Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
De heer DHulster, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, met uw goedvinden en dat van de collegas, zou ik graag willen verwijzen naar het schriftelijke verslag. We hebben op 9 december 2010 een heel boeiende discussie gehad over de toekomst van de binnenvaart in Vlaanderen. De indieners van dit voorstel van resolutie drongen daarbij aan op een blijvende aandacht op de binnenvaart als belangrijke en duurzame transportmodus in Vlaanderen. Na een aantal interessante betogen van de heren de Kort, van Rouveroij, Decaluwe en Martens en de dames Lies Jans en Van den Eynde, zijn we gekomen tot een kamerbrede consensus en werd het voorstel van resolutie unaniem aangenomen met twaalf stemmen.
De heer de Kort heeft het woord.
Het voorstel van resolutie is tot stand gekomen in een periode dat de binnenvaart in volle crisis was. Ondertussen is er een heropleving, en dat is maar goed ook. Het is een algemene resolutie, maar we gaan het zeker niet enkel bij dit initiatief laten. We gaan nog bijkomende initiatieven nemen. Volgende week hebben we ook samen met de collegas die dit voorstel van resolutie mee hebben ondertekend, een rondetafelgesprek gepland, samen met de mensen van de binnenvaartsector. Daarbij zullen we de knelpunten die we ervaren in de binnenvaartsector bespreken zoals de problematiek van de kleine schepen, de concurrentie die er toch zou zijn vanuit het spoor, de modal shift en ook de opleidingen. Ook een betere ondersteuning van de beroepssector, want we merken dat men daar vragende partij is om dat verder te verduidelijken.
De heer Penris heeft het woord.
Ik wil de heer de Kort bedanken voor dit initiatief. Ik betreur wel dat er ook over een technisch onderwerp als dit politieke spelletjes gespeeld kunnen worden. Ik weet dat u zich van uw partijleiding aan hogere instructies hebt te houden. Maar u weet dat wij even grote liefhebbers en verdedigers zijn van de binnenvaart. Als er initiatieven genomen moeten worden die de binnenvaart kunnen bevorderen, wensen wij die voor 100 procent te steunen. Dat zullen we ook doen.
Ik heb twee tekstuele opmerkingen, voorzitter. Maar dat doet geen afbreuk aan onze enthousiaste steun voor dit initiatief. Als jurist heb ik het met het zevende punt een beetje moeilijk. Ik vind dat slecht geformuleerd. We moeten hier in huis toch eens nadenken over de manier waarop we wetgevende initiatieven maken. Morgen komt er een reparatiedecreet in verband met Wonen en daarin wordt pijnlijk duidelijk dat wij en onze voorgangers al eens steken hebben laten vallen.
In de tekst staat: Al die maatregelen uit te werken in nauw overleg met verschillende betrokken maatschappelijke groepen: de binnenschippers. En dan volgt er een opsomming. Dat is slecht Nederlands. Ik zou na dat dubbelpunt hebben gezet: zoals. Zodat je meteen duidelijk aangeeft dat het geen exhaustieve opsomming is van groepen die u bij uw overleg wilt betrekken. Dan kun je dat lelijke woord enzovoort laten vallen.
Ik heb ook een meer fundamentele bedenking. Wanneer er over de Vlaamse zeehavens wordt gesproken, wordt er enkel gesproken over Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende. Ik wijs er u op, collegas, dat ook Brussel een zeehaven is, of we dat nu graag hebben of niet. In de zeehaven van Brussel geldt trouwens het paritair akkoord op havenarbeiders, en ik denk terecht. Die haven wordt ook ontsloten voor zeeschepen. Bij mijn weten is Brussel nog altijd een Vlaamse stad en is dus de zeehaven Brussel een Vlaamse zeehaven. Ik had dat graag als aanvulling gezien, maar ik zal er niet moeilijk over doen en ik zal geen extra initiatief nemen bij wijze van amendement. Ik geef het u enkel mee en ik hoop dat u voor de zeehaven Brussel evenveel liefde aan de dag gaat leggen als voor onze andere vier Vlaamse zeehavens. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gatz heeft het woord.
Ik dank de heer Penris voor zijn belangstelling voor de Brusselse zeehaven, die inderdaad bestaat, beste collegas. Ik wijs er even op dat de Brusselse haven goed is voor 10 procent van het bbp van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Maar het is wel zo dat de haven en alles wat er van economische activiteiten en mobiliteit mee te maken heeft, een gewestelijke aangelegenheid is. In die zin is het niet onlogisch dat de indieners van het voorstel van resolutie deze weg gevolgd hebben. Ik dank de heer Penris voor zijn warme sympathie, maar de tekst van de indieners van het voorstel van resolutie blijft zeer consistent.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.