Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 18/11/2004
Vraag om uitleg van de heer Bart Caron tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het toenemend aantal klachten over geluidsoverlast en de maatschappelijke verzuring die daarvan de oorzaak is
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Caron tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het toenemend aantal klachten over geluidsoverlast en de maatschappelijke verzuring die daarvan de oorzaak is.
De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik heb deze vraag eerst gesteld aan minister Vervotte en minister-president Leterme, want ik dacht dat het misschien te maken had met het welzijn van de Vlamingen of met overheidscampagnes en sensibilisering. Mijnheer de minister, uiteindelijk werd geoordeeld dat ik deze vraag aan u moet stellen.
Het is een thematiek die veel verder reikt dan de bevoegdheid van deze commissie. Het typeert de werking van onze organen en van het parlement dat we last hebben van verzuring en transversale en horizontale problematieken, maar dat we er geen sectorale antwoorden op kunnen formuleren. Geluidsoverlast is maar één aspect, we zouden het ook kunnen hebben over sluikstorten, wat ook veel ruimer is dan de afvalproblematiek.
Ik heb de vraag opgesteld op 12 oktober, zodat in mijn vraag enkel voorbeelden tot die datum zijn opgenomen. Ik heb nadien nog wat zaken opgezocht en heb een heel pak voorbeelden van verzuurde onderwerpen verzameld.
In sommige gevallen kan geluidsoverlast lastig zijn voor buurtbewoners, en zijn de klachten terecht. Het is een ernstig probleem, waarbij we soms de grenzen van de verdraagzaamheid en het goed fatsoen overschrijden.
Ik wil toch even mijn laatste ervaring meegeven. Zaterdagavond nam ik de trein van Sint-Truiden naar Kortrijk en werd vergezeld door zowat 1.000 technoliefhebbers, die naar de I Love Techno-fuif in Gent gingen. Ze hadden er plezier in met fluitjes - die ook door scheidsrechters worden gebruikt - de trein te onderhouden. Ik kan u verzekeren, soms kan geluidsoverlast ergernis opwekken.
Steeds meer mensen klagen over dergelijke onderwerpen. Ook de pers gaat volgens mij niet vrijuit, maar daar gaat het vandaag niet over. Het betreft hier kerkklokken die steeds minder mogen luiden, fuifzalen die worden gesloten en skateboards die te veel lawaai produceren. De andere voorbeelden zal ik jullie besparen. Iedereen weet ondertussen waarover het gaat.
Ik vraag me af of de Vlaamse overheid een bijdrage zou kunnen leveren om iets aan deze problematiek te doen of om deze tendens te keren. Zouden we de mensen door middel van een sensibiliseringscampagne op de radio, op de televisie en in de geschreven pers tot meer verdraagzaamheid kunnen oproepen? Ik weet dat de communicatiebudgetten steeds kleiner worden. Bestaan er misschien betere strategieën om het welbehagen van de Vlamingen te verhogen?
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de voorzitter, ik zou kort op de woorden van de heer Caron willen reageren. Mijns inziens, is de stijging van het aantal door burgers ingediende klachten grotendeels te wijten aan de regelneverij die de laatste jaren, onder meer door de partij van de heer Caron, is doorgevoerd. Het op deze manier gecreëerde wettelijk kader biedt de mensen meer mogelijkheden om allerhande klachten in te dienen. Ik sta zelf trouwens ook niet achter al deze klachten.
Sommige mensen proberen hier momenteel een politieke zaak van te maken. In de kranten wordt de stijging van het aantal klachten aan de verzuring van de maatschappij geweten. Soms wordt mijn partij hierbij zelfs geviseerd. Ik vind de vraag aan de minister om weer eens een campagne voor meer verdraagzaamheid te financieren volledig onterecht.
Tot slot zou ik nog een voorbeeld aan het lijstje van de heer Caron willen toevoegen. Sedert enkele weken kampt de Kinepolis-groep met door allochtonen veroorzaakte geluidsoverlast en andere problemen.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, ik zou het hier even over de richtlijn van het Europees Parlement inzake de beheersing van het omgevingslawaai van 2002 willen hebben. De Vlaamse Regering heeft deze Europese richtlijn nog steeds niet geïmplementeerd. Voormalig minister Sannen heeft destijds verklaard dat hij dit in de Vlarem-reglementering zou opnemen. Is hier al meer over geweten? Hoe zit het hiermee?
De voorzitter: Ik wil er even op wijzen dat de Ombudsman van de Vlaamse Gemeenschap dit onderwerp hier binnenkort wellicht ter sprake zal brengen. Geluidsoverlast is namelijk een van de punten die steeds aan bod komen in zijn jaarverslag.
Verdraagzaamheid werkt eigenlijk in twee richtingen. Het gaat niet enkel om verzuring, maar ook om klachten. Ik vind het spijtig dat mensen steeds minder van elkaar kunnen verdragen. Zo is onlangs zelfs een kraaiende haan de keel dichtgeknepen.
Er bestaat evenwel een wettelijk instrumentarium om geluidsoverlast aan te pakken. Dit instrumentarium functioneert steeds beter. De bewijslast vormt hierbij nog steeds het grootste probleem, maar ook op dit vlak hebben we vorderingen geboekt.
Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, zoals gewoonlijk heb ik heel wat documentatie meegebracht. Ik ben niet van plan alles wat ik op papier heb hier uitgebreid toe te lichten. Ik zal de leden van deze commissie alles bezorgen, zodat ze deze teksten eens op een rustig moment, ongehinderd door lawaai, kunnen doornemen.
Ik wil het eerst even over de feiten hebben. Aangezien hierover regelmatig studies worden uitgevoerd, beschikken we over heel wat objectieve gegevens. Zo berekent het Milieu- en Natuurrapport het aantal potentieel ernstig door geluid gehinderden. Het percentage potentieel ernstig gehinderden is gedurende vele jaren ongeveer constant gebleven. Uit een schriftelijke bevraging van de Vlaamse bevolking, het Leefomgevingsonderzoek, is gebleken dat de ernstige geluidshinder niet aanzienlijk is toegenomen. De objectieve onderzoeksresultaten komen niet overeen met de stijging van het aantal klachten. De objectieve gegevens waarover we beschikken, staan haaks op de gevoeligheid bij de bevolking.
Mijns inziens, zijn er verschillende redenen voor de stijging van het aantal klachten. Zo is de burger mondiger geworden. Dit is een goede zaak. Het aantal meldpunten is gestegen. Op die manier heeft de burger de indruk gekregen dat hij iets kan doen, en dat leidt tot een stijging van het aantal klachten. De media-aandacht is hier al even ter sprake gekomen. De actiegroepen zijn steeds beter georganiseerd. Ook hier is op zich niets mis mee.
Vooral met betrekking tot de luchthavens is het aantal klachten spectaculair gestegen. Tijdens de discussies over DHL heb ik dagelijks honderden e-mails over geluidshinder ontvangen. Dat deze actiegroepen goed zijn georganiseerd, betekent uiteraard niet dat ze deze berichten geheel onterecht de wereld hebben ingestuurd.
De gevoeligheid voor geluidshinder is gestegen. Dit is evenwel geen Vlaams of Belgisch probleem. Ik heb wat onderzoek bij elkaar gezocht, bijvoorbeeld in Nederland. Ook hier kunnen we zien dat de hinder is toegenomen alhoewel de geluidsbelasting is gedaald. Ik heb ook cijfers van Zwitserland. In Vlaanderen kunnen we een gelijkaardig resultaat uit onderzoek aanhalen. De gerapporteerde geluidshinder door de luchtvaart neemt in Vlaams-Brabant toe tussen 2001 en 2004. Deze toename is niet in overeenstemming met de evolutie van de gemeten en berekende parameters.
Ik stel de zaak algemeen. Een van de sociologische theorieën is dat onze maatschappij steeds meer gericht geraakt op de risico's, bedreigingen en negatieve effecten van de geïndustrialiseerde maatschappij. Voorbeelden van dergelijke risico's zijn onder meer schade aan het leefmilieu, de nucleaire uitstraling, de voedselveiligheid en dergelijke. Dit is een vrij ruime tendens die zich in heel Europa voordoet.
Het probleem heeft te maken met een veranderend maatschappijbeeld, het wegvallen van vertrouwen en andere elementen, die ertoe leiden dat er meer klachten zijn niettegenstaande er objectieve gegevens voorhanden zijn die aantonen dat de geluidshinder niet gevoelig stijgt. U hebt verwezen naar sensibiliseringscampagnes. Het is opgenomen in het milieubeleidsplan 2003-2007, zeker aangaande burenhinder, dat eerst met elkaar praten nuttig kan zijn. Aan de veroorzaker kunnen we zeggen: denk na alvorens lawaai te maken. Er is ook de ontvanger. Ik denk dat spreken met uw buren, alvorens klacht in te dienen, meer aangewezen lijkt, ook al zijn er juridische elementen en kan men naar de rechtbank stappen. We moeten dit meer stimuleren, hoewel dat niet eenvoudig is.
Het welbehagen van elke Vlaming verhogen is geen gemakkelijke opdracht maar daarvoor zitten we onder meer hier. Eenduidige oplossingen zijn er ook niet. De overheid kan niet alles en kan het niet alleen. Bouwen aan een beter Vlaanderen is de opdracht van iedereen. Het Vlaams regeerakkoord bevat daartoe een aantal belangrijke aanzetten en dat is evident.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het ermee eens dat er geen pasklaar antwoord bestaat en dat we geen wondermiddel in de kast hebben liggen, noch een perfecte sensibiliseringscampagne hebben om de problemen op te lossen. Het zal vooral via goed bestuur moeten worden aangepakt.
Mijn vraag is niet specifiek gericht op de veroorzaker of de ontvanger, maar op de beide kanten van het verhaal. Het gaat over een maatschappelijk fenomeen dat we in de gaten moeten houden. Handhaving is één facet, daar hebben we juridische instrumenten voor nodig. Het is echter ook een kwestie van mentaliteit en daar moeten we bijzonder veel aandacht aan blijven besteden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.