Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Demesmaeker tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de schorsing van het Brusselse taalakkoord door de Raad van State.
Het Brusselse taalakkoord van vorig jaar bepaalt dat de lokale besturen eentalig personeel in dienst mogen nemen als ze kunnen bewijzen dat er geen tweetalige kandidaten zijn. De Raad van State heeft de drie rondzendbrieven ter uitvoering van dat akkoord geschorst omdat bij rondzenbrief niet kan afgeweken worden van de taalwet. Wij zijn blij met dat arrest. Het verbaast ons dat minister Vanhengel zegt dat het arrest niet altijd en overal zal kunnen worden uitgevoerd.
Het Vlaams regeerakkoord stipuleert dat de regering ijvert voor de tweetaligheid van de diensten. In de beleidsnota van de minister staat het voorstel om een beter toezicht te houden op de taalwetten in Brussel door de afkeuringvoogdij van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College om te zetten in goedkeuringsvoogdij en dus alle aanwerving te onderwerpen aan de goedkeuring van de toezichthoudende overheid.
Wat zal de minister doen om die omzetting te realiseren? Welke stappen zal hij ondernemen om de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ertoe aan te zetten het arrest na te leven?
De taalwetgeving is een federale bevoegdheid, die met een gewone meerderheid in de kamer kan gewijzigd worden.
Ik wil mijn verantwoordelijkheid echter niet ontlopen; ik ben immers erg begaan met de tweetaligheid in Brussel. Het aanpassen van de taalwet is een van mijn betrachtingen: hoewel de wet op zich duidelijk is, is het deel over de bestraffing dat niet. Dat kan alleen verbeteren door van een afkeuringsvoogdij naar een goedkeuringsvoogdij over te stappen. Ik zal dan ook niet nalaten dit in eventuele gesprekken als mogelijk denkspoor naar voren te schuiven en erop aan te sturen dit in de wetgeving te doen opnemen.
Een arrest van de Raad van State moet hoe dan ook uitgevoerd worden. De reactie van minister Vanhengel verbaast me dus. Anderzijds zijn er op het terrein wel problemen. Dat er geen tweetalig personeel gevonden wordt, is in de eerste plaats de fout van het Franstalige onderwijs dat zijn verantwoordelijkheid niet opneemt. Met een Brusselse jeugdwerkloosheid van 33 procent ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. In de eerste plaats moet de Franse Gemeenschap voor tweetalige afgestudeerden zorgen. Vervolgens kunnen we nadenken over premies om ze dan naar Brussel te lokken. De eigenlijke verantwoordelijkheid van het probleem ligt op het Brusselse en federale niveau, en bij de Franse Gemeenschap.
Ik ga akkoord met de minister. Hoe het probleem aangepakt wordt ligt voorlopig buiten onze wil, maar vroeg of laat Vlaanderen zal hoe dan ook initiatief moeten nemen.
Het incident is gesloten.