Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 29/06/2000
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over steunmaatregelen voor fotovoltaïsche zonnepanelen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Glorieux tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over steunmaatregelen voor fotovoltaïsche zonnepanelen.
De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mijnheer de minister, collega's, bij het begin van het jaar werd de maximale steun voor fotovoltaïsche zonnepanelen opgetrokken tot 75 percent van de totale subsidieerbare kosten. Daarvan zal de helft door de Vlaamse overheid worden gedragen en 25 percent door de elektriciteitsproducenten SPE en Electrabel.
Er zijn een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo komen bijvoorbeeld huizen en gebouwen die hoofdzakelijk met elektriciteit worden verwarmd terecht niet in aanmerking voor die subsidie. De steun wordt toegekend binnen een zeer specifiek en vooraf bepaald budget dat ook in de uitgavenbegroting is opgenomen.
Een degelijke fotovoltaïsche installatie kan worden aangesloten op het elektriciteitsnet, waardoor de teller van de elektriciteitsmeter trager zal draaien of op een bepaald ogenblik zelfs achteruit zal lopen. Dit gebeurt als het verbruik in het gezin lager is dan de elektriciteit die wordt opgewekt. Op dat ogenblik zal de elektriciteit die door dergelijke panelen wordt opgewekt aan het net worden teruggeleverd tegen dagtarief.
Een installatie van 1 kilowatt piek heeft een gemiddelde oppervlakte van 7,5 tot 10 vierkante meter. Dat betekent dat heel veel huizen voor de plaatsing van een dergelijke installatie in aanmerking komen. Met zo een installatie kan, rekening houdend met het aantal uren zon en bewolking in België, ongeveer 800 kilowatt elektriciteit per uur worden opgewekt. Dat is ongeveer het equivalent van een kwart van het verbruik van een doorsnee gezin van vier personen. Dankzij de nieuwe subsidieregeling van 75 percent kan de investering die men moet doen op tien à vijftien jaar worden teruggewonnen.
De ingediende subsidieprojecten worden tweemaal per jaar beoordeeld. De eerste schijf moet bij ANRE eind april worden ingediend, de andere eind oktober. Nu is het voor alle energiespecialisten duidelijk dat zonne-energie op middellange termijn een wezenlijke bijdrage zal leveren tot de duurzame energievoorziening. Op dit ogenblik is echter de introductie ervan nog in grote mate afhankelijk van impulsen van de overheid, zoals in dit geval heel concreet van de subsidieregeling van de Vlaamse overheid.
Zo kom ik tot mijn concrete vragen. Hoeveel subsidiedossiers werden er eind april bij ANRE ingediend en hoeveel van die dossiers zijn reeds aanvaard of verworpen? Hoeveel percent van het toegekende budget voor het jaar 2000 is hier aan opgegaan? Welke promotiecampagne zet de overheid op om de subsidiemogelijkheid bekend te maken? Wordt er bovendien overwogen om op basis van de reeds binnengekomen aanvragen voor de eerste periode een intensievere of andere promotiecampagne op te zetten om de burgers aan te sporen van deze mogelijkheid gebruik te maken en zo bij te dragen tot de implementatie van deze toekomstige vorm van hernieuwbare energie?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : De subsidie van de Vlaamse overheid bedraagt 50 percent voor particulieren, bedrijven, verenigingen en overheidsinstellingen. In samenspraak met de Vlaamse overheid hebben de elektriciteitsproducenten Electrabel en SPE zich geëngageerd om een bijkomende steun van 25 percent voor het jaar 2000 te geven.
Voor de oproep van april 2000 werden er 66 dossiers ingediend tegenover slechts 8 in april 1999. De sterk toegenomen respons heeft tot gevolg gehad dat het hele jaarbudget aan deze projecten werd toegekend. De definitieve goedkeuring van de dossiers kan pas gebeuren na gunstig advies van de Inspectie van Financiën. Dit advies werd gevraagd op 15 juni 2000.
Als gevolg van de besteding van het volledige budget, zal de oproep van oktober worden verlengd tot het einde van het jaar. Voor het jaar 2001 is een bijkomend budget aangevraagd. Nieuwe dossiers zullen op dit budget worden aangerekend. Wat betreft de verderzetting van de steun van de elektriciteitsproducenten in het jaar 2001 is inmiddels gebleken dat Electrabel en SPE hierover de nodige interne besprekingen moeten voeren. Hier kan dus nog geen uitsluitsel over worden gegeven. Een officieel antwoord wordt in de nabije toekomst verwacht.
Er konden vijftien projecten worden goedgekeurd, op voorwaarde dat een officieel erkende omvormer werd gebruikt. Bij twee andere dossiers kwam slechts een deel van het project voor subsidiëring in aanmerking. Een project daarvan voldeed niet aan de selectiecriteria. Het andere en tevens het grootste werd slechts gedeeltelijk gesubsidieerd.
De jongste jaren is gebleken dat, ondanks de subsidie van 50 percent, investeren in fotovoltaïsche zonnepanelen nog steeds een dure aangelegenheid is. Om de sector van fotovoltaïsche zonne-energie een bijkomende impuls te geven, werd geïnvesteerd in sensibilisering via financiële steun aan ODE Vlaanderen en via een grootschalige perscampagne in februari en maart 2000. Daarnaast is de subsidiebrochure in een grotere oplage herdrukt en in andere gemeenten en bibliotheken verspreid.
De promotiecampagne heeft een belangrijke rol gespeeld in de bekendmaking van het nut van zonne-energie. Dit blijkt uit de grote vraag om informatie na de perscampagne en de mailing. Scholen kunnen in oktober 2000 trouwens een groot aantal fotovoltaïsche installaties bezoeken in het kader van de maand van de energiebesparing. Tevens bleek uit de sterk toegenomen respons op de subsidieregeling dat het bovenvermelde samenwerkingsverband met de elektriciteitsproducenten van zeer groot belang is voor de ontwikkeling van de markt.
Als gevolg van een groeiende markt is de aanbodsector zich aan het organiseren door het uitbouwen van netwerken voor het verdelen van zonnepanelen. Er wordt dan ook verwacht dat de promotie door de sector zal worden overgenomen.
In het begin ging alles traag, omdat er nog steeds 50 percent te financieren bleef, wat in louter financiële termen nog steeds een moeilijk verhaal bleek te zijn. Nu is er echter 25 percent subsidiering van de privé-sector bijgekomen. Het was niet eenvoudig om de privé-sector te overtuigen dat te betalen, maar ik ben er die mensen dankbaar voor. Ik hoop bovendien dat ze dat in de toekomst willen blijven doen.
Wij stellen vast dat ook de gemeentebesturen op de hele evolutie beginnen in te spelen door het ontwikkelen van bepaalde initiatieven. Zo zou men kunnen komen tot ongeveer 100 percent subsidiëring. 100 percent betekent natuurlijk niet altijd 100 percent van de reële kost. Die ligt immers altijd iets hoger.
Mijnheer Glorieux, ook het volgende is belangrijk. In de publieke opinie mag er geen misvatting ontstaan. Ik richt mij nu ook tot de mensen van de media. Goede informatie is nodig, want er is een groot verschil tussen het ene zonnepaneel en het andere. Zonnepanelen voor warmwaterproductie gaan een grote opmars tegemoet omdat het financiële verhaal daarbij veel eenvoudiger is. Deze panelen beginnen stilaan ingang te vinden in Vlaanderen en de intercommunales leveren op dat gebied goed werk. Er is met die panelen ook geen enkele vorm van kwaliteitsverlies in de woning, wat financieel een goede zaak is.
Wat belangrijk is, is dat er nu spelers op de markt komen die die technologie verder ontwikkelen en dat zij daar ook een vorm van sociale economie rond ontwikkelen. Bovendien moeten ze nadenken over de financiering. Ik ben ervan overtuigd dat dat belangrijk is.
Er is nog een probleem. De mensen uit de traditionele sanitaire sector werken niet graag op daken. Bovendien houden de mensen die op daken werken zich niet graag met sanitaire installaties bezig.
Het is een nieuwe sector waar we veel aandacht aan moeten besteden. Ik zie hier veel mogelijkheden, want veel woningen in Vlaanderen komen in aanmerking. Ik hoop dat veel gemeentebesturen daarop zullen inpikken. Vereenvoudigd voorgesteld produceren fotovoltaïsche zonnepanelen stroom die terug op het net komt. Dat wordt afgetrokken van de elektriciteitsrekening. Daarin ligt vooral de kracht.
Ook overheidsinstellingen zouden hiervoor in aanmerking moeten komen. Ik denk aan collectieve vormen van wonen, OCMW's en zwembaden. Als de privé-sector mee financiert ontstaan er tal van mogelijkheden. Zelfs op lokale niveaus zijn hiertoe al initiatieven genomen door de gemeentebesturen. Wij hebben één probleem : het budget zal moeten worden verhoogd.
De voorzitter : De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Ik dank u voor uw antwoord. Het was zinvol om nog even het onderscheid te benadrukken tussen zonneboilers en fotovoltaïsche zonnepanelen. Zonneboilers zijn bedoeld om warm water te produceren en zijn op dit ogenblik al zeer rendabel. Fotovoltaïsche zonnepanelen zijn bedoeld om elektriciteit te produceren. Zij bieden toekomstperspectieven. Het komt erop aan dit beleid heel gericht te sturen om te voorkomen dat we die toekomstperspectieven missen.
Het budget waarin is voorzien is in de eerste schijf al opgebruikt. Dat wijst echter wel op de interesse van de burgers voor deze nieuwe energiebron. Het is bovendien een goede stimulans voor de overheid om verder te gaan op de ingeslagen weg en het budget voor volgend jaar te verhogen.
Er gaan vandaag, direct en indirect, nog veel subsidies naar bijvoorbeeld kernenergie, hoewel die absoluut geen toekomst meer heeft. Het is dan ook meer dan terecht dat de overheid deze toekomstgerichte, hoogtechnologische, schone en veilige energiebron steunt en actief promoot.
De voorzitter : Het incident is gesloten.