Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Peeters.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik ben blij dat u op deze belangrijke vraag zult willen antwoorden. De aanleiding van mijn vraag situeert zich vorige week zondag, toen de voormalige Servische provincie Kosovo zich onafhankelijk verklaarde.
U weet, zoals alle collega´s hier, dat Kosovo een heel zware geschiedenis heeft, met bezettingen, etnische zuiveringen over en weer en enorme demografische verschuivingen. Ik denk dat er heel veel argumenten zijn, vanuit Albanese zijde, om te komen tot onafhankelijkheid voor Kosovo. Ik denk dat er ook wel een aantal argumenten aan Servische zijde zijn.
Wat mij als Vlaming 1600 kilometer verder interesseert, is dat anno 2008 alweer een nieuwe onafhankelijke staat op de kaart van Europa verschijnt. Kosovo, zoals het er vandaag uitziet, heeft weinig troeven: ongeveer 2 miljoen inwoners, geen economie, geen infrastructuur, een laag opgeleide bevolking en weinig werk. Maar wel onafhankelijkheid.
Mijnheer de minister-president, wat Kosovo ook niet heeft, is een intellectuele elite die, zoals we in onze Vlaamse kranten kunnen lezen, identiteitsloze constructies van zes regeringen en zeven parlementen en alarmbelprocedures als het summum van beschaving beschouwt. Wat ze in Kosovo ook niet hebben, zijn politici die met straffe programma´s naar de verkiezingen trekken en daar na de verkiezingen, in de naam van de redelijkheid, helemaal op terugkomen en zichzelf dan grote staatsmannen vinden. Wat ze ook niet hebben, is een koninklijke familie die de hele constructie overeind wil houden. Wat ze wel hebben, collega´s, is onafhankelijkheid. (Opmerkingen van minister Frank Vandenbroucke en bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, wat ze wel hebben, is onafhankelijkheid, terwijl wij ons voortslepen naar meer autonomie aan het tempo van een dode slak.
Mijnheer de minister, ik vind dat wij ons niet moeten spiegelen aan Kosovo. Ik wens geen enkel volk, en zeker het Vlaamse niet, een geschiedenis toe van bezettingen, oorlog, VN-interventie, NAVO-bombardementen en VN-bestuur. Ik wens dat niemand toe.
Ik denk dat er voor Vlaanderen mooiere voorbeelden zijn, zoals het opheffen van de unie tussen Noorwegen en Zweden in 1905, de opheffing van de unie tussen Tsjechië en Slowakije in 1992, het opheffen van de unie tussen Servië en Montenegro in 2006 en ga zo maar door. Daar kwam men op een vreedzame en een democratisch gelegitimeerde en internationaal aanvaarde manier tot onafhankelijkheid. Mijnheer de minister, er zijn dus heel veel voorbeelden waar wij ons wel aan kunnen spiegelen.
Het is een feit dat 1600 kilometer van hier een nieuwe staat is ontstaan en dat België die vrij snel heeft erkend. Ook Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk deden dat. Mijnheer de minister-president, hoe is men tot dat Belgische standpunt gekomen? Heeft Vlaanderen daar een rol in gespeeld? Is het zo dat minister De Gucht beslist om Kosovo te erkennen en dat Vlaanderen daar akte van neemt? Of is, zoals men het mij altijd vertelt, het buitenlandbeleid van de federatie ook het buitenlandbeleid van de componenten van de federatie? Was er overleg tussen het Belgische en het Vlaamse niveau, om uiteindelijk tot dit standpunt te komen?
Minister Bourgeois heeft aangekondigd dat er een Vlaamse delegatie naar Kosovo zal afreizen. Wie zal deel uitmaken van deze delegatie? Wanneer zal die delegatie vertrekken? Wat zal de delegatie daar doen? Wat zal de weerslag van een dergelijke delegatie zijn op onze relatie met Servië, die we toch in de gaten moeten houden? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik kan enkele punten namens mijn collega, minister Bourgeois, meegeven in antwoord op uw vraag.
De Vlaamse Regering staat achter de beslissing van de federale regering om Kosovo te erkennen, temeer daar de plaatselijke bevolking deze onafhankelijkheid in grote mate of helemaal steunt. De Vlaamse Regering benadrukt dat in de onafhankelijkheidsverklaring die op 17 februari door het Kosovaarse parlement is aangenomen, uitdrukkelijk de gelijkheid van alle burgers en de bescherming van de Servische en andere minderheden is opgenomen. Inzake de erkenning van Kosovo is er overleg geweest tussen de diensten van de federale en de Vlaamse Regering. De kwestie werd op verscheidene overlegvergaderingen uitgebreid behandeld.
Er wordt een Vlaamse delegatie naar Kosovo gestuurd om contacten te leggen met de regering aldaar om na te gaan hoe we vanuit Vlaanderen verder kunnen samenwerken met Kosovo en hoe we kunnen helpen aan de uitbouw van die samenleving en haar instellingen. Er zal een verkennende missie gestuurd worden. Het antwoord op de vraag wie daar deel van zal uitmaken en wanneer ze zal gaan, moet ik u schuldig blijven. Dat moet u vragen aan minister Bourgeois wanneer hij terug is.
Minister Bourgeois heeft in het verleden verschillende keren contact gehad met een aantal belangrijke mensen in Kosovo. Het is de intentie van de minister om die contacten niet alleen verder te zetten maar ook te versterken omdat wij menen dat Vlaanderen in Centraal- en Oost-Europa een belangrijke rol kan en moet spelen.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor het antwoord. Ik ben blij dat er overleg is, hoewel niet formeel, tussen het Vlaamse en het Belgische niveau. Ik ben ook blij dat Vlaanderen effectief een bijdrage zal leveren aan de verdere uitbouw van Kosovo. We moeten er ons voor hoeden dat er een instabiele staatkundige constructie zou bestaan. Ik denk dat van alle staten van de Balkan, Kosovo wel het minst uitgebouwd en het meest fragiel is. Het is in het belang van heel Europa dat we er voor zorgen dat daar een perspectief is voor de mensen. Nu de onafhankelijkheid een feit is, moeten zij alle steun krijgen om in de richting van de Europese Unie te evolueren.
Op mijn vraag wie er naartoe gaat, wanneer en om wat te doen, krijg ik geen antwoord. Ik zal die vraag opnieuw stellen aan minister Bourgeois in de commissie of in de plenaire vergadering.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, de problematiek van Kosovo is in het parlement in het verleden meermaals aan bod geweest. Ik wil verwijzen naar twee resoluties die dit parlement heeft aangenomen in 1999 en 2001, waarin we de wil uitspraken dat er ook vanuit Vlaanderen solidariteit en ondersteuning is voor deze regio in de Balkan. De problematiek van Kosovo is in Vlaanderen politiek op de agenda gezet door mensen als Jef Sleeckx, Jef Ulburghs, Willy Kuijpers, Hugo Marsoul, Patrick Hostekint en, uit de liberale hoek, Marino Keulen en dies meer.
De stap die nu is gezet in Pristina, hebben we in Vlaanderen dus enigszins zien aankomen.
Daarnet is er met nogal wat platitudes gegooid. Daarom zou ik wijlen Ibrahim Rugova willen citeren. Ik citeer uit het parlementaire verslag van juni 2001: "Ik ben blij dat ik me voor de tweede maal in uw midden bevind. Vlaanderen heeft, samen met België, Kosovo tien jaar lang gesteund. Toen hadden we het over problemen als politieke repressie en zelfs massaslachtingen. Nu praten we over een nieuw tijdperk voor Kosovo." Verder stelde hij: "Ik ben voorstander van een institutionele samenwerking. Deze namiddag heb ik een contactmoment met een aantal gemeenten in Vlaanderen. We moeten nagaan welke economische, culturele en eventueel zelfs diplomatieke samenwerkingsmogelijkheden er zijn." Het klopt dat deze regio een enorme geschiedenis van geweld en milities heeft. Ik daag echter iedereen uit me een bezet land aan te wijzen dat geen milities kent. De heer Rugova heeft steeds het geweldloze verzet gepredikt. Sommigen noemen hem de Mandela van Kosovo.
Mijnheer de minister, uw antwoord kan ons alleszins bevredigen. Het ligt in de lijn van de verzuchtingen die dit parlement de voorbije tien jaar heeft geuit. We moeten op een volwassen wijze met deze nieuwe staten kunnen samenwerken.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
We sluiten ons aan bij het antwoord van de minister en wat de heer Van Dijck zonet heeft gezegd. We moeten solidair zijn met een volk dat zwaar geleden heeft en de jongste jaren in dramatische omstandigheden naar zijn onafhankelijkheid is toegegroeid.
Aan de leden van het Vlaams Belang wil ik zeggen dat de Vlaamse onafhankelijkheidsstrijd heel legitiem is. Over het uiteindelijke doel kunnen sommigen van mening verschillen. Ik betreur echter dat die strijd in één adem wordt genoemd met de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo. Mijnheer Van Overmeire, u hebt dat gezegd in uw inleiding. U hebt het gehad over Noorwegen en Zweden, over Tsjechië en Slowakije, die op een bepaalde manier hun onafhankelijkheid hebben verworven. Dat u de Vlaamse onafhankelijkheidsstrijd probeert te situeren in de context van die dramatische Kosovaarse strijd, met tienduizenden doden in de zwaarste burgeroorlog sinds de Tweede Wereldoorlog, vind ik beneden alles. Ik vind het onwaardig voor al diegenen die ijveren voor meer Vlaamse autonomie dat u die vergelijking probeert te maken. Ik steun volledig wat minister Vandenbroucke daarnet heeft gezegd. (Applaus bij CD&V en sp.a-spirit. Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Met die reactie toont u uw ware gelaat!
De heer Van Dijck had gelijk toen hij het woord 'platitude' gebruikte. De onzin die ik moet horen, is hemeltergend. De schizofrenie is ongelooflijk. De linkerzijde in Vlaanderen is voor onafhankelijkheid als het over de Basken gaan, als het over de Koerden gaat, als het over de Kosovaren gaat, als het over de Palestijnen gaat, maar is tegen de onafhankelijkheid als het over Vlaanderen gaat. Dat komt het oorlogsverhaal dat we telkens opnieuw horen. Ik heb gezegd dat ik Vlaanderen niet toewens wat er in Kosovo is gebeurd. U hebt dus heel goed geluisterd. Ik heb u drie modellen gegeven van een federatie die uit twee componenten bestond en op een vreedzame, democratische, internationaal gelegitimeerde wijze ontbonden is, zodat men daar de onafhankelijkheid heeft bereikt.
Waarom hebt u dan die vraag over de onafhankelijkheidverklaring gesteld? (Rumoer)
Het probleem is dat men dat niet wil horen.
Uit heel dit dossier onthoud ik één zaak, namelijk wat minister De Gucht heeft gezegd. Hij heeft gezegd dat onafhankelijkheid de oplossing is. Als dat de oplossing is voor 2 miljoen Kosovaren, dan ook voor 6 miljoen Vlamingen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.