Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 29/09/2005
Vraag om uitleg van de heer Jos Bex tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de ophaling en de verwerking van kadavers van landbouwdieren bij particulieren
De voorzitter: We zullen over dit onderwerp binnen enkele weken in de commissie van gedachten wisselen met de professor die de Rendac-studie heeft gemaakt. De vertegenwoordigers van de OVAM en eventueel ook de minister kunnen dan hun mening hierover kwijt.
De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, volgens studies zouden in België elk jaar 5.000 ton kadavers van gezelschapsdieren worden weggewerkt. Daarvan zijn ongeveer 140 ton officieel gekend door de OVAM. Ik heb het dan nog niet over de landbouwdieren in privé-bezit.
Het begraven van deze kadavers moet worden vermeden, want dat kan leiden tot miltvuur. De ophalers van huisdieren mogen bij privé-personen geen landbouwdieren ophalen. Voor dat laatste heeft Rendac een monopolie in handen. We stellen ons een aantal vragen bij de gratis ophaling door Rendac. Wie betaalt de kosten, want er moet toch iemand voor opdraaien? Uit de cijfers blijkt dat er een groot verschil is in de gegevens over het aantal geregistreerde gezelschapsdieren:140 ton tegenover 5000 ton. We vermoeden dat heel wat landbouwdieren die bij particulieren worden opgehaald, mee in het subsidiesysteem worden gestopt. Daardoor zou Rendac betoelaagd worden voor de verwijdering van landbouwdieren bij particulieren.
De ophalers van huisdieren kunnen op twee plaatsen terecht voor de crematie en de verwerking van de kadavers: Sombreffe in Wallonië en NV Machiels in Leuven. Het gebeurt dat beide installaties overbezet zijn en er niet voldoende capaciteit is. Waarom slaagt men er niet in om vergunningen voor het tijdelijk stockeren te geven aan ophalers van huisdieren? Het betreft immers een gezondheidsprobleem. Veel dierenartsen hebben niet eens de mogelijkheid om de dieren op een hygiënische manier te stockeren.
Kan er bij het herzien van de decretale bepalingen inzake dierlijke afval omwille van het inpassen van Europese verordening 1774/2002, niet worden gedacht aan de mogelijkheid om het ophalen van landbouwdieren bij particulieren te laten gebeuren door de ophalers van huisdieren? We moeten ook eens nadenken over het feit dat deze landbouwdieren niet geregistreerd zijn bij Sanitel. Tijdens de dioxinecrisis hebben we gemerkt dat er bepaalde detectieproblemen kunnen zijn. Waarom is het zo moeilijk om aan een vergunning te komen om dergelijke activiteiten uit te oefenen?
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we weten dat het dossier over het ophalen en verwerken van kadavers een complex geheel vormt. Ik weet ook dat controle en toezicht voor u erg belangrijk zijn. Net als de heer Bex stel ik me vragen bij het erg grote verschil in het volume kadavers van gezelschapsdieren. OVAM heeft het over 140 ton terwijl uit gegevens van La Dernière Heure blijkt dat er jaarlijks ongeveer 5000 ton kadavers zijn. Dat verschil is net iets te groot om zomaar onder het tapijt te vegen.
Ik wens niets of niemand te beschuldigen, maar mijn slecht karakter doet me enkele vragen stellen. Zou het misschien kunnen dat Rendac via haar register van ophalingen, landbouwdieren bij particulieren of gezelschapsdieren transformeert in landbouwdieren? Als dat het geval zou zijn, kan Rendac onrechtmatig aanspraak maken op subsidies van de Vlaamse overheid. U kunt mij misschien een plausibele verklaring voor het grote verschil geven, mijnheer de minister.
Rendac beschikt over een monopoliepositie, waardoor de subsidies uitsluitend aan dat bedrijf worden uitgekeerd. In opdracht van OVAM worden de Vlaamse subsidies aan Rendac gecontroleerd en dat is een goede zaak. Welke organisatie of dienst controleert de juistheid van de door Rendac verstrekte gegevens? Wie controleert het register van ophalingen dat door Rendac wordt voorgelegd?
De voorzitter: Collega´s, u weet dat we binnen enkele weken een speciale zitting over dit onderwerp zullen inlassen.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, dat zijn we nu pas te weten gekomen.
De voorzitter: Het betreft een recente studie van juni 2005 en sindsdien is de commissie niet bijeen geweest. Het is een vergelijkend onderzoek, uitgevoerd door medewerkers van de Universiteit Gent, van de kosten, de prijzen en de opbrengsten binnen de sector van de dierlijke afvalstoffen. Tijdens die bijeenkomst kunnen we dieper ingaan op deze kwestie. Ik reken erop dat iedereen het vergelijkend onderzoek leest.
Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, het dossier-Rendac kwam hier al een paar keer aan bod. Ik ga er ook van uit dat we de discussie ten gronde zullen voeren naar aanleiding van de bespreking van het rapport, dat heel interessante informatie bevat. Ik zal nu de vragen van de heer Bex beantwoorden. De andere vragen moeten zeker aan bod komen tijdens de bespreking van het rapport.
U stelde een vraag over de gegevens over de hoeveelheid landbouwdieren bij particulieren. OVAM beschikt niet over die gegevens. Het is mogelijk dat er wel een statistiek over bestaat bij het FAVV, het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Schapen, geiten en runderen worden via oormerken geregistreerd. Voor varkens, paarden, gevogelte en konijnen ligt dit moeilijker. OVAM beschikt niet over gegevens van landbouwdieren bij particulieren.
OVAM kent wel het aandeel krengen van landbouwdieren van de groep?particulieren en kleine veebedrijven´ ten opzichte van het totale aantal landbouwdieren, aangezien Rendac deze gegevens wettelijk - conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 - in een apart register moet noteren. Dit aandeel bedroeg in 2004 52.995 dieren tegenover 998.968, dat is 5,30 percent. Uitgedrukt in kilogram is dat 4,7 versus 73,6 miljoen en dat is 6,38 percent.
Er zijn geen gegevens over het aandeel van de particulieren ten opzichte van de kleine veebedrijven. Als we de krengen van runderen, varkens en gevogelte buiten beschouwing laten en alleen de krengen van paarden, pony´s, schapen, geiten en varia aanduiden, komen we op 1,5 percent voor het aantal dieren en op 2,17 percent voor het gewicht. Paarden vertegenwoordigen hier het grootste tonnage, wat aantallen betreft gaat het hier voornamelijk om schapen en geiten.
Drie bedrijven hebben een vergunning aangevraagd voor het ophalen en verwerken van krengen van landbouwdieren van particulieren. Aan twee bedrijven werd de erkenning geweigerd. Een aanvraag werd geweigerd wegens het ophalen van huisdierkrengen zonder erkenning. Dat is een overtreding. Een andere aanvraag werd geweigerd wegens het niet voldoen aan de voorwaarden van de proeferkenning. Dat hield illegale opslag in, de afzet was niet verzekerd en de solvabiliteit van het bedrijf was niet in orde.
Ik geef nog antwoord op uw vragen die mij schriftelijk werden overgemaakt. U vroeg of particulieren een alternatief hebben voor de verwerking van hun overleden landbouwdieren. Kleine dieren kunnen worden gecremeerd, individueel of gezamenlijk, in een vergunde installatie, dit in tegenstelling tot de vroegere wetgeving, waar dieren alleen traditioneel mochten worden verwerkt. Er is de Europese verordening 1774/2002 die rechtstreekse verbranding toestaat.
Indien de kosten voor de ophaling van landbouwdieren te hoog oplopen, is de drempel om een of meerdere dieren te begraven klein. Dat probleem hebt u zelf aangehaald. Dit geldt zowel voor dieren gehouden bij particulieren als bij landbouwbedrijven. Niet alleen de financiële tussenkomst voor particulieren, maar ook die voor veebedrijven, is dus in feite in tegenstrijd met het principe?de vervuiler betaalt´. Maar dit is een keuze die de Vlaamse overheid gemaakt heeft. Ik ga ervan uit dat we dit bij de bespreking van het rapport opnieuw kunnen aankaarten en de visie van deze commissie verder uitklaren.
De voorzitter: De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.
Ik zal niet vooruitlopen op de discussie van volgende maand. Ik heb een bijkomende vraag - u hoeft me daar vandaag nog niet op te antwoorden. Ik vraag me af of we niet moeten overgaan tot registratie. We moeten de kadavers toch kunnen traceren en het verschil tussen die 5000 en 140 ton kunnen verklaren. Dit is immers een aangelegenheid van volksgezondheid. Registratie - bijvoorbeeld bij Sanitel - kan een nuttig instrument zijn.
Honden krijgen vandaag een chip ingeplant en worden geregistreerd. Het enige probleem daarbij zijn de ellenlange lijsten van honden. Ze worden er niet uit gehaald als ze doodgaan. Het is geen werkbare lijst. Maar een of andere vorm van registratie zou nuttig zijn.
Twee bedrijven kregen geen vergunning. Ik moet dat eens opnieuw nagaan. Ik dacht dat één vergunning op andere gronden was geweigerd. Ik zal dat nog eens nalezen en dan weer contact met u opnemen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.