Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega's, als West-Vlaams parlementslid vind ik het mijn taak om de problematiek van de zeevisserij aan te kaarten.
Ik trap ongetwijfeld een open deur in als ik stel dat het slecht gaat met de Vlaamse visserijsector. De slechte economische toestand waarin de sector zich bevindt, is uiteraard te wijten aan tal van factoren. Vooral de plotse stijging van de stookolieprijzen in de zomer van 2005 deed de sector verzeilen in een malaise. Helaas leidde dit opnieuw tot een aantal faillissementen. Samen met de sloopregeling betekende dit dat onze vloot gereduceerd werd tot minder dan 100 boten. Dat aantal is het absolute minimum.
Het jaarlijks vastleggen van de quota is cruciaal voor het voortbestaan van onze visserijvloot. Voor onze reders is het dan ook jaarlijks opnieuw bang wachten op de resultaten van de Europese Raad.
De reders hebben alle redenen om ongerust te zijn. In een Belgabericht van deze morgen kon ik nogmaals de voorstellen van de Europese Commissie lezen. Ik zal er even kort uit citeren. "Volgens het voorstel van de Europese Commissie zouden de Vlaamse vissers hun aantal dagen op zee moeten terugbrengen met een kwart. De hoeveelheid vis die ze mogen vangen, zou worden teruggeschroefd met 15 à 25 percent. Volgens het commissievoorstel zou nog slechts 107 dagen per jaar mogen worden gevist." Mijnheer de minister-president, als ik het goed voorheb, heeft commissaris Borg aangekondigd dat het Europese visserijbeleid volgend jaar moet worden herzien.
Sommige collega's vinden ongetwijfeld dat het visserijbeleid grotendeels door Europa wordt gestuurd. Onze fractie blijft er echter op hameren dat Vlaanderen de restbevoegdheden bezit. We hebben de plicht om onze Vlaamse visserijvloot in stand te houden. Dat staat trouwens met zoveel woorden in het regeerakkoord. Ik wil er ook op wijzen dat er in de visserijsector nog altijd sprake is van een paar duizend rechtstreekse en onrechtstreekse arbeidsplaatsen. Samen met u stel ik vast dat er voor andere dossiers heel wat meer commotie is als duizenden werkplaatsen in het gedrang komen.
Collega's, de voorstellen van de Europese Commissie moeten uiteraard worden goedgekeurd door de ministers van Visserij. Uit hetzelfde persbericht meen ik te mogen opmaken dat heel wat bevoegde ministers, en ook minister-president Leterme, nog heel wat vragen hebben. Ze vinden dat de voorstellen van de commissie te ver gaan.
Mijnheer de minister-president, ik begrijp dat de onderhandelingen nog aan de gang zijn. Sneller kunnen we niet op de bal spelen. Is er al een akkoord bereikt? Zo ja, wat is de inhoud? In het persbericht staat ook dat u gisteren nog overleg hebt gepleegd met de Finse voorzitter en de Commissaris over een nieuw compromisvoorstel. Wat is de inhoud van dat voorstel? Wat was uw inbreng? Kunt u nu al een inschatting geven van de impact van de beslissingen of van het compromisvoorstel op de toekomst van de Vlaamse visserijsector?
Ik weet dat u zult verwijzen naar het onderzoek inzake nieuwe vistechnieken, naar de maricultuur, naar het strategisch plan, naar de sloopregeling enzovoort. We stellen vast dat alle inspanningen van de afgelopen jaren niet tot het gewenste effect hebben geleid. Zijn er nog mogelijkheden om alsnog nieuwe initiatieven te nemen om de toekomst van de Vlaamse visserijsector te garanderen?
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, de onderhandelingen zijn volop aan de gang. Om 14.30 uur hervat de bijeenkomst van de Europese ministerraad over het visserijdossier. Ik zal me straks dan ook laten verontschuldigen voor de plenaire zitting.
Gisteren werd ons een voorstel toegelicht van het voorzitterschap van de Europese Commissie, waarvan ik namens België heb gezegd dat het onaanvaardbaar was. Ondertussen zijn een aantal wijzigingen ten goede aangebracht, maar het is nog steeds onaanvaardbaar. We hebben gisteravond het initiatief genomen tot een bilateraal gesprek met de Commissie en de Finse voorzitter, en zodoende een aanzet gegeven tot vruchtbaar overleg tot aanpassing van het commissievoorstel. We zullen straks beginnen en tot de finish doorgaan, met hopelijk een goed resultaat in de loop van vannacht of morgenvoormiddag.
In de voorstellen van de Commissie werd de visserij met 25 percent ingeperkt. Dat betekent dat het aantal dagen dat de vissersboten op zee mogen met een vierde zou verminderen. Nu is dat min 8 percent. Dat is al een heel stuk beter dan 25 percent. Ik heb daarover mijn akkoord nog niet gegeven namens ons land.
Onze prioriteit is het bekomen van een quasi status quo inzake de vangstmogelijkheden in de vakken 7 F en G van het Kanaal van Bristol. Daar werden reducties voorgesteld van 25 percent op initiatief van de Commissie en op basis van een rapport van het wetenschappelijk comité. Dat is totaal onaanvaardbaar. Zestig percent van de tong die wordt gevist in het Kanaal van Bristol, wordt gevist door Belgische vissers, en is dus een heel belangrijke inkomstenbron. Ik heb begrepen dat de Commissie een inspanning wil doen in de richting van mijn standpunt. Wetenschappelijke adviezen wijzen erop dat de paai-biomassa voldoende kwalitatief is om de regeneratie van de soort te verzekeren.
Voor de geassocieerde soorten vragen we minstens een status quo, zelfs een stijging van tongschar en witje. Er is geen enkel argument om dat niet toe te staan. Voor onze vloot is dat van belang. In tegenstelling tot andere vloten gaat het bij ons niet om ´paper fish´, die enkel op papier een economische betekenis heeft.
De voorgestelde reductie van de quota van de rog is 45 percent, met een plafond van bijvangst van 5 percent. Ook daar zijn milderende stappen gezet, maar ik ga nog altijd niet akkoord met de plafonnering van de bijvangst. In die orde van prioriteiten is dat derde element een bezwaar om ons akkoord te geven. Ik hoop dat er nu een aanvaardbaar voorstel uit de bus komt vanwege de Commissie en het voorzitterschap. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister-president, ik leid hieruit af dat er nog heel wat discussie is over bepaalde voorstellen van de Europese Commissie en dat u bereid bent om verdere inspanningen te leveren om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van onze reders. Dat is heel belangrijk voor de toekomst van onze visserijsector.
We zullen de resultaten afwachten en ten gepasten tijde het dossier opnieuw ter sprake brengen in de commissie naar aanleiding van die resultaten. Ik doe een oproep aan alle volksvertegenwoordigers om tijdens de komende feestdagen zoveel mogelijk vis van eigen bodem te eten, onder het motto 'Eigen vis eerst'.
Mijnheer Sintobin, dit is mijn derde onderhandeling over de visquota. Die onderhandelingen gebeuren op mijn initiatief en in heel nauw overleg met de sector. Elke mens telt in Vlaanderen, en zeker de vissers tellen, ook al zijn ze minder talrijk dat voorheen. Vanavond en vannacht zal ik alles doen om een goed resultaat te bereiken, dat de toekomstkansen van de visserij in Vlaanderen waarborgt. (Applaus bij CD&V)
Ik herken dit, mijnheer de minister-president, en ik weet dat de reders vertrouwen hebben in u. Ik hoop dat dit deze keer ook zo mag zijn.
Het incident is gesloten.