Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, miljoenen euro’s en duizenden studies, wetsvoorstellen en artikelen verder wil de Vlaming niet luisteren. Het gaat slecht met de inburgering van de autochtonen. Het gaat dramatisch slecht met de integratie van de Vlaming in de multiculturele samenleving. De Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2013 bewijst het.
De helft van de Vlamingen houdt niet van migranten. 40 procent vindt moslims een bedreiging van onze cultuur. 45 procent wil niet naast mensen van allochtone herkomst wonen. 47 procent vindt dat migranten enkel van onze sociale zekerheid profiteren. Ondanks alle multiculindoctrinatie blijft de Vlaming immigratie-, multicul- en islamkritisch. Daar ben ik blij om. Ik ben wellicht een van de weinigen in dit land die daar blij mee is, samen met meer dan de helft van de Vlamingen, wat me verheugt. Dat is altijd positief in een democratie.
Dit is alleszins niet naar de zin van de hoofdredacteuren van de kranten en van de politici. Zij vinden dat de Vlamingen bekrompen, enggeestig, racistisch, xenofoob en wat weet ik nog allemaal zijn. Ze moeten dringend van attitude veranderen. Misschien moeten de Vlamingen niet van attitude veranderen. Misschien moeten de politici van attitude veranderen. Misschien moeten de hoofdredacteuren en de journalisten in dit land van attitude en inzichten veranderen.
Deze studie heeft de voorpagina’s van alle kranten gehaald en is van heel wat duiding voorzien. Ik vind dat de Vlamingen vooral zijn geculpabiliseerd en opnieuw in de rol zijn geduwd van racistische onverdraagzamen die het allemaal verkeerd hebben begrepen.
Minister, ik zou graag uw standpunt als democraat en als minister kennen. Ik heb u in dit debat nauwelijks gehoord.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, ik kan het natuurlijk niet helpen dat mijn stem niet is gehoord. Als de media me niet contacteren, kan ik daar ook niets aan doen. Ik heb wel, net als de heer Dewinter, een persbericht verspreid.
Mijnheer Dewinter, het verwondert me enigszins dat u nu verklaart dat er nieuwe cijfergegevens zijn. We hebben die gegevens een tijdje geleden al gepubliceerd. Dit is niet meer of niet minder dan de opname van de Vlaamse regionale indicatoren (VRIND) in de Migratie- en Integratiemonitor. Dat is enkele maanden geleden bekendgemaakt. Zoals zo vaak het geval is, heeft plots een journalist dat ontdekt. De aanleiding is ditmaal de bekendmaking van de Migratie- en Integratiemonitor gisteren. Het Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek heeft gisteren de resultaten van vijf studies bekendgemaakt. Eentje daarvan is onder de aandacht gebracht. U hebt me gevraagd wat ik hiervan denk en ook of de beschouwingen van de heer De Witte ook de mijne zijn. Volgens mij heeft de heer De Witte een aantal elementen aangehaald die het door ons gevoerde beleid ondersteunen.
Er moet een migratiebeleid komen. Er is in dit land geen migratiebeleid. Sinds 1974 is er een migratiestop. Er is echter een enorme instroom aan mensen. Het gaat in 85 procent van de gevallen om zogenaamde passieve migratie. Slechts 15 procent betreft actieve migratie om economische of studiegebonden redenen.
We hebben natuurlijk ook nood aan een humanitair asielbeleid. Ik hoop dat u dit niet in vraag stelt. Dat is in alle rechtsstaten het geval.
Verder hebben we een inburgerings- en integratiebeleid om die mensen sterker te maken.
Men moet meten om een beleid te voeren. Voor elke stad en voor elke gemeente in Vlaanderen hebben we nu een integratiemonitor die toelaat om het beleid te meten en bij te sturen.
We moeten inzetten op participatie en integratie. Dat moet van twee kanten komen. Het is dus een wederkerig verhaal. Daarom hebben we beslist dat de taalvereisten worden verhoogd naar het niveau A2. Verder doen we inspanningen om EU-burgers toe te leiden tot inburgering.
Eerst zaten we 18 jaar zonder beleid. Nadien was er vooral sprake van in de welzijnssfeer. In 2004 werd een belangrijke stap gezet met de inburgering. En nu steken we een tandje bij en hebben we het over integratie als een wederkerig proces en over een verhaal van rechten en plichten.
Minister, misschien moeten we in plaats van altijd opnieuw het officiële standpunt te willen opdringen aan de Vlaming die het er duidelijk niet mee eens is – dat blijkt uit uw eigen Migratie- en Integratiemonitor – eens wat meer luisteren naar het standpunt van de Vlaming en de democratie respecteren. Dat betekent dat de burger altijd gelijk heeft en dat de politiek zich moet schikken naar de burger en niet omgekeerd. In alle dossiers bepleit men dat altijd, althans met de mond, maar nooit in het dossier over immigratie, asiel en de multiculturele samenleving. Dan is de Vlaming altijd fout en hebben de politiek en het politiek correcte establishment altijd gelijk.
Wat me opvalt in dit debat, is dat men vooral vanuit de politiek niet bezig is met de vraag hoe we de publieke opinie kunnen respecteren, maar wel met de vraag hoe we de publieke opinie van mening kunnen doen veranderen en in het multiculturele gareel kunnen doen lopen.
Minister, ik blijf erbij, als u dit soort van resultaten exponentieel wilt zien toenemen, dan moet u vooral doorgaan met het beleid zoals u dat nu voert. Wanneer u dat niet doet, dan zult u vaststellen dat de Vlaming zich in toenemende mate zal blijven verzetten tegen uw multiculturele beleid en alle excessen daarvan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Meremans heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, u schetst zoals gewoonlijk karikaturen. Ik wil nogmaals zeggen, het is dus niet de eerste keer, dat u moet opletten met te denken dat het enerzijds gaat over die persoon van allochtone afkomst die niet wil integreren en anderzijds over die racistische Vlaming. Ik waarschuw u voor die karikaturen. Die cijfers leren ons dat er werk aan de winkel is. We hebben hier een decreet goedgekeurd en we zijn bezig met inburgering en integratie. We hebben ook een agentschap opgericht. In de plenaire vergadering hadden een aantal mensen daar opmerkingen bij. Het gaat echter om een aangehouden inspanning op elk niveau. De Vlaamse overheid neemt haar verantwoordelijkheid en verwacht dat ook de federale overheid dat doet inzake migratie. Daar wachten we nog op. Wanneer al die beleidsniveaus hun verantwoordelijkheid nemen, dan geloof ik er wel in. Wij geloven wel in integratie, in het verbinden van mensen. U gelooft daar niet in. En dat is het verschil tussen de N-VA en het Vlaams Belang.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Het verhaal van de heer Dewinter is eigenlijk een oude plaat die telkens wanneer zo’n studie verschijnt, opnieuw wordt gedraaid. Telkens opnieuw dat geklaag en gezaag dat er geen beleid is. (Rumoer)
Mevrouw Idrissi, u mag opnieuw beginnen want ik heb maar voor de helft verstaan wat u hebt gezegd.
Als er iets moet veranderen, dan is het wel die oude plaat die telkens opnieuw hetzelfde deuntje speelt. Mijnheer Dewinter, al uw hele politieke carrière is er een nagel waar u op klopt. U biedt echter geen enkel antwoord op de noden van de samenleving.
Wat we vandaag nodig hebben, zijn bruggenbouwers. 50 procent vindt het moeilijk om een allochtone buur te hebben, maar er is ook 50 procent die zegt daar geen probleem mee te hebben. We hebben bruggenbouwers nodig. Minister, wat vindt u van het idee om bruggenbouwers in te zetten, zodat we naar een samenleving kunnen gaan waar je elkaar kunt leren kennen en kunt ontmoeten, een warme samenleving?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik geef toe dat ik het ook niet fijn vond om te lezen dat 51 procent van de Vlamingen nog nooit in contact is gekomen met een migrant of een allochtoon. Dat maakt mij ongerust.
U kent het typische Vlaamse motto ‘Onbekend is onbemind’. Als uw buurman een vreemdeling is met wie u het goed hebt, is die man meestal een goede man, maar de andere vaak niet. Er is dus een probleem met de beeldvorming. Het is zoals mevrouw Idrissi het zegt. Voor mij zijn contact en kennismaking zeer belangrijk. Wij moeten inzetten op de feitelijkheid van die samenleving. We moeten de diversiteit van mensen, blanke en andersgekleurde, als een waarde respecteren. We moeten die waarde van elkaar leren kennen en respecteren. Ik pleit heel erg voor wat ik zou noemen een vorm van culturele bemiddeling om met elkaar een mooie toekomst te beleven.
Mevrouw Zamouri heeft het woord.
Voorzitter, dank u dat ik toch nog het woord mag voeren. Ik was het niet van plan omdat ik het de moeite niet waard vond op basis van wat de heer Dewinter heeft gezegd.
Mijnheer Meersman, u zegt dat er geen migratiebeleid is en dat dit het probleem is van de Federale Regering. Maar dit is een probleem dat moet worden aangepakt op Europees en niet op Belgisch niveau. We zitten in een Europese Unie. U hebt de bal verkeerd geshot. Ik vind het jammer dat u heel klein tackelt.
Minister, u zegt dat u NT2 hebt verhoogd en u denkt dat de hele integratie en het samenkomen van mensen daarmee zal zijn opgelost. Ik heb u in de commissie ook al gezegd dat het daarmee alleen niet zal lukken. Het wederzijdse is het wederzijdse op heel veel vlakken. Het zal niet gaan door migranten voortdurend in hokjes te steken. Als culturele tempels zoals BOZAR, het Kaaitheater of om het even welke culturele tempel geen programmatie incalculeren in hun bestaande programmatie, komen we er niet. Iedereen moet elkaar kunnen terugvinden op alle plaatsen waar iedereen komt. Dan pas is er integratie. Die zal er niet zijn door alleen maar NT2 te verhogen. Het wederzijdse moet er zijn op alle vlak: onderwijs, cultuur, overal moet iedereen zich kunnen vinden. Dan pas is er een mentaliteitswijziging. Dat is het probleem dat wij hebben: onbekend is onbemind. Minister, wij moeten dat doortrekken, ook naar uw collega’s. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Zamouri, het is mijnheer Meremans.
Ja. En bij mij is het ‘chadija’ en niet ‘khadija’. (Gelach)
Ik heb u met uw familienaam aangesproken.
Ik weet waarom u dat doet.
De volgende keer doe ik het anders. Ik oefen mij.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Zamouri, ik gebruik ook uw familienaam, maar ik doe dat met alle collega’s hier in het halfrond.
Ik ben het niet eens met uw uitspraak dat de bevoegdheid voor migratie Europees is. Voor mijn part mag er een Europees beleid komen, maar het is een statelijke bevoegdheid. Die analyse maak ik, en maakt ook Jozef De Witte. Er is geen migratiebeleid. We hebben daar echt nood aan. We kennen de situatie van onze instroom: 85 procent ervan is niet om economische redenen, met alle achterstandsgevolgen van dien, ik kom er straks op terug.
Mijnheer Dewinter, ik ben er niet zo zeker van dat de overgrote meerderheid van de Vlamingen niet achter ons beleid staat. Dat is nog wat anders dan de perceptie. Overal waar ik kom, waar ik debatten voer en voordrachten houd, in de autochtone maar ook in de allochtone gemeenschap, worden de grote waarden en lijnen van ons beleid, dat hier parlementbreed, op Vlaams Belang na, wordt gedeeld, ondersteund door de mensen op het terrein. Dat maakt mij optimistisch. Dat steunt mij om daarin voort te gaan.
U maakt er altijd een simpel verhaal van. Het is niet gisteren voor het eerst bekend geraakt dat de overgrote meerderheid van de migranten niet uit de Maghreblanden komt. Uit studies zoals die van de VRIND blijkt dat 63 procent van de migranten in Vlaanderen intra-Europese migranten zijn. Ik zeg het hier al lang. Dat feit brengt ook problemen met zich mee. Denk aan wat Asscher zegt, wat het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Oostenrijk zeggen, wat ik aankaart en wat Jozef De Witte nu ook aankaart. We kunnen die mensen niet verplicht inburgeren. We staan voor de grote uitdaging om die mensen als rechthebbenden ook toe te leiden tot het leren van Nederlands, tot een minimale integratie in de samenleving. Ik blijf erbij: als je definitief verhuist naar een ander land, je je daar wenst te installeren en een toekomst wenst uit te bouwen voor je kinderen, mag die ontvangende samenleving een en ander van de nieuwkomer verwachten.
Ik weet dat het beeld bestaat dat alle migranten moslims zijn. De realiteit is echter veel genuanceerder. Het debat herleiden tot moslim en niet-moslim is een fout debat. Het is een deel van de discussie, van de uitdaging. U leeft natuurlijk van de tegenstelling, maar het overgrote deel van de moslims die ik tegenkom in de brede Vlaamse samenleving, schrijft zich in in onze pluralistische rechtsstaat, met een veelheid aan religies en levensbeschouwingen, religieus en niet-religieus. Het overgrote deel schrijft zich daarin in.
Mijnheer Dewinter, het zal u ook zijn opgevallen dat naar aanleiding van de Syriëstrijders en de problemen in Meulenberg, een aantal vooraanstaande mensen uit de moslimgemeenschap hun stem hebben laten klinken en gezegd hebben dat ze daar radicaal tegen zijn. Zij hebben mensen ertoe opgeroepen daar niet aan deel te nemen. Zij schrijven zich in opiniestukken, publieke verklaringen en interviews op televisie in in het beleid dat wij voeren. Zij zeggen dat ze inderdaad deel uitmaken van een pluralistische rechtsstaat met een veelheid van levensbeschouwingen. Die weg moeten we opgaan.
Er is natuurlijk die 5 procent aan de ene kant en 5 procent aan de andere kant die leven van die tegenstellingen. We moeten dat hard bestrijden. We geven geen millimeter toe aan wie daartegen ingaat. Dat heb ik al gezegd. We gaan de waarden van onze publieke samenleving, de verworvenheden van de verlichting niet loslaten. Voor niemand. Ze vormen het fundament van onze democratische rechtsstaat. Daar moeten we met z’n allen voor gaan. Ik ondervind dat daar een grote positieve respons op bestaat.
Collega’s, aan de ene kant leeft de perceptie dat er gediscrimineerd wordt en dat er overal racisme is. Aan de andere kant leven er negatieve vooroordelen over een aantal migranten. Dat moeten we proberen uit de weg te ruimen.
Collega’s, er is in België een grote achterstand van de allochtone bevolking. Ik zeg dat niet, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zegt dat. De armoedegraad is 3,8 keer hoger. De werkgelegenheidsgraad is dramatisch slecht. Alleen Polen en Turkije doen slechter dan België. Huisvesting is evenzeer slecht. Het studieniveau, de uitval in het secundair is dramatisch slecht. Er is ook volgmigratie enzovoort. We moeten daar absoluut werk van maken en tot betere resultaten komen.
Collega’s, dat is niet nieuw. Mevrouw Zamouri, het is inderdaad een zaak van wederkerigheid. Er moeten bruggenbouwers zijn. Een aantal mensen uit de migratiegemeenschap neemt zijn verantwoordelijkheid te weinig op. Wij, de ontvangende samenleving, doen dat ook te weinig. Het is dus wederkerig. Bruggenbouwers zouden daarbij kunnen helpen, maar vooral wij, de actieve samenleving, de lokale gemeenschappen, de gemeenten, moeten daarbij helpen. Ik heb de gemeenten er trouwens al herhaaldelijk toe opgeroepen de nieuwkomers op het stadhuis te ontvangen als ze aankomen, hen in contact te brengen met het oudercomité, het wijkcomité, met de voetbalbond waar hun kindje kan gaan spelen. We moeten met het decreet in een volgende fase sterker inzetten op die zaken indien we niet willen eindigen in een gesegregeerde samenleving.
Mevrouw ‘Chadija’ – ik weet niet of ik uw naam nu correct uitspreek – en collega’s, ik weet niet of u deze studie van 182 bladzijden wel hebt gelezen. Misschien moeten we ze vertalen in het Arabisch, dan kunt u ze tot u nemen in uw oorspronkelijke taal.
Ik kan alleen maar vaststellen dat het discours dat ik hier hoor, mevrouw ‘Chadija’, haaks staat op de realiteit van deze peiling. We moeten bruggen bouwen, zegt de ene, we moeten interculturaliseren, zegt de andere, er is nog veel werk aan de winkel. We zijn ondertussen bijna 35 jaar bezig met integreren, met multiculturaliseren, met wat weet ik nog allemaal. Dat heeft de Vlamingen ondertussen miljoenen euro’s gekost, maar het is allemaal nog niet oké. We moeten aangehouden inspanningen blijven doen. Dan hoor ik de heer Meersman van de N-VA zeggen: het verschil tussen de N-VA en het Vlaams Belang is dat de N-VA in de integratie gelooft en het Vlaams Belang niet. Mijnheer Meersman, wij geloven in het standpunt van de Vlamingen. Wij geloven in de democratie. Wij geloven in het rapport dat u, minister, ter zake hebt neergeschreven. Wat staat daarin? Dat de Vlaming niet gelooft in de integratie! Wij staan aan de kant van de Vlamingen, u staat aan de kant van het multiculturele, politiek correcte establishment. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, het is niet mijnheer ‘Meersman’, het is mijnheer Meremans. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
De actuele vraag is afgehandeld.