Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 18/11/2004
Vraag om uitleg van de heer Rudi Daems tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het grinddecreet
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Daems tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het grinddecreet.
De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, ik diende mijn vraag ruim een maand geleden al in. Door omstandigheden kan ik ze nu pas stellen. Intussen is de situatie veranderd, uw beleidsnota is er. Ik wil daar rekening mee houden.
Ik schets kort de voorgeschiedenis van het grinddecreet. Het werd in 1993 na een moeizaam maatschappelijk debat goedgekeurd. Het kwam er op basis van een compromis tussen de verschillende stakeholders, gaande van de ontginningsbedrijven, over de gemeentebesturen, de landbouwers en de omwonenden tot de milieubeweging. Er werd gekozen voor een afbouw van de grindontginning op middellange termijn. Er werd een grindfonds opgericht dat moest instaan voor de financiering van allerlei zaken, zoals onderzoek naar alternatieven en eventuele opvang van een sociaal passief. Er werd afgesproken dat de grindontginning zou stoppen tegen eind 2005. Er werd een productiequotum vastgelegd voor zowel het vallei- als het berggrind.
Die einddatum nadert en de sector wordt zenuwachtig. We hebben dat gevoeld in de aanloop naar de Vlaamse verkiezingen. Zowat elke partij werd uitgenodigd door de vzw Belbag. We hebben daar een zeer interessant gesprek gehad. De sector is zeer duidelijk, en steekt zijn agenda niet onder stoelen of banken. Op korte en middellange termijn wil de sector een wijziging van het grinddecreet.
Op korte termijn moet de einddatum worden opgeschoven, omdat het quotum niet gehaald kan worden. Dit is vooral te wijten aan de vertragingen - vooral in de periode 1994-1998 - van de vergunningen waardoor van in het begin achterstand werd opgelopen. Ook wil de sector extra ontginningsgebied voor berggrind, omdat het quotum niet gehaald kan worden in de beschikbare zones. De vorige regering heeft beslist een ruimtelijk uitvoeringsplan voor berggrind vast te leggen. Dat werd bevestigd door de huidige regering. De extra ruimte werd voorlopig aangeduid. De officiële procedure moet nog starten.
De sector stelt voor om het afbouwscenario voorgoed teniet te doen. De aangehaalde redenen daarvoor zijn de verankering van de betonindustrie in de regio, het gewijzigd grindbeleid in het buitenland en het ontbreken van voldoende alternatieven voor grind als bouwmateriaal.
Ik las een artikel in de Nederlandse dagbladpers. Een niet onbelangrijk grindbedrijf meldt dat het een nieuwe overeenkomst afsloot met vijf bedrijven uit Belgisch-Limburg om voor een periode van 25 jaar grindwinningsprojecten op te zetten. Het bedrijf zegt: '… de inzichten inzake het grinddecreet zijn veranderd. De overheid heeft besloten tot voortzetting van de winning.' Met deze verwijzing wordt wellicht de Belgische of Vlaamse overheid bedoeld.
Mijnheer de minister, ik wil een oproep doen om in een gesprek met alle stakeholders een overgangsscenario uit te werken. Ik zie geen probleem om de einddatum op te schuiven als het quotum niet gehaald kan worden en als de reden daarvoor inderdaad bij de overheid ligt.
Ik wil tevens vragen om de moeizaam verworven principes van het decreet niet overboord te gooien. Ik maak me daar zorgen over als ik uw beleidsnota lees. Het decreet heeft een aantal belangrijke verworvenheden gebetonneerd zoals de organisatie van de ecologische nabestemming van ontgonnen gebieden, het onderzoeken en stimuleren van alternatieven en het afgesproken afbouwscenario.
Wordt het halen van het quotum tegen de vastgelegde datum gehypothekeerd? Zo ja, in welke mate? Wat zijn de oorzaken daarvan? Klopt mijn analyse? Werd het grinddecreet van 1993 reeds geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de resultaten en werden eventuele afspraken nagekomen? Ik denk aan het onderzoek naar alternatieven. Als ik bepaalde mensen mag geloven, is dat onderzoek pas in de jongste jaren goed op gang gekomen. Dat is jammer, we hadden verder kunnen staan.
Worden de afspraken over de invulling van de nabestemming van deze gebieden gehonoreerd?
Bent u op de hoogte van de bovenvermelde overeenkomst tussen Vlaamse en Nederlandse grindbedrijven? Kloppen deze berichten, en wordt bijgevolg een opheffing van het decretaal voorziene moratorium overwogen?
Heeft er reeds overleg plaatsgevonden? Zijn de gemeenten, de landbouw, de actie- en buurtgroepen en de milieuverenigingen op een of andere manier betrokken bij dit overleg? Zij klagen natuurlijk onder meer over de mobiliteitsafwikkeling die met de ontginning gepaard gaat.
En tot slot mijn belangrijkste vraag: is de stopzetting van de grindwinning voor u een eindig verhaal? Ik maak me zorgen over de richting die dit uitgaat. Ik krijg de indruk dat de bedrijfswereld het grinddecreet wil integreren in het delfstoffendecreet. Dat kan het einde van het afbouwscenario betekenen. Ik kijk met belangstelling uit naar uw antwoord.
De voorzitter: De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag trok mijn aandacht. Bovendien maakt uw beleidsnota me ongerust. De haalbaarheid van het grinddecreet, de einddatum ervan, is achterhaald. We kunnen het quotum onmogelijk halen. Ik geloof dat niemand van de betrokkenen veel problemen heeft met het verschuiven van die datum. Voor mij hoeft er geen nieuwe datum te komen. Ik zou het zelfs goed vinden als het quotum zo geleidelijk en minimaal mogelijk wordt gehaald. Zuinigheid met deze grondstoffen en onderzoek naar alternatieven is bijzonder belangrijk. Import - uit Noorwegen bijvoorbeeld - is een andere mogelijkheid. Ik verkies een langzame en voorzichtige aanwending van het quotum, misschien voor onze eigen betonindustrie, al vormt die slechts een klein onderdeel van de grindindustrie.
Ik krijg ook de indruk dat Belbag een inschakeling in het delfstoffendecreet wil. Daarmee zouden we het quotum loslaten. Daar maak ik me zorgen over. Denkt u er ook over om het quotum los te laten?
Ik weet wel dat er problemen zijn om voor het berggrind het quotum te halen binnen de termijn. Misschien moeten we daarover praten en zoeken naar nieuwe terreinen. Als er nieuwe terreinen moeten worden aangesneden, dan zal dat toch wel in overleg en samenwerking met de provinciebesturen gebeuren? Zij hebben toch bevoegdheden gekregen inzake ruimtelijke ordening. Limburg werkt aan een eigen structuurplan.
Ten slotte ga ik ervan uit dat bij een wijziging in het grinddecreet, zeker wat de datum betreft, de overige elementen wel overeind blijven. Ik denk aan het Grindfonds, het Grindcomité en het beheer daarvan. Wat denkt u hierover?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Daems, mijnheer Sannen, het is interessant om te peilen naar de intenties van een minister. Ik kan u echter alleen vertellen wat al besproken werd in de ministerraad.
Ik wil als aanloop enkele cijfers meedelen in dit delicaat dossier. Er is een voorontwerp van algemeen oppervlaktedelfstoffenplan dat voor advies aan verschillende Vlaamse ministers werd voorgelegd. Er is een globale evaluatie van het grinddecreet in opgenomen. Dit overleg moet alle kansen krijgen, ik kan nog geen uitspraken doen. Het verheugt me dat de vraagstellers het quotum zelf niet in vraag stellen. De globale productiequota voor de periode 1994 tot en met 2005 werden voor de valleigrindsector vastgelegd op 59,5 miljoen ton en voor de berggrindsector op 41,4 miljoen ton. Wat de valleigrindsector betreft, werd van 1 januari 1994 tot 31 december 2003 ongeveer 77 percent van het globale quotum gerealiseerd. Wat de berggrindsector betreft, werd 73 percent van het quotum gerealiseerd. Ik laat u ook een kopie bezorgen van de cijfers en tekst van mijn antwoord.
In het grinddecreet werd zowel voor vallei- als voor berggrind een strak afbouwscenario vooropgesteld. Het operationeel maken van de ontginningsgebieden liep vertraging op. Op basis van een opvolging van de ontginningen is gebleken dat er voor het berggrind een terreintekort van ongeveer 55 hectare is. Het hiervoor vereiste RUP is momenteel in opmaak. Een definitief RUP kan, gelet op de wettelijk ingeschreven termijnen van de procedure, ten vroegste medio 2005 worden verwacht, en dan moeten nog de nodige vergunningen worden aangevraagd.
Beide vraagstellers hebben daar positief op gereageerd. De opgelopen vertraging en het verschuiven van de einddatum is geen probleem als de overheid haar afspraken correct nakomt. De grindwinning moet worden aangevuld tot het volledige quotum.
De verwachtingen die bij de uitwerking van het grinddecreet werden gecreëerd in de substitutiemogelijkheden, konden slechts beperkt worden ingelost. Dit blijkt niet alleen uit de bevindingen van het onderzoekscomité maar ook uit een studie naar substitutiemogelijkheden van de Vlaamse primaire oppervlaktedelfstoffen uitgevoerd door Resource Analysis in opdracht van de administratie. Daar zitten we met een probleem.
De effectieve start van de eerste herstructureringswerken in de valleigrindgebieden vond plaats in het najaar van 2002. De afwerking van een aantal gebieden is ver gevorderd. Voor de berggrindgebieden is het overgrote deel van de herstructurering aan de gang. De sociale begeleiding wordt opgevolgd aan de hand van het sociaal begeleidingsplan dat reeds meermaals werd geactualiseerd. Globaal genomen heeft het grinddecreet een positieve invloed gehad op de gestructureerde grindwinning in Limburg. De grindwinning gebeurt nu op een meer maatschappelijk verantwoorde wijze. Dat is niet mijn verdienste maar die van mijn voorgangers en alle betrokkenen.
Een verlenging van het grinddecreet zou het mogelijk maken om de toegezegde grindquota effectief te realiseren. Hoe we dat precies in praktijk moeten omzetten, moeten we nog uitzoeken. Ik hoop dat dit vrij snel lukt. Ook voor het Grindcomité is dit geen probleem.
U hebt me allebei naar de toekomst gevraagd. Ik heb geen weet van overeenkomsten tussen Nederlandse en Belgische bedrijven. Ik ben niet betrokken geweest bij commerciële overeenkomsten. Ik draag geen enkele verantwoordelijkheid als zij menen dat ze dit moeten doen. Als zij beweren dat er een grondige wijziging is in het beleid, dan is dat voor hun rekening. Ik reageer niet op krantenartikels. Ik begrijp echter uw ongerustheid.
Wat doen we als de quota bereikt zijn? U vraagt terecht om daar het nodige overleg over te plegen. Ik doe daar nu nog geen uitspraken over. Ik wil mijn beleidsnota gerust met u bespreken. We moeten rekening houden met een aantal elementen, zowel economisch-sociale als ecologisch-technologische. Er zijn nog geen beslissingen gevallen.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik veronderstel dat het klopt dat de maatschappelijke consensus blijft bestaan, ook over de uitbreiding voor de berggrindwinning in de provincie Limburg. Ik verwijs naar een overeenkomst van 2003 tussen de sector en de milieu- en natuurverenigingen en de Stichting Kempens Landschap. Daarin verklaren zij zich bereid om te praten over het quotum van het berggrind, op voorwaarde dat de afspraken die destijds zijn gemaakt, voluit worden gerespecteerd. De overeenkomst is met de hand getekend. De sector bood daarmee de garantie tot overleg. Ik heb nu de indruk dat de consensus wegebt, of dat minstens de onzekerheid groeit. Ik vraag me af wat daarmee gaat gebeuren.
U bevestigt dat de zoektocht naar vervanging laat op gang is gekomen. Dat is voor mij een extra reden om de druk op de ketel te houden en onverkort vast te houden aan het quotum. Het is aan de sector om zijn verantwoordelijkheid te nemen en het onderzoek naar alternatieven in de schoot van de comités te versnellen en te versterken.
Ik sluit me ook aan bij wat de heer Sannen zegt over de alternatieven in het buitenland. Uiteraard moeten we altijd een ecologische footprint van die alternatieven maken. In Wallonië doet men aan oppervlaktewinning, en in Noorwegen zijn de winsten per kubieke meter grind groter. Bovendien is het transport over het water ecologisch interessanter.
Ik vind het jammer dat u vandaag geen uitspraak doet over wat er nadien moet gebeuren. De beleidsnota zelf laat iets anders uitschijnen. Ik maak me zorgen over wat er zal gebeuren als het quotum is bereikt. Ik denk niet dat uw antwoord de ongerustheid bij verschillende Limburgse stakeholders zal wegnemen: die ongerustheid zal blijven zolang er onduidelijkheid is over het afbouwscenario voor grind.
De voorzitter: De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen: Ook bij mij lag enige ongerustheid aan de basis van mijn vraag. Het antwoord van de minister is onvoldoende duidelijk. Ik had vandaag ook niet echt een duidelijk antwoord verwacht. Ik vind het terecht dat de minister wacht op het overleg, ook in de regering.
Ik hoop wel dat ik enige geruststelling mag puren uit het principe dat de minister zelf heeft aangehaald: 'pacta sunt servanda'. Die 'pacta' hebben niet alleen te maken met de quota, maar met het decreet in zijn geheel. Ik hoop bijgevolg dat de minister voor alle elementen ervan het nodige respect zal opbrengen.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Ten eerste: u stelt terecht dat het principe 'pacta sunt servanda' moet worden nageleefd. Dat geldt natuurlijk voor alle partijen.
Ten tweede: er is het grinddecreet en het bereiken van het quotum, maar het Vlaams Parlement heeft daarin het laatste woord. Ik wil hier niet de ene Latijnse zin na de andere debiteren, maar 'rebus sic stantibus' is er een andere. Als de omstandigheden wijzigen en er komt een andere consensus tot stand, dan moeten we daarmee rekening houden. Beide collega's wijzen er wel terecht op dat wij ons aan de afspraken houden, en dat dit impliceert dat iedereen die erbij is betrokken ook zijn engagementen moet naleven.
De beleidsnota bevat in dat verband al heel wat relevante elementen. Het verheugt me dat die al zo grondig is gelezen. Daarin staan echter alleen maar de mooie principes die van toepassing zijn als het quotum is bereikt. Ik doe daarover geen verdere uitspraken. De ongerustheid zal wegebben, want als er geen consensus is, dooft zoals gepland het grinddecreet uit. Het parlement kan daarin dan een belangrijke rol spelen.
De heer Daems heeft het terecht over de noodzaak om aan het zoeken naar alternatieven duidelijke deadlines te verbinden. Ik ben me daarvan bewust. Ik zou niet graag hebben dat die zoektocht minder intens zou verlopen. Het probleem van de recyclage en de alternatieven moet grondiger en intensiever worden aangepakt dan in het verleden het geval was.
De voorzitter: Het incident is gesloten.