Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Hauthem tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de verklaringen van federaal minister van Financiën Reynders inzake de voorgestelde Vlaamse belastingverlaging voor de laagste inkomens
De Vlaamse regering heeft voor haar voorgenomen belastingvermindering de toestemming van de federale regering nodig. De federale minister van Financiën liet reeds weten dat hij twee problemen ziet. Ten eerste vindt hij dat het onderscheid tussen soorten inkomsten en dat tussen inkomstenniveaus niet kan. Hij is zelfs van plan desnoods naar het Arbitragehof te stappen. Ten tweede vindt hij dat het Vlaamse initiatief moet passen in de voor de tweede helft van de regeerperiode aangekondigde federale belastinghervorming. De minister-president zit dus met een legistiek en een politiek probleem. Is hij niet te vlug van stapel gelopen? Heeft hij bij de bevolking geen illusie verwekt?
De Vlaamse regering deelde in haar Septemberverklaring 1999 mee dat in de begroting 2000 middelen zullen worden ingeschreven voor een systeem van fiscale kortingen. Artikel 9, paragraaf 1 van de Financieringswet schrijft voor dat daarover voorafgaandelijk overleg met de federale overheid nodig is. Ik wens op dat overleg, dat wij zullen voeren binnen het kader van de wet, niet vooruit te lopen. Tot nu toe hebben wij enkel een politiek voornemen geformuleerd en daarvoor hebben wij van niemand de toestemming nodig. Wat de gemaakte onderscheidingen betreft : de kortingen hebben een politieke betekenis, met name de bestrijding van de werkloosheidsval. Daarom mikken wij op de inkomens uit arbeid en op de laagste schijven. Als minister Reynders het debat publiek wil voeren, is dat zijn zaak. Ik blijf ervan overtuigd dat wij zullen slagen in ons opzet.
De minister-president wil niet vooruitlopen op het federale overleg, maar schrijft toch al een bedrag in de begroting in. Is dat niet gevaarijk? Wat minister Reynders beweert, interesseert hem ogenschijnlijk niet, maar hij heeft wel diens toestemming nodig. Minister-president heeft ook enkel een antwoord op diens legistieke, maar niet op diens politieke bezwaren. Ten slotte wijs ik erop dat het gevaarlijk kan zijn alles door te verwijzen naar de Conferentie voor Institutionele Hervorming : mogelijk wordt het initiatief daarin begraven.
Het incident is gesloten