Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 24/03/2005
Vraag om uitleg van de heer Karlos Callens tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de procedure tot bekendmaking van milieuvergunningsaanvragen
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Callens tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de procedure tot bekendmaking van milieuvergunningsaanvragen.
De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in het Vlarem-II-besluit werd in de artikelen 17 en 19 de procedure met betrekking tot de bekendmaking van milieuvergunningsaanvragen opgenomen. Artikel 17, paragraaf 3, punt 4, van dit besluit stelt dat in geval van openbaar onderzoek voor een aanvraag van een klasse-1-bedrijf, de burgemeester een aankondiging hiervan moet laten publiceren in ten minste 2 dag- en/of weekbladen, waarvan 1 met regionaal karakter.
Het opstellen van die reglementering zal indertijd wel een reden hebben gehad. Misschien was die reglementering ook juist, maar ondertussen is een en ander veranderd en levert dit nogal wat problemen op. Een blad met regionaal karakter is niet altijd even duidelijk omschreven en zelfs op bepaalde plaatsen onbeschikbaar. Die publicatie is ook geen goedkope aangelegenheid. Het komt neer op een bedrag tussen 500 en 1.000 euro voor de gemeente. De gemeenten rekenen dit over het algemeen door aan de bedrijven.
Het is niet logisch dat dat moet voor alle aanvragen die worden ingediend, ook om de vergunning te verlengen of een kleine uitbreiding toe te voegen. Er worden adviezen gevraagd bij gespecialiseerde instanties voor de klasse 1. Daarbij komt dat de buren worden aangeschreven. De laatste jaren is er bovendien heel wat veranderd op het vlak van informatica. Steeds meer mensen doen een beroep op het internet.
Mijnheer de minister, is een dergelijke uitzondering op de normale bekendmakingsregels, zoals de aanplakking en het verwittigen van de omwonenden, nog wel noodzakelijk? Kunt u een aanpassing van Vlarem overwegen, waarbij die publicatievereiste wordt geschrapt en vervangen door meer aan deze tijd aangepaste vormen van communicatie, zoals de website van bijvoorbeeld een gemeente of een andere instelling?
De voorzitter: Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mevrouw Hilde Crevits: Het is goed dat de heer Callens zijn bezorgdheid uit en een voorstel doet. Europa heeft niet echt grote bezwaren om die bekendmaking te vereenvoudigen, als we de inspraakwetgeving nader bekijken. De klassieke bekendmaking is weinig doeltreffend, ze wordt niet echt gelezen. Schieten we hiermee ons doel niet voorbij? Aan de stad Herentals kost dat bijvoorbeeld 10.000 euro per jaar. Voor Kortrijk gaat het over 15.000 euro per jaar. Loont het wel de moeite als we de kostprijs tegen de efficintie afwegen?
De verplichting zomaar vervangen door een bekendmaking op de website lijkt gevaarlijk, aangezien dat niet voor iedereen toegankelijk is. Het meest efficinte middel zou wellicht het verwittigen zijn van de directe betrokkenen. Dat is echter vrij arbeidsintensief en tijdrovend voor de betrokken gemeenten. Misschien kan de dubbele bekendmaking worden vervangen door een enkele bekendmaking, en kan er een oplossing worden gevonden via het verwittigen van de betrokkenen of via de website. Het is een goed voorstel.
De voorzitter: De heer Martens heeft woord.
De heer Bart Martens: De manier van bekendmaken van vergunningsaanvragen schiet zijn doel voorbij, niet omdat het niet op een website staat of omdat het onvoldoende wordt gepubliceerd, maar vooral omdat er wordt verwezen naar de klassieke Vlarem-rubrieken. Een gewone burger weet niet wat hij daaronder moet verstaan. Het MER bevat altijd een niet technische samenvatting voor de leken. Het zou goed zijn dat de bekendmaking van de vergunningsaanvragen ook in klare mensentaal omschrijft wat die juist behelst en wat er onder de verschillende rubrieken moet worden verstaan. Zo kunnen de buurt en eventuele andere belanghebbenden zich wat meer betrokken voelen en verstaan wat op het spel staat en waartegen ze eventueel bezwaren kunnen indienen.
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Ik sluit me aan bij de terechte bezorgdheid van de vraagsteller. We moeten wel een onderscheid maken tussen het hernieuwen van een vergunning en een eventuele bijkomende vergunning of kleine wijzigingen. In vele gevallen gaat het om eenpersoonsbedrijven. In de veehouderij gaat het vaak over klasse-1-bedrijven. Die moeten bijna jaarlijks bepaalde wijzigingen doorgeven. Als die kosten elke keer worden doorgerekend, dan zijn dat behoorlijk hoge uitgaven. Soms gaat het over een loods voor een tractor waarvoor een bouwvergunning en een milieuvergunning nodig is. Als men een klasse-1-vergunning heeft, zit men in heel die procedure van de klasse-1-vergunningen.
Mijnheer de minister, u probeert een verstandig groen beleid te voeren. Welnu, aan deze uitdaging kunt u ook iets doen.
De voorzitter: Waarde collegas, u moet eens het kader schetsen waarin een gemeente dat mag doorrekenen aan de aanvrager. Volgens mij bestaat dat niet. Dat kan alleen als je handig bent en gebruik maakt van de onwetendheid van de aanvrager. Als de aanvrager je niet wil betalen, heb je geen poot om op te staan. Daarover is al geprocedeerd.
De heer Erik Matthijs: Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij wat u zegt. Het is de overheid die de vergunningen aflevert, die de publicatieplicht moet handhaven in het kader van de openbaarheid van bestuur. Daar valt niet aan te ontkomen.
De heer Karlos Callens: Als gemeenten in een taksreglement voorzien, dan zitten ze wel goed. Ze mogen het niet doorrekenen, maar wel een taks heffen.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collegas, aangezien de vraag van de heer Callens wordt bijgetreden door bijna de voltallige commissie, kan ik niets anders dan zo snel mogelijk de koe bij de horens vatten.
Mijnheer Callens, er werden natuurlijk extra waarborgen ingebouwd omdat het gaat over een als eerste klasse ingedeelde inrichting. De mogelijke risicos voor aantasting van het leefmilieu gaan iets ruimer dan het lokale. Daarom moet de bekendmaking ook via regionale kranten gebeuren.
Er werd al verwezen naar de EG-richtlijn 96/61 van 24 september 1996. In bijlage 5 van die richtlijn staat dat de nadere regeling voor het informeren van het publiek, bijvoorbeeld met aanplakbiljetten binnen een bepaalde omtrek, door publicatie in plaatselijke kranten en via de raadpleging van het betrokken publiek, bijvoorbeeld schriftelijk of met een openbare enqute, wordt bepaald door de lidstaten.
Ik denk dat een actualisering van Vlarem zich aandient. Op dit moment wordt onderzocht om voor de geviseerde verplichte bekendmaking de keuze te laten tussen de huidige regeling van bekendmaking in twee bladen, en de bekendmaking in n blad, in combinatie met de bekendmaking op een opvallende plaats op de webstek van de gemeente.
We zullen het verder bekijken. Mijnheer Callens, als we nog verder kunnen gaan, zullen we dat zeker doen. We willen de doelstelling behouden om de informatie voldoende ruim te verspreiden, maar zonder bijkomende kosten en onnuttige administratieve verplichtingen.
De voorzitter: De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens: Mijnheer de minister, ik heb vertrouwen in de mogelijke snelle uitvoering. Er zijn veel kleinere bedrijven, vooral in de landbouwsector, die hierop zitten te wachten, want voor een gewone verlenging van de milieuvergunning moet enorm veel worden betaald. Als het niet wordt doorgerekend, moeten de gemeenten toch ook betalen.
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mijnheer de minister, ik wil nog een suggestie doen. Gezien de misverstanden die hier al bestaan, is het misschien goed om in een omzendbrief duidelijk te maken wat gemeenten kunnen, mogen en moeten op dit vlak.
De voorzitter: Het incident is gesloten.