Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 16/03/2000
Interpellatie van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de plannen voor de aanleg van een ring rond Asse
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Van Hauthem tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de plannen voor de aanleg van een ring rond Asse.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik zou eerst en vooral iets willen rechtzetten. De titel van deze interpellatie stelt dat het over de plannen gaat om rond de gemeente Asse een ring aan te leggen. Het gaat in feite om een ring door de gemeente Asse. Dat is toch een essentieel verschil.
Mijnheer de minister, ik heb deze interpellatie aan u gericht omdat u de minister van Mobiliteit bent. De ring rond Asse heeft uiteraard ook met het leefmilieu en met de ruimtelijke ordening te maken. De essentie van het project betreft echter het oplossen van het mobiliteitsprobleem in het centrum van Asse. Ik heb de interpellatie ook aan u gericht omdat de gemeenteraad van Asse een bepaald tracé heeft goedgekeurd waarvoor de Vlaamse regering haar gewestplannen zal moeten wijzigen.
Ik heb u hier op 26 maart 1999 al een schriftelijke vraag over gesteld. U hebt daar toen op geantwoord dat er in drie fasen een ring rond Asse zou komen. Het gunstig advies van het gemeentebestuur voor het tracé van die ring heeft bij de bevolking echter voor heel wat commotie gezorgd. Als men de aanpak van het gemeentebestuur van nabij bekijkt, lijkt die commotie me niet onterecht. Het spreekt vanzelf dat u daar niet persoonlijk voor verantwoordelijk bent.
Alvorens tot de kern van de zaak over te gaan, wil ik nog even opmerken dat men steeds het onderscheid tussen de doelstelling en de middelen om die doelstelling te bereiken in het oog moet houden. In dit geval ligt er namelijk een kloof tussen beide elementen.
De doelstelling is het centrum van Asse te ontlasten van het doorgaand verkeer dat uit Brussel komt en in de richting van Aalst en Dendermonde gaat. Niemand kan ontkennen dat het centrum van Asse effectief dicht zit. Mijnheer de minister, u hebt daar onlangs nog een exclusief traject van de buslijnen ingeleid. U hebt de ernst van dit probleem bijgevolg met eigen ogen kunnen vaststellen. Mijns inziens is iedereen het eens met deze doelstelling. Het centrum moet worden ontlast en mag niet langer als louter doorgangsweg worden beschouwd. De vraag is echter of het voorgestelde tracé van die ringwerken het juiste middel is om die doelstelling te verwezenlijken. Ik denk het eerlijk gezegd niet.
Het gaat niet om een ring rond, maar om een ring door Asse. Mijnheer de minister, indien u dit voorstel overneemt, zit u gewrongen met uw eigen Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het structuurplan streeft wat de woonfunctie betreft naar inbreiding. Dit is op zich uiteraard niet slecht, maar een ring door het centrum van Asse zou die woonfunctie min of meer uitschakelen.
Men wil het verkeer van Brussel naar Aalst en Dendermonde omleiden. Het tracé zou in drie fasen worden aangelegd. De eerste fase, namelijk het tracé van het station naar Mollem, zorgt niet echt voor problemen. Het industrieterrein van Mollem bestaat al lang en moet hoe dan ook worden ontsloten. Nu moeten alle vrachtwagens voor dit industrieterrein door het centrum van Asse. Iedereen is het erover eens dat dit niet langer houdbaar is. De tweede fase betreft de omleiding naar Aalst en Dendermonde. De derde en cruciale fase betreft het verbinden van de N9 met de Edingsesteenweg. Deze verbinding zal het mobiliteitsprobleem in Asse niet oplossen, maar integendeel vergroten.
Het voorliggende tracé zal een enorm aanzuigeffect hebben. Enig lobbywerk van het bedrijfsleven is hier zeker niet vreemd aan. Bedrijven die bijvoorbeeld in Kobbegem zijn gevestigd, zitten dicht bij de compleet dichtgeslibde ring rond Brussel. Deze nieuwe ring zou voor hen een oplossing betekenen. Ze zouden dan via Asse naar Ternat kunnen rijden en daar de E40 nemen en vice versa. Het overnemen van het voorgestelde tracé zou - kort samengevat - neerkomen op het creëren van een geïnstitutionaliseerde sluipweg.
Het kan niet de bedoeling zijn de problemen van de ring rond Brussel te verplaatsen naar deze nieuwe ring rond Asse. Dit voorgestelde tracé in drie fasen zou de vooropgestelde doelstelling niet verwezenlijken. Het zou het probleem enkel nog verergeren en het centrum van Asse nog onbereikbaarder maken dan het nu al is. Het is toch de bedoeling het centrum bereikbaar te maken. Ik heb daarnet gezegd dat het gemeentebestuur deze zaak bijzonder slecht heeft aangepakt. U bent daar niet voor verantwoordelijk, mijnheer de minister, maar het verzet is op gang gekomen omdat het gemeentebestuur nagelaten heeft de bevolking correct te informeren.
Men heeft het openbaar onderzoek dat in het decreet is voorzien in het geniep willen voeren tot een aantal mensen daar toevallig op uitkwamen. Daarom kwam er een verzet op gang. Er bestaat nu een actiecomité waarvan ik politiek gezien niet het verlengstuk ben, noch de woordvoerder. Het actiecomité doet wat het denkt te moeten doen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de Vlaamse regering en bijgevolg mogen wij haar daarover interpelleren. Ik wens niet te worden aanzien als het politiek verlengstuk van dat actiecomité.
Het betreft hier geen nimby-comité. Mijnheer de minister, het probleem is dat deze mensen zeer duidelijk alternatieven hebben voorgesteld, die meer tegemoet komen aan de oorspronkelijke doelstelling, namelijk de doorgang door Asse. Het verkeer zou ontlast worden voor mensen die vanuit Brussel richting Aalst-Dendermonde willen rijden. Het gemeentebestuur heeft daar niet naar geluisterd en heeft dit tracé doorgevoerd tegen de wil in van onder meer dat comité, dat niet 10 mensen vertegenwoordigt, maar een groot deel van de bevolking.
Mijn vraag, mijnheer de minister, is zeer concreet. Ik weet dat het dossier nog naar de regionale commissie voor advies moet worden doorgestuurd. Dan pas zal het op tafel komen bij de Vlaamse regering. Maar als dit tracé er zou komen, zullen de problemen niet worden opgelost, maar nog worden verergerd. Bent u bereid, mijnheer de minister, om de alternatieven te bekijken en met de gemeente en alle mogelijke gesprekspartners rond de tafel te zitten om ervoor te zorgen dat de doelstelling wordt bereikt? Is de Vlaamse regering bereid naar alternatieven te zoeken?
De voorzitter : De heer Platteau heeft het woord.
De heer Stefaan Platteau : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik woon in deze buurt en volg de situatie reeds jaren. Ik pleit noch voor de visie van het gemeentebestuur, noch voor de visie van de alternatieve groepen. Ik wens enkel een paar opmerkingen te maken die misschien kunnen bijdragen tot een oplossing.
Toen de Brusselaars in de jaren vijftig naar de kust wilden rijden, toen reeds in grote getale, deden ze dit via de oude weg Asse-Aalst-Gent. Men sprak niet van een flessenhals in Aalst of Gent, maar wel over die van Asse. Een eerste project ontstond in 1955. Er is dus een halve eeuw getreuzeld om het probleem op te lossen. Ik ben van oordeel dat er nu een oplossing moet komen, maar dat ze niet ondoordacht moet worden doorgevoerd. Enige reflectie is zeker nodig en andere mogelijkheden moeten worden onderzocht.
Ik ga akkoord met de heer Van Hauthem dat er drie fasen zijn. Over fase 1 is iedereen het eens. Mollem moet worden ontsloten, daarover bestaat een algemene consensus. Het zal wat scherven met zich meebrengen, maar de mensen aanvaarden dit. Veel mensen trachten Asse te vermijden omdat de situatie daar moeilijk is. De handelaars, de bewoners, iedereen heeft het er moeilijk. In de verschillende bestaande plannen zie ik goede en slechte elementen. Veel argumenten staan diametraal tegenover elkaar. Ik vertrouw erop dat de minister de situatie nog in zijn geheel zal bekijken en er een 2-.adequate oplossing zal aan geven, want die is - zeker op het financiële vlak - broodnodig. De zaken moeten ook planologisch en verkeerstechnisch worden onderzocht. Ook de hinder voor de omwonenden is een belangrijk aspect. Of die ring nu door of rond Asse wordt aangelegd, maakt in dat verband niet uit : die ring zal hinder met zich meebrengen.
Er is een alternatief : de uitwijking tot aan het punt wat we 'de Wijndruif' noemen. Dat alternatief moet grondig worden onderzocht. Ik geef toe dat ook dat alternatief problemen oplevert. Niemand heeft de wijsheid in pacht. Er zijn hoe dan ook serieuze problemen. Ik beklaag eigenlijk de minister die de knoop moet doorhakken, en ik zal hem bewonderen als hij dat goed doet.
Ik vraag de minister vandaag om uitleg te geven over de timing van de drie fasen. Ik hoop dat de drie fasen zullen worden afgewerkt, welke oplossing er ook uit de bus komt. Verder wil ik weten hoeveel de drie fasen zullen kosten. Als mijn informatie juist is, is er geen heldere kosten-batenanalyse beschikbaar. Men zegt me dat de uitvoering van de drie fasen ertoe zal leiden dat vijftig woningen moeten verdwijnen. Is dat juist?
Ook wil ik de minister vragen om deze zaak in al zijn aspecten grondig te onderzoeken. Alle partijen hebben valabele argumenten. Het regionaal comité voor advies moet de zaak alleszins nog onderzoeken. De heer Van Hauthem heeft dat ook benadrukt. Werkelijk alles moet worden onderzocht. Het is een moeilijke zaak. Er zullen brokken worden gemaakt, en er zullen mensen worden ontgoocheld. Ik vertrouw erop dat de minister dat grondig zal doen, en ons over de afwikkeling van de zaak de nodige informatie zal bezorgen.
De voorzitter : De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, dit probleem sleept al lang aan. Al twintig jaar praat men over de aanleg van een ringweg om het verkeer door het centrum te ontlasten. 's Ochtends en 's avonds slibt het verkeer dicht : de ene keer in de richting van Brussel, de andere keer van Brussel weg. 's Nachts is die weg door het centrum zo ongeveer een autosnelweg. Er moeten oplossingen komen.
Vooreerst wil ik opmerken dat de bewoners de indruk hebben dat ze weinig worden betrokken bij het uitwerken van een oplossing. Ze krijgen weinig informatie en ze worden van het kastje naar de muur verwezen. Als ze zich tot de gemeente richten, zegt men hen dat het om een gewestweg gaat die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt. De Vlaamse Gemeenschap zegt hen echter de gemeentelijke autonomie te willen respecteren. De burgers leven in onzekerheid over het tracé.
We willen het debat niet voeren over de keuze van het juiste tracé. Volgens ons is een ringweg gewoon overbodig. Welk tracé er ook wordt gekozen, een ringweg zal landbouwgebied bedreigen en waardevolle valleien doorkruisen. Water stroomt naar beneden, en die valleien spelen daar een belangrijke rol in. De effecten van zo een aanleg op de waterhuishouding zijn dus niet te onderschatten. Verder is er het punt van de verkeersveiligheid. Vandaag beschikken de bewoners om de 150 meter over een relatief veilige oversteekplaats. Met een ringweg zal dat niet het geval zijn. Er zullen ook vier nieuwe, gevaarlijke kruispunten worden gecreëerd. Een derde belangrijk punt is het feit dat de ringweg geen missing link is. We vinden bijgevolg dat er geen nood is aan nieuw beton. We dringen er daarom op aan om op dit vlak het regeerakkoord te respecteren.
Hoe zit het met de mobiliteit? Volgens een studie zou in 2010 het aantal personenauto's dat door het centrum van Asse rijdt met ongeveer 10 percent toenemen. Het aantal vrachtwagens zou met 60 percent stijgen. Een duurzaam mobiliteitsbeleid moet er in de eerste plaats op gericht zijn de stijging van dat autoverkeer af te remmen en onmogelijk te maken. We moeten die groei voorkomen, en niet maatregelen nemen om die groei in de hand te werken. Iedereen weet dat nieuwe wegen ook nieuw verkeer aantrekken. We schuiven het probleem op die manier gewoon voor ons uit. We verplaatsen het probleem, zowel in de tijd als ruimtelijk : na korte tijd zullen die nieuwe wegen ook dichtslibben, en zal het probleem zich dus enkele honderden meters verder voordoen.
Mijnheer de minister, er is een echt probleem, en er moet dus iets gebeuren. Wat zijn de alternatieven? We stellen voor om de mensen die van Aalst en Dendermonde naar Brussel pendelen, aan te moedigen om het openbaar vervoer te gebruiken. Dat ligt in de lijn van uw beleid. De frequentie en de kwaliteit van dat openbaar vervoer moeten toenemen. Men zou ook de activiteiten van De Lijn in Asse kunnen beschouwen als één zone. Andere maatregelen zouden erin kunnen bestaan vrije busbanen te creëren met comfortabele bushaltes.
Daarbij zou het GEN zijn rol vervullen om de mobiliteit van en naar Brussel te verbeteren zonder nieuwe wegen aan te leggen en om aan het vrachtverkeer tijdens de spitsuren het verbod op te leggen door Asse te rijden. Er zou eveneens een consequenter handhavingsbeleid inzake fout parkeren kunnen worden toegepast in het centrum van Asse, enzovoort. Er zijn dus tal van maatregelen die kunnen bijdragen tot een oplossing van het probleem en beter aansluiten bij een duurzaam mobiliteitsbeleid dan het andermaal storten van nieuw beton.
Langs de N9 tussen Asse en Walfergem kan men overal affiches zien hangen met de slogan 'Genoeg gerammel'. Deze slogan is gericht tegen het lawaai van het versleten wegdek dat de bewoners dag en nacht terroriseert. Zou het derhalve niet beter zijn de beschikbare middelen aan te wenden voor het herstel en het verbeteren van het wegdek dat er al ligt?
De heer Eric Van Rompuy : Mijnheer Glorieux, u maakt deel uit van een regeringspartij. Wilt u met uw tussenkomst zeggen dat uw fractie zich bij een wijziging van het gewestplan Vlaams-Brabant met hand en tand tegen elke vorm van een ringweg zal verzetten?
De heer Eloi Glorieux : Zoals het binnen deze regering de gewoonte is, mogen we allemaal onze standpunten verkondigen en zal in gemeenschappelijk overleg worden beslist wat er zal gebeuren.(Gelach - Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dit dossier sleept nu al heel lang aan. De voorbije jaren werd niet alleen door het gemeentebestuur van Asse, maar ook door alle betrokkenen uit de regio - bedrijfsleiders, winkeliers, sociaal-culturele groeperingen, enzovoort - hard naar een oplossing gezocht.
De kabinetschef, de heer Van Melkebeke kan getuigen hoe er onder voormalig minister Baldewijns bij de totstandkoming van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen door iedereen op een oplossing werd aangedrongen. Voormalig minister Baldewijns stelde toen terecht dat hij daar enkel over wou discussiëren indien er eerst een globale visie en een mobiliteitsplan zou zijn. Een ontsluiting van het industrieterrein van Mollem zonder globale visie was voor hem bijvoorbeeld uitgesloten.
In 1999 werd het mobiliteitsplan voor de gemeente Asse goedgekeurd. Asse was trouwens de eerste gemeente die een dergelijk plan kon voorleggen. U kunt dus niet zeggen dat het gemeentebestuur van Asse geen oog heeft gehad voor het mobiliteitsprobleem. Er zijn maar liefst 54 vergaderingen geweest met technici en hogere besturen om dat plan tot stand te brengen. Daarnaast zijn er tal van studies geweest, waaronder het Structuurplan Asse 82, het rapport-Vaerendonck, het rapport Ontsluiting Mollem 93, het Commercieel Strategisch Plan 1997, het Mobiliteitsplan 1999 en de startnota van het Structuurplan 1999.
De grote verdienste van het gemeentebestuur is dat het zijn nek heeft durven uitsteken. Gelet op de complexiteit van het dossier durft het na al die moeilijke jaren eindelijk de elementen op tafel gooien die kunnen leiden naar een oplossing, al was het maar een partiële. Eindelijk wordt een voorstel geformuleerd om de doelstellingen van de ring - kleinschaligheid, een nauwe aansluiting bij het centrum, een minimale landschappelijke hinder, de doorbreking van de lineaire structuur en een maximale benutting van de bestaande lineaire wegenstructuur - na te streven.
Ik ontken niet dat er communicatieproblemen waren, maar wat de heer Platteau - aan wie ik wil herinneren dat de VLD in Asse deel uitmaakt van het gemeentebestuur - verklaarde, vind ik in de huidige stand van het dossier niet moedig. Het gemeentebestuur heeft tenminste de moed zijn nek uit te steken. Er zijn geen alternatieven en het voorstel van de heer Glorieux om het probleem via het openbaar vervoer op te lossen, houdt weinig steek. (Opmerking van de heer Eloi Glorieux)
Ik kijk dan ook vol verwachting uit naar het antwoord van de minister.
Maar dat men nu zijn nek heeft uitgestoken, dat er nu een voorstel is, vind ik een verdienste. Mijnheer Van Hauthem, het is al te gemakkelijk om nu op de kar te springen.
De voorzitter : De heer Platteau heeft het woord.
De heer Stefaan Platteau : Ik zou aan de heer Van Rompuy willen zeggen dat ik vragen heb gesteld over de timing, over de kosten en vooral in verband met de informatie. U zegt dat men niet moet proberen van vandaag op morgen een oplossing door te drukken. Ik heb gevraagd om alle argumenten, pro en contra, en van de verschillende groepen, naast elkaar te leggen. Voor het overige heb ik vertrouwen in de minister.
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Ik zou de heer Van Rompuy enkel het volgende willen zeggen. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat ik op de kar spring. Mijn opmerking staat los van het feit of Asse een CVP-burgemeester heeft of niet. Ik stel vast dat het gemeentebestuur heeft gefaald, en zelfs heeft nagelaten de burger te laten weten dat het openbaar onderzoek bijna was afgelopen. Toen de burgemeester in december om zijn mening werd gevraagd, wist hij nauwelijks waar het over ging. Men heeft het openbaar onderzoek laten passeren zonder enige inspraak.
Ik ben ervan overtuigd dat deze situatie nooit zou zijn ontstaan indien er meer informatie, contact en debat was geweest. Als dit tracé wordt behouden, dan wordt dit geen oplossing voor het mobiliteitsprobleem in Asse, maar dan wordt dit een gigantische sluipweg die niets zou oplossen.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, collega's, de stelling die vaak wordt aangehaald als bezwaar tegen het huidig tracé van de ringweg om Asse, is het onderzoeken van alle mogelijke alternatieven. Hier volgt een overzichtslijst van studies en rapporten uit het verleden die wijzen op de noodzaak van een kleinschalige rondweg rond Asse. Het gaat over het Structuurplan Asse 1982, het rapport Ontsluiting Mollem 1993, het rapport-Vaerendonck 1994, het Commercieel Strategisch Plan 1997, de Verkeerstechnische Onderbouwing Ringweg Asse 1999, het Mobiliteitsplan 1999 en de Startnota Gemeentelijk Structuurplan 1999.
Uit al deze studies blijken de volgende - en ik benadruk het woord - aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gesteund op de resultaten van verkeerstellingen, herkomst-bestemmingsonderzoek, enquête vrachtwagenverkeer, ruimtelijke evaluatie, enzovoort. Het ruimtebeslag bij de aanleg van een kleine ring is uiteraard kleiner dan bij de aanleg van een grote ringweg. Het verlies van open ruimte blijft beperkt, en vooral de vallei van de Putberg blijft min of meer onaangeroerd. Daar staat tegenover dat deze ringweg kort aansluit bij de bebouwing en op die manier een barrière vormt tussen de bebouwing in het centrumgebied en de uitlopers van die bebouwing langs de Prieelstraat. De aanleg van een grote ringweg neemt meer ruimte in beslag en zal een snijding van het valleigebied van de Putberg veroorzaken.
Ten tweede laat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in geen geval een grootschalige ring toe, omwille van de bijkomende aanzuigkracht van verkeer en omwille van een goede ruimtelijke ordening. Als men een beetje realisme aan de dag legt, kan men maar tot één mogelijke conclusie komen. De kleine ringweg scoort beter op een aantal punten. De kleine ringweg wordt meer gebruikt voor het halfdoorgaand verkeer. De drukte in het centrum vermindert sterker dan bij de andere alternatieven. De aantrekking van extra verkeer is het kleinste.
De drie fases van de ringweg zijn noodzakelijk. Zonder aanleg van de derde fase, namelijk de aansluiting van de N9 Aalst-Brussel met de N285 Asse-Edingen, zal de verkeersdruk in het centrum nog niet opgelost zijn. De aantrekking van extra verkeer op de relatie Brussel-Aalst en van Ternat en Brussegem zal groter zijn bij de grote ringweg. Bovendien is het gebruik van de kleine ringweg interessanter voor lokaal verkeer dat op die manier het kruispunt van de Nieuwstraat vermijdt.
Iedereen is het erover eens dat niet alle problemen zullen zijn opgelost. De doorstroming op de N9 tussen de ringweg en het kruispunt van de Wijndruif blijft inderdaad een probleem. Het gabariet is hier echter groter dan in het centrumgedeelte. Door de aanleg van een grote ringweg zal de aantrekking van extra verkeer groter zijn waardoor de problemen aan de Wijndruif nog zouden toenemen. Dat is misschien het allerbelangrijkste in dit verhaal. Het onderzoek naar alternatieven is dus al gebeurd, maar men wekt steeds de indruk dat er niet gezocht is naar alternatieven. De gemeenteraad en de provincie hebben gunstig advies gegeven inzake het voorgestelde tracé op het gewestplan. De gewestplanwijziging - en daar heeft de heer Van Hauthem ook al naar verwezen - valt echter onder de bevoegdheid van minister Van Mechelen die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening.
Concreet gesproken - en ik reageer hierbij op de opmerking van de heer Platteau - denk ik dat er in het fysisch programma in 120 miljoen frank is voorzien. Ik betwijfel of dat voor de drie fases geldt, maar zeker ben ik daar niet van. Ik kan dat laten opzoeken en u dat later nog meedelen.
Nu staan we voor de kwestie van het gewestplan. Daarover zal nog een debat volgen. Iedereen erkent het probleem en zegt dat er twee mogelijke oplossingen zijn en dat er een keuze moet worden gemaakt, maar eigenlijk is er maar een mogelijke oplossing. Ik kan niet garanderen dat dat een rimpelloze oplossing is. Ik baseer me op de aanbevelingen. Een grote ringweg op die plaats is echter een onhaalbare kaart. Er komt dus een kleine ringweg of helemaal geen ringweg.
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Het antwoord van de minister was duidelijk en ontgoochelend tegelijk. Er komt blijkbaar een kleine ringweg of geen ringweg. Alles staat of valt met de derde fase, waar men in een aansluiting voorziet met de steenweg Asse-Edingen richting Ternat. Zo creëert men een sluipweg tussen de ring om Asse en de E40 in Ternat. Daarmee lost men het probleem niet op.
De minister erkent het probleem van Asse, maar hij verwerpt bij voorbaat alle alternatieven voor een kleine ringweg. Dat is ontgoochelend voor iedereen die creatief mee zoekt naar een oplossing. Het gaat niet om mensen met onteigeningsangst of om mensen die zich laten leiden door een nimby-syndroom. Het gaat om mensen, onder wie een aantal verkeersdeskundigen, die een oplossing willen. Zij krijgen nu de boodschap dat de kleine ringweg te nemen of te laten is.
De voorzitter : De heer Platteau heeft het woord.
De heer Stefaan Platteau : De minister heeft in verband met de kostprijs een cijfer genoemd. Geldt dat voor één fase of voor de drie fasen? In de nabije toekomst moeten we toch precies kunnen weten wat het project zal kosten, opgesplitst over onteigeningen, bouwwerken et cetera.
Ook over de timing verkeren we nog in het ongewisse. Kan de minister daar al meer duidelijkheid over verschaffen?
Over de keuze tussen de alternatieven voel ik me enigszins gerustgesteld. Blijkbaar is alles grondig onderzocht en blijft verder onderzoek mogelijk als een nieuw aspect zou opduiken. De argumenten van de verschillende partijen verdienen het om ernstig genomen te worden.
De voorzitter : De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Er komt dus een kleine ringweg of geen ringweg. Dat die laatste mogelijkheid openblijft, verheugt ons. Wij zijn niet gekant tegen de eerste fase, maar blijkbaar werkt men met een alles-of-niets-scenario. In dat geval pleiten we voor de niets-oplossing, helemaal geen ringweg dus.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Van Hauthem, door de heer Decaluwe en door de heer Glorieux werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.