Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het akkoord binnen de Vlaamse Regering betreffende de hervorming van de groenestroomsteun
Verslag
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, het akkoord dat verleden vrijdag is gesloten, is algemeen gezien niet heel onlogisch. Ik, als lid van de oppositie, vind het niet heel slecht. Het komt echter vrij laat. Dat weet u ook. Uiteindelijk wordt nu wel iets gedaan aan de oversubsidiëring, maar de voorbije drie jaar heeft die de Vlaamse belastingbetaler wel handenvol geld gekost.
Minister, ik zal het niet hebben over het akkoord op zich. Iedereen heeft daar voldoende over kunnen vernemen via de media. In het totale akkoord zijn volgens mij twee dingen onderbelicht gebleven. Er is om te beginnen uw voorstel om tegen 2020 20,5 procent te behalen, in plaats van de eerder vooropgestelde doelstelling van 13 procent. U legt de lat zeer hoog tegenover de huidige realiteit. Vandaag vernam ik daar graag meer over van u. Hoe zult u dat concreet doen? In de beslissing van de Vlaamse Regering van vrijdag staat te lezen dat u de lat hoger zult leggen, maar ik lees nergens hoe u dat zult aanpakken.
Misschien hebt u een plan. Indien dat er is, verneem ik het graag. Indien het ontbreekt, vind ik dat heel spijtig.
Een tweede punt waarop totaal geen antwoord kwam in de beslissing van de Vlaamse Regering, maar dat toch heel veel geld kan kosten, is het volgende. In de beslissing staat dat u de netbeheerders een vergoeding zult geven om de groenestroomcertificaten die ze in stock hebben, niet op de markt te brengen, om ze eigenlijk te immobiliseren. Hoe groot zal die vergoeding zijn? Hebt u daar al een berekening van? Als we via achterpoortjes de netbeheerders opnieuw zullen betalen, dan blijft dit een vorm van oversubsidiëring, die de belastingbetaler geld blijft kosten.
Op deze twee kleine vraagjes kreeg ik graag concreet antwoord.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, minister, mijn collega heeft de zaak in essentie samengevat. U hebt een beslissing genomen die misschien in de goede richting gaat, zij het dat ze te laat is gekomen uiteraard, maar dat wisten we allemaal al.
Ik zal het u direct zeggen, minister: ik vind dat uw politieke beslissing vandaag van veel politieke moed getuigt. U durft terug te komen op een jarenlang volgehouden beleid inzake groenestroomcertificaten dat de consument uiteindelijk heel veel heeft gekost. Ik heb u daar enkele weken geleden over aangesproken, want u had toen, op 1 mei, een aantal uitspraken gedaan die de consument ten goede konden komen. En u hebt woord gehouden. Ik feliciteer u daarvoor, het gebeurt zelden dat een politicus of een politica woord houdt.
Ik ben ook blij dat er binnen uw fractie een strijd is uitgevochten tussen de biefstuksocialisten aan de ene kant en de kaviaarsocialisten aan de andere kant. De biefstuksocialisten, de socialisten van het gezonde verstand, hebben gewonnen. Ik wil hen en hun fractie daarvoor feliciteren.
Ik hoop, minister, dat we de ingeslagen weg verder kunnen bewandelen. Onze uiteindelijke bekommernis moet zijn dat de energiefactuur van klanten, particulieren en bedrijven, in Vlaanderen naar beneden gaat. Als we zien wat energie kost in het buitenland, in de ons omringende landen, en we vergelijken met Vlaanderen, dan stellen we vast dat we veel te veel betalen. Daar moeten we verder over durven denken. Doet u dat, minister? Bent u bereid om eventueel in het kader van het nieuw opgerichte Vlaams Energiebedrijf in dezen verdere stappen te zetten? Bent u bereid om het idee van groene stroom te hervormen in een idee van gezonde stroom die de consument uiteindelijk minder kost? Hoe gaat u daaraan werken?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Reekmans, het klopt, onze ambities zijn groot, maar ze zijn ook realistisch. U moet weten dat we de 8 procent van de certificaatplichtige stroom die in het decreet staat, vandaag meer dan halen. We hebben eigenlijk een groot overschot aan certificaten, vandaar ook het tweede deel van uw vraag wat er met dat overschot gebeurt, maar daar kom ik straks op terug.
We produceren dus veel meer groene stroom in Vlaanderen dan moet volgens het decreet en dat is op zich goed nieuws. Onze doelstellingen worden niet enkel aangepast aan de realiteit, ze worden tussen nu en 2020 natuurlijk ook wat ambitieuzer gemaakt. Ik geloof ook dat dat nodig is en aangezien de steun die er in het nieuwe systeem zal zijn, enkel de investeringskost dekt, dus de afschrijvingsperiode, en niet langer de mogelijke winst organiseert en subsidieert, meen ik dat het mogelijk zal zijn om die doelstellingen te halen. Het systeem wordt rechtvaardiger. Het moet ook kunnen zorgen voor veel meer groene stroom, veel meer hernieuwbare energie, maar aan een veel beter haalbare prijs dan vandaag: een lagere prijs per installatie.
Waarom gaan we iets doen met het overschot aan certificaten? Er zijn 1,5 miljoen groenestroomcertificaten en ook nog eens 1 miljoen warmtekrachtcertificaten. Die certificaten liggen daar bij de netbeheerders. Als we die nu in één keer op de markt zouden brengen, dan zouden we natuurlijk makkelijk allerlei doelstellingen halen, maar dan zouden we zorgen voor een schoksgewijs prijseffect, en dat willen we niet. We houden de certificaten opzij en we betalen een relatief kleine vergoeding voor dat zogenaamde banken. Voor dat tijdelijk immobiliseren van de certificaten betalen we in totaal 2,8 miljoen euro. Het gaat om 1,5 miljoen groenestroomcertificaten en 1 miljoen euro warmtekrachtcertificaten. Het is een vergoeding van ongeveer 1,5 procent.
Dat is dus zeker niet rijkelijk betaald. Het laat ons toe om jaar na jaar te monitoren of we de doelstellingen uit het decreet halen op basis van die gerealiseerde nieuwe productie dan wel of we een deel van die gebankte certificaten op de markt moeten brengen om te voldoen aan de doelstellingen. Het zorgt er eigenlijk voor dat we die doelstellingen gemakkelijk gaan kunnen bereiken, gespreid in de tijd, op momenten dat het ook haalbaar is voor de energiefactuur.
Mijnheer Penris, ik dank u, zeker voor een deel van uw woorden. U verwijst naar het feit dat de tariefbevoegdheid naar Vlaanderen komt. Ik heb aan de VREG alvast de opdracht gegeven om voor te bereiden wat Vlaanderen daarmee kan doen. Waaruit kunnen dergelijke inspanningen nog bestaan? Ten eerste is er de wijze waarop die tarieven worden berekend. Vandaag gebeurt dat lineair per verbruikte hoeveelheid stroom. Behouden we dat zo of moeten we eventueel naar een capaciteitstarief? Wat vinden we daarvan? Ten tweede is er de hoogte van de dividenden van de gemeenten. Hoe hoog moeten die zijn? Vandaag wordt dat op het niveau van de CREG bepaald. De hoogte van de dividenden bepaalt mee de impact op de factuur. Mogen de distributienetbeheerders reclame vragen? Ik vind van niet. Ik probeer hen nu te motiveren om dat niet te doen. Idem met allerlei pr-activiteiten. Dan pas is Vlaanderen echt bevoegd en kunnen we ervoor zorgen dat de impact op het tarief kleiner wordt. Ten slotte is er de solidarisering, ook een belangrijk aspect. Nu zijn er hele kleine gebiedjes die allemaal een andere manier van het berekenen van het tarief hebben. Eigenlijk is dat niet zo logisch en niet zo rechtvaardig. U zult maar in uw achtertuin een groot zonnepanelenpark hebben liggen en daar de factuur van moeten betalen of u zult maar in een gebied wonen waar er heel veel REG-verplichtingen (rationeel energiegebruik) of sociale verplichtingen zijn. Dan hebt u plots een veel grotere factuur dan andere mensen.
Ik heb aan de netbeheerders gevraagd om onderling het gesprek aan te gaan over de solidarisering van een aantal aspecten van dat tarief. Zij zullen dat doen. Ik houd me ter beschikking van de netbeheerders om te bemiddelen waar nodig.
Voorzitter, minister, ik ben het meer dan honderd procent eens met het tweede deel van uw betoog, namelijk met het feit dat de torenhoge dividenden van de distributiebedrijven aan de gemeentebesturen eindelijk in dit parlement bespreekbaar zijn geworden. Voor het bespreken van de ongelijke prijzen in Vlaanderen hebben we nu uiteindelijk ook een bondgenoot in de meerderheid gevonden.
Minister, u zegt dat we een relatief klein bedrag betalen 2,8 miljoen euro om de certificaten van de markt te houden. U noemt 2,8 miljoen euro een relatief klein bedrag. Ik vind dat een zeer hoog bedrag als je ziet welke winsten de energiedistributiebedrijven toch overheidsintercommunales maken. U hebt een plan om de 20,5 procent te halen en vandaag produceren we meer groene stroom dan gepland , maar kijk naar de panne van dit weekend, en dan weet ik niet of we er klaar voor zijn.
Over de panne van dit weekend zullen we het straks hebben, naar aanleiding van de vraag van de heer Bothuyne.
Minister, ik heb u iets zeer interessants horen zeggen over het distributienetbeheer. U hebt gelijk dat er gebiedsverschillen zijn die economisch niet te verantwoorden zijn. U zegt dat u wilt gaan bemiddelen tussen de verschillende netbeheerders om een aantal inspanningen te doen. Zou het geen goed idee zijn en nu neem ik misschien de logica van de heer Reekmans over om het distributienetbeheer in Vlaamse gewestelijke handen te durven nemen? Zou u daarvoor geen decretale initiatieven durven en kunnen nemen?
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, persoonlijk vind ik dat de collegas uit de oppositie erg vriendelijk zijn.
Het klopt uiteraard, minister, dat u zelf aan de kar hebt getrokken om een systeem dat al een tiental jaar scheef loopt, wat rechter te trekken. Daarvoor wil ik u feliciteren. Maar daarom zou ik nu nog niet zeggen dat vandaag de problemen opgelost zijn.
Op basis van de teksten, die ik vandaag nog niet ter beschikking heb, willen wij heel goed analyseren of het probleem nu niet verschuift van de distributienetbeheerders naar de leveranciers. De groenestroomcertificaten zullen in de toekomst opgekocht moeten worden door leveranciers, maar finaal kunnen zij dat evengoed doorrekenen naar de eindconsument als de distributienetbeheerders vandaag. Ik blijf op mijn hoede en ik vrees dat ook dit systeem betaald zal worden door de energieconsument. Dat was altijd de kritiek van Open Vld.
Ik kijk ook erg uit, minister, naar de mate waarin de kost zal verschuiven van gezinnen naar bedrijven. U zegt dat er een vrijstelling is voor bedrijven. Wij zijn erg bezorgd dat het probleem zal verschuiven naar de kleine en middelgrote ondernemingen.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Minister, we maken de overstap naar een goed, haalbaar, transparant en open systeem zelfs de oppositie feliciteert ons daarvoor. Ik heb toch nog een klein vraagje. U stelt dat de opvolging van het systeem zal toelaten om jaarlijks in te grijpen. Ik neem aan dat het ook mogelijk is om eventueel sneller in te grijpen? In zon markt kan in een jaar tijd heel veel gebeuren.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Collegas, ik denk niet dat de biefstuksocialisten zo tevreden zullen zijn als ze vaststellen dat de grote bedrijven de dans ontspringen voor de kosten van groene stroom en niet voor de voordelen.
Minister, ik heb een vraag over de netvergoeding voor gezinnen met zonnepanelen. U stelt voor dat gezinnen met zonnepanelen op hun dak een netvergoeding moeten betalen. De redenering is dat zij stroom afnemen als er weinig zon is, en als er veel zon is, injecteren op het net. Daarvoor zouden zij een bijdrage moeten betalen. Geldt dat ook voor bedrijven? Bedrijven ontvangen elektriciteit en betalen daar nauwelijks iets voor. Als zij zonneparken hebben, injecteren ze op het net en moeten daar niets voor betalen. Bevoordeelt u bedrijven ten opzichte van gezinnen of behandelt u hen gelijk?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik wil de collegas vooraan bedanken voor de lovende woorden voor het akkoord dat we vrijdag binnen de meerderheid hebben bereikt. Vandaag is het voorstel van decreet ingediend. Ik roep de collegas op en zeker ook de commissievoorzitter om mee de snelle behandeling van dit dringende voorstel van decreet mogelijk te maken, om nog voor het zomerreces de zeer grondige hervorming in het parlement te kunnen goedkeuren. Hiermee snijden we inderdaad de oversubsidiëring van de voorbije jaren weg en gaan we voor zo veel mogelijk groene stroom met zo weinig mogelijk geld. Het is een goede hervorming en die heeft een brede steun nodig in het parlement. Hopelijk kan het nog voor het zomerreces. We rekenen ook op uw steun.
Mevrouw De Knop, u zegt dat het bij de leveranciers komt. Dat is zo, maar er zijn drie grote voordelen aan die verschuiving en het nieuwe systeem. Ten eerste heeft iedereen die energie verbruikt, een leverancier. Distributie heeft enkel gezinnen, kleinere bedrijven, kmos, winkeliers enzovoort als klanten, maar niet de grote bedrijven, want die zijn niet aangesloten. Leveranciers sturen de factuur naar iedereen en de kost wordt dus op een rechtvaardigere manier gespreid.
Wij zorgen er wel voor, zoals u aanhaalt, dat de bedrijven waarvoor energie een belangrijke factor is in het productieproces en waarvoor de prijs van de energie bepaalt of ze in Vlaanderen blijven en mensen tewerkstellen, voor een deel van hun stroombehoefte worden vrijgesteld van die certificaatverplichting. Ik vind dat zelf goed. U vraagt of het niet wat bij andere bedrijven terechtkomt. Dat is wel zo, maar voor die bedrijven is de stroomfactuur een veel kleinere factor in de totale uitgavenstructuur dan voor de bedrijven die wij een belangrijke vrijstelling hebben toegekend. Als u dat voorstel bekijkt, zult u zien dat het vrij degelijk in elkaar zit.
Bovendien wordt in het decreet ook bepaald dat de leveranciers geen marges mogen aanrekenen op de kost van die certificaten. Dat is ook een zeer belangrijke bepaling. U herinnert zich misschien de discussie in de commissie op basis waarvan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) een rapport opmaakte waaruit bleek dat veel leveranciers veel te veel aanrekenen. Vandaag rekenen zij ook al groenestroomcertificaten door. Zij rekenden een fictieve prijs aan, de boeteprijs meestal. Dat houden we ook tegen. Bovendien wordt het systeem zelf goedkoper. We subsidiëren geen winsten meer. We stoppen de steun na de afschrijvingsperiode. Dat zorgt ervoor dat je enkel de investering meebetaalt en niet langer de winsten. Wie het narekent, zal dit merken.
Mijnheer Reekmans, de 2,8 miljoen euro voor zowel groenestroom- als warmte-krachtcertificaten is in verhouding tot de honderden miljoenen euro een klein bedrag. Het zou, denk ik, weinig realistisch zijn om een vergoeding lager dan 1,5 procent te geven. U weet dat de distributienetbeheerders ook geld nodig hebben om te investeren om het net slimmer te maken. Op die manier geven wij hun de mogelijkheid om alsnog geld ter beschikking te hebben om te investeren, terwijl die certificaten van de markt worden gehouden. Wij zullen die 2,8 miljoen euro vinden in de begroting. Wij zullen dat niet afwentelen op de eindconsument.
Mijnheer Penris, ik wil de distributie zeer graag in Vlaamse handen. De vraag is natuurlijk hoe een regering zoiets aanpakt. Daar heeft de regering veel geld voor nodig. Maar dat zou wel het slimst zijn. Dat zou goed zijn. Ik zie het echter op korte termijn niet als een financieel haalbare kaart voor de Vlaamse overheid. Ik zal mij wel hard bezighouden met een correctere spreiding van de kosten. Ik zal niet enkel bemiddelen. Als de netbeheerders er onderling niet uit geraken, zal ik dat dossier naar mij toetrekken om te proberen voor een doorbraak te zorgen met het oog op een solidarisering van het tarief. Ik heb trouwens nu al aan de netbeheerders gevraagd dat de bonus die aandeelhouders, gemeenten, krijgen wanneer zij efficiëntiewinsten realiseren bij de distributienetbeheerders, niet langer zou worden uitgekeerd aan de aandeelhouders maar aan de consument. In het Infraxgebied gaan de aandeelhouders al akkoord met die ingreep, die ook weer tientallen miljoenen euro kan opleveren. Voor het Eandisgebied heb ik nog geen antwoord ontvangen. Ik zal Eandis informeren dat Infrax ja heeft gezegd.
Mijnheer Sanctorum, ik hoop u gelukkig te kunnen maken. Bij de netvergoeding, zoals die door de distributienetbeheerders zal worden gevraagd aan de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), gaat het niet enkel om de gezinnen maar evengoed om bedrijven en grote parken. Naarmate het geïnstalleerde vermogen groter is, zal ook de vergoeding groter moeten zijn. Het idee is simpel: als je het net gebruikt, betaal je een deeltje van het net mee. We gebruiken het allemaal samen, laten we het allemaal samen betalen.
Minister, dank u. Samengevat: de oversubsidiëring wordt aangepakt. De oppositie moet daar blij mee zijn. De torenhoge dividenden zullen worden aangepakt. Als het oppositielid dat het hier naar voren heeft gebracht, mag ik daar blij mee zijn. Nu moet echter werk worden gemaakt van een eerlijke distributieprijs. Daarnet vond mijn collega van de oppositie mij te vriendelijk voor de meerderheid. Wel, ik zal nu eens heel onvriendelijk zijn voor de traditionele partijen. Er zijn maar drie partijen in dit parlement die verantwoordelijk zijn voor de torenhoge dividenden en voor de ongelijke distributieprijs die de Vlaamse gezinnen vandaag betalen: CD&V, Open Vld en sp.a. De sp.a heeft het ondertussen gesnapt. Collegas van CD&V en Open Vld, overtuig uw lokale bestuurders in de intercommunales om eindelijk eens een rechtvaardig tarief te maken. Dan kunnen we in dit parlement vanuit alle partijen zeggen dat we de consument een betaalbaardere energiefactuur geven, gebaseerd op eerlijkheid en correctheid.
De heer Bothuyne heeft een appel gedaan op mijn verantwoordelijkheid als commissievoorzitter. Mijnheer Bothuyne, ik wil u hier als oppositielid en als commissievoorzitter plechtig beloven dat ik wat dit onderwerp betreft geen enkele filibusteroperatie op gang zal brengen. Integendeel, ik vind alle initiatieven die ertoe bijdragen dat de kost van onze energie voor de bedrijven en gezinnen vermindert, lovenswaardig. Dus krijgt u onze steun. Maar ik ben ook een beetje jurist en weet dus dat wij moeten denken aan hoe we de overgangsmaatregelen in elkaar moeten steken. Ik krijg nu al, als commissievoorzitter maar ook als oppositielid, vragen van de sector hoe dat zal gebeuren. Die mensen zeggen dat ze koud gepakt worden. Wij zullen in alle redelijkheid met alle elementen rekening houden.
Ik heb begrepen dat de legislatuur wat langer dan in het verleden duurt. Ik maak me sterk dat onze commissie voor het einde van de legislatuur tot conclusies kan komen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.