Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie en het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Caron heeft het woord.
Collega’s, we konden niet aanwezig zijn bij de bespreking van het ontwerp van decreet in de commissie. Ik zal dat eerlijkheidshalve toegeven. Over dit thema is er ook al een vraag om uitleg geweest in de commissie van Cultuur, vóór de bespreking van dit ontwerp van decreet. Ik wil het standpunt van de culturele en erfgoedsector hierover naar voren brengen.
Collega’s, vergis u niet. De Europese richtlijn Hergebruik Overheidsinformatie en de vertaling ervan naar het Vlaamse ontwerp van decreet gaat al lang niet meer over openheid van informatie – iets wat we allemaal delen – maar des te meer over het realiseren van economische groei, en over het vrijwaren van die groei voor de commercieel-private sector. De basisgedachte is zo neoliberaal als ze maar kan zijn. De aanzet van de gewijzigde richtlijn gaat eigenlijk, zeker in Europa, over vele miljoenen harde euro’s en niet over de correcte toegang tot informatie.
Met de Europese richtlijn wordt de erfgoedsector, die het in Europa sowieso al zeer moeilijk heeft, verplicht om gratis en voor niks al zijn content ter beschikking te stellen aan al wie daarom vraagt. De erfgoedsector doet dit met veel plezier wanneer het niet-commercieel gebruik betreft. Dat is sinds de vorige eeuw trouwens zijn corebusiness. Tot op heden konden ze nog publiek-private samenwerking en een soort van billijke vergoeding afdwingen bij commercieel hergebruik, bijvoorbeeld bij het gebruik van fotomateriaal uit archieven.
Minister, het nieuwe ontwerp van decreet maakt dat allemaal veel moeilijker, zo niet onmogelijk. En dat ondanks de uitzonderingsmaatregelen. Op verschillende platforms werd door vertegenwoordigers van de Europese Commissie, maar ook door de dossierbehandelaars bij de Vlaamse overheid, bijvoorbeeld op de Vlaamse Open Data Dag, aangegeven dat de uitzonderingen voor de erfgoedsector wel degelijk tijdelijk van aard zijn, tot een volgende herziening van de richtlijn over zowat zes jaar.
De uitzonderingen worden bovendien zodanig geïnterpreteerd dat ze voor de cultureel-erfgoedsector een maat voor niets zijn en wel degelijk voor een pak bijkomende administratieve lasten zullen zorgen. Als er iets is waarvoor dit parlement en de Vlaamse Regering allergisch zijn, zijn het wel nieuwe administratieve lasten.
De keuze voor musea, bibliotheken en archieven is daarenboven zeer arbitrair gebeurd. De publieke omroepen die in Vlaanderen technisch het meest klaar zijn voor deze richtlijn – kijk bijvoorbeeld naar het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA) – werden buiten gehouden. Toen daarover op een Europese ontmoeting in Leuven gesproken werd met een medewerker van de Europese Commissie, was het antwoord zeer duidelijk: de sector had beter gelobbyd.
Nee, collega’s, de cultuursector en vooral de erfgoedsector zit niet met een kramp, maar is wel gefrustreerd. Er is in Vlaanderen nooit een beleid gevoerd rond digitalisering. Het deel dat nu naar VIAA gaat, minister, is een fractie van de nodige middelen. Dat weet u zeer goed. Het is al een fikse inlevering ten opzichte van de voorbije jaren. Maar de sector wordt wel permanent verplicht om met de schaarse middelen ook nog eens boven zijn gewicht te boksen. En hier over alternatieve financiering spreken is erg moeilijk als je met een decreet zit dat onmiddellijk een pak nieuwe technologische opportuniteiten afblokt wegens commerciële belangen.
Sorry, maar heel veel mensen uit de politiek en ook uit dit halfrond hebben niet het juiste idee van hoe groot de achterstand is en hoe groot de technische uitdagingen zijn waarmee bijvoorbeeld de hele museumsector wordt geconfronteerd. Nu worden ook nog belangrijke alternatieve financieringsbronnen, zoals het verkopen van informatie voor commerciële doeleinden, gewillig weggeknipt, nog voor ze geworven kunnen worden.
Alle lasten, zoals digitalisering, technische ingrepen, administratieve verplichtingen en maximale beschikbaarheid zijn voor de publieke sector. Alle lusten, de winst, voor de private sector.
De heer De Loor heeft het woord.
Verdergaand op de toelichting en de opmerkingen van de heer Caron wil ik erop wijzen – ik heb dat trouwens ook gedaan in de commissie – dat ook de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken (VLABEST) in het advies dat hij heeft uitgebracht, stelt dat het regelgevend kader inzake alle aspecten van overheidsinformatie versnipperd blijft. Ik vind dat niet onbelangrijk. Bij de toelichting die werd gegeven over dit ontwerp van decreet, werd er met geen woord gerept over het advies dat op eigen initiatief werd gegeven door de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC). Daarbij werd onder andere gevreesd voor een toename van de administratieve en personele lasten. Ik vind het niet meer dan logisch dat er een antwoord zou worden gegeven op de bekommernissen van de culturele sector. Wij zijn op onze honger blijven zitten.
Minister Homans heeft het woord.
We hebben dit debat inderdaad al gevoerd in de commissie. Dat de culturele sector in zijn algemeenheid niet echt tevreden is dat ze ook onder dit decreet vallen, klopt. Maar we zijn toch ook een klein beetje tegemoetgekomen aan hun terechte verzuchtingen. We hebben bijvoorbeeld gezegd dat ze autonoom kunnen beslissen. U kunt van neen schudden, maar ik vind het toch belangrijk dat zij, in tegenstelling tot andere organisaties, wel autonoom kunnen beslissen om al dan niet informatie vrij te geven. Zij kunnen ook afwijken van de tarieven. Zij moeten dus niet de marginale tarieven die nu in het decreet zijn bepaald, toepassen op onder andere de zaken die te maken hebben met het intellectuele-eigendomsrecht. Ik denk dat het voor de culturele sector toch al een zeer grote tegemoetkoming is in dit decreet.
Voorzitter, ik sluit af. Dit is eigenlijk een omzetting van een Europese richtlijn. Ik denk dat Vlaanderen de Europese richtlijnen nauwgezet moet naleven.
Minister, ik dank u. Het is goed dat u zegt u ‘een klein beetje’ bent tegemoetgekomen. Ik citeer u. U bent vandaag wel eerlijk, dat mag worden gezegd. (Opmerkingen)
Maar neen, het is een grapje.
Minister, ik wil nog iets zeggen over intellectuele eigendom. Zoals u weet, zijn nagenoeg alle collecties in de erfgoedsector vrij van intellectuele rechten, omdat ze tot een publiek domein horen gezien de datum waarop ze geproduceerd zijn, en dus niet meer onder elke vorm van auteursrecht beschermd zijn.
Alleen de eigendomstitel speelt hier nog. In die zin zullen ze maar zelden of nooit ontsnappen aan de regels van dit ontwerp van decreet. Naast wat de Strategische Adviesraad Cultuur op eigen initiatief heeft geschreven, zijn er ook drie Europese studies die u wellicht kent, zowel van de Europese Commissie die zelf kritisch is over het eigen ontwerp en de gevaren ervan schetst als van de Europese koepel in de erfgoedwereld die zelf voor die gevaren waarschuwt.
Het is juist dat we de Europese richtlijnen moeten volgen, maar u weet evengoed als ik dat we uitzonderingen kunnen bepalen als we die goed motiveren. Ik denk dat u hier een kans hebt laten liggen om die sector te beschermen. Iedereen heeft altijd de mond vol van alternatieve financiering in de cultuursector. Hier is er een mogelijkheid om alternatieve inkomsten te verwerven – en ik kijk naar de heer de Gucht die daar heel erg door geïntrigeerd is – maar die wordt niet benut. Dat is jammer.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2014-15, nr. 340/1)
– De artikelen 1 tot en met 16 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet.
Stemming nr. 1
Het resultaat wat betreft de gemeenschapsaangelegenheden is als volgt:
93 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
70 leden hebben ja geantwoord;
9 leden hebben neen geantwoord;
14 leden hebben zich onthouden.
Het resultaat wat betreft de gewestaangelegenheden is als volgt:
89 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
68 leden hebben ja geantwoord;
8 leden hebben neen geantwoord;
13 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet aan. Het zal aan de Vlaamse Regering ter bekrachtiging worden overgezonden.