Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Keulen tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de inning van de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 1999 door de Belastingdienst voor Vlaanderen
Er bereiken ons berichten dat de Belastingdienst voor Vlaanderen, die de onroerende voorheffing rechtstreeks voor het gewest int, fouten maakt : aanslagen werden dubbel verstuurd, vrijstellingen werden over het hoofd gezien, klachten werden eindeloos doorverwezen. Gaat de minister de Belastingdienst voor Vlaanderen ter verantwoording roepen? Welke boodschap heeft hij voor de gedupeerde belastingplichtigen
Ik erfde deze toestand uit de vorige regeerperiode. Sinds 1 januari 1999 int de Vlaamse adminstratie zelf de onroerende voorheffing. Daarvoor werd een contract gesloten met de NV Cipal. Er kwamen evenwel klachten, die te wijten zijn aan de kinderziekten van het nieuwe systeem. De verschillende gegevensbestanden, met name het kadaster, het rijksregister en de kruispuntbank, blijken slecht op elkaar afgestemd te zijn. De administratie moet deze kinderziekten registreren en vervolgens pogen de diverse registraties beter te conformeren.
Wat de belastingplichtigen betreft, die kunnen en moeten bezwaarschriften indienen. Die worden thans naarstig verwerkt. Wat te veel werd betaald, wordt teruggestort, aangevuld met nalatigheids-intresten. Het is ons vaste voornemen de volgende operatie gesmeerder te laten verlopen
De minister-president erfde deze kwestie inderdaad van de vorige regering. Hij kan eruit leren dat men niet moet lopen voor men kan gaan. Voorts dring ik erop aan dat hij de administratie vraagt de bezwaarschriften vlotter te behandelen dan vandaag het geval schijnt te zijn : 6 maanden is echt te lang. Ten slotte is ook een vlotte doorstorting naar de wachtende gemeenten van belang
Het incident is gesloten