Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gatz heeft het woord.
Voorzitter, minister, de aanleiding van mijn vraag is het feit dat er in bepaalde gemeenten nog steeds onduidelijkheid bestaat over wier grondgebied de ring loopt. In dit geval is het Dilbeek, maar enkele maanden geleden ging het om Wemmel en Jette. De vraag is of er nu op- of afritten moeten worden toegevoegd of afgeschaft. Dat verwondert me, omdat we nu al een aantal maanden een soort debat voeren over de verbreding van de Brusselse ring, waarbij het niet duidelijk is waar we naartoe gaan en wat de snelheid van het dossier is.
U weet dat we enerzijds een milieueffectenrapport (MER) hebben voor de eerste fase van de ring, waarbij door een aantal burgemeesters van de streek rond Zaventem ook aan uw mouw wordt getrokken, omdat de economie daar van de verbreding zou kunnen genieten. Anderzijds is er het probleem van de westkant van de ring, waar de grootst mogelijke onduidelijkheid bestaat. Mevrouw De Knop heeft een aantal burgemeesters in de streek gemobiliseerd om druk te zetten inzake de vooruitgang van het dossier. Daarnaast is er de hele aansluiting van de ring voor de zachte weggebruikers, van een gewestelijk expresnet voor de fietsers. Er is ook het Gewestelijk Expresnet zelf. Er zijn een aantal zaken die in elkaar zouden kunnen of toch moeten glijden. Verder is er blijkbaar een gebrek aan overleg met het Brusselse gewest. Ik zeg niet dat alles wat het Brusselse gewest op tafel legt, zomaar aanvaard moet worden. Uit politieke misschien niet uit ambtelijke hoek hoor ik toch dat men daar tekort schiet.
Minister, we hebben te maken met een wat ondoorzichtige brij. Wanneer wordt die Brusselse ring nu verbreed? Hoe wordt die verbreed? Hoeveel wordt die verbreed? Mij is het al een tijdje niet meer duidelijk. Wanneer kunt u die onduidelijkheid over de verbreding van de Brusselse ring eindelijk wegnemen?
Mijnheer Gatz, u bent perfect binnen de tijd gebleven. Proficiat.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Gatz, als ik me niet vergis, werd hierover een paar weken geleden nog een actuele vraag of een vraag om uitleg gesteld. Het klopt dat er op dit ogenblik heel wat vragen zijn over wat er mobiliteitsmatig precies zal gebeuren. Wat is nu de oorzaak daarvan? Er loopt een plan-MER voor zone I, zone Zaventem. Maar om te zien hoe de doorstroming zal verlopen, wordt gekeken naar de hele ring. Dat betekent dat er heel veel overleg nodig is met Brussel inzake de simulaties. Dat gebeurt ook. Er worden ook heel wat opties bekeken.
U vraagt me concreet wat met afrit 12 zal gebeuren. Dat zijn zaken die nu modelmatig worden opgenomen in dat plan-MER. Een van de grote kritieken gaat over het MER. Een MER kan wel gemaakt worden voor een stukje als het gaat over maatregelen inzake het geluid. Maar de verkeersbewegingen moeten bekeken worden over de hele zone van de ring. En dat wordt nu onderzocht. Vandaar ook dat men allerlei simulaties maakt. Van zodra dat afgerond is en dat zal nog enkele weken duren , wordt het opgenomen in het plan-MER, zodat het kan worden afgerond.
U moet begrijpen dat die optimalisatie van de ring een voor mij heel belangrijk dossier is. Net zoals in andere dossiers is het belangrijk dat we eerst de milieueffecten van elke mogelijke optie zeer goed in kaart brengen, vooraleer definitief knopen worden doorgehakt. Als het plan-MER klaar is en conform is verklaard, zal mijn administratie een grote overlegronde organiseren. Dat zal niet alleen met Brussel gebeuren, want daarmee voeren we bijna permanent overleg, maar ook met de gemeenten die lokaal betrokken zijn.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Maar wat de timing betreft, blijf ik toch nog enigszins op mijn honger zitten. Uw regering heeft zwaar ingezet om van deze regio een logistiek vooruitstrevende regio te maken, onder meer via Vlaanderen in Actie (ViA). Er zijn twee zwarte punten: enerzijds de mobiliteit in en rond Antwerpen, waarover we het vandaag even niet zullen hebben, hoewel we weten hoe vast het dossier zit, en anderzijds de mobiliteit in en rond Brussel. Als die twee tijdens deze legislatuur niet kunnen worden gerealiseerd of als minstens een van de twee niet op gang wordt getrokken en het ander gerealiseerd, dan kunnen we nog veel ViA-plannen maken. Er zal dan niets van komen. Ik neem aan dat u die bekommernissen wel deelt. Anders staan we niet alleen stil in de file, maar staat ook het beleid stil. En dat is zeker mijn en, naar ik aanneem, ook uw bedoeling niet.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, inhoudelijk ben ik het natuurlijk niet eens met de heer Gatz. Hij is veeleer een voorstander van de uitbreiding van de ring. Ik ben ervan overtuigd dat dit geen oplossing is voor de mobiliteitsproblematiek in Brussel en in Vlaams-Brabant.
Ik deel echter zijn bezorgdheid om de transparantie. Ik zal even een voorbeeld geven. Ik heb dit de minister-president tijdens een commissievergadering trouwens al eens gezegd. Ik heb de minister een schriftelijke vraag gesteld. Ik heb gevraagd hoe het met de timing en met de financiering van dit project zit. Het antwoord luidt dat er nog geen duidelijkheid is en dat er nog geen bedragen op kunnen worden geplakt. Ik heb echter ook zelf een beetje gezocht. In een rapport van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) van november 2009 staan in het licht van de missing links bedragen van 135 miljoen euro en 145 miljoen euro vermeld. Dit geld zou bestemd zijn voor twee deelprojecten van de verbreding van de Brusselse ring. Het wordt dan ook tijd dat de Vlaamse Regering veel transparanter over dit dossier begint te communiceren.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, als vertegenwoordiger van de gemeente Zaventem en van heel de regio ben ik een uitgesproken voorstander van de ring. De vraag is natuurlijk welke ring. Ik zou echt op vooruitgang in dit dossier willen aandringen. Ongeveer twee jaar geleden is ons in volle zomerperiode gevraagd een advies op te stellen. De gemeenten moesten toen op een paar weken tijd een advies afleveren. Dit is bijna twee jaar geleden. Ondertussen hebben de gemeenten daar niets meer over vernomen. Tot op heden hebben we geen enkel voorontwerp ontvangen. Ik zou bijgevolg willen vragen op dit vlak wat vooruitgang te boeken.
Ik zie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wat er zoal gebeurt omdat we zo lang moeten wachten. Ik heb de verklaring van staatssecretaris De Lille gelezen. Hij verklaart, namens het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bijna de oorlog aan de ring.
We mogen hier geen Lange Wapper-discussie van maken. De discussie mag niet zo lang duren dat op den duur geen enkele beslissing meer wordt genomen. Ik vraag snel vooruit te gaan. Vroeger is gezegd dat de eerste steen van de verbreding in de buurt van Nossegem en Zaventem in 2012 zou worden gelegd. Dat lijkt me nu niet meer realistisch. Ik vraag een snelle vooruitgang. De onduidelijkheid creëert enkel meer verzet.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Voorzitter, iedereen die zich wat bij de mobiliteit in en rond Brussel betrokken voelt, is allicht van mening dat het effectief noodzakelijk is een oplossing voor de ring te vinden. Zodra op de ring iets gebeurt, ontstaat een chaos en een file van tientallen kilometers.
Ik ben niet noodzakelijk een voorstander van een verbreding van de ring. Er moet eens over een globaal beeld worden nagedacht. We moeten weten hoe we de ring willen aanleggen. Ik wil hier de nadruk op leggen. Een verbreding tussen Nossegem en de aansluiting op de E19 in Vilvoorde biedt geen soelaas voor het viaduct van Vilvoorde. Dit kan een flessenhals worden. We hebben al een flessenhals aan het Vierarmenkruispunt in Tervuren.
Vlot verkeer op de ring moet mogelijk worden. Het volstaat niet oplossingen voor bepaalde trajecten of bepaalde vakken te vinden. De studie die de minister heeft aangekondigd, moet een volledig beeld geven van de manier waarop de ring in zijn geheel moet worden bekeken. Het gaat om de mobiliteit op heel het traject, van Halle tot Groenendaal. Het gaat om de manier waarop alle op- en afritten zullen worden aangelegd. Het is belangrijk hier zicht op te hebben voor we met betrekking tot bepaalde vakken stappen zetten.
Volgens mij delen we allemaal dezelfde bekommernis, namelijk de bekommernis om de optimalisering van de Brusselse ring. Voormalig minister Vandenbroucke heeft me destijds die woorden in de mond gelegd. Het gaat om een optimalisatie in de juiste betekenis van het woord. We moeten de ring optimaliseren.
De vraag is hoe we dat willen doen. Mij lijkt het logisch het doorgaand en het lokaal verkeer van elkaar te scheiden. Dit betekent dat we soms een ingreep moeten verrichten. Het kan gaan om een verbreding of om een andere organisatie van rijvakken.
Ik hoop dat iedereen, over de partij- en de gewestgrenzen heen, hiervoor wil gaan. Dit moet het resultaat vormen. De verkeersveiligheid moet toenemen. We moeten een goede oplossing vinden.
Ik moet over een MER beschikken. Dat is evident. Indien we de milieueffecten niet in kaart zouden brengen, zouden we in de problemen komen.
U zegt dat we daar in volle zomer mee geconfronteerd zijn, mijnheer Van Rompuy, maar ik heb het daarna wel rechtgezet. Ik heb iedereen een tweede kans geboden om dat in alle rust te doen.
Het loopt nu inderdaad een jaar. Het milieueffectenrapport is een jaar bezig. We zijn nu aan de dynamische verkeersmodellen. Wat mij betreft, mag dat morgen afgewerkt zijn. Hoe rapper, hoe liever. Want dat zal mij pas in staat stellen om binnen de regering en samen met de gemeenten te kijken voor welke optie we kiezen en welke budgetten daarvoor verschuldigd zijn. De heer Sanctorum verwijst naar de berekeningen van MORA, maar het is natuurlijk eenvoudig om te zeggen: in dit scenario zou het wel eens zoveel kunnen kosten en in dat scenario zou het zoveel kunnen zijn. Wat mij interesseert, is wat de meest verkeersveilige en leefbare oplossing is die ook de doorstroming verbetert. Dan zullen we de budgetten daar kunnen aan vastkleven.
Maak u geen zorgen: in het hele START-verhaal zijn indertijd ook budgetten gereserveerd voor die werken. Voor mij is van het belang dat we dat kunnen doen in goed overleg, en hopelijk met een positieve en constructieve houding van alle partijen die bij het dossier betrokken zijn. Want zonder medewerking over de gewestgrenzen heen zullen we heel weinig kunnen doen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik deel ook de vraag naar meer transparantie van de heer Sanctorum en de vraag naar meer snelheid van de heer Van Rompuy. Volgende week zullen we in de Commissie voor Openbare Werken en Mobiliteit op basis van een voorstel van resolutie waarschijnlijk wat dieper op de zaken ingaan.
Ik herinner u en de minister-president eraan dat u een contract met zichzelf hebt gesloten om de Antwerpse en de Brusselse mobiliteitsknopen te ontwarren. Als u beiden daar binnen deze legislatuur niet in slaagt, zult u niet alleen gefaald hebben ten aanzien van uzelf, maar ook ten aanzien van de Vlaamse samenleving en de Vlaamse economie. We hopen dat dat niet zal gebeuren. (Applaus bij Open Vld)
Het incident is gesloten.