Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 06/10/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Agnes Bruyninckx tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het afsluiten door de Vlaamse overheid van een intentieovereenkomst tot aankoop van Het Zwin en de maatregelen voor de uitbreiding van de komberging van Het Zwin in de Ontwikkelingsschets 2010
De voorzitter: Mevrouw Bruyninckx heeft het woord.
Mevrouw Agnes Bruyninckx: Mijnheer de minister, collega´s, enkele weken geleden ondertekenden de Vlaamse overheid en de Compagnie Het Zoute een intentie tot koop/verkoop van het 155 hectare grote Zwin. De Vlaamse overheid wil het Zwin vanzelfsprekend laten aansluiten bij het Vlaamse natuurreservaat Zwinbosjes en Zwinduinen, waardoor een Vlaams natuurreservaat zou ontstaan van ruim 350 hectare.
De Zwinbosjes zijn bij authentieke akte van 20 september 2002 reeds aangekocht door het Vlaamse Gewest. Het Zwin en de Dievengatkreek vormen momenteel een ruimtelijk en functioneel samenhangende grote eenheid natuur of GEN in het VEN.
Eind 2003 keurde de paars-groene meerderheid in het Vlaams Parlement een motie goed. Daarbij werd aan de Vlaamse Regering gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken tot aankoop door het Vlaamse Gewest van het Zwin, de Willem-Leopoldpolder en particulier gebleven delen van de Zwinbosjes, met als doel de internationaal belangrijke natuurwaarden van het Zwincomplex te vrijwaren. De Compagnie Het Zoute noemde deze motie een uiting van een communistische mentaliteit, maar is nu toch overstag gegaan.
De Compagnie is natuurlijk nooit vies geweest van ruilhandel. De vorige Vlaamse Regering kon de Zwinbosjes voor zo´n 5 miljoen euro aankopen. In ruil voor de verkoop mocht de Compagnie 48 peperdure appartementen bouwen aan de rand van het Vlaamse natuurreservaat. Dat de Compagnie nu toch bereid is om te verkopen, heeft bijna zeker te maken met twee aspecten die haar verdere rol ten zeerste hypothekeerden.
Ten eerste is de voorbije jaren de verzanding van het Zwin in een stroomversnelling gekomen. Bij vloed stroomt meer zand de zeearm binnen dan het terugtrekkende water bij eb kan wegvoeren. Ingrepen zoals de lange strekdammen van de haven van Zeebrugge hebben dit proces nog versneld. De voorlopige oplossing voor dit grensoverschrijdende probleem is de tweejaarlijkse uitdieping van de Zwingeul, een kostelijke zaak die structureel niets oplost.
Daarnaast duikt een nog veel ingrijpender scenario op, namelijk het vergroten van de zogeheten komberging, waardoor meer water het slikken-en-schorrengebied zou binnenstromen. Daarvoor moet het terrein van het Zwin grootschalig worden afgegraven en moet een groot stuk van de achterliggende Willem-Leopoldpolder worden teruggegeven aan de getijdenwerking. Dit is een zeer dure ingreep, waarbij de Internationale Dijk zou moeten worden afgebroken en de verder landinwaarts gelegen Hazegrasdijk zeewaardig zou moeten worden gemaakt. Dit is een proces van ontpoldering ten nadele van de landbouw.
De Vlaamse overheid heeft zich via de Ontwikkelingsschets 2010 verbonden om mee te werken aan deze uitbreiding en ontpoldering. Andere maatregelen zijn het graven van een nieuwe, meer westelijk gelegen Zwingeul, het dynamisch beheren van de duinen voor het Zwin en het aanleggen van een verlengd strandhoofd aan de westzijde van het Zwin.
Op 17 december 2004 heeft de Vlaamse Regering de besluiten van de Ontwikkelingsschets 2010 voor het Schelde-estuarium goedgekeurd. De Nederlandse Regering heeft deze besluiten op 11 maart 2005 goedgekeurd. Deze besluiten omvatten onder meer maatregelen voor natuurontwikkeling in overeenstemming met de Europese vogel- en habitatrichtlijn.
Voor het Zwin in het bijzonder wordt in de Ontwikkelingsschets 2010 een vergroting van het Zwin door middel van het landinwaarts verplaatsen van dijken in een gedeelte - minstens 25 percent - van de Willem-Leopoldpolder voorgesteld. De uitvoering van de werken valt onder de verantwoordelijkheid van het Vlaamse Gewest en de Nederlandse provincie Zeeland. Het voorstel van de Nederlandse gedeputeerde, de heer Kramer, ging echter uit van een benutting van 50 percent van de Willem-Leopoldpolder als komberging. Binnen de Internationale Zwincommissie was echter enkel een consensus over 25 percent. Het voorstel van de Nederlandse gedeputeerde is een ge?ntegreerd project waarin ook elementen van toerisme, recreatie, natuur en wonen zouden zijn vervat.
Het verkrijgen van vergunningen voor de Westerscheldeverdiepingen is niet gekoppeld aan compensaties op het vlak van natuurontwikkeling voor 2010. Daarnaast is het versterken van de?natuurlijkheid´ van het Schelde-estuarium een op zich staande doelstelling van de langetermijnvisie op het estuarium. Toch lijkt het mij van belang voor de landbouwsector in het uiterste noordwesten van West-Vlaanderen dat er duidelijkheid komt.
Een tweede aspect dat de rol van de Compagnie hypothekeerde, is de daling van de bezoekersaantallen van het Vogelpark in het Zwin. Het Vogelpark was niet meer rendabel en moest dan ook worden gemoderniseerd. De Compagnie stootte met haar plannen tot renovatie, onder meer de planologische wijzigingen van het Vogelpark, op argwaan en de uitwerking werd dan ook een administratieve lijdensweg.
Volgens enkele meerderheidspartijen in de toenmalige Vlaamse Regering ging de geplande vernieuwing ten koste van de open ruimte en het groen, waarbij ook de Vlindertuin van de Oosthoek naar het Zwin zou worden verhuisd om plaats te maken voor verkavelingen. Nadien bleek dat deze verdachtmakingen grotendeels ongegrond waren. Uiteindelijk verleende het definitieve MER in mei 2004 immers een gunstig advies. De vernieuwingsplannen werden door de Compagnie du Zoute echter toch in de koelkast gestopt.
Mijnheer de minister, het Federale Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen zou een richtprijs bepalen, gebaseerd op soortgelijke aankopen. Is de Vlaamse overheid al op de hoogte van deze richtprijs? Om de komberging te vergroten, werd een MER-aangekondigd. Is de opmaak van een internationaal milieueffectenrapport over structurele maatregelen voor een duurzaam behoud en de uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied al aanbesteed? Heeft de Nederlandse overheid nu al een bestuursovereenkomst opgesteld met Zeeland omtrent de uitvoering van het natuuronderdeel van de ontwikkelingsschets en werden hierover vervolgens al formele afspraken met Vlaanderen gemaakt? Blijft de Vlaamse overheid erbij dat in de MER-studie ook de 50-percentvariant, die in Nederland wordt gepromoot en waarover in de Internationale Zwincommissie geen consensus bestaat, moet worden onderzocht? Heeft de Vlaamse overheid plannen om gedeelten van de Willem Leopoldpolder aan te kopen? Zal de Vlaamse overheid worden betrokken bij de visievorming over de invulling van het Vogelpark in het Zwincomplex, dat door de provincie West-Vlaanderen zou worden aangekocht? Het Vogelpark sluit immers zeer direct aan bij het slikken-en-schorrengebied. Zullen er voorafgaandelijk flankerende maatregelen worden genomen bij de uitbreiding van de komberging van het Zwin, zoals de Internationale Zwincommissie al heeft geadviseerd?
− De heer Patrick Lachaert treedt als voorzitter op.
De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.
De heer Jef Tavernier: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik sluit me aan bij de vraag van mevrouw Bruyninckx. Het is een goede zaak dat de regering heeft besloten om het Zwin aan te kopen. We moeten ons weinig zorgen maken over bepaalde uitspraken die de Compagnie du Zoute in het verleden heeft gedaan. Men is daar niet om een straffe uitspraak verlegen. Ook de voorzitter en burgemeester van Knokke schrikt daar niet voor terug.
Mijnheer de minister, wat me getroffen heeft in uw communicatie over de principebeslissing en de aankoop van het Zwin was dat er eigenlijk werd gezwegen over de polders achter dat gebied. De Vlaamse Regering heeft in december 2004 een vrij goede langetermijnvisie over het Schelde estuarium aangenomen. Ze heeft wel nogal wat consequenties, die wel goed zijn voor milieu en natuur. Ze hebben echter ook een financiële impact. Dat ligt wat moeilijker.
Hoe staat het met de ontpoldering? Als we kijken naar de ontwikkeling en natuurwaarde van het Zwin, moeten we overgaan tot ontpoldering. Er werd vooropgesteld dat dit om minimaal 25 percent, eventueel 50 percent moet gaan. Daarvoor zijn een aantal infrastructuurwerken nodig en moet er worden gezorgd voor een goed beheer. Hoe plaatst u dit alles in het geheel? U parafraserend zou ik kunnen zeggen dat het Zwin er al lag en dat er iets minder aan moet worden gedaan. Met de polders ligt dat anders. Als u die een grotere natuurwaarde wilt geven, dan moet u ingrijpen en moeten er werken worden uitgevoerd. Strikt genomen hebben ze een grotere prioriteit. Dat doet niets af van het feit dat ik de aankoop een goede zaak vind. Alleen mag ze niet gebeuren ten koste van het andere gedeelte.
Mijnheer de minister, dat is dan ook mijn bekommernis. Hoe staat het daarmee? Welke opties neemt u? Welke opties laat u onderzoeken? Welke budgetten hebt u ter beschikking? Welke budgetten kunt u de volgende jaren aanboren voor de ontpoldering? Ik ben voorstander van een ontpoldering tot 50 percent.
De voorzitter: Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mevrouw Hilde Crevits: Mijnheer de minister, namens CD&V heb ik lovende woorden voor u in verband met de geplande aankoop. De heer Van Nieuwkerke heeft hierover al een interpellatie gehouden in 2003. In de daaropvolgende motie werd de aankoop toen bepleit. Nauwelijks 1 jaar nadat u uw functie hebt opgenomen, is het bijna zover. We feliciteren u daarvoor.
Toch wil ik mijn bezorgdheid uiten over de toekomst van het bezoekerscentrum. In de pers stond dat de provincie West-Vlaanderen ge?nteresseerd was in de overname van het Vogelpark. In het verleden is er in de pers en in de commissie heel wat te doen geweest over die uitbating. Ik heb slechte herinneringen aan wat er is gebeurd met het bezoekerscentrum De Nachtegaal in De Panne. We hebben daarover ook al een discussie gevoerd. Er bestaat ongerustheid over de manier van uitbaten.
Mijnheer de minister, wat is uw visie over de uitbating of de taak van het centrum? Is het een kerntaak van de Vlaamse overheid om de bezoekerscentra uit te baten? Blijkbaar is het de bedoeling dat de provincie daarvoor zal instaan. Hoe zult u een vinger aan de pols houden en een en ander co?rdineren om toestanden zoals in De Nachtegaal te vermijden? Werden er al definitieve oplossingen gevonden voor De Nachtegaal?
Minister Kris Peeters: Mevrouw Crevits heeft al verwezen naar de motie die in november 2003 eenparig is goedgekeurd. Ook het toenmalige Vlaams Blok gaf daarin zijn steun voor de aankoop van het Zwin. In deze zaak is nu een eerste stap gezet.
In september is een intentieverklaring ondertekend die normaal gezien moet uitmonden in een definitieve verkoop. U weet echter, mijnheer Tavernier, dat we het Zwin niet tegen elke prijs zullen aankopen. Het moet een goede prijs zijn, waarmee ik vanuit mijn verstandig groen beleid kan instemmen.
Op dit moment heeft het Aankoopcomité van de federale overheidsdienst Financiën nog geen schatting gemaakt omdat de exacte oppervlakte van het terrein nog niet bekend is. Er moet nog een exacte opmeting komen van het terrein. In de intentieverklaring is een opsomming van het aantal hectares opgenomen, maar ik heb met de verkopers afgesproken dat alles nog eens nauwkeurig moet worden opgemeten. Er zijn immers nog een aantal onzekerheden die onder meer te maken hebben met de afgrenzing tussen het gebied en het strand. De opmeting zal gebeuren in overleg met de betrokken partijen. Pas wanneer tot op de vierkante meter duidelijk is over hoeveel hectare het gaat, zal het Aankoopcomité een opdracht tot schatting krijgen. Als de prijs redelijk is, kan de verkoop doorgaan. Ik ben daar zeer voorzichtig in. Volgens sommigen is dit een echte middenstandersmentaliteit. Het gaat echter over een niet onaanzienlijk bedrag dat goed besteed moet worden.
De aanbesteding van een internationaal MER is in juli 2005 aangekondigd door ProSes, volgens de in Nederland geldende procedures. De aanbesteding van de dienstopdracht voor deze MER is momenteel nog lopende maar bevindt zich nu in een eindfase. Binnen de maand moet de gunning gebeuren.
Tot op vandaag werd nog geen bestuursovereenkomst tussen de Nederlandse rijksoverheid en de provincie Zeeland afgesloten. Deze bestuursovereenkomst staat wel op de agenda van de gedeputeerde staten van Zeeland van vrijdag 7 oktober.
De besluiten van de Nederlandse en Vlaamse Regering betreffende de Ontwikkelingsschets 2010 voor het Schelde-estuarium bepalen onder?vergroting van het Zwin in de vorm van het landwaarts verplaatsen van dijken in een gedeelte (minimaal 25 percent) van de Willem-Leopoldpolder´ dat?om naast het tegengaan van de verzanding, ook een ecologische verbetering te bewerkstelligen, een uitbreiding van het Zwin met 240 hectare wenselijk lijkt´, dat?in het kader van het milieueffectenrapport op projectniveau een uitgebreid variantenonderzoek zal uitgevoerd worden´ en dat?afhankelijk van de resultaten van dit variantenonderzoek een uitbreiding met 240 hectare niet uitgesloten wordt´. Voor alle duidelijkheid, die 240 hectare komt overeen met de vermelde 50 percent.
Mevrouw Bruyninckx, op dit ogenblik is er dan ook nog geen keuze gemaakt over de uiteindelijke variant.
Mijnheer Tavernier, er zijn ook nog geen concrete aankoopintenties. Voor de vergroting met minimaal 25 percent is er een argumentatie ontwikkeld. Beide kanten hebben een stelling ingenomen over een vergroting tot 50 percent. Het variantenonderzoek zal daarover duidelijkheid verschaffen. Daarna kan met de nodige argumentatie en ondersteuning een keuze worden gemaakt.
Over het Vogelpark zegt u terecht dat er in de intentieverklaring en eventueel bij de aankoop van het Zwin een onderscheid wordt gemaakt tussen het reservaat en het park. Mevrouw Crevits, het exploiteren van parken gebeurt beter op een ander dan het gewestelijke niveau. West-Vlaanderen heeft al interesse laten blijken voor dat park. Ze werd dan ook bij de onderhandelingen betrokken. In de intentieverklaring werd duidelijk gemaakt dat als alles klaar is, het park wordt uitgebaat door de provincie West-Vlaanderen.
Er zijn uiteraard wel beperkingen. Het Vogelpark is mee opgenomen in het in uitvoering van de Internationale?Wetland´-conventie van Ramsar afgebakende waterrijk gebied van internationaal belang voor watervogels?Het Zwinreservaat´, in de in uitvoering van de Europese vogelrichtlijn aangeduide speciale beschermingszone?Het Zwin´ en in de in uitvoering van de Europese habitatrichtlijn in de lijst van gebieden van communautair belang opgenomen speciale beschermingszone?Duingebieden inclusief IJzermonding en het Zwin´. Het is dan ook overduidelijk dat het Vogelpark zowel functioneel als ruimtelijk aansluit bij de omliggende stranden, slikken, schorren en duinen van het Vlaamse natuurreservaat?De Zwinduinen en -polders´ en van het Zwin, die van internationaal belang zijn voor de instandhouding van de biodiversiteit. Het is dan ook evident dat de Vlaamse overheid prominent betrokken moet worden bij de toekomstige inrichting en het beheer van het Vogelpark. Ik hoop dan ook dat ik hiermee uw bezorgdheid heb weggenomen. Binnen de aangegeven krijtlijnen zal de provincie samen met ons het voortouw nemen.
Ongeacht het feit of we nu kiezen voor 25 dan wel 50 percent, moeten we begeleidende sociaal economische maatregelen nemen. We zullen ervoor zorgen dat dit gebeurt voor de plaatselijk actieve landbouwbedrijven.
Mevrouw Crevits, u hebt in het verleden al een vraag gesteld over de situatie in De Nachtegaal in De Panne, meer bepaald voor wat het personeel betreft.
Ik heb toen geantwoord dat ik deze situatie samen met minister Bourgeois zou bekijken. Intussen is het personeelscontract verlengd voor onbepaalde duur. Er zijn een adjunct, een arbeider en twee gedetacheerde leerkrachten in dienst, die samen met vrijwilligers de basisdienstverlening verzorgen.
Met de provincie West-Vlaanderen is afgesproken dat zij het Zwinpark zal aankopen en exploiteren. Op langere termijn moet er een taakverdeling komen waarbij de provincie in samenwerking met de gemeenten instaat voor de verzorging van de natuureducatie en -recreatie in de verschillende bezoekerscentra.
We zijn voorlopig nog niet kunnen ingaan op uw vraag om meer personeel in te zetten. Ik ga er echter van uit dat we de toekomst van De Nachtegaal veilig kunnen stellen. Indien de provincie het Zwinpark aankoopt, zal West-Vlaanderen voortaan twee heel belangrijke bezoekerscentra kunnen exploiteren.
De voorzitter: Mevrouw Bruyninckx heeft het woord.
Mevrouw Agnes Bruyninckx: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord.
Als ik u goed begrijp, zal het Zwin enkel worden aangekocht tegen een redelijke prijs. Ik hoop dat u zich niet onder druk zult laten zetten door de Compagnie Het Zoute. Verder hebt u gezegd dat het MER zich in een eindfase bevindt en dat volgende maand de gunning zal plaatsvinden. Er zal ook een uitgebreid variantenonderzoek worden gevoerd.
Wat het Vogelpark betreft, stelt u voor dit op het niveau van de provincie te exploiteren. Daartoe moeten wel duidelijke afspraken worden gemaakt aangezien het Vogelpark zich volledig in het Zwincomplex bevindt.
Ten slotte moet er voor de landbouwers duidelijkheid komen over de ontpoldering. De ontpoldering gebeurt ten nadele van de landbouw. Het Vlaams Belang hoopt dat de flankerende maatregelen voldoende zullen zijn.
De heer Patrick Lachaert: Het is wel het Aankoopcomité dat de prijs bepaalt en niet de minister. De prijs wordt ofwel bepaald door het Aankoopcomité tot Aankoop van Onroerende Goederen, dat ressorteert onder het ministerie van Financiën, ofwel door de ontvanger van de registratie.
Mevrouw Agnes Bruyninckx: De Vlaamse Regering heeft dus geen enkele inspraak?
De heer Patrick Lachaert: Er wordt gewerkt op basis van vergelijkingspunten. Als de prijs niet voldoende is, stapt de onteigende naar de vrederechter. Hij neemt dan de taak over van de Raad van State en onderzoekt de interne en externe wettigheid van de ministeriële beslissing.
De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.
De heer Jef Tavernier: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U moet inderdaad niet aan vastgoedmaatschappijen, en zeker niet aan de Compagnie du Zoute geschenken geven. U moet ook geen internationaal, Vlaams of Belgisch zand kopen als het geen privé-eigendom is.
Ik blijf bezorgd over de ontpoldering en het ter beschikking stellen van voldoende kredieten. U zegt dat de varianten nog moeten worden onderzocht. In de langetermijnvisie wordt echter gesteld dat het om minimaal 25 percent moet gaan. Dat percentage wordt bevestigd door de Vlaamse en de Nederlandse regering. Daarover is er hoe dan ook geen discussie. Daarnaast wordt in de visie voor het Schelde-estuarium gezegd dat de verdieping van de Schelde moet gebeuren samen met de uitvoering van de flankerende maatregelen. Bij een flankerende maatregel voor de verdieping van de Schelde moet er rekening worden gehouden met de tijdsdruk. Ik dring er dan ook op aan om voldoende kredieten vrij te maken.
Bij de andere zaken, zoals het bezoekerscentrum, moet ook de gemeente worden betrokken. Ik weet hoe moeilijk dat is. Ik ken het verhaal over De Nachtegaal. De gemeenten mogen er zich niet zomaar van afmaken. Een dergelijk centrum kan een toeristische troef zijn. Dat is in het belang van de gemeenten en de lokale middenstand.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: In de intentieverklaring heb ik uitdrukkelijk laten vermelden dat we ernaar streven ook eigenaar te worden van de vlakten, en dit in samenhang met de beslissing die de Vlaamse Regering heeft genomen in het kader van de Ontwikkelingsschets 2010 van het Schelde-estuarium. Het gaat dus om meer dan alleen maar het reservaat.
Het klopt dat de gelijktijdigheid belangrijk is en dat de drie pijlers samen moeten worden gerealiseerd.
Dat wil echter niet zeggen dat alles dag na dag op hetzelfde niveau moet zijn uitgewerkt. Uiteraard moeten we ook de nodige budgetten vrijmaken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.