Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 27/01/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Stern Demeulenaere tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over attesten uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid die geldig zijn voor het aanvragen van vrijstelling van gewestelijke belastingen, onder meer milieuheffingen
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Demeulenaere tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over attesten uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid die geldig zijn voor het aanvragen van vrijstelling van gewestelijke belastingen, onder meer milieuheffingen.
Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collegas, in de beleidsnota Leefmilieu wordt onder andere verwezen naar het streven naar minder overbodige regels.
Mijnheer de minister, het is u wellicht bekend dat vrijstellingsgerechtigden jaarlijks de aanvraag tot vrijstelling van gewestelijke belastingen moeten hernieuwen. Ook de milieuheffingen ontsnappen hier niet aan.
Op 27 april 2004 werd een verzoekschrift hierover behandeld. De conclusie lag voor de hand: de koppeling aan het rijksregister van de onderscheiden facturatiegegevens kan de jaarlijkse administratieve last verlichten. Dit werd recent ook bevestigd door de ombudsdienst.
Het moet mogelijk worden de vrijstellingen via internet aan te vragen. Een aanpassing van het decreet is dan ook raadzaam, om de vrijstellingsregeling te vereenvoudigen en ze automatisch te laten gebeuren.
Het Vlaamse Gewest moet maximaal gebruik maken van de mogelijkheden van de federale Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Indien de vrijstelling niet automatisch kan worden toegekend, moeten we nagaan of het mogelijk is de jaarlijkse bewijslast te vervangen door een verplichting tot melding van wijziging van de gezinssituatie of van de vrijstellingsgrond. Als iemand om een bepaalde reden wordt vrijgesteld, verandert de situatie meestal niet snel.
Mijnheer de minister, hebt u plannen om werk te maken van de uitvoering van de aanbevelingen bij dit verzoekschrift?
In de conclusies van de bespreking van dit verzoekschrift op 27 april 2004 is sprake van de koppeling van de adressen en de facturatiegegevens van de drinkwatermaatschappijen. Kan dit in het kader van de bescherming van de privacy? Wanneer zal dit concreet worden toegepast?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collegas, ik zal toch wat cijfergegevens meedelen als antwoord op de vragen.
De vrijstellingen in het kader van de hef. ng op de waterverontreiniging worden maximaal gekoppeld aan de gegevens van de federale Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. In 2001 werden 31.770 vrijstellingen automatisch verleend, in 2004 was dit aantal gestegen tot 71.498.
Aangezien niet alle OCMWs zijn aangesloten op de Kruispuntbank heeft de VMM, in samenwerking met de OCMWs, voor het heffingsjaar 2004 een inspanning gedaan om ook voor de vrijstellingsgerechtigde OCMW-clinten de vrijstelling automatisch te verlenen. 212 OCMWs hebben hieraan meegewerkt. Na de koppeling met de bestanden van de drinkwatermaatschappijen werden 4.715 heffingsplichtigen gedetecteerd die eveneens een automatische vrijstelling hebben gekregen.
Mevrouw Demeulenaere, zoals u weet, is de reorganisatie van de waterzuivering dermate gevorderd dat we nu een eengemaakte drinkwaterfactuur hebben. De bijdrage voor de bovengemeentelijke sanering is opgenomen in de waterprijs.
De vrijstellingsregeling werd overgenomen. Dit betekent dat de drinkwatermaatschappijen in de toekomst zullen instaan voor de toekenning van de vrijstelling, behalve voor personen die niet als klant bekend staan bij de drinkwatermaatschappij.
Aangezien de praktische regelingen met betrekking tot de toegang tot het Rijksregister en de consultatie van de Kruispuntbank enige tijd in beslag nemen, en de bijdrageregeling reeds van kracht werd op 1 januari 2005, werd in overleg met de VMM, de drinkwatermaatschappijen, het Rijksregister en de Kruispuntbank beslist om in eerste instantie de heffingsplichtigen die in 2004 recht hadden op een automatische vrijstelling, ook in 2005 een automatische vrijstelling toe te kennen. Een uitzondering hierop vormen de OCMW-vrijstellingsgerechtigden, daar deze groep zeer onstabiel is.
De drinkwatermaatschappijen opteren eveneens voor een aanvulling van hun bestanden met gegevens van de OCMWs, zodat ook hier de vrijstelling automatisch zal kunnen worden toegekend. De drinkwatermaatschappijen kunnen ook de vrijstelling voor verlengd minderjarigen automatisch toekennen.
In tegenstelling met de VMM, die jaarlijks een nieuw heffngsplichtigenbestand kreeg van de drinkwatermaatschappijen, en jaarlijks opnieuw dit bestand moest koppelen aan de gegevens van het Rijksregister en de Kruispuntbank, kunnen de drinkwatermaatschappijen hun bestanden over de jaren heen markeren. Dit impliceert evenwel dat gewijzigde gezinssituaties moeten worden gemeld aan de drinkwatermaatschappijen, maar ook dat op regelmatige basis een controle van buitenaf vereist is.
Ik wil toch even verwijzen naar de meldingsplicht van eigen waterwinningen. Deze meldingsplicht is vanaf 1991 ingeschreven in de heffingsregeling. Momenteel zijn er nauwelijks 5.000 gemengde waterwinners bekend bij de VMM. In werkelijkheid is dit aantal veel groter.
Ook de zuivere eigen waterwinners hebben zich niet of nauwelijks spontaan aangeboden bij de VMM. Slechts na een actie van de VMM in 1996, waarbij alle gezinnen die niet voorkwamen als klant bij de drinkwatermaatschappijen werden opgespoord, konden ruim 80.000 eigen waterwinners opgespoord en belast worden.
De eengemaakte drinkwaterfactuur leidt ertoe dat de vrijstellingsgerechtigden die niet de gefactureerden zijn, de vrijstelling met onmiddellijke ingang toegekend zullen krijgen vanaf het moment dat zij de wijziging van de factuurnaam doorgeven aan de drinkwatermaatschappij. In het verleden was dit niet het geval aangezien de heffing berekend werd op facturatiegegevens van het vorige kalenderjaar.
Voor de vrijstellingsgerechtigden die geen klant zijn bij de drinkwatermaatschappijen ligt de situatie wat moeilijker. De vrijstelling kan enkel worden toegekend via een aanvraag, te richten aan de drinkwatermaatschappij maar te behandelen door de VMM. De drinkwatermaatschappijen hebben immers geen band met de vrijstellingsgerechtigden. Bij het MINA-fonds zal een bedrag moeten worden voorzien, zoals nu reeds het geval is, dat voor deze terugbetalingen kan worden aangewend.
Met betrekking tot het via internet indienen van vrijstellingsaanvragen heeft de VMM reeds contact opgenomen met de Kruispuntbank inzake de mogelijkheid om hun bestanden rechtstreeks te raadplegen. Het heeft immers geen zin een vrijstellingsaanvraag elektronisch in te dienen indien het attest dat de aanvraag moet ondersteunen via de post moet worden toegestuurd. Gelet op het voornemen om de heffingsregeling te vervangen door een bijdrageregeling, wat ondertussen is gebeurd, werd dit spoor niet verder uitgewerkt. Daar omwille van praktische redenen de VMM toch belast zal blijven met het toekennen van specifieke vrijstellingen, zal dit in 2005 opnieuw worden bekeken.
De koppeling van de facturatie- en adresgegevens is enkel mogelijk indien dit is vereist voor de uitvoering van een decretaal opgelegde verplichting. Door de goedkeuring van het programmadecreet 2005 beschikken de drinkwatermaatschappijen over deze decretale opdracht. De maatschappijen hebben in dit verband reeds contact opgenomen met het Rijksregister en de federale Kruispuntdatabank van de Sociale Zekerheid om de nodige machtigingen te verkrijgen.
De voorzitter: Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de minister, hoe staat het met de andere milieuheffingen? Zal hier dezelfde weg worden opgegaan?
Minister Kris Peeters: We zullen alles doen om de administratieve vereenvoudiging en de snellere toepassingen uit te breiden naar de andere heffingen. Ik kan dit echter niet op een paar weken of zelfs maanden oplossen. Ik heb aan den lijve ondervonden dat administratieve vereenvoudiging gemakkelijker te vragen is dan te realiseren. Ik hoop natuurlijk te komen tot een duidelijke vereenvoudiging maar het is een complex gegeven. U moet hier echter naar blijven vragen.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de minister, ik vertrouw op u en geef u de kans die u vraagt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.