Verslag plenaire vergadering
Verslag
Persoonlijk feit
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Vereeck bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb via uw kabinetschef vernomen dat u sommige van mijn interventies een beetje scherp vindt. Dat is niet de bedoeling, maar soms geeft u daar ook wel aanleiding toe.
Mijnheer Vereeck, als iedereen in de plenaire vergadering vragen gaat stellen over afgewezen vragen, hebben we een en ander aan de hand.
Daar gaat het niet over, mijnheer de voorzitter. Ik vind namelijk niet dat het aan de voorzitter is om commentaar te geven op de inhoud van een repliek. Het staat de interveniënt, in dit geval de heer Reekmans, volledig vrij om zelf te kiezen wat hij als repliek geeft aan de minister. Als hij dan zin heeft om iets te herhalen, dan mag hij dat gerust doen. De redenen daarvoor kan hij zelf inschatten. Misschien heeft hij daar gewoon zin in, of misschien vindt hij dat de minister onvoldoende geantwoord heeft. Ik hoop niet dat we in de toekomst zo ver moeten gaan dat we ook onze repliek eerst aan u moeten voorleggen.
Dat laatste is wat kort door de bocht. Het is aan mij om orde te houden in de plenaire vergadering. Er zijn leden die drie keer dezelfde vraag stellen in één debat en dat is niet de bedoeling. Luistert u ook even, mijnheer Vereeck? U kunt mij ook recht in de ogen kijken.
Als men een vraag herhaalt, maak ik er een opmerking over. Dat moet het debat ten goede komen. Ik ga van nu af aan wanneer sommige van uw mensen tussenkomen, ervoor zorgen dat ze zich aan de twee minuten houden. Ik ga het reglement strikt toepassen. Ik ben er tolerant in geweest, maar daar maakt u geen opmerking over. Als de heer Reekmans drie keer hetzelfde wil vertellen, is dat zijn goed recht. Maar of dat het debat ten goed komt? Daar zet ik vraagtekens bij.
Het incident is gesloten.