Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over maatregelen om de Vlaamse achterstand inzake windenergie aan te pakken
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Muyters.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik denk dat de heer Reekmans die vraag stelt naar aanleiding van een schriftelijke vraag die ik heb gesteld aan de ministers Muyters en Van den Bossche. Van minister Van den Bossche kreeg ik het bericht dat er een gecoördineerd antwoord zou komen van minister Muyters. In zijn antwoord zegt de minister dat het stimuleren en sensibiliseren of het subsidiëren van dergelijke initiatieven behoort tot de bevoegdheid van het beleidsdomein Energie, dus van minister Van den Bossche. Ik heb een vraag om uitleg ingediend in de commissie Energie, maar die is geweigerd. Ik vraag me dan ook af waarom die vraag wel kan worden behandeld in de plenaire vergadering maar niet in de commissie Energie. (Applaus bij CD&V)
De heer Reekmans heeft het woord.
Mevrouw Fournier, ik ben iemand die altijd ere geeft aan wie ere toekomt. Ik was dan ook van plan om te citeren uit uw schriftelijke vraag. Ik had die vraag ook al ingediend als vraag om uitleg.
Minister, zondag was er een tsunami. Ook de voorbije dagen was het zeer winderig. En gisteren was het de wereldwijde dag van de wind. Daarom is deze vraag actueler dan ooit. De windmolensector op het land krijgt de laatste tijd heel forse tegenwind.
Mevrouw Fournier informeerde inderdaad terecht in een schriftelijke vraag naar de stand van zaken sinds april 2009. Zij kreeg als antwoord dat acht op de tien aanvragen voor die kleine en middelgrote windmolens werden geweigerd sinds april 2009. In april 2009 is niet toevallig een omzendbrief opgesteld die het allemaal duidelijker en eenvoudiger zou maken.
Sinds april 2009 werd een aanvraag goedgekeurd en werd een principeaanvraag gunstig geadviseerd. Dat is de stand van zaken vandaag. Blijkbaar zijn alle redenen goed om dit af te keuren.
Ik wil nog even terugkeren naar de actualiteit. Enkele dagen geleden was er het bericht van een gezin uit Kortrijk dat een heel kleine windmolen wilde plaatsen. De buurt ging volledig akkoord, maar de stad Kortrijk was tegen, omdat die vond dat de windmolen niet paste in de ruimtelijke planologische attesten. Het is altijd wat. Deze regering promoot groene energie en windenergie, maar dan moet je ook toelaten dat die gerealiseerd kan worden.
Minister, we hebben sinds april 2009 een omzendbrief. Wat hebt u intussen gedaan om toch tot meer dossiers te komen?
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, mijn actuele vraag is van dezelfde orde, maar gaat niet over de huis-, tuin- en keukenwindmolens die bij de gezinnen zelf komen te staan, maar over de grotere kolossen. We zitten daar blijkbaar ook met een probleem, althans op het land, want op zee vorderen de projecten rond de offshoreparken gestaag, zoals we gisteren nog konden zien op tv.
De Europese Federatie van Windenergie pakte gisteren, naar aanleiding van de Wereldwinddag, uit met cijfers over de verwachte investeringen voor dit jaar in windenergie in Europa. Blijkt dat er in Europa op 1 jaar tijd zon 10.000 megawatt, het vermogen van een tiental kerncentrales, aan windmolens bij zal komen. Dat is een stijging van meer dan 13 percent. Landen als Frankrijk en Spanje gaan dit jaar 500 nieuwe windmolens plaatsen, maar in Vlaanderen stokt de ontwikkeling.
Nochtans, minister, hebben wij belangrijke maatregelen genomen om die investeringen te bevorderen. We hebben er tijdens de vorige legislatuur voor gezorgd dat bouw- en milieuvergunningen voor windmolens kunnen worden afgeleverd in landbouwgebied zonder dat er eerst nog een ruimtelijk uitvoeringsplan voor wordt opgemaakt en zonder dat die landbouwgebieden bestemd worden als windmolenzones. We zien effectief een rush op landbouwgebieden door verschillende projectontwikkelaars die elkaar voor de voeten lopen en die hun dossiers niet altijd even zorgvuldig voorbereiden, met als gevolg dat projectontwikkelaar A wel de bouwvergunning krijgt maar niet de milieuvergunning, en in eenzelfde gebied projectontwikkelaar B de milieuvergunning krijgt en niet de bouwvergunning. En vervolgens komt er niets. Vaak zijn de dossiers ook onvoldoende zorgvuldig voorbereid.
Minister, u hebt een nieuw ruimtelijk afwegingskader aangekondigd voor het zomerreces. Kunnen we dat nog verwachten? Kan een eengemaakte bouw- en milieuvergunning voor windmolens geen soelaas bieden om het probleem dat ik daarnet heb geschetst, het hoofd te bieden?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil in eerste instantie opmerken dat het spijtig is dat de heer Reekmans niet aanwezig was om zijn vraag te stellen in de commissie. Dan had ik immers veel meer ruimte gehad om een antwoord te geven. Nu heb ik maar een beperkte ruimte om erop in te gaan. In de commissie had ik dat meer gedetailleerd kunnen doen.
Ik steun de inspanningen rond hernieuwbare energie uiteraard volledig. Als we onze energiebehoeften van de toekomst willen realiseren, moeten we een goede mix brengen, en in die mix moet er uiteraard ook een belangrijk deel hernieuwbare energie zitten.
Ik heb het wel wat moeilijker met de doelstellingen voor hernieuwbare energie die hier en daar naar voren worden geschoven. Het Vlaams Energieagentschap schuift 450 megawatt naar voren als doelstelling, maar ik heb de indruk dat die weinig gefundeerd is. Als ik zie dat mensen vergelijken met Frankrijk en Spanje, is dat mijns inziens niet de beste vergelijking. Je hebt immers drie aspecten nodig als je windmolens wilt zetten. In Vlaanderen hebben we spijtig genoeg maar een heel beperkte ruimte. Ten tweede moet het milieutechnisch aanvaardbaar zijn, en ten derde zijn er voor de plaatsing van windmolens heel wat problemen op het vlak van maatschappelijke aanvaardbaarheid.
Intussen is er wel al heel wat werk gedaan. Er is de omzendbrief van 2006, die het kader schept voor de grote windmolens, met onder meer afstandsregels, en er is de omzendbrief van 2009 voor de kleine en middelgrote windmolens.
Het is echter natuurlijk zo dat ook windmolens verenigbaar moeten zijn vanuit het perspectief van de ruimtelijke ordening. De heer Reekmans heeft daarnaar verwezen. Dat wordt beoordeeld door de ambtenaren. We hebben dit nagetrokken: ik zie geen consequente afkeuring in een of ander gebied door een of andere ambtenaar. Natuurlijk is het een moeilijk afwegingskader, maar het is pas met dat kader dat een ambtenaar de totaalbeoordeling doet en al dan niet de vergunning aanvaardt.
Wat nu nodig is om de volgende stap te zetten, is het Vlaams actieplan hernieuwbare energie. Als we dat hebben, kunnen minister Schauvliege en ik met concrete en realistische doelstellingen werken om dat actieplan in te vullen.
Minister, ik wil u toch even corrigeren. Ik was graag het debat met u aangegaan in de commissie. Ik heb op 15 mei een vraag om uitleg ingediend. Ik sta hier omdat er een actuele vraag is ingediend en mijn vraag om uitleg is omgezet.
U was er toen niet.
Mijn vraag is toen niet op de agenda gezet. Ik heb ze op 15 mei ingediend. Ze is omgezet omdat er een actuele vraag is gesteld. We gaan het hier niet over de procedures hebben. Op die minuut tijd die me rest, wil ik het hebben over de inhoud.
Die is al bijna om, mijnheer Reekmans. (Gelach)
Ik zal het beknopt zeggen: wij staan voor een eerlijke en correcte procedure, met minder regelneverij. Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van mevrouw Fournier leid ik af dat 8 op 10 aanvragen worden geweigerd. Minister, dan ben ik bang dat men rechtsonzekerheid aan het creëren is. Wie gaat dan immers binnenkort nog willen investeren in deze energie, die wordt gepromoot door de Vlaamse Regering?
Minister, ik ben blij dat u een actieplan aankondigt, dat samen met minister Schauvliege en, naar ik veronderstel, minister Van den Bossche wordt uitgewerkt. Ik heb echter geen concreet antwoord gekregen op de vraag of we dat ruimtelijk afwegingskader nog vóór het zomerreces mogen verwachten. Ziet u iets in de procedure van een eengemaakte vergunning voor windmolens? Die zou ons veel ellende kunnen besparen. Vandaag wordt de bouwvergunning verstrekt door de gemachtigd ambtenaar, op advies van een interdepartementale windwerkgroep. De milieuvergunning wordt verstrekt door de bestendige deputatie van de provincie, op basis van een provinciale milieuvergunningscommissie met grotendeels dezelfde partners. Vaak nemen die echter tegenstrijdige beslissingen, zodat er geen eenduidig beleid komt met betrekking tot de investeringen in windmolens in landbouwgebied.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, uw Vlaams actieplan hernieuwbare energie is een goede zaak, maar het volgende ontgoochelt me toch wat. Al sinds november of december dringen we er in de commissie sterk op aan dat er een ruimtelijk afwegingskader zou worden gemaakt. Ook deze ochtend hebben we daarover nog eens kunnen overleggen in de commissie. Waar blijft dat afwegingskader? Dat is een zeer belangrijke zaak. Als lokale overheid worden we immers overspoeld met aanvragen. Men kan ook geen windmolens blijven plaatsen op een grondgebied. Iedereen wacht op dit objectief kader, dat rechtszekerheid biedt, zowel voor de aanvrager als wat de draagkracht van de omgeving betreft. Ik vraag ook vooral dat u overleg zou plegen. Bepaalde provincies komen immers aanzetten met een windplan voor die provincie, maar dat zonder dat er enig overleg is geweest met de lokale actoren. Ik ben een groot voorstander van overleg met die actoren over de vraag welke zones zij geschikt vinden voor windmolens.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, zoals steeds stelt de heer Reekmans de zaken bijzonder eenvoudig, bijzonder simplistisch voor. Hij klutst alles door elkaar: de kleine en middelgrote molens en de grote turbines. De kleine en middelgrote molens kunnen eigenlijk niet eens voorzien in de behoeften van één gezin. Maar goed, laat duidelijk zijn dat ook wij uiteraard voorstanders zijn van de diverse vormen van hernieuwbare energie. In Vlaanderen is de ruimte echter schaars.
Dus moeten we, wat de inplanting van die turbines betreft, omzichtig te werk gaan. Zeker als we weten, zoals de heer Martens zei, dat er bij de bouwers van windmolens een cowboymentaliteit heerst. Zij tellen onethische bedragen neer om aan percelen te geraken en lopen elkaar voor de voeten.
Samengevat: wij zijn voor hernieuwbare energie, maar het kan toch niet de bedoeling zijn om kriskras door Vlaanderen her en der windturbines neer te zetten. De afwegingskaders, zowel van de provincie, mevrouw Van Volcem, als van de minister en die zijn er natuurlijk wel geweest in de periode 2006-2009 moeten worden verfijnd. Minister, u hebt beloofd dat die afwegingskaders zullen worden verfijnd. Wij kijken daarnaar uit. De afwegingskaders moeten een serieuze filter zijn op de bouw van windmolens.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik heb de indruk dat de ministers van de Vlaamse Regering naar elkaar kijken en naar elkaar doorverwijzen. In dit parlement is er al bijna een jaar discussie over hoe we de doelstellingen inzake hernieuwbare energie zullen halen. Het ruimtelijk afwegingskader, dat u al regelmatig hebt aangekondigd, is al meerdere keren aan bod gekomen, maar tot nu toe is het allemaal zeer abstract gebleven. Het wordt tijd dat hier concrete stappen worden gezet. Wat ons betreft, kan de overheid hier een zeer grote rol spelen. Zij kan gebieden duidelijk afbakenen en zelfs een stappenplan opstellen om de doelstellingen inzake hernieuwbare en windenergie te halen. Op die manier kunnen we ook onze doelstellingen evalueren. Dat ruimtelijk afwegingskader is zeer belangrijk. Het wordt tijd dat daarin concrete stappen worden gezet.
In de commissie hadden we het al over de 15 kilometerregel van Defensie. U hebt gezegd dat werkgroepen dat bespreken. Vandaag geldt die regel nog altijd. Het wordt tijd dat daarin vooruitgang wordt geboekt. Als je ziet dat in het buitenland, zoals in Nederland bij de luchthaven van Schiphol, windmolens staan. En dat terwijl Belgocontrol met een passer een gigantische cirkel trekt rond de luchthaven van Zaventem. Dat is redelijk absurd.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik betreur dat er geen antwoord is gekomen op de vraag van mevrouw Fournier. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Dank u, mijnheer Penris.
De Vlaamse Regering moet snel een aantal zaken duidelijk maken, onder andere over de doelstellingen inzake hernieuwbare energie. Minister Muyters verwees er daarnet naar in het kader van het Vlaams actieplan dat eraan komt. Mijnheer Martens, ik vind het eigenaardig dat u uw vraag niet stelt aan minister Van den Bossche. Zij heeft al aangekondigd dat we tegen 2020 het geïnstalleerde windenergievermogen zullen verviervoudigen. Wij moeten dringend in de schoot van de Vlaamse Regering die doelstellingen uitklaren. Hetzelfde geldt voor dat ruimtelijk afwegingskader. Er zijn vragen over Defensie en Eurocontrol. En wat met de vergunningsaanvragen van diverse exploitanten op hetzelfde terrein? Daar moeten antwoorden op komen. Ik stel vast dat minister Schauvliege in de commissie al een aanzet tot antwoord heeft gegeven. Ook minister Muyters moet dringend antwoorden geven.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik zal eerst bij wijze van ordemotie wat tijd moeten nemen zonder dat mijn minuut begint te tikken, want ik moet mij verontschuldigen ten aanzien van mevrouw Fournier. Ik heb haar ongetwijfeld interessante vraag afgewezen. Zowel ik als mijn secretaris had daar op dat moment redenen voor. Gewoonlijk delen wij die redenen mee aan de betrokkene. Dat gebeurt per e-mail. Maar wij zijn ook altijd zeer aanspreekbaar. Men kan ons ook in de wandelgangen vatten als men het niet eens is met een beslissing van mij als voorzitter. Ik denk dat andere voorzitters dezelfde procedure handhaven. Mevrouw Fournier, u kunt ook elke beslissing van een voorzitter formeel aanvechten in de commissie. Maar ik heb u niet gehoord op het moment dat wij uw wellicht zeer terechte en interessante vraag hebben afgewezen om redenen die me op dit moment ontsnappen. Ik denk dat ik er straks misschien nog even op kan terugkomen. U had toen moeten reageren. Voorzitter, ik ben iemand die graag amnestie verleent. Dus had ik mevrouw Fournier, als zij mij argumenten had aangereikt die mij van gedacht hadden kunnen doen veranderen, zeker welwillend willen volgen.
Ten gronde, voorzitter, en nu begint mijn minuut: wat is het probleem? We zitten hier met een andere insteek dan die van mevrouw Fournier. Zij had het volgens mij, voor zover ik het mij kan herinneren, over energieproductie. Twee collegas vonden telkens een andere insteek: die van ruimtelijke ordening en die van milieuvriendelijkheid.
Voorzitter, minister, dat is nu net het probleem van het energiebeleid in Vlaanderen. Deze belangrijke problematiek is verspreid over veel te veel ministers: minister Muyters, minister Schauvliege, minister Van den Bossche en zelfs minister Lieten. Als je knopen wil doorhakken, dan breng je zon belangrijk onderwerp in de hand van één minister en je verspreidt dat niet over vier departementen. Dat frustreert u, dat frustreert ons, dat frustreert mevrouw Fournier, en terecht. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Minister Muyters heeft het woord.
U wilt alles in de handen van één minister leggen, maar bij een beslissing over windmolens heb je vele aspecten. Je zou ook kunnen zeggen dat je vanaf nu alle infrastructuurwerken met alle vergunningen in één hand legt. Je zou zo heel speciale pakketten krijgen. Ruimtelijke ordening is een aspect van Ruimtelijke Ordening, milieu is een aspect van Milieu. Laat ons ruimtelijke ordening bij Ruimtelijke Ordening en milieu bij Milieu houden.
U hebt natuurlijk gelijk dat er wisselwerking moet zijn en moet ontstaan. Het is zo dat ik het Vlaams afwegingskader niet wil doorgeven, los van een Vlaams actieplan hernieuwbare energie. Dat is vanzelfsprekend. De snelheid van het ene is afhankelijk van de snelheid van het andere.
Op Landsverdediging ga ik niet in. Ik heb daar in de commissie zeer uitvoerig over gesproken. Als u een verdere stand van zaken wilt, ben ik graag bereid om in de commissie de laatste stand van zaken te geven.
Tot slot nog even kort iets over die ene vergunning. Ik vind het een idee om mee te nemen in de totaliteit van de vereenvoudiging van vergunningsprocedures. Het is een element dat we mee kunnen nemen vanuit de commissie-Sauwens en de commissie-Berx over de vereenvoudiging van procedures. Het kan niet alleen voor windmolens interessant zijn, misschien is het ook elders interessant. Maar ik weet niet of het een goede zaak zou zijn om daar een uitzondering voor te maken.
Minister, collegas, ik pleit er absoluut niet voor om overal windmolens te zetten, maar ik stel alleen maar vast dat deze regering een beleid voert van promotie voor hernieuwbare energie. Ik stel vast dat in de praktijk acht op tien dossiers worden geweigerd en dat sinds de omzendbrief van april 2009 er welgeteld één dossier is goedgekeurd en één princiepsaanvraag gunstig is geadviseerd.
Minister, je moet er niet veel verstand van hebben om vast te stellen dat dit rechtsonzekerheid geeft. Ik geef u nogmaals de opmerking mee dat als we niets doen aan onze reglementitis, ik me de vraag stel wie er in Vlaanderen nog dergelijke rechtsonzekere investeringen gaat doen. Als ik sommige partijen mag geloven, dan zal hernieuwbare energie binnenkort alles moeten oplossen. Ja, dan heb ik toch sterke vragen. Vandaar deze vraag. (Applaus bij LDD)
Ik ben blij dat het actieplan er komt. Ik heb begrepen dat het ruimtelijk afwegingskader er een onderdeel van zal zijn.
Mijnheer Bothuyne, de reden waarom ik deze vraag aan minister Muyters en minister Schauvliege heb gesteld, is mijn pleidooi voor een eengemaakte vergunning. Minister, u zegt: laat ons de aanbevelingen van de commissie-Sauwens en de commissie-Berx, waar dit ook aan bod kwam, in algemeenheid uitvoeren. Misschien kunnen we voor de windenergiesector toch een voorafname doen omdat het milieuaspect en het ruimtelijk aspect hier eigenlijk samenvallen en omdat de projectontwikkelaars, met verschillende vergunningen op zak, elkaar stokken in de wielen steken, wat in deze sector tot een enorme blokkade leidt.
Mevrouw Fournier, ik zal zorgen dat u een schriftelijk antwoord krijgt met alle elementen in.
Mijnheer Sabbe, er waren zeven betogen en het reglement laat niet toe dat u ook het woord vraagt omdat iemand van uw eigen fractie op het spreekgestoelte staat.
Het incident is gesloten.