Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, op 26 december jongstleden is op 92-jarige leeftijd gewezen premier van België en minister van staat Leo Tindemans overleden. Hij was lid van dit parlement van 1971 tot 1989 voor de CVP-fractie.
In de loop van een indrukwekkende loopbaan, bekleedde hij de hoogste functies in de Belgische zowel als in de Europese politiek.
Leo Tindemans werd op 16 april 1922 geboren te Zwijndrecht. Hij studeerde handels- en consulaire wetenschappen aan de Sint-Ignatius Handelshogeschool te Antwerpen en Economische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Gent. In 1967 behaalde hij ook nog een diploma van licentiaat in de politieke en sociale wetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Leuven.
Na zijn legerdienst en een korte passage als onder meer redacteur bij Gazet van Antwerpen, was hij werkzaam als ambtenaar op de dienst Handelsakkoorden van het ministerie van Landbouw.
Met zijn aanstelling in 1958 als nationaal secretaris van de CVP-PSC en zijn deelname aan het comité Jean Monnet nam zijn politieke loopbaan een definitieve start. Hij was toen al enkele jaren actief als secretaris op de studiedienst van de CVP-PSC en sinds 1952 ook lid van het CVP-partijbureau.
In 1961 volgde hij Frans Van Cauwelaert op in de Kamer. Hij specialiseerde zich in Buitenlandse Zaken en was lokaal actief als burgemeester van Edegem.
1968 bracht een keerpunt, toen hij in juni van dat jaar toetrad tot de regering Eyskens-Merlot en als minister langs Vlaamse zijde belast werd met Communautaire Betrekkingen. Vanuit die functie en in de drie daarop volgende jaren bereidde hij de allereerste staatshervorming voor en legde hij mee de grondwettelijke basis voor de verwezenlijking van onze culturele autonomie.
Deze autonomie zag hij zelf als een nieuwe uitdaging, een uitdaging die de Vlamingen moest doen nadenken over het volk dat ze wilden zijn.
Tussen 1972 en 1974 was hij minister van Landbouw en Middenstand, vice-eersteminister en minister van Begroting. Hij was van 1974 tot 1978 premier en het gezicht van politiek België.
Zijn regering voerde de voorlopige gewestvorming in, maar struikelde uiteindelijk over het Egmontpact, dat de tweede staatshervorming definitief vorm moest geven.
Hij werd CVP-voorzitter in 1979 en in 1981 minister van Buitenlandse Betrekkingen, wat hij acht jaar lang zou blijven.
Hij genoot internationaal aanzien en was midden de jaren 70 auteur van een visionair rapport over de totstandkoming van een economische unie en de invoering van een Europese munt.
Op Europees niveau oefende hij diverse functies uit, waaronder deze van secretaris-generaal van de Europese Unie van Christendemocraten en voorzitter van de Europese Volkspartij.
Leo Tindemans was buitengewoon hoogleraar aan de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit van Leuven en doctor honoris causa van verschillende universiteiten in het buitenland.
Politiek zag hij als een van de mooiste uitdagingen in een mensenleven. Politiek was voor hem gestalte geven aan de maatschappij en ideeën verwezenlijken.
In 1999 zette hij een punt achter een ontzagwekkende carrière maar bleef hij, als éminence grise van de politiek, een geëngageerd toeschouwer en een bezield schrijver.
Dames en heren, in naam van deze plenaire vergadering betuig ik mijn oprechte deelneming aan zijn familie en nabestaanden. We zijn Leo Tindemans dankbaar voor wie hij was en wat hij heeft betekend voor onze samenleving, voor België en voor Europa.
Dames en heren, op 27 december jongstleden is op 94-jarige leeftijd Minister van Staat en voormalig liberaal minister in de Vlaamse Executieve Karel Poma overleden. Hij was van 1971 tot 1985 lid van dit parlement, waarvan vier jaar als PVV-fractieleider, van 1977 tot 1981.
Karel Poma werd geboren op 14 maart 1920 en groeide op in Wilrijk, waar zijn vader van 1953 tot 1958 burgemeester was.
Tijdens de bezetting studeerde hij scheikunde aan de Rijksuniversiteit van Gent. Hij was lid van het antifascistisch Liberaal Vlaams Studentenverbond en nam deel aan het verzet. Zijn herinneringen aan die periode stelde hij in 2010 nog te boek.
Na de oorlog promoveerde hij in 1946 tot doctor in de Wetenschappen en behaalde hij datzelfde jaar een diploma in de bacteriologie. Hij ging werken voor de Intercommunale Antwerpse Waterwerken en bracht het tot hoofd van de laboratoria.
Zijn politieke loopbaan startte in 1965 toen hij op verzoek van Frans Grootjans de strijd aanbond om het kiesarrondissement Antwerpen. Hij kwam in het parlement als provinciaal senator, werd in 1968 gecoöpteerd, maakte in 1971 de overstap naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers en wijdde zich vanaf dan volledig aan de politiek. In die periode bereidde hij ook als voorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond de oprichting voor van een onafhankelijke Vlaamse liberale partij.
In 1974 en volkomen in de lijn van zijn activiteiten als scheikundige en als parlementslid, werd hij benoemd tot staatssecretaris voor het Leefmilieu. In deze functie was hij de eerste in België en meteen ook een aanhouder. Tijdens voordrachten, debatavonden, bezoeken aan bedreigde gebieden en met allerlei publicaties bleef hij doorhameren en vechten voor een proper leefmilieu, tegen misbreuken en tegen onbegrip. Hij droeg zonder meer bij tot een politieke bewustwording omtrent leefmilieu en onder zijn impuls kwamen meer kredieten vrij voor de bestrijding van de verontreiniging en de aankoop van groengebieden.
Na afloop van zijn uitvoerend mandaat in 1977 was hij vier jaar lang de voorman van de liberale fractie in de Cultuurraad en vervolgens in de Vlaamse Raad. Als gemeenteraadslid in Wilrijk was hij ook lokaal actief.
1981 bracht de bekroning op zijn politieke loopbaan. Op 22 december van dat jaar legde hij de eed af als vicevoorzitter en minister van Cultuur in de Vlaamse Executieve. Als eerste vrijzinnige op die post verplaatste hij de klemtonen. Hij reorganiseerde het systeem van de betoelaging, schiep ruimte voor het privé-initiatief en zette het mediabeleid op nieuwe wegen. Onder zijn beleid werd het radiomonopolie van de openbare omroep doorbroken en konden de vrije radio’s voor het eerst legaal uitzenden. Hij werkte aan de verfraaiing van ons patrimonium, de professionalisering van de Vlaamse film en de totstandkoming van onder meer het Museum van Hedendaagse Kunst in Antwerpen. Het zijn maar enkele van zijn vele verwezenlijkingen.
In 1985 verliet hij de actieve politiek, maar bleef hij zich verder onvermoeid inzetten voor een humanistisch en sociaal geïnspireerd liberalisme. Wegens zijn verdiensten verkreeg hij in 2005 de titel van baron en nog in 2014 verscheen van zijn hand ‘De verlichting belicht’.
Over zijn bijdrage aan de politiek bleef hij zelf bescheiden en drukte hij zich uit in de woorden van Henriette Roland Holst: “Zijn we niet de bouwers van de tempel geweest, dan wel de sjouwers van de stenen.”
Dames en heren, we zijn Karel Poma dankbaar voor wie hij was en wat hij heeft betekend voor Vlaanderen.
Namens u allen betuig ik aan de familie van de overledene mijn oprechte deelneming.
Collega’s, dames en heren, vandaag vond een gruwelijke aanslag plaats in het gebouw van het tijdschrift Charlie Hebdo, in de Franse hoofdstad Parijs. Daarbij vielen twaalf doden en tien gewonden. Onze gedachten gaan allereerst uit naar iedereen die door deze verschrikkelijke gebeurtenis is getroffen.
Het is een laffe en afschuwelijke terreurdaad tegen de vrijheid van meningsuiting. Terrorisme in al zijn vormen en uitingen kunnen we nooit tolereren of rechtvaardigen. De vrijheid van meningsuiting moet beschermd worden als een van onze waardevolste fundamentele rechten. Een citaat van Voltaire stelt dit klaar en duidelijk: “Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu’au bout pour que vous puissiez le dire.”
In dit kader keurde het Vlaams Parlement op 8 februari 2006, naar aanleiding van het protest van moslims die zich hevig gekrenkt voelden door een aantal spotprenten in een Deense krant met afbeeldingen van de profeet Mohammed, unaniem een resolutie goed betreffende het bevestigen van het recht op vrije meningsuiting en respect en tolerantie voor de individuele geloofs- en/of filosofische overtuiging. Daarin bevestigde het Vlaams Parlement de vrije meningsuiting als fundamenteel mensenrecht in onze westerse samenleving en veroordeelde het elke vorm van geweld, maar ook elk politiek misbruik van godsdienst door extreme politieke strekkingen.
In het verlengde van deze resolutie veroordeelt het Vlaams Parlement opnieuw het geweld van vandaag tegen een van de fundamenten van onze democratie.
Mag ik u vragen om uit respect voor onze gewezen collega’s Leo Tindemans en Karel Poma en voor de overledenen van de aanslag in Parijs een moment van stilte in acht te nemen?
– De Vlaamse volksvertegenwoordigers nemen enkele ogenblikken stilte in acht.