Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, het is niet omdat het VRT-journaal onze reactie op het federale regeerakkoord reduceerde tot commentaar op het dossier van de asielzoekers dat we over de andere domeinen van het akkoord geen reactie zouden hebben gegeven.
Op 1 februari bent u met uw nota naar het Octopusoverleg getrokken. Ik heb u toen gezegd dat die nota een goede samenvatting is van de Vlaamse resoluties die ook zijn opgenomen in het Vlaamse regeerakkoord. Ik zal niet opsommen wat er allemaal in die nota staat, maar onder meer het gezinsbeleid en het gezondheidsbeleid zitten er als prioriteiten in. Maar dé prioriteit is het arbeidsmarktbeleid, en daar begint u trouwens uw nota mee.
Op dat vlak stelt u vast dat de toestand in het noorden en het zuiden van het land nogal verschilt. U zegt: "Op deze verschillende situaties past een verschillend antwoord dat het federaal kader niet vermag ons te geven. De gewesten moeten dus alle mogelijkheden krijgen om de werkzoekenden te activeren, een doelgroepenbeleid op te zetten en te oordelen over de beschikbaarheid van werklozen voor de arbeidsmarkt."
Vandaag worden wij geconfronteerd met een federaal regeerakkoord waarin heel wat maatregelen staan op het vlak van het arbeidsmarktbeleid. Men zal werklozen activeren, maar u stelt dat men dat best op het niveau van de deelstaten doet. Men zal een doelgroepenbeleid ontwikkelen, maar u stelt in uw nota dat dit best op het niveau van de deelstaten gebeurt. Men wil ook de werkloosheidsreglementering aanpassen, maar ook dat gebeurt het best door de regio's, zo stelt u in uw nota.
In feite bent u op het vlak van het arbeidsmarktbeleid gezakt. Ook inzake het institutionele luik is dat het geval, maar daarover zullen we u na het paasreces ondervragen. Laten we wel wezen: als de federale regering nu begint met de ontwikkeling van allerlei maatregelen op het vlak van het arbeidsmarktbeleid, dan moet men toch geen universiteitsprofessor zijn om te kunnen besluiten dat het dan niet de bedoeling is om in juli die maatregelen eventueel naar de deelstaten over te hevelen. Anders gesteld: wat dit luik betreft - en ook wat de andere luiken betreft - bent u met een kluitje in het riet gestuurd.
Toch wel, ik heb hier de regeringsverklaring bij, en dit is een ontwerp dat het niet heeft gehaald. U ziet dat hierin veel is doorstreept. In die versie staat het volgende: "Het arbeidsmarktbeleid. Daarbij zal gekeken worden welke aspecten het best aan de gewesten worden toegekend opdat zij een beleid zouden kunnen voeren dat zo veel mogelijk beantwoord aan de eigen specifieke noden." Deze passage is doorstreept. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Dit is een versie die gecirculeerd heeft en dit is het uiteindelijke regeerakkoord waarin deze passage is weggelaten. Het is afgelopen met de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid waarvan u een prioriteit hebt gemaakt.
Ten tweede, wat is de cohesie nog binnen uw regering als het gaat over de staatshervorming? Mevrouw Gennez, voorzitster van een van uw coalitiepartners, zei gisteren in Le Soir: "Sp.a is geen vragende partij voor een regionalisering van het gezondheidsbeleid, de kinderbijslag of de vennootschapsbelasting."
Hoe bekijkt u dat? Volgens mij hebben de federale onderhandelaars, mijnheer de minister-president, deze nota in de vuilbak gegooid en hebben ze gezegd dat u nog eens uw verlanglijstje mag komen voorlezen zonder dat ze er rekening mee zullen houden omdat de federale regering het zelf zal doen. Bovendien is er een coalitiepartner die openlijk zegt dat ze niet meer achter uw Octopusnota staat.
Wat vindt u van dat deel van het federale regeerakkoord? Wordt het geen tijd, mijnheer de minister-president, om aan sp.a te vragen of ze nog achter uw regeerakkoord staat, want die spagaat begint stilaan pijnlijk te worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, het is niet aan mij om de federale regeringsverklaring te verdedigen. Daar zijn andere plaatsen voor.
Ik hoop het.
Er zijn andere plaatsen waar Yves Leterme het federale regeerakkoord zal verdedigen. Ik denk dat we een goede taakverdeling goed in de gaten moeten houden. U kunt door andere collega's vragen laten stellen op andere plaatsen.
Ik ben blij dat u mijn nota bij hebt en eruit citeert, want het is een heel belangrijke nota die we met de Vlaamse Regering voor het Octopusoverleg hebben gemaakt. U zegt terecht dat er alle elementen in staan, niet alleen de resolutie maar ook wat we in het Vlaamse regeerakkoord hebben opgenomen.
Mijnheer Van Hauthem, u hebt gelijk wat het tweede pakket betreft. Het arbeidsmarktbeleid is inderdaad een van de speerpunten waar we voor gaan en waarover hier heel duidelijke taal is gesproken net zoals in mijn document waarnaar u verwijst.
Het is wel geschrapt.
Ik weet niet hoeveel versies er van de federale regeringsverklaring bestaan en ik weet niet welke versie u hebt, dat interesseert me niet. Het enige wat belangrijk is, is wat er in de federale regeringsverklaring is opgenomen en wat het tweede pakket zal bevatten. Ik zeg u in alle duidelijkheid dat het arbeidsmarktbeleid een essentieel onderdeel is van het tweede pakket.
De vraag is dan of er elementen uit de federale regeringsverklaring in aanmerking komen voor regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. De activering van de werklozen - en de situatie verschilt in Vlaanderen en Wallonië, zoals u terecht opmerkt - vormt een onderdeel van het tweede pakket. Op 15 juli moet het tweede pakket klaar zijn en zullen we weten wat er, uit de federale regeringsverklaring, voor regionalisering in aanmerking komt.
Mijn standpunt is zeer duidelijk en we zullen er de volgende weken verder de nadruk op leggen zodat we elkaar op 15 juli minstens daarover opnieuw spreken. Dan kunt u zeggen of ik mij met een kluitje in het riet heb laten sturen. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat dit niet zo is en dat het zeker te vroeg is om nu zo'n conclusie te trekken.
Mijnheer Van Hauthem, ik ben minister-president van de Vlaamse Regering en werk op een heel goede wijze samen met de collega's, ook met de collega's van sp.a. Ik heb geen enkel element om te denken dat wat in het Vlaamse regeerakkoord en in mijn document staat, en waarover een consensus bestond binnen de Vlaamse Regering, in twijfel wordt getrokken.
Als er vragen zijn bij wat de voorzitter van een bepaalde politieke partij zegt, moet u dat rechtstreeks vragen, maar ik, als minister-president, heb daar niet direct een antwoord op te geven. Dat is ook mijn zorg niet. Mijn zorg is het Vlaamse regeerakkoord en de dynamiek binnen de Vlaamse regering, ook met de collega-ministers van sp.a. Al het andere is mogelijk een debat waard, maar niet met de minister-president, want hij staat daar naast, boven of onder, zoals u dat zelf wenst.
Mijnheer de minister-president, u staat er naast, boven of onder. Ik heb in alle geval de indruk dat u er minstens naast staat. U blijft hier zeggen dat er binnen de Vlaamse Regering geen probleem is, maar als de voorzitter van een van uw coalitiepartners zegt dat men geen vragende partij is voor wat u namens de regering op het Octopusoverleg bent gaan zeggen, is dat de schizofrenie ten top. Minister Vandenbroucke staat achter uw nota en minister Van Brempt staat achter uw nota, maar voor de rest kunnen we gissen. Het interesseert u niet en het is uw bekommernis niet dat een van uw coalitiepartners zegt dat men niet meer achter een essentieel deel van uw regeerakkoord staat. Als minister-president, zou dat wel mijn zorg zijn.
U draait om de hete brij heen. Ik wijs op het verschil tussen een versie van het regeerakkoord waarin alles dat in aanmerking zou kunnen komen voor regionalisering van het arbeidmarktbeleid is geschrapt, en de officiële versie die is goedgekeurd door de verschillende partijen op het federale niveau, waarin niets meer staat over wat eventueel in aanmerking zou kunnen komen om te regionaliseren wat het arbeidsmarktbeleid betreft.
In het federale regeerakkoord staan maatregelen in verband met activering, daar staan maatregelen in in verband met de begeleiding van werklozen en hoe men het systeem zal herzien. Daar staan een aantal - misschien intenties - toch vrij concrete maatregelen in. Mijnheer de minister-president, wees nu niet blind. Als de federale regering hiermee begint en daar een federale politiek voor voert, gaat u toch niet zeggen dat we in juli wel zullen zien. Het staat erin, wat betekent dat het niet geregionaliseerd wordt, los van de andere aspecten die volgens u in het tweede pakket zouden moeten zitten.
Mijnheer de minister-president, u draait om de hete brij heen. Ik betreur dat u niet actiever bent opgetreden in heel de discussie over wat in het federale regeerakkoord staat. Het is een mooie nota, die op de lijn van uw regeerakkoord blijft, maar het was een beleefdheidsbezoek. Men heeft daar blijkbaar gezegd dat u bedankt bent voor uw bezoek, maar dat men er voor de rest absoluut geen rekening mee houdt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, u probeert hier elke keer de indruk te geven dat in de tweede fase geen wezenlijke bevoegdheidsoverdrachten gecreëerd zullen worden. U probeert dat al weken te doen.
Die indruk creëert tenminste het federale regeerakkoord.
In de wettekst die neergelegd zal worden, staat dat in de tweede fase onder meer het arbeidsmarktbeleid naar de deelstaten zal gaan.
Dat staat daar niet in.
Toen men vicepremier Leterme vroeg wat een prioriteit is voor overheveling in de tweede fase, heeft hij expliciet de arbeidsmarkt vermeld.
De minister-president verwoordt exact het standpunt niet alleen van CD&V maar ook van de Vlaamse Regering. Enkele weken geleden hebben we minister Vandenbroucke ondervraagd in de commissie Economie en Werk over de regionalisering van de arbeidsmarkt. Minister Vandenbroucke heeft een uiteenzetting gegeven van bijna een half uur over hoe een regionalisering en de verschillende aspecten daarvan moeten worden bekeken. Als er één punt enorm belangrijk is voor CD&V en ook voor het Vlaams Parlement, is het juist het arbeidsmarktbeleid. De minister-president heeft al verschillende keren gereageerd op de studie van het Planbureau, waarin wordt gezegd dat Vlaanderen de volgende jaren een tekort aan arbeidskrachten zal hebben en dat Wallonië een probleem heeft van het creëren van werkgelegenheid. Er is al een overleg over geweest met minister Demotte. Ik heb het federale regeerakkoord gisteren ook gelezen. Er zijn bepaalde paragrafen uit gelicht omdat ze naar het institutionele deel worden verschoven.
Neen, juist niet!
In het federale regeerakkoord staat dat er een dertiende maand kindergeld komt als schooltoelage. Wil dat zeggen dat de kinderbijslagen niet naar de deelstaten kunnen gaan? Zo kan men dat natuurlijk altijd lezen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Onderschat de wil van CD&V en N-VA en ook van de Vlaamse Regering niet om op 15 juli een bilan op te maken van de bevoegdheidsoverdrachten. Dat wordt ook een beoordelingsmoment voor het Vlaams Parlement over hoe wij de uitvoering van de resoluties zien. Wat we de laatste dagen hebben gehoord, kan toch niet duidelijker zijn? Maar voor u zal het altijd onduidelijk blijven, u speelt uw rol als oppositie.
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw Gennez is tenminste duidelijk over wat voor haar belangrijk is, wat we niet van alle andere partijen kunnen zeggen. Ze heeft duidelijk naar voren geschoven dat het arbeidsmarktbeleid een belangrijk thema is om te regionaliseren. Voorts wil de sp.a op 15 juli oordelen of de voorstellen ten minste van deze principes vertrekken: tasten ze de solidariteit niet aan en zorgen ze voor meer coherentie. Daarop zullen we alle voorstellen omtrent de staatshervorming beoordelen. Dat is de duidelijkheid van mevrouw Gennez.
Waar de andere partijen op 15 juli willen eindigen, weet ik niet. Die onduidelijkheid is ook aanwezig in het federale regeerakkoord, daarover ben ik het volledig met u eens. We vinden na negen maanden een prematuurtje in plaats van een voldragen baby die we zouden mogen verwachten. Blijkbaar is de buik van de Belgische politiek erg ziek.
Mevrouw de voorzitter, de interpersoonlijke solidariteit is in dit parlement ook erg belangrijk. Daar is een kamerbrede consensus over in het hele debat. Nogmaals, voor ons is arbeidsmarktbeleid een belangrijk speerpunt. De regionalisering van dit domein maakt deel uit van het eerste pakket en is ook in de memorie van toelichting uitdrukkelijk vermeld. Men zal dat aspect duidelijk moeten regionaliseren en nagaan wat de effecten daarvan zijn. Wat is opgenomen inzake onder meer arbeidsmarktbeleid, moet coherent in elkaar steken en er moet heel duidelijk een belangrijk pakket arbeidsmarkt geregionaliseerd worden. Uw bezorgdheid delen we allemaal. Het is wel belangrijk te onderstrepen dat het tweede pakket de volgende weken en maanden geconcretiseerd moet zijn. 15 juli zal een belangrijk toetsmoment worden. Ik kan niet duidelijker zijn.
U kunt misschien niet duidelijker zijn, maar de andere coalitiepartners zouden best ook iets duidelijker zijn. Ik beschouw een regeerakkoord, zelfs als oppositielid, toch niet als iets waarover men kan zeggen dat men het met het ene deel eens is en dat men het andere laat vallen. Een regeerakkoord is een regeerakkoord. Ik stel vast dat de voorzitter van een coalitiepartner gewoon zegt: met dat deel ga ik niet akkoord. De heer Sannen heeft dat zelfs niet ontkend maar heeft een beetje rond de hete brij gedraaid.
Ik stel alleen vast dat er in dit federale regeerakkoord - en dat is nu één aspect ervan - al maatregelen worden aangekondigd die de federale regering gaat nemen met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid. Dat is codetaal om te stellen dat we het mogen vergeten dat dat in juli zou worden overgeheveld. Dat is de kern van de zaak. Laat dat zomaar niet gebeuren tot 15 juli, want ondertussen is men bezig.
Ik heb de memorie van toelichting gelezen. Het voorstel van bijzondere wet bevat een aantal elementen van bevoegdheidsoverdracht. Dat zijn de bagatellen van de heer Van Rompuy. In de memorie van toelichting staat dat over een aantal zaken misschien ooit eens zal worden gesproken, dat wel eens zal worden bekeken in welke mate dat kan. Ik heb dat nog nooit meegemaakt. Het is alsof hier een voorstel van decreet zou worden ingediend waarin iets wordt geregeld en in de memorie van toelichting zou worden gesteld dat over een aantal andere dingen misschien ooit eens zal worden gesproken. De status van die memorie van toelichting is nihil, maar het federale regeerakkoord heeft wel een status: dat is een akkoord tussen die diverse partijen. Daar zie ik niets over heel het onderdeel van de institutionele hervormingen. Bovendien worden er al maatregelen genomen over datgene waarvan u vraagt dat het in juli zou worden overgeheveld. Mijnheer de minister-president, we zullen elkaar nog spreken, maar we worden hier op grote schaal bedrogen terwijl we erop staan te kijken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.