Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 22/02/2005
Vraag om uitleg van de heer Hubert Brouns tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het kappen van bomen langs gewestwegen
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Brouns tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het kappen van bomen langs gewestwegen.
De heer Brouns heeft het woord.
De heer Hubert Brouns: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de voorzitter, ik zou enige verduidelijking willen naar aanleiding van een persbericht waardoor het leek alsof er nu plots een beleidsbeslissing is over het kappen van bomen langs gewestwegen.
De titel van het artikel in kwestie luidde: Bomen moeten weg langs gewestwegen. Uiteraard geeft een titel niet altijd correct de inhoud weer. In Limburg zijn gewestwegen vaak nog lange dreven waar de bomen vrij dicht tegen de rijbaan staan. In het artikel verklaart het afdelingshoofd van Wegen Limburg die bomenrijen systematisch te zullen kappen in de centra, op momenten dat er werken worden uitgevoerd. Dit is een zeer duidelijke strategie, die ik ten volle ondersteun.
Toch rijzen er meteen enkele vragen. Ook buiten de bebouwde kommen staan er nog heel wat bomen langs deze gewestwegen. Ik pleit er niet voor dat ook deze bomen systematisch zouden worden gekapt, maar zou graag willen dat er ook wat dat betreft een langetermijnvisie komt. We weten immers dat heel wat gewestwegen nog heel lang zullen moeten wachten op een totale vernieuwing of een vernieuwing waarbij fietspaden worden aangelegd. Die zwarte punten blijven onaangeroerd. Mijn vraag gaat dus over die delen van de gewestwegen buiten de bebouwde kom die niet zullen worden aangepakt in het kader van die herinrichtingswerken en waarvan men weet dat er regelmatig ongevallen gebeuren, met heel wat dodelijke slachtoffers als gevolg. Ik zal deze plaatsen niet opsommen, maar alvast in onze provincie zijn ze meestal te herkennen aan de bloemenkransen die er werden neergelegd of de herdenkingsplaatsen die er zijn aangebracht. Zelfs aan een geringe snelheid loopt men gevaar op die plaatsen. Meestal gaat het over bochten die zeer gevaarlijk zijn, zeker bij glad weer.
Mijnheer de minister, is er nu een duidelijke strategie van de overheid waarbij, telkens er sprake is van een vernieuwingsproject in de bebouwde kom, die bomen automatisch zullen worden gekapt? Of is dit louter een initiatief van het afdelingshoofd van Wegen Limburg? Of gaat de overheid een andere strategie toepassen, en zo ja, dewelke? Verschilt de strategie in de bebouwde kom van die voor de wegen buiten de bebouwde kom?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de minister, ik ken de Limburgse situatie totaal niet. Tijdens de vorige zittingsperiode heeft dit parlement een voorstel van resolutie goedgekeurd inzake de groen-infrastructuur langs gewestwegen. Ik denk dat dit voorstel vooral aan bod is gekomen in de Commissie voor Leefmilieu. Het was de intentie van de toenmalige minister van Leefmilieu om protocollen af te sluiten met Openbare Werken, zodat planmatig zou worden omgegaan met het kappen of het aanleggen van groenelijninfrastructuur.
Over dat laatste ging het immers. Er werd in dat verband verwezen naar de kaarten van Ferraris van de tweede helft van de achttiende eeuw, waaruit blijkt dat Vlaanderen toen n prachtige laan was. Het was de bedoeling om een inventaris op te stellen, samen met Openbare Werken, en na te gaan hoe we daarmee kunnen omgaan. Daarom verbaast het me nu wat dat men in Limburg blijkbaar systematisch die bomen wil kappen. Ik zou dat geen goede ontwikkeling vinden.
De heer Jan Peumans: We moeten eerst een grondige analyse maken. Er was het dodelijke ongeval in Zutendaal. Die N730 is een levensgevaarlijke weg. Hij heeft alle kenmerken om aanleiding te geven tot zware ongevallen. Het valt me echter op dat in goede doortochten in een aantal gemeenten er net veel bomen bij worden geplant.
Ik heb nog nooit een gevaarlijke boom ontmoet. Er zijn wel gevaarlijke chauffeurs. De oorzaken van ongevallen waarbij een chauffeur tegen een boom rijdt, zijn onder meer overdreven snelheid en controleverlies over de wagen. Dat heeft niets te maken met die boom.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
De heer Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, het beleid terzake wordt misschien gelukkig niet uitgestippeld door de ambtenaar in kwestie, maar door de bevoegde minister, die hierover verantwoording moet en zal afleggen. De administratie Wegen en Verkeer velt slechts bomen als die een potentieel gevaar vormen voor de weggebruiker of als dit nodig is in het kader van een infrastructuurwerk.
Het is dus niet zo dat we alle bomen vellen die geen potentieel gevaar vormen of waarvan het vellen niet noodzakelijk is bij infrastructuurwerken. Als bomen moeten worden gekapt, wordt er een nieuwe functionele beplanting aangebracht, zeker als het gaat over infrastructuurwerken. Het kan dus dat er nieuwe bomen worden geplant, maar dan op een andere plaats. Voor de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid inzake het vellen van bomen bestaat een duidelijk wettelijk kader. Artikel 99, paragraaf 1 van het decreet Ruimtelijke Ordening onderwerpt het vellen van hoogstammige bomen aan een stedenbouwkundige vergunning in twee gevallen, namelijk als het bomen betreft die niet behoren tot een bos, zoals gedefinieerd in het Bosdecreet, en als de bomen op een hoogte van 1 meter boven het maaiveld een stamomtrek van minstens 1 meter hebben.
De administratie Wegen en Verkeer moet de aanvraag richten tot de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen een verstrenging van deze algemene vergunningsregel opleggen. Afhankelijk van de lokale beschermingsstatus van een gebied zal voor het vellen van n of meerdere bomen advies worden gevraagd aan de volgende diensten: de Cel Monumenten en Landschappen van de provinciale afdeling ROHM, voor aanvragen in het gezichtsveld van een voorlopig of definitief beschermd monument; de afdeling Natuur van AMINAL voor aanvragen in ruimtelijke kwetsbare gebieden, habitatrichtlijngebieden, vogelrichtlijngebieden en dergelijke; en de afdeling Bos en Groen van AMINAL voor parkgebieden en bosgebieden. Indien het gaat om bomen die een acuut gevaar opleveren voor de weggebruiker, is een verkorte procedure mogelijk. Mits voorafgaande schriftelijke instemming van de afdeling Bos en Groen kunnen hoogstammige bomen worden geveld zonder stedenbouwkundige vergunning als er sprake is van een acuut gevaar.
Het kappen van bomen langs gewestwegen zal dus zeer nauwkeurig en genuanceerd worden aangepakt. Als er een potentieel gevaar dreigt, zal de voormelde procedure worden gevolgd. Als er een acuut gevaar is, is een verkorte procedure van kracht. Dat gaat dan vaak over bomen die al eens werden aangereden en niet meer stabiel zijn. Deze genuanceerde aanpak zullen we erop blijven nahouden, in Limburg en in de andere provincies.
De voorzitter: De heer Brouns heeft het woord.
De heer Hubert Brouns: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. De context waarin ik dit bericht heb gelezen, was erg ongenuanceerd weergegeven. Ik weet niet of het afdelingshoofd het zo had bedoeld.
Ik heb deze vraag gesteld omdat burgers me daar regelmatig vragen over stellen. Naar aanleiding van dit bericht verwachten ze dat hun vragen zullen worden ingelost. Ik ben het met u eens dat een en ander erg genuanceerd moet worden benaderd.
De voorzitter maakt melding van het feit dat hij nieuwe bomen ziet wanneer hij doortochten maakt. Dat klopt, maar nieuwe bomen worden op een andere manier dan vroeger ingeplant. Er wordt vermeden dat bomen te dicht bij de rijbaan staan en er is voorzien in een bufferzone.
De voorzitter: Het incident is gesloten.