Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik vermoed dat u het hebt opgemerkt: sinds vorige week is er een federaal regeerakkoord. Mijn vraag ligt voor de hand: wat is de budgettaire impact van dat akkoord? Ik begrijp dat niet alle details, en dan vooral van de impact voor de Vlaamse begroting van 2015 in het bijzonder, al zijn gekend. Maar toch: wat is de impact van maatregelen zoals de indexsprong of de lastenverlagingen in de personenbelasting?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, collega's, het federale regeerakkoord zal inderdaad een impact op de begroting van Vlaanderen hebben. Er zijn directe en indirecte gevolgen. Twee directe gevolgen hebt u vermeld. Vooreerst is er de indexsprong, die normaal gezien in 2015 zal gebeuren en waarvoor ook geld in de begroting is opzijgezet. Wij hebben in die provisie van 200 miljoen euro voorzien omdat wij zeer behoudsgezind met de begroting omspringen. Die federale beslissing zou dus een positief gevolg kunnen hebben. Voorts is er de hervorming van de personenbelasting, wat ons Vlaams geld zal kosten. Beide beslissingen zullen voor de grootste financiële gevolgen zorgen.
Er zijn ook indirecte gevolgen. Zo zal de indexsprong zorgen voor extra budgettaire ruimte voor de gemeenten. U weet dat de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenten aan Europa als Entiteit 2 moeten rapporteren, wat ons dus ademruimte zal opleveren.
Ook kleinere zaken kunnen een effect hebben. Zo kunnen de accijnzen op brandstoffen de werkingsmiddelen van de Vlaamse overheid vergroten. Als ik met de cijfers waarover we vandaag beschikken – want we wachten op een aantal laatste verfijningen aan het federale regeerakkoord – naar de begrotingscontrole kijk, zal het effect voor de begrotingscontrole eerder positief zijn. Als je het bekijkt over een periode van vijf jaar, over de legislatuur, zal het niet noodzakelijk op elk moment effectief positief zijn. Het is nog wachten op de echte details, maar de indexsprong werkt positief en de belastingen zullen een negatief effect hebben. In het eerste jaar, 2015, zal het positieve effect groter zijn dan het negatieve. Tegen het einde van de legislatuur zou dit weleens een totaal andere verhouding kunnen hebben.
Minister, ik begrijp dat u in essentie nog wacht op de verdere details en de federale wetten die het zullen uitmaken. Nu, voorzichtigheid is de eerste kwaliteit van een minister van Begroting. Op dat vlak heb ik dus geen enkele kritiek – ik zou niet durven. Ik denk dat het interessant zal zijn om de komende maanden na te gaan in welke departementen die impact zich zal realiseren. Dan kunnen we het debat openen over wat we kunnen doen met de middelen die op korte termijn mogelijk vrijkomen, maar volgens uw inschatting op lange termijn niet meer zo significant zullen zijn.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, we weten natuurlijk al langer dat die verschillende begrotingen wel degelijk een effect hebben op elkaar. Ik denk dat het zeer goed is te vragen naar de definitieve uitkomst voor de Vlaamse begroting. We beschikken nog niet over alle cijfers en gegevens. Ik stel voor dat we in het kader van de begrotingsbesprekingen daarvan een overzicht kunnen krijgen. (Minister Annemie Turtelboom knikt instemmend)
Er zullen ook effecten zijn voor de lokale besturen. Het lijkt mij interessant om tijdens die begrotingsbesprekingen ook na te gaan wat de effecten zullen zijn voor de lokale besturen waarvan wij de voogdijoverheid zijn.
De heer Somers heeft het woord.
Minister, op dit moment worden inderdaad ook de lokale begrotingen opgesteld met hun meerjarenplanning. Er zijn inderdaad belangrijke maatregelen die effect ressorteren. Ik heb dat berekend voor mijn eigen stad: een verlaging van de RSZ van 1,2 miljoen euro, een indexsprong van 1 miljoen euro, alleen voor de stad sensu stricto.
Steden en gemeenten zitten met vragen. Zij hebben het moeilijk om hun budgetten mooi rond te krijgen. Het is dus heel belangrijk dat er eens een overleg komt met de federale overheid om zo snel mogelijk duidelijkheid te creëren voor onze lokale besturen over de impact en hoeverre we daarmee rekening moeten houden bij de opmaak van onze meerjarenplanningen.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister Turtelboom, u bevestigt hier dat er een positief effect is voor 2015 en waarschijnlijk ook voor de volgende jaren. Dat betekent ook dat de meerderheid wel een keuze heeft – want dat is nog niet ingecalculeerd bij de begrotingsopmaak – en dat de verantwoording die nu steeds werd gebruikt voor jullie begroting – namelijk dat er geen andere keuze is – voor dit deel dus niet meer geldt.
Wij hebben wel een keuzemogelijkheid. Ik neem dan ook de uitdaging van de heer Diependaele aan om daarover te spreken tijdens de begrotingsbesprekingen. We kunnen gebruikmaken van dat positief effect om keuzes te maken, bijvoorbeeld het in vraag stellen van de vooropgestelde besparingen in onderwijs om zo het ontslag van 1500 leerkrachten te vermijden. Die keuzes kunnen worden gemaakt en kunnen dus positief worden bediscussieerd bij de begrotingsbesprekingen. Ik hoop dat de mantra ‘we hebben geen keuze’ dan vervalt.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het voordeel van regeringen die zowel op het Vlaamse als het federale niveau uit dezelfde partijen bestaan, is dat je een optelsom kunt maken van de factuur die uiteindelijk door die partij naar de gezinnen wordt doorgeschoven. Als je bij de Vlaamse maatregelen – minder kindergeld, duurder onderwijs – ook nog eens de federaal besliste indexsprong en de verhoging van accijnzen op brandstof telt, wordt die factuur wel zeer hoog, en dan stelt u ook de verkeerde vraag, mijnheer Van Rompuy. De vraag is niet wat de impact van het federale regeerakkoord op de Vlaamse begroting is, maar wat de impact van beide regeerakkoorden op de portefeuille van de Vlaming is. En die is, als je alles in rekening brengt, wel zeer negatief.
Het is een bijzonder goede suggestie dit tijdens de begrotingsbesprekingen in detail te berekenen. Ik kan hier wel het bedrag van 200 miljoen euro vermelden. De begroting voorziet hierin voor in het geval er een indexsprong zou komen. Ik neem dit bedrag gewoon over omdat het zo in de begroting staat. Alle andere elementen zijn berekend. We wachten echter nog op de definitieve beslissingen en de timing van de Federale Regering. Het tijdstip waarop een beslissing wordt uitgevoerd, begin 2015, eind 2015 of pas in 2016, heeft natuurlijk een groot effect.
Bij de eerste begrotingscontrole zal het effect veeleer positief zijn. Dit staat natuurlijk los van de economische groei. Naar het einde van de legislatuur zou het effect negatief kunnen zijn. Dan zou het de Vlaamse begroting iets kunnen kosten. Het is echter nog te vroeg om daarop vooruit te lopen.
Hoewel ik blijkbaar de verkeerde vragen stel, stel ik een en ander vast. Indien de economie zou standhouden, zou er op korte termijn een zekere ruimte kunnen ontstaan. We zullen in de commissie een zeer interessant debat voeren over de wijze waarop we dit geld al dan niet kunnen aanwenden. Ik hoop dat de federale wetten snel genoeg zullen komen om ons duidelijkheid te verschaffen over wat exact zal gebeuren en wat niet zal gebeuren.
De actuele vraag is afgehandeld.