Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 27/06/2002
Interpellatie van de heer Eddy Schuermans tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de ongelijke openingskalender voor de vrijmaking van de Vlaamse elektriciteits- versus aardgasmarkt
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Schuermans tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de ongelijke openingskalender voor de vrijmaking van de Vlaamse elektriciteits- versus aardgasmarkt.
De heer Schuermans heeft het woord.
De heer Eddy Schuermans : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, twee maanden geleden heb ik een interpellatieverzoek ingediend over de voornoemde thematiek. Ondertussen heb ik via de media vernomen dat de minister en de regering een beslissing hebben genomen in de zin van mijn suggestie in mijn interpellatietekst. Ik zal me dus beperken tot enkele facetten.
Ik had de aandacht gevestigd op het feit dat de verschillende openingskalenders voor elektriciteit en aardgas verwarrend zijn voor de privé-gebruiker. Ook voor de netbeheerder is dit een dure operatie. Op een half jaar tijd zou die immers twee campagnes moeten voeren om de klanten te wijzen op hun mogelijkheden. Nu kan dit worden beperkt tot één campagne heb ik begrepen. Ik wil ter zake nog één concrete aanvullende vraag stellen. De netwerkbeheerders zullen de klanten schriftelijk moeten wijzen op de mogelijkheid die ze hebben om vrij hun leverancier te kiezen. Uiten de klanten geen voorkeur, dan zou het automatisch de standaardleverancier zijn die verder zal leveren. Ik begrijp het pragmatische karakter van deze houding, maar de vraag rijst of dit ook de Europese toets zal kunnen doorstaan.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, geachte leden, op 3 mei 2002 heeft de Vlaamse regering de openingskalender van de aardgasmarkt principieel goedgekeurd. Deze openingskalender voorzag in de volledige opening van de aardgasmarkt op 1 januari 2004. Vroeger was reeds beslist om de elektriciteitsmarkt volledig voor concurrentie open te stellen op 1 juli 2003. De openingskalender voor de aardgasmarkt was gebaseerd op een advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt, kortweg de VREG, van 14 december 2001.
Ondanks de talrijke positieve effecten van een gelijke openingskalender voor de elektriciteits- en gasmarkt, was de VREG aanvankelijk om diverse redenen geen voorstander van een gelijke openingskalender. Volgens de VREG was er namelijk onvoldoende tijdsruimte voor de noodzakelijke aanpassingen bij de aardgasnetbeheerders, bovenop de aanpassingen die nodig zijn voor de opening van de elektriciteitsmarkt. Bovendien was er volgens de VREG onvoldoende tijd om voldoende leveranciers aan te trekken. De boekhoudkundige afsluiting in de helft van het boekjaar zou bovendien een supplementaire belasting met zich meebrengen. Ten slotte zou er volgens de VREG in de energiesector onvoldoende capaciteit zijn om het volume aan gegevens op het moment van de vrijmaking te verwerken.
Ondertussen heeft de VREG overleg gepleegd met de energiesector over de opening van de energiemarkten in Vlaanderen. In haar advies van 6 juni 2002 schrijft de VREG dat uit dit overleg is gebleken dat het technisch mogelijk is om de datum van de volledige openstelling van de aardgasmarkt te vervroegen van januari 2004 naar juli 2003, en dat ze daarom pleit voor een gelijktijdige openstelling van de elektriciteits- en aardgasmarkt in juli 2003. Volgens de VREG zijn er namelijk diverse voordelen verbonden aan de gelijktijdige opening van beide energiemarkten. Bij een gelijktijdige opening kunnen de netbeheerders namelijk op hetzelfde tijdstip de meteropname voor elektriciteit en aardgas uitvoeren en hun klanten overdragen naar een leverancier van hun keuze. De leveranciers kunnen interessante combinaties van elektriciteits- en aardgasleveringen aanbieden aan hun klanten en hun communicatie- en marketingkosten beperken.
Voor de eindgebruikers wordt alles eenvoudiger. Zij zullen op hetzelfde moment hun elektriciteits- en aardgasleverancier vrij kunnen kiezen.
Gelet op de talrijke voordelen van een gelijktijdige opening van de elektriciteits- en aardgasmarkt en daar het technisch mogelijk blijkt te zijn om beide energiemarkten gelijktijdig open te stellen voor concurrentie, heb ik ervoor gekozen om zowel de elektriciteitsmarkt als de aardgasmarkt op 1 juli 2003 open te stellen voor concurrentie. Het uitvoeringsbesluit met de aangepaste openingskalender werd op 14 juni 2002 door de Vlaamse regering goedgekeurd.
Ik heb aan de VREG gevraagd om ervoor te zorgen dat de overgang naar een volledig vrije markt vlot verloopt. Om te vermijden dat alle meterstanden op hetzelfde tijdstip moeten worden opgenomen, moet de VREG er bijvoorbeeld voor zorgen dat er afspraken worden gemaakt tussen de netbeheerders en de leveranciers. Er is immers sprake van een zwaar piekpunt. De suggestie van de interpellant is terecht. Anders heeft niet alleen de sector een probleem, maar ook de huisgezinnen, als ze twee maal worden lastiggevallen. Nu kan dit in één keer gebeuren.
De vraag was dus of we de openstelling voor elektriciteit zouden uitstellen of de openstelling voor aardgas zouden vervroegen. We hebben gekozen voor het vervroegen. Dat lijkt me de beste keuze. Maar dat brengt voor- en nadelen met zich mee.
Wat uw aanvullende vraag betreft, wij denken dat dit conform de Europese regels is. We dringen daar alleszins op aan. Het gaat hier immers over een heel specifieke situatie in Vlaanderen. Historisch gezien hebben de gemeenten hier een aandeel in. Het is belangrijk voor de financiële situatie van steden en gemeenten dat dit correct verloopt. De verkoopsorganisaties die momenteel operatief zijn -dus zowel de oude gemengde als de oude zuivere sector -zijn voorstanders van dit systeem.
De voorzitter : Het incident is gesloten.