Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 16/04/2002
Vraag om uitleg van de heer Gerald Kindermans tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het parkeerverbod voor LPG-voertuigen in ondergrondse ruimten
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Kindermans tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het parkeerverbod voor LPG-voertuigen in ondergrondse ruimten.
De heer Kindermans heeft het woord.
De heer Gerald Kindermans : Mevrouw de minister, het Vlarem stelt een verbod in voor de toegang van LPG-voertuigen, andere dan gewone personenwagens, tot overdekte parkings. In de praktijk worden echter, op basis van brandweeradviezen, alle auto's uitgerust met een LPG-tank geweerd uit overdekte parkings. Door de nieuwe, strengere regelingen inzake LPG-installaties met het oog op de verbetering van de veiligheid van LPG-voertuigen is die reglementering eigenlijk achterhaald.
Recentelijk werd er een lagere taks voor inverkeerstelling van milieuvriendelijke wagens in het vooruitzicht gesteld. Voor LPG-wagens wordt een korting toegekend van 298 euro, terwijl een premie van 508 euro wordt uitgekeerd voor het laten plaatsen van een erkende installatie. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de overheid niets onderneemt om het volkomen achterhaalde verbod om gebruik te maken van ondergrondse parkeergarages ongedaan te maken. Veel mensen vinden die maatregel toch wel heel verdacht. Hij stamt uit vroegere tijden.
U hebt op 6 april 2000, dus meer dan twee jaar geleden, op een vraag van de heer Coens geantwoord dat u niet van plan was de afschaffing van die Vlarem-regels te overwegen. U verwees naar een studie in het kader van het milieubeleidsplan, waarin het potentieel van aanvullende maatregelen ter bevordering van milieuvriendelijke voertuigen en brandstoffen wordt bestudeerd.
Door de tegenspraak tussen die uitspraken en die van uw federale collega's Aelvoet en Durant, is de verwarring op het terrein enorm. Ook de pers weet het niet meer. De ene beweert dat LPG-auto's in ondergrondse parkings worden toegelaten. Zo kon men in De Morgen van mei 2001 bijvoorbeeld het volgende lezen : 'Alvast een praktisch voordeel is dat LPG-auto's die aan de nieuwe strenge normen voldoen, ongehinderd parkeergarages binnen mogen'. Het Laatste Nieuws drukt het als volgt uit : 'Met de sticker die men na controle van de tank krijgt, mag men zonder probleem in ondergrondse parkings binnen'. Andere berichten spreken dit dan weer tegen. In Het Nieuwsblad van januari 2002 staat dat minister Durant werkt aan een afschaffing van het parkeerverbod en dat de Civiele Bescherming en de brandweerdiensten daarover nog hun advies moeten geven. In De Tijd klinkt het zo : 'LPG-wagens mogen ook nog altijd geen gebruik maken van ondergrondse parkeergarages, hoewel er wel sprake is van een versoepeling van de regels op dat gebied'. Omdat er ook bij de media onduidelijkheid is, wordt er tegenstrijdige informatie de wereld ingestuurd.
Het is mijns inziens ontoelaatbaar dat de overheid via fiscale maatregelen en via premies milieuvriendelijke brandstof aanmoedigt, terwijl nog steeds niets wordt ondernomen om het gebruik van LPG-auto's mogelijk te maken. In februari 2002 stond in Het Laatste Nieuws dat de minister haar volgende ministeriële wagen zal laten uitrusten met een LPG-installatie. De vraag moet dan worden gesteld waar de minister haar voertuig wil parkeren, want aan de parkeergarage voor de Vlaamse parlementsleden staat een groot verbodsteken voor LPG-auto's.
Een paar weken geleden was ik van plan een auto te kopen. Ik heb toen gebeld met de diensten van het parlement om te vragen of ik met mijn auto in die garage zou mogen, als ik hem liet uitrusten met LPG. Men heeft mij geantwoord dat dat nu nog niet mocht, maar dat het binnen enkele maanden, wanneer we het nieuwe gebouw betrekken, wel zou kunnen. Ik vroeg of ze dat voor mij op papier wilden zetten. Na drie weken bleek echter dat ze dat niet op papier konden zetten omdat de diensten er niet zeker van waren dat het wel zou mogen, en dat ze daarom wachtten op de overheid. Ik krijg dus geen garantie op papier, en dat is de reden waarom ik me gisteren een diesel heb aangeschaft. Ik vind het dus zeer erg dat u er niet in slaagt om hier iets aan te doen. Twee jaar geleden zei u dat u er geen vertrouwen in had. Ik wil u gerust uw eigen antwoord nog eens in herinnering brengen.
Ik had graag een antwoord gekregen op de volgende vragen. Wat is het resultaat van de studie die u hebt aangekondigd in april 2000, en welk gevolg werd daaraan gegeven? Hebt u enig zicht op de vordering van de gesprekken die worden gevoerd op de verschillende niveaus om de afschaffing van het feitelijk verbod op LPG-auto's in ondergrondse parkeergarages te bekomen? Wat is uw huidige visie op een aanpassing van die Vlaremregels? Bent u van plan om hieromtrent initiatieven te nemen? Welke maatregelen hebt u genomen om LPG als milieuvriendelijke brandstof te promoten, buiten het feit dat u zelf een voertuig zou kiezen dat op LPG rijdt? Zult u de brandweerdiensten vragen een einde te maken aan de achterhaalde bezwaren tegen het gebruik van die ondergrondse garages door LPG-auto's? Bent u het eens met de visie van uw federale collega's, dat LPG minstens even veilig, zoniet veiliger is dan benzine- of dieselvoertuigen?
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, collega's, de desbetreffende studie werd inderdaad afgerond in mei 2001. De resultaten werden voorgelegd aan de betrokkenen. Op basis van de studie en de reacties van de actoren werd een eerste ontwerp van beleidsnota opgesteld. Dit sluit ook aan bij het Vlaams Klimaatplan. Tegen de zomer zal de beleidsnota volledig zijn uitgewerkt. De hoofdlijnen zijn de volgende.
Op korte termijn biedt de conversie -dus de aanpassing -van voertuigen het grootste positieve effect inzake reductie van uitstoot. De aanpassing van voertuigen betekent dat bestaande voertuigen worden omgebouwd naar een milieuvriendelijker alternatief door het plaatsen of vervangen van na behandelingssystemen of door het aanpassen van de motor naar een andere brandstof. In Vlaanderen komt nu vooral het bussenpark van De Lijn in aanmerking. Dergelijke maatregelen hebben een zeer groot effect op de luchtverontreiniging.
Op langere termijn zal de conversie van voertuigen een uitdovend karakter hebben. Dit moet worden opgevangen door de burger te stimuleren om te kiezen voor stillere en schonere voertuigen. Stimuleren van het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen betekent tevens een stimulans voor de constructeurs om motoren nog schoner en stiller te maken.
Hierbij is een tweesporenbeleid aangewezen. Ten eerste is er het stimuleren van het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen. Ten tweede is er de zoektocht naar de technologie die op een economische wijze een globale oplossing kan bieden.
De desbetreffende Vlarem-indelingslijst geldt enkel voor al of niet overdekte ruimten waarin drie of meer autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens, worden gestald. Die zijn dus ingedeeld. In tegenstelling tot wat u zegt, geldt de verbodsregel voor LPG-voertuigen niet voor overdekte parkings, maar enkel voor de toegang van LPG-voertuigen, andere dan personenwagens, tot ondergrondse ruimten. Het is dus eigenlijk een heel beperkte categorie die daarmee wordt geviseerd.
Het behoud van dit verbod in het Vlarem lijkt me nog weinig opportuun aangezien er in de praktijk weinig of geen ondergrondse parkeerruimten voor bestel- of vrachtwagens zijn. Bovendien halen bepaalde brandweerdiensten, op de vraag van burgers of ze hun wagen op LPG in een ondergrondse parking mogen zetten, de desbetreffende bepaling uit het Vlarem aan, niettegenstaande het feit dat die bepaling op dat vlak eigenlijk niet van toepassing is.
Er zijn inderdaad op federaal niveau gesprekken geweest met andere betrokkenen. De Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen heeft na onderzoek laten weten dat het toegangsverbod in ondergrondse parkings niet voortvloeit uit contractuele bepalingen die door de verzekeringsmaatschappijen worden gehanteerd.
Als uit verdere besprekingen op federaal niveau met de brandweer zou blijken dat er geen gegronde veiligheidstechnische redenen zijn om een verbod te handhaven, zullen we inderdaad de afschaffing van het bewuste artikel bepleiten. Eigenlijk is dit al min of meer beslist. Dit zal worden besproken bij de Vlarem-herziening die momenteel in voorbereiding is. In die zin is mijn standpunt dus wel enigszins gewijzigd ten opzichte van twee jaar geleden.
Een aantal maatregelen om LPG te promoten, zijn in de eerste plaats een federale bevoegdheid. De federale overheid heeft reeds een aantal maatregelen genomen, waaronder de subsidie voor de installatie van een LPG-tank in een benzinevoertuig en de verlaagde accijnzen op LPG-brandstof.
Zoals u zelf aanhaalt, werden door de Vlaamse overheid ook al inspanningen geleverd. Ik verwijs naar de belasting op de inverkeerstelling, die zal worden verlaagd voor milieuvriendelijke voertuigen. De bevoegdheid hiervoor werd op 1 januari 2002 overgedragen van de federale overheid naar de gewesten. Daarnaast worden dankzij de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met gemeenten en provincies, die op 1 januari 2002 van start ging, de gemeenten en provincies gestimuleerd hun eigen voertuigenpark uit te bouwen met milieuvriendelijke voertuigen.
In het actieprogramma milieuvriendelijke voertuigen en brandstoffen zullen een aantal maatregelen verder worden uitgewerkt. Het is hierbij niet de bedoeling om LPG apart te behandelen. Wel is het de bedoeling om globale maatregelen uit te werken die het gebruik van alle milieuvriendelijke voertuigen bevorderen. Hierbij wordt gedacht aan een verdere aanpassing van de fiscaliteit. Dit zou niet enkel gebaseerd worden op de Euronorm van het voertuig. Er zou ook rekening worden gehouden met de gemeten emissies.
Verder wordt er ook nog gedacht aan de volgende maatregelen : het uitwerken van een label waardoor de consument ingelicht wordt over de milieuvriendelijkheid van het voertuig, het uitbouwen van de administratieve vloot met milieuvriendelijke voertuigen, demonstratieprojecten, sensibilisatie, enzovoort. Dat zal dus allemaal mee worden opgenomen in dat actieprogramma waaraan de studie mede ten grondslag lag.
Parkeerruimten die uitsluitend zijn voorbehouden voor personenwagens, zijn volgens het Vlarem niet ingedeeld en zijn dus ook niet geviseerd door de genoemde rubriek in het Vlarem. De eerder geciteerde Vlarem-verbodsbepaling is bijgevolg niet van toepassing op parkeerruimten uitsluitend voorbehouden voor personenwagens. Ik weet natuurlijk niet hoe het zit in het Brussels Gewest. De parking van het Vlaams Parlement valt niet onder mijn bevoegdheid.
Met betrekking tot uw vraag over de ongunstige adviezen van de brandweer, moet ik erop wijzen dat de organisatie van de brandweerdiensten eveneens een federale bevoegdheid is. Mijn ambt heeft in deze dan ook geen enkele advies- of verordeningsbevoegdheid. In die zin zou het natuurlijk niet slecht zijn om via de VVSG de gemeenten te informeren over de juiste interpretatie van de desbetreffende Vlarem-bepaling. Misschien kunnen we zo ook aankondigen dat er duidelijkheid zal worden gecreëerd op het moment dat dit uit het Vlarem zal verdwijnen.
De veiligheid van auto's betreft een productnormering die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort. Ik wens hier dan ook slechts te verwijzen naar de strengere veiligheidsnormen. Deze zijn ingevoerd voor voertuigen die na 1 juni 2001 in het verkeer werden gesteld. Het betreft onder meer een automatische vulbegrenzer en een elektrisch bediende gasafnamekraan. Deze maatregelen zorgen voor een sterke verhoging van de veiligheid. De andere voertuigen die op LPG rijden, hebben tijd tot 31 mei 2002 om hun installatie te laten aanpassen. Ik denk dat het in deze evolutie zeker opportuun is om de bestaande regeling in het Vlarem af te schaffen.
De voorzitter : De heer Kindermans heeft het woord.
De heer Gerald Kindermans : Ik neem akte van het feit dat de minister voor een deel afwijkt van haar mening van twee jaar geleden. Rekening houdend met de nieuwe veiligheidsgaranties, meent zij nu ook dat het verbod achterhaald is.
Brussel valt inderdaad niet onder de bevoegdheid van het Vlaams Gewest. Twee jaar geleden verklaarde de minister van Leefmilieu in het parlement echter dat ze er niet zo zeker van was dat het verbod zou worden opgeheven. Hierdoor aarzelen de eigenaars van parkeergarages, die uiteindelijk beslissen, om het toe te staan. De veiligheidsambtenaar van het Vlaams Parlement aarzelt om voertuigen met LPG toe te staan voor de eigen parlementsleden. Het heeft niet veel zin aan de overheid en de gemeentebesturen te vragen hun eigen voertuigen met LPG installaties uit te rusten, als ze geen toegang krijgen tot de ondergrondse parkeergarages van de administratie die ze bezoeken. Ik vind het lachwekkend dat we in het parlement maatregelen ondersteunen die een milieuvriendelijke brandstof moeten promoten, terwijl we in onze eigen ondergrondse parkeergarage niet binnen mogen.
Over het nieuwe gebouw werd mij telefonisch gezegd dat het zal mogen. Drie weken later werd mij meegedeeld dat een schriftelijke bevestiging niet mogelijk is omdat er nog geen volledige zekerheid over bestaat. Indien ik ondertussen een auto met een LPG-installatie had gekocht, mocht ik niet meer in de garage. Mijnheer de voorzitter, misschien kunt u de voorzitter van het parlement vragen hiervoor eens een goed woordje te doen.
De voorzitter : Ik kan daar niet in tussenkomen.
De heer Gerald Kindermans : Ofwel promoten we dit echt, ofwel doen we slechts aan imagebuilding zonder in praktijk iets te ondernemen. Mevrouw de minister, het is belangrijk dat u hebt gezegd dat dit in de Vlaremregels zal worden herzien. Ik hoop alleen dat dit geen jaren zal duren. Het kan toch niet zo'n groot probleem zijn om dit punt op korte termijn te veranderen? Misschien kunt u daarover zelf een mediaverklaring afleggen, zodat de publieke opinie tenminste weet dat het niet langer gevaarlijk is.
Minister Vera Dua : De bepaling gaat over ondergrondse parkings voor vrachtwagens. Hieromtrent bestaat er verwarring. Twee jaar geleden adviseerden mijn diensten dat er geen probleem bestaat voor gewone LPG-wagens. Er was echter nog onduidelijkheid over de veiligheid van ondergrondse parkings voor grotere voertuigen met LPG. Als ik nu plots verklaringen afleg, zal bijvoorbeeld de brandweer hierin de bevestiging zien van zijn overtuiging dat het ook personenwagens betreft. We zullen in elk geval zo snel mogelijk stappen ondernemen om dit te schrappen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.