Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mijnheer de minister, gisteren raakte bekend dat de federale landbouwminister Laruelle de blauwtongziekte niet erkent als landbouwramp. De reden die ze aanhaalt, is dat de toestand niet uitzonderlijk is en dat het een inheemse ziekte is. De teller van het aantal haarden stond begin oktober op 4500.
Vandaag staat die op 4920.
Er zijn nu dus bijna 5000 haarden, maar minister Laruelle spreekt niet over een ramp. De landbouworganisaties schatten de schade op 5 miljoen euro voor de schapensector en meer dan 25 miljoen euro voor de rundveesector, maar de minister erkent de ziekte dus niet als ramp. Wat er dan in godsnaam voor nodig is om te kunnen spreken van een uitzonderlijke toestand of ramp, is ons een raadsel.
Ik verwijs naar de vergadering van de commissie voor Landbouw van 25 september laatstleden, waar de problematiek uitgebreid aan bod is gekomen bij een aantal vragen om uitleg van verschillende leden. U hebt toen zelf ook aangedrongen op een erkenning door de federale regering van deze epidemie als landbouwramp. Dat is niet gebeurd. De federale landbouwminister verwijst naar het feit dat economische schade een bevoegdheid is van de gewesten. Dat is inderdaad zo. Erkenning van en vergoeding als gevolg van het erkennen van een ramp, is echter wel een federale bevoegdheid.
Op die manier wordt de financiële last natuurlijk doorgeschoven naar de gewesten.
Zou het toeval zijn of heeft het enkel met mijn slecht karakter te maken, feit is dat de kaart aangeeft dat de meeste haarden in het Vlaamse landsgedeelte, en meer bepaald in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, te vinden zijn. Als we de optelsom maken van het aantal getroffen bedrijven en de plaats waar die te vinden zijn, dan zien we dat het om ongeveer 80 percent Vlaamse bedrijven gaat.
Mijnheer de minister, is de beslissing van de federale minister van Landbouw onherroepelijk, of kan er nog over onderhandeld worden? Deelt u de mening dat het hier louter geïnterpreteerd moet worden als economische schade, met alle gevolgen van dien? Welke conclusies trekt u daar dan uit? Welke stappen kunt of zult u ondernemen om de noden van de sector te lenigen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, vandaag zijn er 4.920 haarden in de schapen- en rundveesector. Dat is enorm veel. Mijnheer Demesmaeker, u hebt terecht gezegd dat het probleem zich vooral voordoet in Vlaanderen en dat vooral Oost-Vlaanderen zwaar in de klappen deelt. De schade wordt begroot op 5 miljoen euro voor de schapenveehouderij en 25 miljoen euro voor de rundveesector.
U weet dat ik begin september een onderhoud heb gehad met de verschillende actoren. Op basis van dat onderhoud heb ik zelf een brief geschreven naar mijn federale collega, minister Laruelle, om dit omvangrijk en uitzonderlijk probleem te erkennen als landbouwramp. Tot 2006 zijn we immers gespaard gebleven van de blauwtongziekte en de daaruitvolgende sterfgevallen. Ik heb minister Laruelle daarover ook op het Overlegcomité over aangesproken. Net als u heb ik gisteren en vandaag in de krant kunnen lezen dat zij op vragen in het federaal parlement heeft geantwoord dat het volgens haar niet om een uitzonderlijke situatie gaat.
Voor alle duidelijkheid, ik betreur dat ze die beslissing heeft genomen. We zullen nagaan wat er kan aan worden gedaan. Het gaat hier wel om een beslissing van een federale minister die bevoegd is voor deze materie. Op 22 en 23 oktober wordt de volgende Landbouwraad gehouden. Minister Laruelle heeft als woordvoerder op de vorige Landbouwraad de vraag geformuleerd over een vaccinatieprogramma op Europees niveau. Ik zal dat nu ook doen. De bedoeling is dat Europa daar een bedrag voor vrijmaakt.
Wat de vaccinatie betreft, zou de zaak er goed uitzien. Ik wil echter niet op de zaken vooruit lopen. Ik ga ervan uit dat de positieve houding op 22 en 23 oktober nog eens officieel bevestigd wordt en dat Europa het vaccin volledig zal terugbetalen. Europa zou de helft van de kosten van de dierenarts dragen om het vaccin toe te dienen. Op de volgende Landbouwraad zal daar meer duidelijkheid over geschapen worden.
De Raad van State moet ook nog een advies uitbrengen over een besluit om het recht op een premie voor de schapenveehouderij aan te passen.
Concreet stel ik voor dat ik na de Europese Landbouwraad naga welke bijkomende stappen we kunnen en moeten zetten. Ik zal dan verder overleg plegen met de sector. Indien de Europese beslissing in de net aangehaalde richting gaat, moeten we nagaan wat we nog kunnen doen. De federale overheid is alleszins bevoegd voor het Sanitair Fonds.
Ik erken de ernst van de situatie en de economische impact van de blauwtongziekte. Aangezien de feiten zich vooral op het Vlaams grondgebied voordoen, ga ik ervan uit dat Vlaanderen al het mogelijke zal doen om een aantal maatregelen te treffen. We zullen die maatregelen in overleg met de federale regering moeten nemen. Iedereen heeft de beslissing van minister Laruelle kunnen lezen. We moeten nagaan hoe de instanties met de juiste bevoegdheden de juiste middelen op de juiste manier kunnen inzetten.
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Dit is een schoolvoorbeeld van de noodzaak om tot homogenere bevoegdheidspakketten te komen. Voor de sector is dit noodzakelijk. We worden nog steeds met een versnippering aan bevoegdheden geconfronteerd.
Ik wil er overigens op wijzen dat een aantal buurlanden, met name Luxemburg en Frankrijk, niet bij de pakken zijn blijven zitten en reeds schadevergoedingen hebben vastgelegd en aan de getroffen bedrijven hebben uitbetaald. Ik hoop dat de minister-president er snel in zal slagen aan te geven hoe we onze bedrijven ook de nodige steun kunnen verlenen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik hoef niet te benadrukken dat wij, samen met alle anderen in dit halfrond, de beslissing van minister Laruelle betreuren. Minister Laruelle heeft die beslissing genomen omdat het volgens haar niet om een uitzonderlijke situatie gaat. Ik wil erop wijzen dat de blauwtongziekte pas vorig jaar voor het eerst in ons land is opgedoken. De economische schade die dit jaar werd geleden ligt echter veel hoger dan de schade die vorig jaar is geleden. Dit maakt de situatie in mijn ogen wel degelijk uitzonderlijk.
Ik treed het pleidooi van de heer Demesmaeker voor homogene bevoegdheidspakketten bij. Deze situatie is in feite het zoveelste pleidooi voor een regionalisering van de landbouwbevoegdheden.
Ik ben verheugd dat de minister-president tijdens de Europese Landbouwraad van september 2007 de Europees Commissaris heeft voorgesteld om het vaccinatieactieplan versneld uit te voeren. Zoals de heer Demesmaeker al heeft aangehaald, heeft de minister-president dit reeds tijdens een vergadering van de commissie voor Landbouw in september 2007 aangekondigd. Uit het antwoord van de minister-president leid ik af dat ondertussen sprake is van enige versnelling. Ik hoop dat we niet te lang op de vaccinatie moeten wachten.
De minister-president heeft tijdens de reeds aangehaalde commissiebespreking eveneens aangekondigd dat hij de Europees Commissaris zal vragen in welke mate de Europese Commissie de geleden economische schade mee zal vergoeden. Ik ben in blijde verwachting van de resultaten van de eerstvolgende Europese landbouwraad.
De minister-president heeft erop gewezen dat het aantal ziektehaarden stijgt. Dit is een detail dat volgens mij nog niet tot iedereen is doorgedrongen. Ik veronderstel dat er zelfs nog meer haarden zijn, maar dat zich, voornamelijk bij de hobbyisten, nog een probleem inzake de aangifteplicht stelt. De minister-president heeft in het verleden verklaard dat hij de media zou inschakelen om iedereen van het belang van een melding te overtuigen. Volgens mij kunnen de lokale besturen, waarbij ik in eerste instantie aan de gemeentebesturen denk, hierbij ook worden ingeschakeld. Zo zouden ze het belang van de aangifteplicht in hun infobladen duidelijk kunnen maken.
De heer De Meyer heeft het woord.
We bevinden ons in een bijzonder merkwaardige situatie. Er zijn bijna 5000 ziektehaarden, en er is bijna 31 miljoen euro aan geleden schade. Aangezien het hier niet om een uitzonderlijke gebeurtenis gaat, is dit geen landbouwramp, aldus minister Laruelle.
Het is de eerste keer dat deze ziekte voorkomt. Overvloedige regen en uitzonderlijke droogte kunnen wel als uitzonderlijk beschouwd worden en wel erkend worden als landbouwramp. We hadden graag toch iets meer objectieve criteria gezien bij minister Laruelle.
In de veronderstelling dat Europa tussenkomt in de kosten voor de vaccinatie maar niet alle kosten op zich neemt, is minister Laruelle, en het Sanitair Fonds met haar, bereid om de niet-betaalde kosten door Europa op zich te nemen?
Kan minister Laruelle hier individueel oordelen over de vraag of blauwtong een landbouwramp is, of is dit een beslissing voor de federale regering? Indien dit een beslissing is voor de federale regering, mag deze regering er dan over beslissen, of moet de volgende dat doen, aangezien er financiële gevolgen aan verbonden zijn?
De heer Vermeiren heeft het woord.
Ik voel me niet geroepen om de verdediging van wie dan ook op mij te nemen, maar ik behandel het dossier pragmatisch.
Er is duidelijk een evolutie tussen het begin van de rampsituatie en de dag van vandaag. Momenteel zijn er 4920 gevallen, wat inderdaad betekent dat er een rampsituatie is die verergert en die au sérieux moet worden genomen. Ik vraag me af of een regering die de lopende zaken behandelt beslissingen kan nemen over een ramp van een dergelijke omvang en met een dergelijke evolutie. De zaak moet alleszins worden opgevolgd, en de beslissing moet eventueel voor herziening vatbaar zijn. Dat zou de conclusie van ons debat moet zijn.
De heer De Cock heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, collega's, het lijkt me ook heel eigenaardig dat minister Laruelle beslist dat dit niet kan worden vergoed omdat het geen noodsituatie is. Het is wel degelijk een noodsituatie. De schade is hier genoemd: 30 miljoen euro en 5000 haarden.
De veeteeltsector maar vooral de hobbysector zitten met de handen in het haar. Ik wijs ook op de gevaren voor het eventueel uitsterven van kleine populaties van landelijke rassen die niet echt waardevol zijn als vleesras of als wolras, maar die wel heel waardevol zijn als genenbank voor eventueel toekomstige ziektes.
Als Luxemburg en Frankrijk wel overgaan tot het erkennen van deze ziekte als een ramp, waarom kan dat hier dan niet? Ik denk dat we in dit parlement niet de beslissingsbevoegdheid hebben, maar wel de bevoegdheid over de flankerende maatregelen. Ik hoor, mijnheer de minister-president, dat u positief staat tegenover allerhande maatregelen. Ik denk dat we inderdaad moeten beginnen met vaccinatie. Mijn vraag is of u op de Landbouwraad volgende week dit standpunt voldoende zal verdedigen en ook de terugbetaling van die vaccinatiekosten zal vragen.
U mag erop rekenen dat ik er op de Landbouwraad nog eens voor zal pleiten als er niet voldoende duidelijkheid over bestaat. Mijn verwachting is dat Europa volledig zal tussenkomen in de kosten van het vaccin. Voor het toebrengen van het vaccin verwacht ik 50 percent tussenkomst van Europa en 50 percent tussenkomst van het Sanitair Fonds. Ik ga ervan uit dat de federale overheid met dat Sanitair Fonds, dat ook een sectorfonds is, de nodige beslissingen neemt om die 50 percent die niet gedekt wordt, bij te passen. Ik wil er niet op vooruitlopen, maar ik heb er goede hoop op en ik zal er alles aan doen om de beslissing in die richting te sturen zodat een vaccin in de toekomst deze dodelijke ziekte kan voorkomen.
De communicatie is inderdaad zeer belangrijk. Het voorstel om daarvoor de lokale besturen in te schakelen, is zeer goed, als dit al niet zou zijn gebeurd. Ik heb er ook met de provincies over gesproken, zeker met de provincie Oost-Vlaanderen waar de bevoegde deputé ook inspanningen ging doen of al gedaan heeft om de communicatie te verzekeren.
Mijnheer Demesmaeker, ik stel dan ook voor om na 22 of 23 oktober - pas dan weten we wat Europa zal doen - met mijn federale collega na te gaan wat de regering van lopende zaken heeft beslist. Op dat moment kunnen wij beslissen welke elementen nog kunnen worden toegevoegd. We proberen dit dossier met heel veel energie op te lossen. Dat betekent dat de homogene bevoegdheidspakketten ook inzake landbouw nog niet volledig gerealiseerd zijn.
Ik wens u veel succes volgende week.
Het incident is gesloten.