Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 19/06/2003
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de communicatie inzake de vrijmaking van de energiemarkt
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Glorieux tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de communicatie inzake de vrijmaking van de energiemarkt.
De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de inschrijvingstermijn om vanaf 1 juli te kunnen genieten van de vrijmaking van de energiemarkt is ondertussen afgelopen. Dat betekent natuurlijk niet dat mensen niet meer kunnen veranderen van stroomleverancier, maar als ze dat vanaf 1 juli hadden willen doen, dan hadden ze dat nu al administratief in orde moeten brengen. Slechts bij een heel klein aantal mensen blijkt dat te zijn gebeurd. De VREG kon tot voor kort nog geen concrete cijfers geven, maar het is alleszins duidelijk dat het vooropgestelde streefcijfer niet werd gehaald.
Het feit dat de CREG pas op 23 mei een beslissing heeft genomen over de distributienettarieven heeft daarin een rol gespeeld. Het is evident dat stroomleveranciers als gevolg daarvan moeilijk een exacte prijsofferte konden maken en aanbieden aan de klanten. Ik heb echter de indruk dat dit niet de belangrijkste reden is waarom mensen geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om van stroomleverancier te veranderen. Ik wil het concrete voorbeeld van WattPlus aanhalen, de enige stroomleverancier die wel een kilowattuurprijs adverteerde. WattPlus heeft grote en langlopende reclamecampagnes gevoerd. Toch beklaagt deze leverancier zich ook over het feit dat tot op heden slechts enkele duizenden klanten een overstap hebben gemaakt.
Zelfs indien het mogelijk zou zijn de prijzen exact te berekenen, zou een overzichtelijke vergelijking van die prijzen nog geen evidentie zijn. Er zijn immers dag- en nachttarieven en er wordt bijvoorbeeld ook een onderscheid gemaakt tussen de grote en de kleine verbruikers. Daardoor kan er een kluwen ontstaan, waardoor een transparante prijzenvergelijking voor de gemiddelde burger zeer complex wordt. Met de telefoontarieven maakten we hetzelfde mee.
Er zijn duidelijk nog andere redenen waarom zo weinig mensen voor een nieuwe stroomleverancier hebben gekozen. Een van de belangrijkste redenen is dat het ons niet gelukt is om de boodschap aan de mensen over te brengen. We hebben de mensen niet duidelijk kunnen maken welke voordelen het veranderen van stroomleverancier kan hebben.
Enkele maanden geleden heb ik hierover een voorafgaande vraag gesteld. Ik vroeg toen hoe de communicatie met de burger zou verlopen. Toen werd aangekondigd dat alle gezinnen een brief zouden krijgen met de nodige uitleg. Bovendien zou de VREG via advertenties in kranten en weekbladen en via reclamespots de mensen informeren. Dat is effectief gebeurd, maar blijkbaar zonder degelijk resultaat.
Er is een radiospot geweest waarin werd gezegd : 'We zijn niet langer getrouwd, maar dat is niet erg want de vlam was er toch al uit.' Toen ik de mensen vroeg waarover die spot ging, waren er niet veel die de link legden met het feit dat ze van stroomleverancier konden veranderen. Er zijn bovendien niet veel mensen die de brief snappen. Zelfs mensen met een universitair diploma raakten er niet wijs uit. Er staan bijvoorbeeld dingen in als 'in aanmerking komende afnemer', wat de meeste burgers zo goed als niets zegt. Uit een rondvraag van de VRT bleek hetzelfde.
Ik heb de brief vanmorgen nog eens gelezen, en eigenlijk heb ik de vergelijking gemaakt met het Agalev-verkiezingsprogramma. Alles staat erin, maar geen kat begrijpt het, terwijl het eigenlijk heel goed is. De simpele boodschap dat iedereen vanaf 1 juli 2003 zijn stroomleverancier kan kiezen en dus de mogelijkheid heeft om niet alleen prijzen, maar ook de dienstverlening en de herkomst van de stroom te vergelijken, is blijkbaar niet echt overgebracht. Ik merk bovendien dat veel mensen zich afvragen welke administratieve rompslomp bij het veranderen van leverancier komt kijken. Ze weten niet dat ze op een tamelijk eenvoudige manier kunnen veranderen en dat de keuze voor een andere leverancier geen invloed heeft op de bevoorrading. De VREG heeft een website waarop heel wat informatie te vinden is, maar ik denk dat dat voor de doorsnee burger net een stap te ver is.
We missen door dit alles de kans om een andere belangrijke doelstelling van de Vlaamse regering te realiseren, namelijk een toename van de hoeveelheid groene stroom in Vlaanderen. Een tijdje geleden heeft Greenpeace een enquête gedaan waaruit bleek dat een aanzienlijk deel van de bevolking bereid is bewust voor een leverancier van groene stroom te kiezen, op voorwaarde dat de prijs voor die stroom vergelijkbaar is met de prijs van andere stroom. De reclamecampagne van de VREG heeft de burger echter niet kunnen motiveren om effectief voor groenere stroom te kiezen. De producenten zijn daarom niet geneigd veel meer te investeren in de productie van groene stroom.
Ik betreur het feit dat de Vlaamse overheid de kans mist om een voorbeeldrol te spelen door niet te kiezen voor een leverancier die een groter aandeel groene stroom kan aanbieden. Dat criterium, namelijk het aandeel van de groene stroom, was geen doorslaggevend argument in de offerte bij de keuze van een stroomleverancier voor de Vlaamse overheidsgebouwen.
Mijnheer de minister, is er intussen al duidelijkheid over het aantal gezinnen dat ervoor gekozen heeft om vanaf 1 juli 2003 van stroomleverancier te veranderen? Hoe evalueert u de informatiecampagne van de VREG? Bent u het ermee eens om een bijkomende informatie-inspanning te leveren over de mogelijkheid om van stroomleverancier te veranderen? De burger moet daarbij worden gemotiveerd om het criterium aandeel groene stroom in zijn overweging op te nemen.
Acht u het aangewezen een informatiecampagne op te zetten die specifiek op gezinnen met een laag inkomen is gericht? De doelgroep moet worden aangemoedigd een stroomleverancier te kiezen in functie van de kilowattuurprijs én van de VREG-dienstverlening die wordt aangeboden. In het Verenigd Koninkrijk had men al vroeger de vrije keuze. Daar bleek duidelijk dat de lage-inkomensgezinnen meestal de kans lieten voorbijgaan omdat de informatiedoorstroming bij hen moeilijker verloopt. Het is nochtans die bevolkingsgroep die het meest profijt haalt uit een bewuste keuze voor een stroomleverancier, die zowel een voordelige prijs als een goede rechtsdienstverlening aanbiedt om zo de stroomfactuur naar beneden te halen.
Hoe zal de VREG garanderen dat de kilowattuurprijs die de diverse stroomleveranciers aanbieden, voldoende transparant is om een objectieve vergelijking mogelijk te maken?
Hoever staat het met de aanduiding van een stroomleverancier door de Vlaamse overheid voor haar gebouwen en diensten die zich in Vlaanderen bevinden? Het spreekt voor zich dat de gebouwen die zich in Brussel bevinden, nog niet in aanmerking komen.
Bent u het ermee eens dat, conform de regeringsdoelstelling, het aandeel groenestroomproductie op dit vlak een voorbeeldfunctie heeft en dat de overheid bewust voor de meest groene stroomproducent zou moeten kiezen?
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mevrouw de voorzitter, collega's, gezien de uitdaging en de moeilijkheden waarvoor wij stonden, ben ik toch tevreden met het resultaat. Als ik de situatie vergelijk met onze buurlanden, hebben wij het er niet slecht vanaf gebracht.
De voorbereidingen hebben heel wat werk gevergd. Op dit moment is het nog te vroeg een definitief getal te plakken op het aantal gezinnen dat van leverancier is veranderd. Dat cijfer kan pas gegeven worden tegen einde juni, vanaf het moment dat de netbeheerders alle gegevens hebben verwerkt. Er wordt geschat dat minder dan 1 percent van de gezinnen van energieleverancier is veranderd.
Ik wil echter benadrukken dat er, zeker voor de aanvangsfase, nooit een streefcijfer is vooropgesteld. Een vergelijking met het buitenland leert ons dat in een eerste fase van de liberalisering, 6 tot 12 maanden na de startdatum, verwacht kan worden dat ongeveer 5 percent van de bevolking van energieleverancier zal veranderen. Het aantal klanten dat van energieleverancier verandert, is bovendien geen aanduiding voor het al dan niet mislukken of slagen van de vrijmaking van de markt. Het is geen doel op zich om mensen van energieleverancier te laten veranderen, maar wel om mensen de mogelijkheid te bieden van leverancier te veranderen omdat de onderlinge concurrentie tussen de leveranciers ervoor zorgt dat de prijzen dalen en de kwaliteit van de dienstverlening verbetert.
De informatiecampagne van de VREG was vooral gericht op het bekendmaken van de openingsdata van 1 januari en 1 juli. Hiervoor werd gebruikgemaakt van de diensten van een professioneel communicatiebureau. De campagne bestond uit het opmaken van een folder, die via de kanalen van de Vlaamse overheid maximaal werd verspreid, het volledig vernieuwen van de website van de VREG, een radiocampagne en het creëren van een informatiecel die uit drie personen bestaat. De vernieuwde website wordt door de gebruikers algemeen geprezen.
De VREG communiceerde ook uitvoerig met belangenverenigingen en beroepsgroeperingen om de boodschap ook via hun kanalen te verspreiden. Zo werden bijvoorbeeld contacten gelegd met de Vlaamse leden van het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties. Daarnaast organiseerde de VREG een infosessie met onder meer de vakbonden, de KAV, Test Aankoop en de Gezinsbond. De informatie die toen werd gegeven, is eveneens verwerkt tot artikels in hun ledenbladen. Op die manier werden een paar miljoen eindverbruikers bereikt. Dezelfde informatie werd eveneens aangeboden aan diverse informatieve websites en aan de regionale tv-zenders. Voor de belangenverenigingen voor mensen die in armoede leven, werden specifieke vraag- en antwoordlijsten opgesteld en informatieavonden gegeven, die tegemoetkomen aan de noden van deze mensen.
Over het hele Vlaamse grondgebied heeft de VREG presentaties gegeven over de vrijmaking van de energiemarkt. In enkele radioprogramma's en op de tv-zender Vitaya werd aandacht besteed aan de vrijmaking van de energiemarkt, met inbreng van de VREG. De goede samenwerking met de geschreven pers heeft geleid tot een groot aantal artikels betreffende deze problematiek in kranten en weekbladen.
Ik vind dan ook dat de VREG een zeer degelijke communicatiecampagne heeft gevoerd. Er zijn uiteraard altijd dingen die beter kunnen. De brief die door de netbeheerders naar alle gezinnen werd verstuurd, heeft inderdaad bij een aantal mensen voor verwarring gezorgd. We zouden ons kunnen afvragen of die brief eigenlijk wel bedoeld was om mensen te informeren, dan wel om tegemoet te komen aan een opgelegde verplichting. We moeten dat eerlijk durven bekennen. De manier waarop de tekst was opgesteld was weliswaar correct, maar hield onvoldoende rekening met de leesbaarheid ervan voor een groot aantal burgers. De aanzet voor deze brief werd gegeven door de VREG die de minimale inhoud voor deze brief bepaalde. De netbeheerders hebben zich daar echter zodanig strikt aan gehouden dat het geheel uiteindelijk onleesbaar is geworden. Ze konden deze brief dan verder aanvullen met bijkomende objectieve informatie.
Mede als gevolg van deze brief kreeg de infocel van de VREG op een bepaald ogenblik dagelijks tot 800 telefonische oproepen en tientallen brieven en e-mails te verwerken. Met de ondersteuning van de Vlaamse infolijn en een tijdelijke kracht bij de VREG werd op alle oproepen, brieven en e-mails een correct en duidelijk antwoord gegeven. Alle geïnteresseerden kregen bovendien een lijst met de vergunde leveranciers en de folder van de VREG toegestuurd.
Ik heb onlangs, naar aanleiding van de presentatie van een jaarverslag, de VREG de opdracht gegeven om de prijzen en de leveringsvoorwaarden van de verschillende energieleveranciers toegankelijker te maken voor het grote publiek. Dit kan via de website van de VREG, maar ook andere informatiekanalen moeten overwogen worden. Niet iedereen heeft immers de mogelijkheid een website te consulteren. Sinds vorige week staat trouwens een lijst met de adressen en de telefoonnummers van alle leveranciers van elektriciteit en aardgas op VRT-teletekstpagina 696. Bovendien heb ik de VREG en de energieadministratie gevraagd om een besluit voor te bereiden om de facturen van de energieleveranciers doorzichtiger en leesbaarder te maken. Ik wil dat de door de energieleveranciers toegepaste tarieven gemakkelijk controleerbaar zijn ten opzichte van de gepubliceerde tarieven en gemakkelijk vergelijkbaar zijn met de tarieven van andere leveranciers.
De Vlaamse overheid stimuleert momenteel het gebruik van groene stroom via subsidies voor fotovoltaïsche installaties, de verplichte vermelding van de oorsprong van de geleverde elektriciteit op de factuur en de invoering van een systeem van groenestroomcertificaten. De verplichte vermelding van de oorsprong van de geleverde elektriciteit maakt de mensen bewust van het al dan niet milieuvriendelijke karakter van de verbruikte elektriciteit en zet hen aan om elektriciteit te kopen bij leveranciers van groene stroom. Het systeem van de groenestroomcertificaten zorgt ervoor dat de leveranciers van groene stroom geen boete moeten betalen en dus goedkoper kunnen leveren, wat de gezinnen opnieuw aanzet om groene stroom te kopen. Het is uiteraard aan de leveranciers van groene stroom om hun groen imago te gebruiken als marketinginstrument.
Voor lage-inkomensgezinnen werden zowel op het vlak van wetgeving als op het vlak van communicatie initiatieven genomen. Hierbij kan verwezen worden naar de sociale openbaredienstverplichtingen voor de netbeheerders en de leveranciers, zoals de regeling met betrekking tot budgetmeters. Op het vlak van communicatie hebben de VREG en de administratie Energie nauw samengewerkt met het Priso, een vereniging waar armen het woord nemen. Deze communicatie-inspanning zal ongetwijfeld worden voortgezet. De lijst met de voor deze doelgroep opgestelde lijst van vragen en antwoorden zal regelmatig geactualiseerd worden en via de communicatiekanalen van de desbetreffende belangenverenigingen en de OCMW's worden verspreid. Ik heb ook een budget vrijgemaakt voor het maken en het verspreiden van een folder die specifiek gericht is op deze doelgroep. Het is aan de armenverenigingen om de inhoud van deze folder te bepalen.
Inzake aardgas heeft de afdeling Gebouwen van het departement Algemene Zaken en Financiën een bestek opgemaakt voor de aankoop van aardgas voor alle gebouwen van de Vlaamse Gemeenschap. Er zal een Europese offerteaanvraag georganiseerd worden waarbij zowel de prijs als de aangeboden dienstverlening - call center support, vorming, rapportering, elektronische facturatie, enzovoort - als beoordelingscriteria gehanteerd zullen worden. Het bestek voor de offerteaanvraag ligt momenteel voor advies bij de afdeling Overheidsopdrachten.
Op het vlak van elektriciteit heeft de afdeling Elektriciteit en Mechanica van het departement Leefmilieu en Infrastructuur een bestek opgemaakt voor de aankoop van elektriciteit voor alle gebouwen, wegen en waterwegen van de Vlaamse Gemeenschap. Er zal een Europese offerteaanvraag georganiseerd worden waarbij zowel de prijs als de aangeboden dienstverlening als beoordelingscriteria gehanteerd zullen worden. Een vooraankondiging van de Europese offerteaanvraag werd reeds gepubliceerd. Het bestek is klaar en werd voor advies aan de VREG en de energieadministratie bezorgd.
Om de concurrentie te laten spelen en niet te veel leveranciers bij voorbaat uit te sluiten, werd het aspect 'hernieuwbare energie' slechts in beperkte mate geïntegreerd in de criteria. De kandidaat leveranciers zijn ertoe verplicht een energieprijs aan te bieden waarin de eventuele boete voor een gebrek aan groenestroomcertificaten werd geïntegreerd. Op die manier hebben groenestroomleveranciers een belangrijk voordeel omdat zij geen boete moeten betalen en dus ook beter kunnen scoren op het criterium prijs.
Bij wijze van conclusie kan ik bevestigen dat de start inderdaad moeilijk was. Dat moeten we toegeven en dat lag trouwens in de lijn van de verwachtingen. Bij heel wat actoren die vorm helpen geven aan het maatschappelijk draagvlak, is er maar weinig animo te bespeuren om positief mee te werken.
De voorzitter : De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord.
U hebt gelijk dat het doel niet is om mensen absoluut van stroomleverancier te laten veranderen.
Toch vind ik dat de overheid de taak heeft om mensen te motiveren een stroomleverancier te kiezen die het meest beantwoordt aan de doelstellingen van de Vlaamse overheid, bijvoorbeeld op het vlak van groenestroomproductie. Het zijn dan die leveranciers zelf die moeten proberen om daar effectief aan te beantwoorden en daarop in te spelen. Het is weliswaar evident dat de overheid in haar communicatiecampagne de stroomproducenten niet bij naam hoeft te noemen.
Een jaar of twee geleden hebben we met deze commissie een bezoek gebracht aan het provinciehuis van Zeeuws-Vlaanderen. Of was het Zeeland? Dat provinciehuis is ondergebracht in een mooi, oud gebouw waarop een bordje hing waarop vermeld stond dat het betreffende gebouw voor zoveel percent van groene stroom voorzien wordt. Daardoor maakt de overheid duidelijk aan de burgers dat zij daar bewust voor kiest en in die zin een voorbeeldrol vervult. Zo wordt de burgers ook duidelijk gemaakt dat zij over de mogelijkheid beschikken om zelf een stroomleverancier te kiezen en worden zij ertoe aangespoord een leverancier te kiezen die aan bepaalde normen of criteria beantwoordt.
Minister Gilbert Bossuyt : U hoeft niet naar Zeeland te gaan om dat vast te stellen. Immers, op het gebouw waarin wij gehuisvest zijn, staat ook vermeld dat er zonnepanelen op aangebracht zijn en hoeveel energie die opleveren.
Ik ben trouwens gelukkig met het belangrijke nieuws dat de federale formateur heeft bekendgemaakt in verband met de Thorntonbank. In de aanloop naar de verkiezingen werd dit thema op een veeleer badinerende wijze behandeld, maar nu blijkt dat deze materie bijzonder ernstig wordt genomen. Dat doet me genoegen, vermits ik sterk geloof in de diversificatie van onze energiebronnen, met een bijzondere aandacht voor de hernieuwbare energie.
De voorzitter : Het incident is gesloten.