Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 02/03/2000
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het handhavingsbeleid inzake isolatienormen en energieprestatienormen bij nieuwbouw
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Glorieux tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het handhavingsbeleid inzake isolatienormen en energieprestatienormen bij nieuwbouw.
De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag ligt in de lijn van de vorige. U hebt daarnet reeds over het Wetenschappelijk en Technisch Centrum van het Bouwbedrijf (WTCB) gesproken. Een recent onderzoek van dit centrum toont aan dat van de 200 onderzochte nieuwbouwwoningen in Vlaanderen slechts 20 percent voldoet aan de wettelijke K-55-isolatienorm. Dit is trouwens absoluut geen strenge norm, wat veel zegt over de waarde van de controle op de toepassing van de geldende wetgeving. U meldde reeds dat zal worden overgestapt van de K-55 isolatienorm op de veel meer omvattende energieprestatienormen. Dat is positief.
In uw beleidsnota Energie staat dat nu per jaar 450 à 500 werfcontroles gebeuren in de ruim 35.000 nieuwbouwwoningen. Eenmaal de engergieprestatienormen van kracht zijn, wilt u dit aantal verhogen tot 700 per jaar. Dit is ongeveer 2 percent van het totaal aantal nieuwbouwwoningen.
Mijnheer de minister, hoe verlopen de controles op het naleven van de K-55-norm? Bevestigen de 450 à 500 werfcontroles de bevindingen van het WTCB dat slechts 20 percent aan de norm voldoet?
Wat gebeurt er als wordt vastgesteld dat een bepaalde woning niet voldoet aan de wettelijke normen? We pleiten natuurlijk niet voor afbraak, maar ik veronderstel dat er heel wat mogelijkheden zijn om overtreders op hun verantwoordelijkheid te wijzen..
Wanneer worden de energieprestatienormen voor nieuwbouwwoningen ingevoerd? Ik neem aan dat uw antwoord in dezelfde lijn zal liggen van uw vorige. In de beleidsnota heeft u het over 2003. Verloopt alles volgens schema?
Acht u het bestaande personeelsbestand voldoende groot om binnenkort 700 in plaats van 450 à 500 werfcontroles uit te voeren? De energiepresatienormen zullen immers een veel omvattendere controle vergen dan die van de K-55-norm. Dat heeft ook tot gevolg dat het personeel goed opgeleid moet zijn en over een ruime algemene kennis moet beschikken op het vlak van energie en boekhouding.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mijnheer Glorieux, ik zou een vrij lang en technisch antwoord kunnen geven, want dit is een heel belangrijke technische aangelegenheid. Het isolatiedecreet van 29 april 1991 vormt een aanvulling op het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Volgens de isolatiereglementering kan geen bouwvergunning worden afgeleverd zolang niet wordt voldaan aan de opgelegde isolatie-eisen van de uitvoeringsbesluiten.
De conformiteit van de woning wordt bepaald aan de hand van een isolatieformulier dat deel uitmaakt van het dossier van de aanvraag tot bouwvergunning. Overtredingen op de reglementering worden beschouwd als inbreuken op de bouwvergunningsvoorschriften en worden bestraft aan de hand van de algemene strafbepalingen van het decreet op de ruimtelijke ordening.
Door middel van het ministerieel besluit van 3 mei 1996 werden de ambtenaren van de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de administratie Economie aangesteld voor het toezicht op de naleving van de reglementering. De bedoelde ambtenaren zijn bevoegd om overtredingen op te sporen en om die vast te leggen in een proces-verbaal.
Op 1 november 1996 werd gestart met het uitvoeren van een strenge administratieve controle en met controles ter plaatse, op de werf. De eerste vorm van controle bestaat uit een dagelijkse administratieve controle van alle isolatieformulieren. Deze controle is vooral gericht op bouwaanvragen waarbij de bouwvergunning nog niet werd afgeleverd. In dat geval kan de gemeente en/of de gemachtigde ambtenaar, op advies van de controleurs, weigeren om de bouwvergunning af te leveren. Deze procedure werd sinds de start van de controle reeds meerdere malen toegepast.
Daarnaast zijn er controles op de werf. Een volgens de wettelijke procedure regelmatig afgeleverde bouwvergunning kan niet zomaar worden geschorst of ingetrokken. Overtredingen worden daarom vastgesteld door middel van een procesverbaal ten laste van de bouwheer. In de periode januari 1998 december 1999 werden er in totaal 1070 werfcontroles uitgevoerd. De controles richtten zich in hoofdzaak op de doorgangscoëfficiënten - dit zijn de K-waarden van de individuele bouwelementen. In 316 gevallen werd een inbreuk vastgesteld.
Eerder dan de overtreders te verbaliseren, kiest de administratie voor een optimale preventie en een mogelijke regularisatie. Dat betekent dat de bouwheer in eerste instantie alsnog de kans krijgt zijn woning te regulariseren. In de vermelde periode werden 271 opvolgingsbezoeken afgelegd. Het overgrote deel van de opgestarte werfdossiers kan door middel van een regularisatie worden afgesloten. In drie gevallen werd een procesverbaal opgemaakt.
Naast de werfdossiers werden ook 993 administratieve dossiers opgestart. Deze dossiers zijn gebaseerd op de vaststelling van een administratieve overtreding tijdens het dagelijks nazicht van alle isolatieformulieren. Eerder opgestarte administratieve dossiers komen prioritair in aanmerking voor een later werfbezoek.
Het aantal inbreuken ligt opmerkelijk lager dan het aantal dat men op basis van de WTCB-studie zou verwachten. De werfcontroles die door de administratie worden uitgevoerd spitsen zich vooral toe op de individuele bouwelementen. De steekproeven van het WTCB werden genomen in de periode 1992-1997. Dit kan erop wijzen dat de isolatiereglementering de laatste jaren beter wordt nageleefd.
Als voorbereiding op het uitwerken van een nieuwe reglementering in het kader van het invoeren van een energieprestatienorm, loopt momenteel de beleidsondersteunende onderzoeksopdracht Epigoon, wat staat voor 'Energie-Prestatie In Gebouwen : Onderzoek van ervaringen en Ontwikkeling van voorstellen voor Normering in Vlaanderen'. Dit project staat onder toezicht van het WTCB. Het project loopt tot juni 2000. Van juli 2000 tot juli 2001 zullen op basis van het eindrapport en in nauw overleg met mensen uit de diverse betrokken beroepssectoren, de nodige uitvoeringsbesluiten worden opgesteld. De besluiten zullen 12 maanden na het verschijnen ervan in het Belgisch Staatsblad in werking treden. De EPN-verplichting zou dus in het najaar van 2002 van kracht gaan.
De huidige controle wordt momenteel door vier ambtenaren uitgevoerd. De betrokken administratie stelt voor om het aantal controleurs uit te breiden met 2 maal 2 statutaire ambtenaren van niveau A, met respectievelijk de competenties van architect en industrieel ingenieur bouwkunde. De opdracht van deze nieuwe ambtenaren zou tweeledig zijn. Enerzijds moeten de steekproefsgewijze controles worden uitgebreid. We streven hierbij naar 700 controles op jaarbasis, wat neerkomt op 2 percent van het aantal nieuwbouwwoningen. Anderzijds moeten ze de bevoegde gemeentelijke ambtenaren sensibiliseren over de problematiek. Deze gemeentelijke ambtenaren behandelen bouwaanvragen en staan dus in rechtstreeks contact met de bouwheer en de architect. Door regelmatige contacten met en het begeleiden van deze gemeentelijke ambtenaren kan aan bouwheren en architecten eerstelijnsinformatie worden verschaft over de financiële en milieuvoordelen van een goed geïsoleerde woning. Daartoe kunnen deze ambenaren beschikken over standaardbrieven en relevante documentatie voor aanvragers van een bouwvergunning. Bovendien kan men hen wijzen op regelmatig weerkerende fouten in de door de architecten bij de bouwaanvraag gevoegde isolatieformulieren. Door de responsabilisering van de gemeenteambtenaren kan de administratieve controle van de isolatieformulieren op termijn worden afgebouwd, waardoor meer tijd kan worden besteed aan steekproefsgewijze controles.
Dit is natuurlijk een zeer saai en technisch antwoord, maar het gaat over een zeer belangrijke materie, waarnaar ik reeds enkele malen verwees tijdens de bespreking van de beleidsnota Energie. Voor de komende periode zal het een uitdaging zijn daar echt werk van te maken. Het stoort me immers enigszins dat er alleen maar wordt gesproken over alternatieve energiewinning. De beste energie is echter deze die niet wordt verbruikt. Op dat vlak is er heel veel reductie mogelijk. Bij sommigen kan dit misschien overkomen als haarkloverij, maar ik ben ervan overtuigd dat dit niet zo is.
De voorzitter : De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het gaat inderdaad over een heel technisch en ingewikkeld kluwen, maar ik kan alleen de laatste woorden van de minister beamen. Het is een correct beleid om ervoor te kiezen de hoeveelheid energie zoveel mogelijk te reduceren, waardoor het aandeel van de duurzaam opgewekte energie gelijkwaardig zal toenemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.