Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Annick De Ridder, Dirk de Kort, Willem-Frederik Schiltz, Wouter Vanbesien en Güler Turan houdende de omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen tot een naamloze vennootschap van publiek recht.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Bastiaens, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik zal ook verslag uitbrengen namens de heer Landuyt, die eveneens als verslaggever werd aangeduid.
De commissie heeft het voorstel van decreet op 25 juni 2015 besproken. Mevrouw De Ridder heeft het voorstel van decreet toegelicht. Het Havendecreet biedt havenbedrijven de mogelijkheid binnen het bestaande wettelijke instrumentarium de gewenste rechtsvorm aan te nemen. Om het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen als naamloze vennootschap van publiek recht te laten optreden, moet een decretaal initiatief worden genomen. Dit is ook eerder gebeurd met de haven van Gent.
Door de omvorming naar een nv van publiek recht zal het havenbedrijf gemakkelijker in andere rechtspersonen kunnen participeren, zullen de principes van corporate governance, zoals de verhoogde inzet van onafhankelijke expertise, beter kunnen worden geïmplementeerd en zal de aantrekking van bijkomend kapitaal mogelijk worden.
De feitelijke omvorming komt er op initiatief van de gemeenteraad van Antwerpen, die tevens de eerste statuten van de nv zal vaststellen. Er wordt voorzien in een goedkeuringstoezicht door de Vlaamse Regering op de omvormingsbeslissing en op de eerste statuten. Verder blijven de bepalingen van het Havendecreet onverminderd van toepassing op de nieuwe organisatiestructuur. Dit moet de gelijke behandeling van de verschillende havenbedrijven garanderen.
Tijdens de bespreking heb ik gesteld dat het van belang is dat de omvorming verloopt volgens de procedure die eerder voor het havenbedrijf van Gent is gehanteerd. Om de lichtheid en de leesbaarheid van het Havendecreet te behouden, moeten we ons hieraan spiegelen. Hierbij zijn twee elementen van belang. Ten eerste moeten alle bepalingen van het Havendecreet van toepassing blijven. Ten tweede kan de corporate governance in de bestuurlijke organisatie van het havenbedrijf worden ingebracht. Het is hierbij belangrijk aandacht te hebben voor de democratische legitimiteit van de bestuursorganen van het havenbedrijf.
De heer Daniëls heeft gesteld dat het havenbedrijf een andere bestuursvorm zal aannemen die meer flexibiliteit garandeert. Dit is niet enkel voor de haven van Antwerpen een goede zaak, maar ook voor het Waasland, voor de tewerkstelling en, bij uitbreiding, voor heel Vlaanderen. Hij heeft benadrukt dat de haven van Antwerpen al lang actief is in Antwerpen en in het Waasland, waar de belangrijkste havenuitbreidingen zich bevinden en worden ontwikkeld. De omvorming naar een nv omvat de mogelijkheid onafhankelijke bestuurders aan te stellen en publieke participanten te betrekken. Dit is belangrijk voor het Waasland.
De heer De Meyer is blij met het enthousiasme van de heer Daniëls. Hij heeft gesteld dat de toekomst van de Antwerpse haven zich op de linkeroever en het verleden van de Antwerpse haven zich op rechteroever bevindt. Hij vindt het positief dat de haven van Antwerpen dezelfde bestuursvorm als de haven van Gent zal aannemen. Het belang van Linkeroever voor de haven is in de loop der jaren sterk toegenomen en zal in de toekomst verder blijven toenemen. De heer De Meyer heeft gewezen op de vele opofferingen die de voorbije jaren op Linkeroever zijn gedaan om de ontwikkeling mogelijk te maken. Hij vindt een structurele betrokkenheid van Linkeroever in de raad van bestuur van de nieuwe rechtsvorm dan ook essentieel.
De heer De Meyer is tevreden met het engagement dat met betrekking tot de democratische legitimiteit en de structurele vertegenwoordiging van beide oevers in de raad van bestuur is uitgesproken. Hij hoopt dat alle indieners van het voorstel van decreet dit engagement delen, maar dit hoeft in zijn ogen niet decretaal te worden vastgelegd.
De heer Rzoska heeft gesteld dat de oefening met betrekking tot de haven van Gent tijdens de voorgaande legislaturen al is gemaakt en mooie resultaten heeft opgeleverd. Dit geldt zeker voor de wijze waarop andere actoren bij het havenbeleid zijn betrokken. Hij ziet dan ook een opportuniteit om voor de haven van Antwerpen een gelijkaardig model te realiseren.
Mevrouw Turan vindt het eveneens een goed voorstel van decreet. Ze heeft verwezen naar het initiatief dat voor de haven van Gent is genomen. Ze heeft gesteld dat het gemeentelijk havenbestuur momenteel nog op basis van een proportionele vertegenwoordiging uit de gemeenteraad van Antwerpen is samengesteld. Die proportionaliteit moet blijven bestaan. De mogelijkheid onafhankelijke bestuurders aan te stellen, mag evenmin tot belangenvermenging leiden. Mevrouw De Ridder heeft uitdrukkelijk bevestigd dat het de bedoeling is de mogelijkheid te creëren andere publieke stakeholders bij het havenbedrijf te betrekken.
Het lijkt de heer Schiltz duidelijk dat het voorstel van decreet streeft naar een zinnige vertegenwoordiging in de raad van bestuur die alle relevante partijen bij elkaar brengt en bij het havenbedrijf betrekt. Het voorstel van decreet moet worden gelezen als een mogelijkheid het havenbedrijf, conform met wat eerder in Gent is gebeurd, tot een moderne havenstructuur te ontwikkelen.
Naar aanleiding van de herhaalde vraag van de heer De Meyer hebben de heer Rzoska, mevrouw Turan en ikzelf verhaald dat er een structurele betrokkenheid moet zijn. Mevrouw De Ridder is hierop ingegaan en heeft gesteld dat het Waasland bij de raad van bestuur zal worden betrokken.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik bedank mevrouw Bastiaens voor het heel volledige verslag, een verslag dat ook heel goed het verloop van de commissievergadering weergeeft en heel goed schetst waarover dit voorstel van decreet gaat.
Er waren in de commissie een paar vragen, voorafgaand aan de unanieme goedkeuring. Ik wil graag herbevestigen dat het wel degelijk de bedoeling is om het Waasland ook bij besprekingen over de nieuwe beheerstructuur van de haven van Antwerpen te betrekken. Er was één lid van de meerderheid dat daar expliciete engagementen over vroeg, alvorens hij zou kunnen instemmen met het voorstel van decreet.
Tijdens de bespreking van het voorstel werd daar verduidelijking bij gegeven, zoals ook is aangehaald door de verslaggever. Het was een verduidelijking door alle indieners van alle partijen. Ik ga ervan uit dat op die manier de zaak werd uitgeklaard en dat, zeker na deze duidelijke herbevestiging in de plenaire vergadering, iedereen dit breed gedragen voorstel over meerderheid en oppositie heen zal kunnen steunen.
Het is een belangrijke zaak dat de motor van onze Vlaamse economie op een nog meer performante en professionele manier zal kunnen functioneren en bestuurd worden in de toekomst. Voor alle overige dingen die nog moeten en kunnen worden geregeld, zullen uiteraard in nauw overleg met de collega’s gesprekken worden gevoerd.
Ik wil u alvast danken om uw vertrouwen en uw goedkeuring te willen geven aan dit voorstel van decreet.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, ik wil onderstrepen dat ik zeer verheugd ben dat dit voorstel kamerbreed gesteund wordt. Ik dank de collega’s van de oppositie voor de samenwerking. Het is zeer belangrijk dat we hiermee het krachtige signaal geven dat de haven van Antwerpen bereid is en klaargestoomd zal worden om verder te kunnen uitgroeien tot de internationale speler die ze verdient te zijn.
De heer de Kort heeft het woord.
Op mijn beurt wil ik de oproep doen om, zoals dat in het verleden is gebeurd met de totstandkoming van het Havendecreet, hier te laten zien dat we dit voorstel van decreet eenvormig kunnen goedkeuren. Het Havendecreet heeft er mee voor gezorgd dat onze havens hun bijdrage aan onze Vlaamse economie op een goede manier kunnen realiseren. Zoals dat voor de andere havens al mogelijk is, zetten we nu op eenzelfde manier een stap vooruit, van het autonome Gemeentelijk Havenbedrijf naar een naamloze vennootschap van publiek recht.
Wij onderschrijven en onderstrepen ook het belang van de Waaslandhaven. Bij de verdere uitbouw en de samenstelling van de raad van bestuur zullen op een passende manier de mensen die die regio mee vertegenwoordigen, daadwerkelijk worden opgenomen in de toekomstige beheersvorm van het Havenbedrijf.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik wil vooral ingaan op het laatste wat de heer De Kort heeft gezegd en wat ook mevrouw De Ridder heeft aangehaald, namelijk het betrekken van het Waasland. Het moet daarbij over meer gaan, collega’s, dan het spreekwoordelijke bord linzensoep voor het Waasland of een of meerdere Wase gemeenten. Iedereen is het erover eens dat de Waaslandhaven een heel belangrijke groeipool is gebleken, een bron van groei, economische ontwikkeling en tewerkstelling. Maar laat ons ook niet ontkennen dat die groei gepaard gaat met een aantal uitdagingen, bijvoorbeeld overlast op het gebied van mobiliteit en verkeersafwikkelingen.
Het lijkt ons essentieel om voor een democratisch draagvlak te zorgen voor iedere verdere ontwikkeling in die haven. Dat veronderstelt dat we wel degelijk de toetsing doen van een aantal randvoorwaarden. Dat veronderstelt inderdaad ook een structurele vertegenwoordiging van het Waasland. Dat veronderstelt ook dat we gaan onderzoeken hoe we de haven het meest duurzame ontwikkelingsperspectief bieden. Dat veronderstelt respect voor de voorwaarden die bij eerdere planinitiatieven zijn afgesproken of opgelegd, zowel op het gebied van natuurontwikkeling als op het gebied van mobiliteit.
Vandaag konden we de mening van Fernand Huts daarover lezen in de krant.
Het voorstel van decreet biedt daartoe de mogelijkheden en het voorbeeld van Gent toont aan dat het ook echt mogelijk is, maar ‘the proof of the pudding is in the eating’. Ik wil iedereen die er belang bij heeft, ertoe oproepen om die mogelijkheid ook effectief te benutten. We zullen echt nog wel een aantal andere initiatieven moeten nemen, zowel op institutioneel en financieel vlak, als op het vlak van duurzame ontwikkeling in de havens en in de Waaslandhaven in het bijzonder.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, er is al heel veel gezegd door de vorige sprekers. Voor alle duidelijkheid, wij hebben in de vorige legislatuur de omvorming van de haven van Gent tot een nv van publiek recht wel degelijk ook gesteund. We deden dat wegens de structurele betrokkenheid van een aantal omliggende gemeenten waar zich ook wat ontwikkeling voordoet. Die betrokkenheid heeft zich sindsdien ook verder ontwikkeld binnen de haven van Gent.
We zijn hoopvol. We merken dat het engagement van verschillende mensen er is. De betogen van de heer de Kort en mevrouw De Ridder zijn heel belangrijk. Het is ook voor ons absoluut de bedoeling om in dezen mee te gaan met het voorstel van decreet. We hebben het ook mee ondersteund. We hopen dat het op een kamerbrede meerderheid kan rekenen. Voor ons is de insteek heel duidelijk om alle actoren in het Waasland op een structurele manier te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de haven van Antwerpen. Het voorliggende voorstel van decreet biedt de opportuniteit om op een moderne manier en met een open vizier iedereen mee te krijgen in het verhaal. De engagementen die nu worden uitgesproken en die al eerder uitgesproken waren in de commissie, zijn een heel belangrijk statement.
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, er zijn tot nu al heel wijze woorden gesproken. Ik kan me niet herinneren dat er in dit parlement al zo veel engagementen zijn gegeven om verdere gesprekken te voeren om het Waasland te betrekken. In de commissie heeft de collega aangegeven dat hij geen decretale verankering vraagt.
Ik wil nog twee punten inbrengen. Dat dit decreet er komt, wil dat zeggen dat er iets verandert en dat er dus een opportuniteit is. Als het er niet zou zijn gekomen, dan bleef alles zoals het was, dat wil zeggen zonder mogelijkheid tot externe participaties, zonder mogelijkheid dat het Waasland kan worden betrokken in het bestuur. Dat vind ik een belangrijk aspect.
Dit is inderdaad de opening. Er wordt een structuur gecreëerd. Dit is uiteraard niet de hele oplossing voor alle mogelijke participaties en gevolgen voor het Waasland. De heren Van Malderen en Rzoska hebben erop gewezen dat er een mobiliteitsaspect aan verbonden is, dat er de kwestie is van de havenuitbreiding op Linkeroever, de kant van het Waasland, dat er de kosten en baten zijn, maar dat er uiteraard ook andere wetten zijn die dat regelen. We hebben een organisatie die zich daarvoor stevig inzet, de Maatschappij Linkerscheldeoever. Daarnaast is er voor alle onderhandelingen die in de toekomst zullen moeten worden gevoerd over de inname en het wijzigen van industriegrond in maritieme grond en in andere grond, de wet-Chabert. We mogen ons dus ook niet vergalopperen over wat dit voorstel van decreet mogelijk maakt.
Ik heb in elk geval genoteerd dat er hier engagementen zijn gegeven vanuit alle partijen. Ik denk dat ze de kamerbrede instemming voor de participatie alleen maar ondersteunen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het is duidelijk dat de inzichten kunnen rijpen. De tonaliteit van een aantal collega’s is genuanceerder geworden en wat mijn vragen betreft, positiever dan in de commissie.
Ik had een lang betoog voorbereid, maar ik leg dat eventjes terzijde. Ik wens enkele elementen te onderstrepen. In de commissie heb ik al gezegd dat de omvorming via dit voorstel van decreet tot een nv van publiek recht voor de haven, een goede zaak is. Ik wil er toch nog eens ten overvloede op wijzen dat het Waasland uitzonderlijk grote offers heeft gebracht voor de havenontwikkeling. Ik verwijs naar de duizenden hectare die er onteigend zijn voor havenontwikkeling en natuurcompensatie.
Collega’s, als men de recente geschiedenis van de mobiliteit in het Waasland bekijkt, is dit een processie van Echternach wat betreft de oplossingsgerichtheid. Ook hiervoor zal de overheid de komende jaren bijzondere aandacht moeten hebben, anders zullen een aantal infrastructuurwerken zinloos zijn. In de toekomst zal er een beheersovereenkomst moeten worden afgesloten voor Saeftinghedok. Ik zou het bijzonder appreciëren als men de startfase en het begin van de gesprekken daarrond meer participatief zou aanpakken dan dit het geval was voor dit voorstel van decreet.
Er is voor mij nog een onduidelijkheid. Men spreekt van structurele betrokkenheid van het Waasland bij het havenbestuur. Ik verwijs graag naar het decreet voor de haven van Gent. Van in het begin zijn de gemeenten Evergem en Zelzate betrokken, die voor de haven van Antwerpen een totaal andere betekenis hebben dan bijvoorbeeld de inbreng en de ruimtelijke inbreng van de gemeente Beveren. Voor mij is het duidelijk onvoldoende – en ik denk ook voor het Waasland – dat er één excuustruus in de raad van bestuur van Antwerpen komt. Dit is duidelijk niet een structurele betrokkenheid. Ik heb een engagement gehoord, maar als men mij hierover nog meer duidelijkheid kan geven, dan is het voor mij ook gemakkelijker om een stemhouding te bepalen.
Ik denk dat het participatief proces effectief al langere tijd aan de gang is. Wij hebben allemaal heel duidelijk aangetoond, ook tijdens de commissievergaderingen, dat we het belang van de Waaslandhaven onderschrijven. We vinden dat uiteraard ten aanzien van de gemeentebesturen en de inwoners zeker en vast van belang. Het is voor ons zo dat wij niemand willen beschouwen als een excuustruus, maar dat we een structurele vertegenwoordiging willen in de raad van bestuur. Op dit moment kunnen we nog niet helemaal zeggen hoe het er zal uitzien. Dat zal het voorwerp uitmaken van overleg en gedachtewisselingen. Collega, ik denk dat we er op een goede manier mee bezig zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2014-15, nr. 397/1)
– De artikelen 1 tot en met 9 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.