me een beetje verontrust, is het prefinancieringsverhaal van Sappi. Gelukkig betreft het een samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen - ook al verloopt die samenwerking niet altijd even gemakkelijk. Het goedkeuringsdecreet werd eind 2002 goedgekeurd. Eind 2005 begint de zaak eindelijk te lopen.
De heer Descheemaecker, de grote baas van de NMBS, had het in een interview in het blad van de Kamer van Handel en Nijverheid van Antwerpen, duidelijk over de Liefkenshoektunnel in 2012.
Ik veronderstel dat er dus weer eens geen harde garanties zijn, ondanks de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord waarin Vlaanderen bereid was om de prefinanciering van een aantal projecten op zich te nemen. Ik ben daar een beetje teleurgesteld over. Ik vrees het ergste.
Bij de beslissing die de Vlaamse Regering heeft genomen, heeft de toenmalige minister van Overheidsbedrijven, de heer Vande Lanotte, heel duidelijk gezegd dat zowel Zeebrugge als de Liefkenshoekspoortunnel in één PPS-constructie zouden worden gestopt. Dat zou enkel voordelen opleveren. Twee maanden later werd het geweer al van schouder gewisseld. Het verontrust me dat er dikke miserie zal ontstaan bij de ontsluiting van het Deurganckdok. Spijtig genoeg kunnen we de mogelijkheid van prefinanciering niet benutten omdat we worden afgekapt.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de voorzitter, over dit laatste zitten de heer Peumans en ik voor één keer volledig op dezelfde golflengte.
Uit het antwoord van de minister heb ik toch ook enkele positieve elementjes onthouden. Ondanks alles is er schot in de zaak. Tegen eind november zal de MER-procedure voor de Liefkenshoek zijn afgerond en ook het RUP zal heel snel kunnen worden afgesloten. Dat voor Zeebrugge een engagement wordt aangegaan tegen het einde van dit jaar, is hoopvol. Het is dus niet allemaal kommer en kwel.
De heer Peumans heeft gelijk dat de havengemeenschap is uitgegaan van het jaar 2009 als datum van de ingebruikname van de Liefkenshoektunnel. We beginnen te vermoeden dat die datum niet zal worden gehaald. Dat is betreurenswaardig.
Het loskoppelen van de dossiers is een positief element uit het antwoord. De Waalse dossiers zijn niet gekoppeld aan de Vlaamse en u bent niet van plan om een koppeling toe te staat. We zullen u daaraan herinneren.
Ik zou er zelfs voor durven opteren om het dossier van de Liefkenshoekspoortunnel los te koppelen van het dossier rangeerstation in Zeebrugge. Het een kan het ander bemoeilijken. Ik zou liefste hebben dat ze allebei zeer snel hun beslag krijgen. Ik weet dat de haven van Zeebrugge dat station nodig heeft, maar ik zou het Antwerpse dossier ervan loskoppelen.
Ik spreek nu niet namens mijn fractie, maar wel uit eigen naam.
Er blijft ook onduidelijkheid bestaan over het cijfermateriaal dat de NMBS ons verstrekt. De heer Peumans heeft terecht opgemerkt dat er in de tender sprake was van 601 miljoen euro. Op 10 december ging het over 673 miljoen euro en op 4 oktober om 684 miljoen euro. U zult zeggen dat dit de Vlaamse begroting niet bezwaart omdat onze inspanning constant blijft op 120 miljoen euro. U mag echter niet vergeten dat dit een belangrijk maatschappelijk project is dat in Vlaanderen gerealiseerd moet worden. Als Vlamingen hebben we dan ook recht op exact?cijfermateriaal. Wat dat betreft, zijn we misschien een beetje verwend met de BAM. We hebben onze les geleerd en Vlaanderen begint te werken zoals het hoort. Van de NMBS mogen we dezelfde correctheid verwachten. Het is niet omdat we in het Vlaams Parlement zetelen dat we er niet bekommerd over mogen zijn hoe federale instellingen evolueren.
Mijnheer de minister, we hebben alle vertrouwen in u, maar dat vertrouwen is niet gratuit. We zullen u op de proef stellen en u aan uw goede voornemens herinneren. Om die reden kondig ik dan ook een met redenen omklede motie aan.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik noteer dat er groot vertrouwen is in het feit dat we er alles aan doen om deze projecten tot een goed einde te brengen. Anderen zullen kunnen bevestigen dat we er hard aan werken, zeker om de Liefkenshoekspoortunnel binnen een redelijke termijn te realiseren.
Ik zal met minister Van Brempt praten over dat Executief Comité. Ik vind wel dat niet het zoveelste overlegorgaan in het leven moet worden geroepen. Ik neem er akte van dat er destijds zwaar is op ingezet. Dit zou een andere manier van overleg zijn dat sneller tot resultaten zou leiden. Ik zal nagaan wat dat Executief Comité in de praktijk kan bijbrengen. Het moet het uitgangspunt van iedereen zijn dat de besluitvorming efficiënt is. Er zijn al heel wat overlegplatformen.
Mijnheer Peumans, ik stel met u vast dat voor beide projecten oorspronkelijk een PPS-formule was voorgesteld. Eminente experts van Deloitte, Norton Rose en Laga zijn van oordeel dat alleen de Liefkenshoek- spoortunnel in een PPS-formule haalbaar is. U kunt ex-ministers citeren die iets anders hebben gezegd, maar de uiteindelijke beslissing moet wel de juiste zijn. De studies zijn duidelijk: de Liefkenshoekspoortunnel kan via een PPS-formule en het andere project via prefinanciering.
Mijnheer Penris, ik ga akkoord met uw stelling over het cijfermateriaal. Het gaat om serieuze bedragen en daar moet klaarheid over bestaan. Bij de realisatie van projecten, merkt men wel vaker een evolutie in het budget, denk maar aan het Deurganckdok. Wie een huis bouwt, kan dat beamen. Ik ben op dat vlak ervaringsdeskundige: het oorspronkelijke budget was niet hetgeen ik heb moeten betalen. Een kritische houding van dit parlement is gerechtvaardigd. Er moet openheid zijn en ik zal mijn steentje bijdragen door deze commissie te informeren.
Mijnheer Peumans, in het Overlegcomité van 11 oktober zijn de zes projecten aan bod gekomen. We hebben uitdrukkelijk gesteld dat er geen koppeling kan zijn omdat dit neerkomt op een veto van een van de projecten. Het traagste project kan alles tegenhouden.
Ik ga ervan uit dat in november de federale minister van Begroting een duidelijke timing zal opleggen in verband met alle projecten. Ik hoop dat ze allemaal snel kunnen worden gerealiseerd, maar de twee bovengenoemde projecten moeten zo snel mogelijk beginnen. Ik wacht met spanning af wat de minister van Begroting zal voorleggen, maar van een koppeling van de zes projecten is geen sprake.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, er komt geen antwoord op de vraag over het Executief Comité.
Minister Kathleen Van Brempt: Dat comité is nog niet bijeengekomen. In het kader van het GEN is dat begrijpelijk omdat dit nog niet op het federale niveau aan bod is gekomen. Eens dat is gebeurd, ga ik ervan uit dat het comité bijeen zal komen. Voor de andere projecten zal ik het nakijken. Ik zal het bespreken, niet alleen met de federale minister van Begroting, maar ook met de nieuwe federale staatsecretaris van Overheidsbedrijven.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, u zegt dat de studie is afgerond en dat op 21 februari 2005 een tender is gelanceerd. In een persmededeling van de NMBS-groep lees ik echter:?Infrabel onderzoekt momenteel of een deel van de investering kan worden gedragen door middel van PPS. De studie hieromtrent moet nog worden afgerond. Indien zou blijken dat sommige van de geplande investeringen niet via een PPS-formule kunnen worden gerealiseerd, zal een nieuw onderzoek van het investeringsplan zich opdringen.´ Dat maakt duidelijk dat er nog steeds twijfel bestaat. Dat is mijn bezorgdheid.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Peumans, de studie van Deloitte en co heeft als conclusie dat PPS niet kan voor het ene project. Ik was op die vergadering aanwezig. Ik ga ervan uit dat het federale niveau die studie juist interpreteert en dat de Liefkenshoek- spoortunnel via een PPS-formule zal worden gerealiseerd en het rangeerstation via prefinanciering. Wilt u absoluut dat het vormingsstation ook via een PPSformule wordt gerealiseerd?
De heer Jan Peumans: Neen, daar gaat het niet over. Waar het mij om gaat, is dat alles wat in 2002 is vooropgesteld, nu onder tafel wordt geveegd. Dit parlement keurt een goedkeuringsdecreet goed over een samenwerkingsakkoord, maar daar wordt geen rekening mee gehouden. Daar heb ik problemen mee.
Ik twijfel er niet aan dat u op de vergadering was. Ik citeer echter uit een persmededeling van de NMBSgroep.
De meerderheid zal een met redenen omklede motie indienen.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de voorzitter, er werd voor geopteerd om voor Zeebrugge geen PPS constructie toe te passen, omdat het niet rendabel is en het project via prefinanciering sneller kan worden uitgevoerd. Voor één keer geloof ik niet in de mammon van de PPS, maar, in het belang van Zeebrugge, in die van de prefinanciering.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Peumans en door de heer Penris werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.