Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 03/05/2005
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het plan voor de noord zuidverbinding en de communicatie hierover
Vraag om uitleg van de heer John Vrancken tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de herinrichting van de noord-zuidverbinding in Limburg
De voorzitter: Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van de heer Peumans tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het plan voor de noord-zuidverbinding en de communicatie hierover, en van de heer Vrancken tot minister Peeters, over de herinrichting van de noord-zuidverbinding in Limburg.
De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik weet niet of het verhaal van de noord-zuidverbinding een soap aan het worden is, maar ik hoop niet dat er hier binnen 10 jaar nog wordt gesproken over het oplossen van dit probleem. Dan zal ik hier trouwens niet meer zitten. Dit is helemaal vergroeid met de Limburgse problematiek.
Mijnheer de minister, u hebt wellicht uit de schriftelijke versie van mijn vraag kunnen opmaken dat ik moeite heb met het misprijzen voor het parlement dat ik als nieuw parlementslid in toenemende mate merk. Wij stellen hier vragen over de quickscan, maar twee dagen later staan daar berichten over in de krant.
Ik heb veel geduld betoond inzake de noordzuidverbinding. Ik heb u daarover ondervraagd in december van vorig jaar, en er werden allerlei afspraken gemaakt. Uiteindelijk ben ik toch blij met mijn abonnement op Het Belang van Limburg, anders was ik niet op de hoogte geweest van het nieuwe plan. Men kan ermee lachen, maar ik vind dit een verkeerde werkwijze. Hetzelfde geldt voor schriftelijke vragen die de administratie beantwoordt met ja, ja en neen. Ik kan u daar voorbeelden van geven. Ik heb er aanvullende vragen over gesteld. Als parlementsleden hebben we er recht op dat gemaakte afspraken worden nageleefd.
Uit Het Belang van Limburg van 16 april moest ik vernemen dat er sprake is van een haalbaarheidsstudie die afgerond is. Er zouden vijf alternatieven zijn onderzocht, onder meer van de eigen administratie, maar ook van VKW. Zelfs VKW heeft immers studiediensten die wegen bestuderen en alle onteigeningen doen. Op basis van een multicriteria-analyse zou systeem 5 zijn geselecteerd.
Maandag ontving ik per post een pakket waarvan ik eerst dacht dat het een bompakket was, maar dat een cd-rom bleek te zijn, met een heel onduidelijk begeleidend briefje waarin me werd meegedeeld dat ik in bijlage de presentatie van de noord-zuidverbinding kon vinden. Ik heb dat schijfje in mijn pc geladen, maar de leesbaarheid liet te wensen over, tenzij men het projecteert in een filmzaal. Met alle respect, mijnheer de minister, maar die kaarten waren niet leesbaar. Een gelijkaardig pc-probleem rees al met betrekking tot de Oosterweelverbinding. Ik stel trouwens vast dat mevrouw De Ridder ook een vraag heeft inzake informatie over alles wat te maken heeft met het waterbeleid. Wij Vlamingen zijn daar gewoon slecht in. Ik hoop dat dit in de toekomst zal verbeteren. De Nederlanders zijn daar schitterend in.
Tot mijn grote verbazing las ik ook dat dit hele project 250 miljoen euro zal kosten en 15 jaar zal duren. U weet dat kostprijs een heel rekbaar begrip is in uw departement. U zult ook al beseffen dat het geen eenvoudig probleem is. We moeten echter de vergelijking maken met de transparantie die er heerst in Nederland, bijvoorbeeld met betrekking tot het Schelde-estuarium. Op de dag waarop de Nederlandse bewindslieden hierover beslisten, stond die beslissing s avonds al op de webstek van Verkeer en Waterstaat. De surfende bezoeker kan er perfect inzage krijgen in de brief aan de Tweede Kamer.
Hoewel we dus geduldig en vol vertrouwen wachtten op de resultaten en voorstellen met betrekking tot de beroemde noord-zuidverbinding, hebben we via Het Belang van Limburg kennis moeten nemen van het volledige plan. Misschien kunt u het voorbeeld van uw Nederlandse ambtsgenoot, mevrouw Peijs, volgen en het systeem van de brieven aan de Tweede Kamer laten invoeren voor dit parlement.
Wat me opvalt in dit hele debat is dat de burgemeester van Houthalen, mijn goede vriend de heer Yzermans, u vervolgens vraagt een brief te sturen naar Europa over de invloed van de habitatrichtlijn, in verband met de omleiding, en dat bewoners kruispunten beginnen te bezetten nadat ze het nieuws in het krant hebben gelezen. Al sinds 1975 maak ik dit soort debatten mee, waarbij iets dat nog niet helemaal voldragen is, wordt gelanceerd en iedereen aanneemt dat alles in kannen en kruiken is en alles onderzocht is. Volgens mij is er echter nog heel wat werk te verrichten.
Voka had meteen een reactie klaar, net als de Unizo. Ik heb er geen probleem dat er reacties zijn, maar ik wist hier niets van, en vele andere leden al evenmin, terwijl de duidelijke afspraak bestond dat de commissie op de hoogte zou worden gebracht. Ik kan niet afleiden uit de overigens zeer mooie en verzorgde dias die we hebben gekregen hoe het zit met de kostprijs. Men kan normaliter berekenen hoeveel 1 kilometer autosnelweg kost, en hoeveel de lampen en andere bijkomende elementen kosten. Waarop is de kostprijs hier gebaseerd? En hoe valt er een berekening te maken als de studie over de tunnel nog niet af is? Ook bij andere infrastructuurwerken gebeurt het steevast dat de kostprijs uiteindelijk niet de oorspronkelijk vooropgestelde kostprijs is. Dergelijke gevallen kent u wel.
Wie heeft er een akkoord gesloten waarbij de prefinanciering door de LRM zal gebeuren? Voor welk bedrag, onder welke voorwaarden en met welke middelen zal dit gebeuren? Ik vind het knap dat de LRM-middelen nu zullen worden gebruikt om te prefinancieren. Blijkbaar is dit de nieuwe deus ex machina in Limburg om allerlei infrastructuurprojecten te financieren. Is dit al voorgelegd aan de LRM? Heeft de raad van bestuur er al een uitspraak over gedaan? Hoe zal dit alles worden gefinancierd? Het gaat over 250 miljoen euro, een enorm bedrag. Hoe zal dit worden gefinancierd met de normale middelen? Of voorziet u in een extra inhaaloperatie voor Limburg, in het kader van het Limburgplan? U weet dat we extra middelen krijgen.
Mijnheer de minister, wanneer zal er een basiscursus Communicatie en respect voor het parlement worden georganiseerd en wat zal hiervan de inhoud zijn? Wanneer krijgen we nu eens eindelijk goede informatie? U hebt meermaals verklaard dat u transparant wilt werken, maar mij lijkt het dat uw administratie eens moet leren anders te communiceren over een aantal dingen.
Ik geef een voorbeeld. Ik heb die quickscan vrijdagavond gezien dankzij de webmaster van de Vlaamse overheid, die dit heeft geplaatst op de webstek Mobiel Vlaanderen. Dit is me dus niet meegedeeld in mijn hoedanigheid van Vlaams parlementslid, de webmaster heeft dit meegedeeld. Toen mevrouw De Ridder, ikzelf en nog andere leden daar een paar dagen voordien vragen over stelden, kregen we te horen dat dit niet kon worden meegedeeld, maar plots staat het dan wel in alle Vlaamse kranten.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, ik was aangenaam verrast, maar had ook gemengde gevoelens, toen ik in de weekendeditie van Het Belang van Limburg van 16 april kon lezen dat de kogel door de kerk is en dat er nu eindelijk een definitief alternatief plan is inzake de realisatie van de noord-zuidverbinding in Limburg.
Het plan zou een efficinte doorstroming van het verkeer garanderen en zou aan een lagere kostprijs dan vooropgesteld worden uitgevoerd. De werken zouden in 2007 van start gaan, voor een totale termijn van 15 jaar. Dat is wel heel lang. Het zal dan ook voor de nodige overlast zorgen voor de inwoners van Houthalen-Helchteren en Hechtel. Vooral de gemeente Houthalen-Helchteren zal zwaar getroffen worden door de gecreerde immobilisatie van de verscheidene toegangswegen tot het winkelcentrum, gedurende de periode dat de twee geplande tunnels zullen worden gebouwd. De handelaars langs de huidige Eindhovense weg zullen noodgedwongen moeten sluiten of verhuizen.
In dit verband heb ik een aantal vragen. Mijnheer de minister, werd bij de planning rekening gehouden met het aanstellen van een minder-hindermanager, zoals indertijd met succes gebeurde bij de grote herinrichtingswerken van de Diestsesteenweg in Kermt? Op welke manier zal de communicatie over de werken gebeuren?
Bent u van plan om in de begroting een bedrag te laten opnemen voor een tegemoetkoming aan de getroffen handelaars en/of bij de aanbesteding een post in het lastenkohier te laten opnemen om deze schade te dekken? Dan heb ik het over schade voortvloeiend uit deze openbare werken, van een tijdelijke tot zelfs een volledige sluiting. Welke criteria zult u hierbij hanteren?
Welke werkwijze zal vooropgesteld worden om de snelle uitvoering van de eerste fase van de werken, namelijk het wegwerken van de flessenhals, te garanderen? Op welke manier wordt in het plan rekening gehouden met de mogelijke toekomstige verkeersaangroei, de verkeersveiligheid en de vlotte doorstroming van het verkeer?
De voorzitter: De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen: Mijnheer de minister, om te beginnen wil ik u gelukwensen met het feit dat u uiteindelijk een keuze hebt gemaakt en een voorstel doet. Ik kan het grotendeels eens zijn met dit voorstel, in eerste instantie omdat het alternatief van de omleidingsweg nu duidelijk is afgeschreven. Dat is belangrijk. Het is nodig dat daar goed over wordt gecommuniceerd.
Ik besef wel dat de huidige plannen nog het voorwerp kunnen zijn van enige bijsturing, verfijning, verdieping en dat ze wellicht nog wat bijkomend studiewerk kunnen vergen, maar dan zullen we precies weten waarover we het hebben.
Ik heb niet zozeer problemen met het feit dat wij als parlementsleden iets later werden ingelicht, maar hebt u, alvorens u dit meedeelde, het eerst meegedeeld aan de gemeenten, of het met hen besproken? Dat vind ik veel belangrijker. Het gaat immers over een traject dat dwars door Houthalen- Helchteren gaat. Dat zal nogal wat problemen met zich meebrengen.
De heer Peumans wees er reeds op: de bevolking heeft er dadelijk op gereageerd. Hier zou een goede communicatie eruit bestaan dat een gemeentebestuur uw communicatie kan versterken, ondersteunen of mee helpen begeleiden. Nu heb ik althans de indruk dat dit niet is gebeurd. Dat betreur ik meer dan het feit dat wij dit in de krant hebben lezen. Een goede communicatie is immers ontzettend belangrijk, zeker voor werken met een dergelijke impact. Is in het hele plan voorzien in een communicatie- en informatiecampagne voor de bevolking? Bent u dat althans van plan? Zal daar een budget voor worden gereserveerd, of zal die last enkel en alleen bij de gemeenten terechtkomen? In Antwerpen gaat het toch ook over een collectief opnemen van de verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat dit hier ook gebeurt.
Zal de stuurgroep die was opgericht om de diverse trajecten te beoordelen, blijven bestaan? Wordt die opgeheven, of blijft hij een rol vervullen in het verder concreet maken van het huidige gekozen traject?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, er heeft inderdaad een overleg plaatsgevonden met de burgemeester van Houthalen- Helchteren.
Mijnheer Sannen, u beklemtoont terecht het belang van de lokale besturen. Zij moeten immers het maatschappelijke draagvlak terzake voort uitbouwen. De communicatie terzake is inderdaad erg belangrijk. Ik verwijs naar onze ervaringen in andere provincies, en vooral dan in Antwerpen. Die ervaringen leren ons dat een goede communicatie ten behoeve van de bevolking, van actiegroepen en dergelijke, erg belangrijk is. We zullen daar de nodige zorg aan besteden en de nodige middelen vrijmaken om dit verder te organiseren, op een heel goede en professionele wijze.
De beleidsmakers moeten natuurlijk keuzes maken en die ook verdedigen. Dit dossier gaat al 30 tot 40 jaar mee en er zijn verschillende scenarios onderzocht. We hebben getracht, rekening houdend met de onderzoeken, en zeker met het onderzoek dat nog loopt, om een voorstel te doen waarbij in fasen wordt gewerkt zodat we maximaal kunnen rekening houden met een en ander.
Mijnheer Peumans, ik herinner u eraan dat er al meerdere parlementaire vragen over dit dossier zijn gesteld. Ik herinner me zeer goed dat een parlementslid heeft gezegd: Wat is dit nu voor een vaudeville, op een bepaald moment zegt u a en enkele weken nadien zegt u b. Ik heb nadien onderstreept dat als parlementsleden vragen stellen over de stand van zaken van een bepaald dossier, de minister antwoord geeft over de stand van zaken op dat moment, maar dat de geesten en de projecten zich verder ontwikkelen, iets wat alleen maar goed kan zijn. Als ik me niet vergis, heb ik in dat kader een zeer uitvoerige uitleg gegeven omdat toen een vraag was gesteld over een bijeenkomst van het VKW. De heer Sannen heeft zich toen onder meer bij die vraag aangesloten. Toen is het doorgaand en het lokaal verkeer als oplossing in deze commissie aan bod gekomen. Het is volstrekt onjuist te zeggen dat u vooraf niet bent genformeerd over de visie die we verder hebben uitgewerkt. Ik heb alles gedaan om deze commissie daar tijdig over in te lichten, voor de informatie in Het Belang van Limburg verscheen. Door het feit dat het niet kon worden doorgemaild, konden we niet anders dan het opsturen.
Ik heb volledig respect voor het Vlaams Parlement en deze commissie. Het is evident dat de leden de informatie krijgen die ze moeten krijgen. Ik wil benadrukken dat de uitvoerende macht zijn dynamiek kent en zijn verantwoordelijkheid in een aantal dossiers moet nemen. Zeker in dit dossier neem ik mijn verantwoordelijkheid op en communiceer ik maximaal, en zeker in deze commissie. Ik geef daar vandaag nog eens een voorbeeld van, want straks krijgt u het driejareninvesteringsprogramma mee. Dat zal waarschijnlijk weer aanleiding geven tot veel vragen, maar ik ben daarop voorbereid. Ik lever maximale inspanningen om met iedereen te communiceren. Het is zon omvangrijk project dat aan elke reactie aandacht moet worden gegeven in de verdere uittekening van het project. Het zou onverstandig zijn van mezelf om niet te luisteren en de nodige aandacht te besteden aan deze inbreng. Ik ga ervan uit dat wat u in uw laatste vraag zegt over communicatie en respect voor het parlement, niet aan de orde is voor wat mij betreft en dat ik dat respect blijf betonen en alle nodige informatie blijf geven.
Inzake de kostprijs en hoe die wordt berekend, heb ik een technisch antwoord. Voor elk scenario werd een volledig grondplan en typedwarsprofiel uitgewerkt. De kostprijs is gebaseerd op deze voorontwerpen van de verschillende scenarios. Er werden vrij nauwkeurige berekeningen gemaakt per scenario voor wat betreft onteigeningen, grondverzet, kunstwerken, infrastructuur, wegopbouw, milderende maatregelen enzovoort. Alle ramingen werden trouwens op eenzelfde stramien gemaakt zodat ze goed vergelijkbaar zijn.
Deze kostprijzen zijn gebaseerd op de huidige voorstellen. Indien in het verdere verloop van de haalbaarheidsstudie zou blijken dat bijvoorbeeld een tunnel breder, langer of korter moet worden, zullen de ramingen uiteraard worden bijgesteld, zowel in plus als in min. Een werk van die omvang is heel wat anders dan het bouwen van een huis en zelfs daar worden in de loop der weken en maanden wijzigingen aangebracht. Wijzigingen kunnen er komen, zeker als men rekening wil houden met bepaalde verzuchtingen. Ik heb de actiegroepen ontvangen die me zegden dat de tunnel korter of langer moest zijn en die vragen stelden over de fietspaden enzovoort. Dat heeft effect op de ramingen, maar dat wil niet zeggen dat de ramingen lukraak en niet met de nodige zorg zijn geformuleerd.
De kostprijs die naar voren wordt geschoven, is trouwens maar n element bij de keuze van het scenario. Door middel van een multi-criteria-analyse werden vijf aspecten met elkaar verbonden: het verkeerskundig, ruimtelijk, financieel, maatschappelijk en milieu-natuuraspect. Binnen deze multi-criteria-analyse is de kostprijs in feite als een relatieve waarde meegenomen in de verschillende scenarios, wat wil zeggen dat een schommeling van de kostprijs niet snel zal leiden tot een ander resultaat van de analyse.
Er is nog geen akkoord met de LRM over een eventuele prefinanciering. Tijdens n van de overlegmomenten is het denkspoor geopperd om de LRM hierbij te betrekken. Ik ben bereid om de mogelijkheid ervan na te gaan. Er is echter nog geen engagement genomen en nog geen duidelijke stelling ingenomen. De vraag is in een vergadering door iemand van Limburg naar voren geschoven. Als de vraag echt wordt gesteld, zal ik dit zeker in overweging nemen.
De financiering betekent een heel belangrijke uitgave en het is een heel belangrijke keuze, niet alleen voor Openbare Werken maar ook voor de provincie Limburg, dat deze problematiek na zovele jaren wordt opgelost. Hier is niet geopteerd voor de omleidingsweg maar voor een ander trac, waarbij we volledig respect hebben voor de problematiek van leefmilieu en natuur. We zijn ook constant op zoek om alternatieve financieringen aan te trekken. Hier gaat het in het bijzonder over schaduwtol, wat we nu aan het uitwerken zijn. Schaduwtol betekent niet dat er tol moet worden betaald, maar is een financieringstechniek die in Walloni al is toegepast. Schaduwtol houdt in dat de overheid de investeerders betaalt op basis van het aantal verbruikers van die weg of dat kunstwerk. Op die manier hebben we vanuit budgettair oogpunt meer armslag dan alleen maar de beschikbare budgetten. De techniek wordt toegepast voor de tunnel in Luik en iedereen is daar blijkbaar tevreden over. De financiering van het project is een serieus bedrag, dat we verder zullen concretiseren.
Mijnheer de voorzitter, geachte leden, ik heb al geantwoord op het aspect inzake respect voor het parlement. Er is geen haar op mijn hoofd dat niet voldoende respect heeft voor de wetgevende macht, voor het Vlaams Parlement en voor deze commissie. Met concrete acties en daden kunnen we dat onderstrepen, ervan uitgaande dat het beleid en de minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur zijn verantwoordelijkheid in het kader van de uitvoerende macht ook ten volle moet en zal nemen.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat u wat korzelig reageert. Ik heb nooit gesproken over een vaudeville en dat het de ene keer a is en de andere keer b. Ik heb 10 jaar geleden het standpunt van de ondertunneling ingenomen voor de noord-zuidverbinding. Dat kunt u lezen in persberichten van 10 jaar geleden. Toen werden we door iedereen weggelachen. We zijn altijd tegen de oostelijke omleiding geweest. Mijnheer de minister, ik heb geen enkel probleem met uw keuze, integendeel. Ik heb wel een probleem met de manier waarop de communicatie wordt gevoerd. Op een bepaald moment wordt er een signaal gegeven. Mensen nemen als waarheid aan wat er in de krant staat. Ik ben het helemaal eens met de heer Sannen over de manier waarop uw departement communiceert naar de bevolking. Als u me kunt zeggen waar ik ergens op een webstek enige informatie kan vinden over wat er in de persmededeling wordt gezegd, dan hou ik me aanbevolen. Ik ben erover bezorgd hoe aan de burgers kan worden gecommuniceerd en hoe ze kunnen weten wat er is beslist, hoe het scenario 5 eruit ziet en dergelijke. Dat zijn de vragen die de mensen van Helchteren-Houthalen hebben.
U zegt over de berekening van de kostprijs dat u niet houdt van lukrake berekeningen. Ik heb nooit beweerd dat er lukrake berekeningen zijn gemaakt. Ik vraag alleen waar de kostprijs op gebaseerd is, en hoe de berekening is gemaakt. Het verhaal van de schaduwtol heb ik ook in de krant gelezen. Ik vind het goed dat u het denkspoor bestudeerd dat nu in Luik wordt toegepast.
Het is een BTW-verhaal via Sofico. Als u dat kan toepassen, des te beter.
Mij gaat het over de manier waarop het departement communiceert met de burgers: het communiceert er bijna niet over. Mijn volgende vraag over de zone 30 is daar weer een mooi voorbeeld van. Men zegt dat ergens een zone 30 zal worden ingesteld. We krijgen een of ander onnozel briefje van AWV en daar moeten we het mee doen. De gemeente moet het verder maar uitzoeken.
Dat is mijn bezorgdheid. Ik heb dat met het Scheldeverhaal gezien, en met andere verhalen. Dat is niet als kritiek bedoeld, maar als een aansporing om anders om te gaan met het systeem van communicatie, of het nu gaat over een parlementslid of een gewoon burger die vragen heeft.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de minister, neem me niet kwalijk, maar ik blijf op mijn honger inzake de antwoorden op mijn vragen. Het is alsof enkel de heer Peumans een vraag om uitleg heeft gesteld, want op mijn vragen komt helemaal geen antwoord. Ik heb alleen een deel van het antwoord gekregen op een gemeenschappelijke vraag over de communicatie.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijn excuses, mijnheer Vrancken, ik was zo begeesterd door de vragen van de heer Peumans dat ik uw vragen heb veronachtzaamd.
Limburg heeft de primeur van het inzetten van een bereikbaarheidsadviseur, en dat is met succes gebeurd. We zullen de nodige inspanningen blijven leveren omdat dit heel belangrijk is ten aanzien van het draagvlak, en we zullen de informatie op een professionele manier blijven aanpakken. We doen alle inspanningen om de hinder te beperken. De werken duren wel 15 jaar, maar dat betekent niet 15 jaar op dezelfde plaats. Dit is een vrij omvangrijk project. In de slides die u werden bezorgd, is heel duidelijk gezegd hoeveel jaar de werken op een bepaalde plaats zullen duren. We hebben maximaal rekening gehouden met de opvang van de hinder en zullen dit blijven doen. We zullen er zeker voor zorgen dat de bereikbaarheid voor de lokale bevolking en de handelaars maximaal wordt gegarandeerd.
We hebben AWV Limburg de opdracht gegeven een en ander te organiseren, en voorstellen te doen in verband met de communicatie en de contacten met de betrokken lokale besturen. We hebben gezegd dat Houthalen-Helchteren, een van de meest delicate punten, extra aandacht vergt.
We zullen dit zeker opvolgen. Ik ga ervan uit dat, mocht er iets verkeerd lopen, ik daar zeker nog een vraag over zal krijgen.
Het wegwerken van de flessenhals is mijn eerste prioriteit. Als ik me niet vergis, was het een van de eerste vragen die de heer Sannen me stelde. Hij heeft me ervan overtuigd dat het een heel belangrijk probleem betreft dat moet worden aangepakt. Alles wordt nu concreet in gang gezet en opgevolgd volgens de normale procedures. Ik hoop dat ik hiermee al uw vragen heb beantwoord, mijnheer Vrancken.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik zal de werken nauwgezet opvolgen. Dat kan moeilijk anders, want ik woon in vogelvlucht amper 2 kilometer verder. Ik zal er elke dag mee geconfronteerd worden.
Ik hoop dat het afstappen van de omleiding van Houthalen niet zal leiden tot een economisch kerkhof in het centrum van Houthalen. Nu al hebben de handelaars veel schrik voor de werken. Het is van groot belang om goed te communiceren en om de minder-hindermanager degelijk werk te laten uitvoeren.
De voorzitter: De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de nadruk die u legt op een goede communicatie met en informatie van de burger. Ik benadruk ook de contacten met de lokale besturen, vandaar dat ik mijn vraag opnieuw stel: blijft de stuurgroep bestaan of komt er een andere vorm van structureel overleg tijdens de planning en het verloop van de werken? Het hoeft voor mij niet de stuurgroep te zijn. De communicatie- en informatiestroom mag echter geen eenrichtingsverkeer zijn. Voor de lokale besturen is het van groot belang dat er een vorm van structureel overleg blijft bestaan tijdens het hele proces zodat wie een inbreng wil doen of bemerkingen wenst te maken, duidelijk weet binnen welk kader dat kan en er geen ongenoegen wordt opgestapeld.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Sannen, ik denk dat we eens aan de stuurgroep zelf moeten vragen hoe die het ziet. Het is ook mijn betrachting om voor een goede communicatie en informatie te zorgen. We moeten daar het juiste vehikel voor vinden. Het is niet mijn taak om te beslissen dat de stuurgroep moet stoppen en er iets nieuws in de plaats moet komen. We moeten het belangrijke werk dat mensen jarenlang hebben verricht, honoreren. We moeten de nodige aandacht besteden en middelen vrijmaken voor een professionele organisatie van de communicatie en de informatieverspreiding. Ik laat het in de eerste plaats aan de Limburgse actoren over om te beslissen hoe ze de zaak wensen te organiseren.
De heer Ludo Sannen: Mijnheer de minister, laat het duidelijk zijn dat ik geen vragende partij ben om de stuurgroep op te heffen. Ik wil alleen dat er structureel overleg blijft bestaan.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, de ervaringen met de doortocht van Kermt waren heel positief. Dat bleek uit een hoorzitting naar aanleiding van een decreet van de heer Caluw. Ook daar bestond een stuurgroep waarbij onder meer ook het gemeentebestuur werd betrokken. De ervaringen waren heel positief. Heel wat misverstanden over de planning van de werken en dergelijke werden de wereld uit geholpen. Natuurlijk is de doortocht van Houthalen niet helemaal vergelijkbaar met die van Kermt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.