Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 19/04/2001
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de Maand van de Energiebesparing
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Glorieux tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de Maand van de Energiebesparing.
De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de Bond Beter Leefmilieu wil er als koepel van de Vlaamse milieubewegingen een traditie van maken om elk jaar in oktober een Maand van de Energiebesparing te organiseren. Verschillende instellingen, bedrijven en organisaties verlenen hun medewerking aan dit initiatief, onder andere de Organisatie voor Duurzame Energie, het Vlaams Instituut voor Bio-ecologisch Bouwen en Wonen en de elektriciteitsmaatschappijen.
Tijdens de Maand van de Energiebesparing wordt op een actieve wijze de noodzaak aangetoond van energiezuinig bouwen en wonen. Deze vorm van bouwen en wonen wordt daarbij zichtbaar gemaakt en gepromoot voor een heel groot publiek. Dit gebeurt via heel veel activiteiten, gaande van studiedagen en colloquia tot opendeurdagen in kijkwoningen en modelkantoren. Daarnaast zijn er uitgewerkte projecten gericht op scholieren en zijn er tal van publicaties en advertenties in kranten en weekbladen en berichten in de audiovisuele media.
Het belang van een dergelijk initiatief kan nooit voldoende worden beklemtoond. Omwille van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt is de sector volop in beweging. Eén waarheid blijft daarbij overeind staan : het properste en goedkoopste kilowattuur is het kilowattuur dat niet wordt opgewekt. Energie-efficiëntie en -besparing is dus de goedkoopste en meest doeltreffende pijler van een rationeel energiebeleid.
Ook de Vlaamse overheid erkent deze noodzaak. Getuige hiervan is onder meer de bijdrage die de Vlaamse Instelling voor het Rationeel Energiegebruik, de Vireg, leverde aan de Maand van de Energiebesparing in oktober 2000. Nu blijkt dat de Vlaamse overheid geen bijdrage zal leveren via de Vireg aan de editie 2001. Blijkbaar werd beslist om slechts om de twee jaar mee te werken aan het project.
Gezien het hoge energieverbruik per hoofd van de bevolking in Vlaanderen, zijn repetitieve campagnes gericht op energiebesparing, zeker geen overbodige luxe. Energiebesparing en efficiëntie moeten een speerpunt van het beleid vormen.
Mijnheer de minister, vandaar mijn volgende vragen. Erkent u het nut van een initiatief zoals de Maand van de Energiebesparing? Hoe evalueert u het zelf? Waarom ondersteunt de Vlaamse overheid de Maand van de Energiebesparing niet op een jaarlijkse basis? Welke andere publieke promotiecampagnes voor energie-efficiëntie en -besparing organiseert of ondersteunt de Vlaamse overheid?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijn antwoord zal vrij uitgebreid zijn omdat ik ook meteen het kader voor de toekomst wil schetsen. De voorbije jaren heeft de Vlaamse overheid haar promotiecampagne ter bevordering van energie-efficiëntie fors opdreven. In oktober 1998 organiseerde de Vireg, de Vlaamse Instelling voor Rationeel Energiegebruik, de eerste Maand van de Energiebesparing. Diverse verenigingen, organisaties en bedrijven hebben dit initiatief aangegrepen om zelf acties op te zetten.
De Vlaamse overheid is in oktober 2000 begonnen met een grootschalige communicatiecampagne over rationeel energiegebruik, met als slogan 'Energie. De rekening is voor u en het milieu'. Dit was vooral bedoeld als koepelcampagne om een draagvlak te creëren voor energiebesparing, en om herkenbaarheid te creëren bij toekomstige campagnes. Ook voordien voerde de Vlaamse overheid reeds communicatiecampagnes, dit op kleine schaal en veeleer op ad-hocbasis. Dit vertaalde zich onder meer in het verspreiden van sensibiliserende brochures, de aanwezigheid op bouwbeurzen, advertentiecampagnes en het organiseren van studiedagen.
De campagne van oktober 2000, die samenviel met de tweede editie van de Maand van de Energiebesparing, was vooral gericht op de doelgroep van de huishoudelijke energiegebruikers. In het voorjaar van 2001 voerde de Vlaamse overheid een vervolg-communicatiecampagne, gericht op het zuinig bouwen en verbouwen van woningen. Het is de bedoeling om ook in de toekomst voort te bouwen op de huidige communicatiecampagnes. Dat de communicatiecampagnes inzake rationeel energiegebruik en hernieuwbare energiebronnen de laatste jaren fors werden geïntensifieerd blijkt uit het feit dat de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in 2000 ongeveer 150.000 brochures verspreidde met tips over energiebesparing en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Dat is ongeveer een verdubbeling in vergelijking met 1998.
Momenteel vindt er een aanbesteding plaats voor het aanstellen van een communicatiebureau voor de campagnes voor de tweede helft van 2001 en 2002. De communicatie zal daarbij niet beperkt blijven tot de doelgroep van de huishoudens, maar zal eveneens worden uitgebreid tot andere doelgroepen, zoals bijvoorbeeld architecten - in het kader van de energieprestatieregelgeving -, overheden en de tertiaire sector. Het aan te stellen bureau zal mee instaan voor het bepalen van het concept en de communicatie van de eerstvolgende editie van de Maand van de Energiebesparing, in 2002. Deze initiatieven tonen duidelijk aan dat ik ten zeerste erken dat er nood is aan doorgedreven en voortdurende promotiecampagnes ter bevordering van energie-efficiëntie en energiebesparing, en dat ik achter het initiatief van de organisatie van de Maand van de Energiebesparing sta.
Daar uit uw vraag blijkt dat er nogal wat onduidelijkheid bestaat over het concept van de Maand van de Energiebesparing, wil ik dit nog even kort toelichten. De Vlaamse overheid is de initiatiefnemer van de organisatie van deze Maand. De Vlaamse overheid begint ongeveer één tot anderhalf jaar op voorhand met het organiseren en bepaalt het algemene concept, de criteria en de algemene communicatie. In een eerste fase, ongeveer één jaar op voorhand, worden alle potentiële organisatoren, via een grootschalige mailingcampagne, aangeschreven met de vraag te beginnen met de voorbereiding van een activiteit die past in het concept van de Maand van de Energiebesparing. De selectie van de activiteiten gebeurt aan de hand van een in te dienen actieplan, waarna een jury bepaalt of de activiteit voldoet aan de vooropgestelde criteria. Voor de editie 2000 werden de volgende criteria gehanteerd : de mate van detaillering van het voorstel, de originaliteit van het voorstel, de communicatie met de doelgroep, de professionaliteit van de organisatie, en de referenties in het verleden.
De editie 2000 was opgedeeld in vier themaweken : huishoudens, industrie en KMO's, overheden en de tertiaire sector, en de onderwijsinstellingen. Indien het voorstel voldoende kwaliteitsvol wordt bevonden, krijgt de organisator het logo van de Maand van de Energiebesparing toegewezen en wordt hij opgenomen in het activiteitenregister. Voor de edities 1998 en 2000 werden telkens ongeveer 50 à 60 activiteiten goedgekeurd. Voorafgaand aan de activiteitenmaand begint de Vlaamse overheid met een aankondiging van de algemene activiteitenkalender en met de organisatie van een persconferentie. De individuele organisatoren worden ook aangemoedigd om zelf publiciteit te voeren voor hun activiteit. Gelijktijdig met de Maand van de Energiebesparing liep ook de campagne 'Duurzaam bouwen en wonen' van de Bond Beter Leefmilieu, die financieel wordt ondersteund door de Vlaamse overheid.
Tot op heden nam de Vlaamse overheid tweejaarlijks het initiatief tot de organisatie van de Maand van de Energiebesparing. Om een dergelijk evenement goed te kunnen organiseren, moet men al minstens één jaar op voorhand beginnen met het uitwerken van de volgende editie. Een volwaardige voorbereiding van een editie vergt al snel één tot anderhalf jaar werk binnen de administratie. In de praktijk wordt de organisatietaak in de maanden die voorafgaan aan de evenementen verdeeld over diverse personen binnen de administratie : dan gaat het over de evaluatie van de actieplannen, de organisatie van eigen activiteiten en de externe communicatie.
Aan de organisatoren werd naar aanleiding van de editie 2000 in een enquête de vraag gesteld of ze kiezen voor een jaarlijks of een tweejaarlijks evenement. Ongeveer de helft ervan verkiest een jaarlijkse Maand van de Energiebesparing, de andere helft kiest om dit tweejaarlijks te organiseren. De organisatoren, die de activiteiten volledig vrijblijvend en zonder overheidssteun uitvoeren, moeten vaak ook grotere inspanningen leveren om de activiteiten tijdig georganiseerd te krijgen en er voldoende over te communiceren. Over sommige activiteiten, bijvoorbeeld die gericht op het onderwijs, moet idealiter reeds worden gecommuniceerd in de maand mei van het betreffende jaar, wil men dit kunnen inpassen in de planning van de scholen.
Ik vrees dat het jaarlijks organiseren van een Maand van de Energiebesparing het concept te snel zal uithollen, waarbij de volgende editie een exacte kopie wordt van de vorige. Ik ben er een voorstander van om, zowel creatief als inhoudelijk, naar buiten te treden met een goed voorbereid en steeds vernieuwend evenement. Een tweejaarlijkse frequentie lijkt me daarom het meest haalbaar, zowel voor de interne organisatie binnen de administratie als voor de tijdsbesteding van potentiële organisatoren. Anderzijds sluit ik niet uit dat organisaties die over voldoende middelen en mankracht beschikken jaarlijks op eigen initiatief activiteiten kunnen organiseren die te maken hebben met de promotie van rationeel energiegebruik. Dit is trouwens nu reeds het geval, en dit verspreid over het hele jaar. Ik kan het alleen maar aanmoedigen dat het rationeel energiegebruik voortdurend onder de aandacht wordt gebracht.
Om de eerstvolgende editie van de Maand van de Energiebesparing, in 2002, nog een groter evenementengehalte te geven en de inspanningen van alle organisatoren nog beter tot hun recht te laten komen zal de Vlaamse overheid aan het aan te stellen communicatiebureau de opdracht geven om hiervoor een degelijk concept en een degelijke communicatiestrategie voor te bereiden. De Vlaamse overheid is wel van plan om jaarlijks, en bij voorkeur in de maand oktober, een communicatiecampagne te voeren over rationeel energiegebruik. Indien dit dan nog wordt aangevuld, bijvoorbeeld met een voorjaarscampagne of campagnes voor andere doelgroepen, blijft het thema rationeel energiegebruik vrijwel voortdurend aanwezig in de media.
Behalve in de organisatie van de Maand van de Energiebesparing is de Vlaamse overheid op nog heel wat andere vlakken actief bezig met de promotie van rationeel energiegebruik en het gebruik van hernieuwbare bronnen. De overheid heeft zo het initiatief genomen om jaarlijks met een opvallende stand deel te nemen aan drie bouwbeurzen : Batibouw Heizel Brussel, het Bouw- en Prefabsalon Antwerpen, en het Bouw en -Immobiliënsalon Gent. De reacties op deze stand zijn zeer positief, en een ideaal communicatiemiddel om mogelijkheden qua energiebesparing te tonen in een reële situatie. Het is de bedoeling om ook in de toekomst verder te bouwen op de huidige communicatiecampagnes met de slogan 'Energie. De rekening is voor u en het milieu.' Er wordt voorzien in één of twee communicatiegolven per jaar voor de doelgroep van de huishoudens. Een ander thema dat in de loop van 2001 en 2002 nog aan bod zal komen is de invoering van een energieprestatieregelgeving, met als doelgroep architecten, ontwerpers, installateurs en huishoudens. Ook inzake de invoering van fiscale maatregelen voor energiebesparing via de fiscale hervorming wordt voorzien in een communicatiecampagne van de Vlaams overheid. De Vlaamse overheid heeft ook de ambitie om binnen de overheden een interne communicatiecampagne te voeren inzake het aanmoedigen van energiebesparing op kantoor.
De communicatiecampagnes en de deelname aan beurzen worden ondersteund met de verspreiding van gratis publicaties met de volgende onderwerpen : ideeën voor energiezuinig bouwen en verbouwen : isoleren, verwarmen, verluchten ; ideeën voor energiezuinig wonen ; energie besparen bij u thuis en in uw bedrijf : premies en acties van uw elektriciteits- en aardgasleveranciers ; een wegwijzer duurzame energie ; 75 percent subsidie voor fotovoltaïsche zonnepanelen ; de zonneboiler ; energie besparen in de glastuinbouw ; moderne kantoren : meer comfort met minder energie. Andere initiatieven die de Vlaamse overheid financieel en inhoudelijk ondersteunt zijn de VZW ODE-Vlaanderen, de Vlaamse informatiezender inzake het gebruik van duurzame energiebronnen, en Belcogen, het Vlaamse promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling. Verder voorziet de overheid dit jaar in een subsidie aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen, die in het Dierpark Planckendael een themaproject lanceert over rationeel energiegebruik, met als titel 'Natuurstroom, met de zon als bron.' Ten slotte geeft de Vlaamse overheid ook een subsidie aan een tiental verenigingen die zich specifiek bezighouden met de promotie van rationeel energiegebruik en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
De voorzitter : De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mijnheer de minister, ik zal dit uitgebreide antwoord zeker nog eens nalezen. Het is ongetwijfeld zo dat de inspanningen inzake energiebesparing en energie-efficiëntie fors zijn opgevoerd. Dat is natuurlijk relatief : vroeger werd hier zo weinig aandacht aan besteed dat elk nieuw initiatief al een enorme verwezenlijking was. Het is erg belangrijk dat we op dit vlak in de eerste plaats een trendbreuk realiseren, net zoals we dit volgens mij aan het doen zijn inzake hernieuwbare energiebronnen. Dit aspect mogen we dus zeker niet uit het oog verliezen. Zo mogelijk moet het nog veel meer aandacht krijgen dan het creëren van nieuwe productiecapaciteit. Dit is een voortdurend proces. Zelfs jaarlijkse campagnes van een maand zijn onvoldoende. Hieraan moet het hele jaar door voortdurend aandacht worden besteed. Ik wil dan ook benadrukken dat we de nodige middelen moeten vrijmaken om hiervan voortdurend een speerpunt van ons beleid te kunnen maken.
Minister Steve Stevaert : Inzake hernieuwbare energie hebben we door een regelgevend kader harde 'incentives' gegeven. We zien ook dat daar reactie op is gekomen. Wat energiebesparing betreft bevinden we ons nog in een beginfase. Ik ben voorstander van het tweejaarlijkse concept van een topevenement. Het lijkt me niet goed dit jaarlijks te doen. Maar er moeten ook dag in dag uit voortdurend initiatieven worden genomen om onze doelstellingen te bereiken. We moeten natuurlijk hopen dat er met hernieuwbare energie een groot percentage kan worden gerealiseerd. In het algemeen gelooft men niet dat men met REG-maatregelen een groot percentage kan realiseren. Het is echter mijn oprechte overtuiging dat we met REG-maatregelen meer kunnen genereren dan met hernieuwbare energie. Dat moeten we doen op twee manieren. Enerzijds is er de sensibilisering : er moeten duizend en een activiteiten komen, en dat niet alleen van de Vlaamse overheid, maar ook van de lokale overheden en andere actoren in de samenleving. Anderzijds moet er een kader met harde impulsen komen, zoals een energieprestatieregelgeving. Met die dubbele operatie kunnen we hierin slagen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.