Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, ik begin met een gezegde. Melk, dat is goed voor elk. Dat blijkt echter niet te gelden voor iedereen en zeker niet voor onze melkveehouders. Blijkbaar zullen zij worden geconfronteerd met een superheffing van ongeveer 25 miljoen euro.
De mensen die het landbouwbeleid van nabij volgen, weten dat de Europese Commissie de melkquota vanaf 1 april 2015 afschaft. Dat betekent dat de melkveehouders vrij zullen mogen beslissen over het aantal liters melk dat ze produceren.
Europa zal streng blijven toekijken op onze melkveehouders. Per 100 liter die de melkveehouders extra produceren, zullen zij worden beboet met een heffing van 29 euro. Minister, er zijn bepaalde alternatieven, maar die zullen niet altijd opgaan. Zo zou men de melk kunnen gebruiken als alternatief voor het poeder dat wordt gemengd met water om de kalveren te voeden. Sommige melkveehouders die beslissen om toch te produceren, kunnen dat niet financieren via de banken. Die zullen niet meestappen in dat verhaal.
Het is zo dat de melkveehouders zich willen voorbereiden tegen 1 april om met deze nieuwe situatie aan de slag te gaan.
Minister, ik begrijp dat u niet in alle situaties een even grote impact hebt op het beleid van Europa. Toch wil ik u vragen wat u kunt doen om de factuur draaglijk te houden.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Een melkjaar loopt tot april. We weten momenteel dus nog niet of die heffing er wel zal zijn. Wij volgen de situatie wel op de voet en op dit moment zien we dat er een overschrijding is van 3 à 4 procent. Volgens de prognoses is de kans zeer reëel dat we na april te maken zullen hebben met een superheffing. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet over een boete. Dat wordt vaak verkeerd voorgesteld. Onlangs nog werd die term helemaal verkeerd gehanteerd.
Een landbouwer kan perfect zelf beslissen om boven dat quotum te gaan en die heffing te betalen. Dat is wettelijk toegestaan en zit zo in het systeem. In de ons omringende landen is er de voorbije jaren ook telkens een superheffing betaald. Elke landbouwer kiest zelf of hij of zij doorgaat en meer produceert dan het quotum dat hem of haar is toegekend.
De overheid geeft maandelijks een update. Iedereen kent dus de stand van zaken. Elke individuele landbouwer weet of hij of zij boven het quotum zal zitten en kan kiezen om dat al dan niet te overschrijden.
Van de producenten die nu al boven het quotum zitten, wordt nu al melkgeld afgehouden. Zo vermijden we dat zij na april plots worden geconfronteerd met grote bedragen die zij moeten betalen voor die superheffing. Dat is wat wij kunnen doen. Deze Europese regelgeving stopt vanaf april. En het klopt dat de sector nu al begint te anticiperen op de nieuwe regelgeving, waarin het quotum wordt afgeschaft en er een grotere vrijheid zal zijn om melk te produceren.
Wij zorgen voor een gerichte communicatie zodat iedereen goed weet wat de situatie is. Via het inhouden van het melkgeld kunnen wij anticiperen op die situatie. Er zijn ook alternatieven, waarvan u er een aantal hebt genoemd. Ook daar wordt over gecommuniceerd zodat elke producent zelf de keuze heeft om al dan niet meer te produceren en dus al dan niet die superheffing te betalen.
Het is inderdaad geen boete maar het gaat toch over een bepaald inkomen dat zij niet krijgen. Met het zicht op het afschaffen van de melkquota en in het kader van de instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) staan heel wat bedrijven klaar om investeringen te doen. Het is belangrijk om die bedrijven verantwoord te doen omgaan met hun investeringen. Als we kijken op de zuivelbarometer, dan stellen we vast dat 2014 een goed jaar was. We hebben ook goede vooruitzichten met nieuwe afzetmarkten, met name in China.
Wat de IHD’s en PAS betreft, zullen we moeten zorgen voor een goede begeleiding om daar in de juiste maatregelen te voorzien.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, het is een erg technische aangelegenheid en heeft op zich niets te maken met IHD en PAS. Het heeft ook niets te maken met investeringen van landbouwers. Het is een kwestie die ook is besproken naar aanleiding van een vraag om uitleg van de heer De Meyer op 7 januari, aangevuld door een opmerking van de heer De Croo.
De sector is goed op de hoogte van de situatie. De informatieverstrekking werkt al, want in januari is de productie met 5 procent gedaald ten opzichte van de productie in januari vorig jaar. Niettegenstaande blijven we een voorsprong hebben op het normale ritme die men zou kunnen melken om het quotum niet te overschrijden.
Uw voorganger heeft destijds met Europa contact opgenomen om via de vetcorrectie een aanpassing te doen waardoor er binnen het melkquotum meer liters konden worden geleverd. Daar is in Europa echter geen meerderheid voor gevonden. Een aantal melkerijen zoekt naar systemen om te leveren net voor 1 april zodat er zo veel mogelijk melk kan worden overgedragen na 1 april, uiteraard rekening houdend met de voedselveiligheid. Het zou misschien aangewezen zijn dat u alle melkerijen vraagt om iets dergelijks op te zetten.
De heer Caron heeft het woord.
Wat nu gebeurt, is dat de markt helemaal vrij wordt. De sector anticipeert door de productie eerst te verhogen in de hoop dat op het moment dat de quota worden afgeschaft op 1 april, er meer melk kan worden afgezet. De vraag is of het zinvol is om dat te stimuleren. Is het niet beter om te anticiperen op de ontwikkeling door te pleiten voor voorzichtigheid ter zake? Ik ben met velen ongerust dat als de markt vrijkomt, er ofwel overproductie komt – wie wat ouder is, herinnert zich de discussie over de boterbergen – ofwel dat de prijs instort. Dat is voor de betrokken landbouwers niet goed. Zijn er scenario’s gemaakt over de gevolgen voor de landbouwers van het afschaffen van de melkquota?
De heer Sintobin heeft het woord.
Dit is de individuele keuze van de veehouder, maar we moeten ook nadenken over wat er gebeurt na 1 april als het quotum vervalt. Eurocommissaris Hogan heeft gezegd dat als het loslaten van het quotum leidt tot een crisis in de melkveehouderij, er 425 miljoen euro ter beschikking is om een aantal maatregelen te nemen, zoals melk uit de markt nemen en export stimuleren. Welke maatregelen op Europees niveau heeft de eurocommissaris effectief aangekondigd als het loslaten van het quotum tot problemen leidt?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, de superheffing is al een tijdje bezig. Het is geen verrassing dat we ermee te maken hebben. Met het afschaffen van de melkquota moeten we dringend kijken naar de toekomst. Alles wijst erop dat Vlaanderen een sterke melk- en zuivelregio kan worden. Onze melk- en zuivelindustrie gelooft daar ook in en investeert niet alleen in capaciteitsuitbreiding maar ook in zuivelproducten die meer toegevoegde waarde hebben. Kijk maar naar de nieuwe meer renderende melkpoedertorens die worden gebouwd. De capaciteit wordt dus opgedreven. Dat is een positieve evolutie, gezien de toenemende vraag naar melk en melkpoeder in de hoop dat China nooit de deur zal dichtgooien omwille van sanitaire redenen. We moeten waakzaam blijven voor het scenario van overproductie en overinvesteringen. Het wordt belangrijk dat we onze bedrijven weerbaar maken voor de wereldmarkt zodat ze daar goed op kunnen inspelen. In welke mate houdt u rekening met risicomanagement voor de bedrijven?
Vorig jaar, in dezelfde periode, in januari, was er ook een overschot van 3 à 4 procent. Men heeft toen zeer gericht gecommuniceerd en de superheffing werd vermeden. We weten nog niet zeker of ze er nu komt, de voorspellingen luiden dat de producenten de heffing zullen moeten betalen.
Dat illustreert de woorden van de heer Dochy: doordat we maandelijks goed rapporteren, houden we nu al wat melkgeld opzij. Daarmee kunnen we de producenten waarschuwen: pas op, de heffing komt eraan en ze kan doorwegen. Dat werkt om die superheffing naar beneden te halen. Dat is belangrijk.
De volledige zuivel- en melksector is een grote Vlaamse exporteur, niet alleen de rechtstreekse producenten maar ook de toeleveranciers en onze agrovoeding, de verwerking van die zuivel.
Er worden prognoses gemaakt. Wat na april? Wat als het quotum wordt opgeheven? Er zijn verschillende scenario’s. De meeste voorspellingen zeggen dat de prijzen zullen dalen op relatief korte termijn. Nadien zal er weer een stijging komen en er zullen heel wat groeikansen zijn. Wereldwijd zal de vraag naar zuivel enorm toenemen, alleen al door de toename van de wereldbevolking, maar ook door de nieuwe markten zoals Azië. Men voorspelt een groei van 36 procent. Onze producenten moeten daar kunnen op inspelen. We moeten die markten ten volle verkennen. We doen dat via VLAM en F.I.T.
We moeten die bedrijven goed begeleiden bij hun investeringen en uitbreidingen. Dat staat uitdrukkelijk in de beleidsnota. We gaan het risicomanagement goed begeleiden en volop inzetten op de investeringen. Er zijn heel veel informatievergaderingen voor de sector om hen te leren omgaan met die nieuwe situatie.
Het klopt dat Europa de gevolgen van de afschaffing van de melkquota in het oog houdt. Men is vrijer om te produceren. De markt wordt vrij. Er zitten ook valkuilen in. Het is goed dat Europa en de commissaris gezegd hebben dat ze dat nauwgezet gaan opvolgen. Ze zullen van maand tot maand bekijken wat het effect is op de sector. Men is nog niet vooruitgelopen op die maatregelen. Er is een hele reeks. De commissaris heeft al aangekondigd dat hij maatregelen zal nemen en die kunnen we dan alleen maar toejuichen.
We hebben het grote voordeel van een degelijke zuivel- en melkmonitoring. We zijn heel transparant, we hebben alles mooi in kaart. Zo kunnen we alles goed verdedigen. Als er een probleem opduikt, kunnen we een beroep doen op de steunmaatregelen van Europa.
Mijnheer Dochy, het heeft wel degelijk – rechtstreeks en onrechtstreeks – iets te maken met de IHD’s. Als de melkquota worden afgeschaft, en de melkveehouderijen gaan grotere investeringen doen. Dat heeft een effect op de kleur die ze krijgen: rood of oranje. Ik doe nog eens een oproep voor een goede begeleiding en communicatie, zoals u aanhaalt, zodat de bedrijven op een verantwoorde manier kunnen investeren en de productie kunnen handhaven en andere markten kunnen aansnijden.
Tot slot, koeien eten graag zure appels. Ik hoop dat de landbouwers in kwestie de zure appel niet moeten opeten.
De actuele vraag is afgehandeld.