Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het gaat hier vandaag eens niet over Landbouw, maar over Visserij. Ik vind eigenlijk sowieso dat Visserij te weinig aan bod komt in de plenaire vergadering, maar daar kunnen we nog wel voor zorgen, ook tijdens de volgende legislatuur.
U was enkele dagen geleden in Brugge. Dat was niet alleen om garnalen te pellen. Ik weet niet of u dat goed is afgegaan, maar dat was ook om te overleggen met de Europese visserijministers. Het is nodig, want de uitdagingen in de sector zijn bijzonder groot. De visserijsector staat onder heel zware druk.
Ik som enkele pijnpunten op volgens de Rederscentrale. Er zijn te strenge vangstquota, zeker voor de tong. Dat zijn quota per maand die op drie dagen kunnen worden opgevist. Er is complexe administratie. Er zijn technische maatregelen en richtlijnen. Mogelijk komen er verplichte camera’s aan boord. Er komen windmolenparken in plaats van visserijgronden. Er komen natuurgebieden, als compensatiegebied voor die windmolenparken, waardoor men niet meer kan vissen. Er zijn hoge brandstofprijzen, maar dat is al een tijdlang een probleem. Dan hebben we ook nog de impact gehad van de Brexit.
Ik heb zeer veel respect voor de kleine maar toch nog sterke Vlaamse visserijvloot, maar als het zo voortgaat, denk ik dat we niet alleen moeten spreken van Boeren op een Kruispunt, maar ook van ‘vissers op een kruispunt’. De vissers stellen zich de vraag of men vanuit Europa eigenlijk nog wel een visserij wil in Europa. Of is men de vissers liever kwijt?
Minister, vandaar mijn vraag om toelichting bij het overleg dat u afgelopen weekend had in onze nieuwe congreszaal in Brugge. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik wil eerst even iets rechtzetten: de visserij komt misschien weinig aan bod in de plenaire vergadering, maar wel heel regelmatig in de commissie. We hebben een paar zeer actieve vraagstellers. Ik geef daar ook met heel veel plezier antwoorden.
Collega Sintobin, voor mij was het heel belangrijk om effectief een informele Visserijraad te organiseren. Het moest er voor mij een zijn waar we niet over de vissers zouden spreken maar met de vissers. Dat is gebeurd. Het is de allereerste keer dat twee vissers, Geert De Groote en Marc Ackx, via een filmpje uitleg hebben mogen geven over waarmee ze worden geconfronteerd. Zij kennen vier grote pijnpunten. Enorm applaus, en heel veel ministers hebben gezegd dat we dat eigenlijk altijd zouden moeten doen. In de namiddag hebben we het vissersvaartuig Jasmine van Dany Vlietinck bezocht. Zijn vrouw Sandra heeft ons gegidst door alle technologische mogelijkheden die dergelijke nieuwe vaartuigen hebben.
De conclusies aan het eind van die informele Raad waren navenant. Na alle vragen die werden gesteld heeft commissaris Virginijus Sinkevicius zijn engagement gegeven om toch een grondige analyse van het Europese visserijbeleid te doen. Zoals het nu gaat, kan het echt niet verder. Er is, ten tweede, ook een heel brede steun gekomen voor een wijziging van de staatssteunregels. Nu kunnen wij nieuwe vissersvaartuigen niet steunen met Vlaamse of Europese middelen. Alleen de renovaties in functie van duurzaamheid kunnen worden ondersteund. Dat is heel vervelend, want een boot van dertig jaar kun je blijven renoveren, maar op een bepaald moment moet je hem vernieuwen. Daar is heel veel steun voor. Ten derde is er een grote vraag om met meerjarenquota te werken. Het gaat dus niet meer om, zoals u zelf zei, elk jaar nieuwe quota, maar om quota over meerdere jaren. En ten vierde, en misschien het allerbelangrijkste: toen we bij Dany Vlietinck en Sandra waren, bleek dat een administratieve vereenvoudiging echt mogelijk is. Wij hebben een van de meest innovatieve visserijsectoren ter wereld, net omdat de wetenschap op de boot aanwezig is. Je kunt bijna in real time zien hoeveel vissen er in de zee zwemmen, terwijl we nu natuurlijk vaak achterophollen en werken met cijfers die een paar jaar oud zijn.
Ik vond het een geslaagde top. Maar na het praten met de vissers moeten er nu natuurlijk harde beslissingen worden genomen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Ik heb niet gezegd dat er geen vragen worden gesteld in de commissie. Ik heb gesproken over de plenaire vergadering. Ik weet dat een aantal collega’s heel actief zijn. Hierbij is dit rechtgezet.
Ik heb inderdaad ook gelezen dat u een aantal voorstellen hebt gedaan, zoals de meerjarenplanning, zoals de vermindering van de administratieve last, zoals de Europese subsidies voor de vernieuwing van de vloot. U hebt het over reflecteren over het beleid en over het uitwisselen van ideeën. U zegt zelf dat het hoog tijd is dat er iets gebeurt. Maar eigenlijk zijn die problemen er al langer dan vandaag. Kunt u concreter zijn? U kondigt hier een aantal zaken aan, maar u bent weinig concreet. U geeft ook geen tijdspad aan. U weet ook wel dat niet alle lidstaten op dezelfde lijn staan, zeker niet wat betreft de visserij. Dus graag wat concreter over de timing en over de beslissingen.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, collega’s, u legt de vinger goed op de wonde met de vier punten die ook door de visserijsector zelf naar voren worden gebracht. Een daarvan zijn de meerjarige visquota. Ik zou daar even bij willen stilstaan, ook om de heer Sintobin ten dienste te zijn en wat concreter te zijn. Hoe ziet u dit dan? Denkt u aan een versnelde doorstroming van gegevens? Want het gaat uiteindelijk over bestanden die gemeten worden en wetenschappelijk worden onderzocht, maar er is blijkbaar een redelijk grote decalage tussen de analyse en het gebruik van de gegevens, waardoor je inderdaad met een zeer grote fluctuatie zit, van jaar tot jaar, van de toegelaten vis die gevangen mag worden. Maakt u gewoon een berekening over verschillende jaren of is er ook een mogelijkheid om die wetenschappelijke gegevens sneller bruikbaar te laten worden voor de berekening van het quotum per jaar?
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, collega’s, ik denk dat ik een paar weken geleden een gelijkaardige vraag gesteld heb, maar dan vooral naar de bezorgdheid van een aantal natuurorganisaties rond de duurzaamheid van de visvangst. Er moet dringend iets gebeuren aan de overbevissing, maar er is ook de klimaatopwarming: de ondiepe Noordzee is inderdaad warm geworden en dat jaagt een aantal vissoorten en hun voedsel verder noordwaarts.
De vraagsteller vraagt aandacht voor de toekomst van de Vlaamse visserijsector, en wie zijn wij om dat ook niet te doen, maar ik denk, zoals het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) zegt, dat de industriële visserij duurzaam kan zijn en dat we moeten inzetten, niet alleen op een toekomst voor die visserij, maar op een duurzame toekomst voor die visserij. Ik herhaal dus mijn vraag, minister, naar de toekomstplannen die u ontplooit na de Europese samenkomst: in welke mate kunt u garanderen, zoals het ILVO ook vraagt, dat die industriële visserij duurzaam zal zijn?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik denk dat het goed is dat we naar aanleiding van dat Belgisch voorzitterschap samen konden zitten met alle vissers, met alle ministers en belangrijke stakeholders. De werven zijn gekend en waar we naartoe willen, is ook geduid. Wat ik ook belangrijk vind, is dat we de Vlaamse visserijsector in alle facetten hebben kunnen tonen dat we voorloper zijn en heel erg innovatief zijn, ook op het vlak van duurzaamheid.
De visquota, daar hebben we het in de commissie ook al over gehad. Ik denk dat we enerzijds moeten kunnen blijven rekenen op wetenschappelijke onderzoeken, maar dat we anderzijds in realtime moeten kunnen bekijken wat er is. Die combinatie zou oplossingen moeten kunnen bieden. Ik denk dat de vele data aan boord en ook die artificiële intelligentie mogelijkheden bieden om die twee te combineren en zo quota te kunnen vastleggen op een langere termijn, zodat vissers rechtszekerheid krijgen.
Minister, ik heb nog een vraag, enerzijds wat betreft de verdere aanpak van een aantal principes die nu vastgelegd zijn: hoe moeten we dat in de verdere timing zien? Anderzijds ging de conferentie ook over aquacultuur. Daar heb ik in de media nog niets over gelezen, maar ik neem aan dat er ook over aquacultuur een aantal richtingen aangeduid zijn – waar we naartoe willen –, niet in het minst met de concurrentie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, we hebben het hier recent ook nog in de commissie over gehad. Er is heel veel gezegd over verduurzaming, over betrouwbare data, over de koppeling. U weet dat een van onze bezorgdheden is dat de nieuwe technieken, zoals flyshooting, op een zeer drastische manier tot overbevissing kunnen leiden, maar dat die ook oneerlijke concurrentie kunnen zijn voor onze eigen vissersvloot. U had aangegeven dat u daarmee aan de slag zou gaan op Europees niveau, om daar afstemming rond te krijgen over de lidstaten heen, en ook een aantal afspraken te maken over hoe we duurzaamheid kunnen meenemen en de risico’s van onze sector en voor overbevissing kunnen inperken. Ik vroeg me af hoever het daarmee staat.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s.
Collega Sintobin, op dit ogenblik wordt het beleid geëvalueerd. De nieuwe Commissie zal straks aan de slag moeten gaan, maar het is van belang dat je een meerderheid van de lidstaten hebt die willen dat de wetgeving wijzigt. Die meerderheid was zeer duidelijk aanwezig in Brugge. Dat is dus een heel goede zaak. Dat is ook de reden waarom de commissaris uiteindelijk beslist heeft om de evaluatie nu te doen, zodat men heel snel aan de slag kan om nieuwe regelgeving te maken.
Het tweede punt is een beetje een antwoord op alle vragen van de collega’s. Eerst en vooral is er collega Dochy, die zegt dat die gegevens later komen. Collega Vaneeckhout en collega Vandenhove zeggen dat we ook moeten oppassen dat de duurzaamheid niet in het gedrang komt. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat hoe we nu werken, niet de meest duurzame wijze is, omdat er, zoals collega Dochy zegt, een decalage van een paar jaar is. Elk jaar hebben wij een gevecht voor de quota, maar de cijfers waarop onze quotaverdeling gebaseerd is, zijn een paar jaar oud. Je bent dus zeker dat het niet ‘à jour’ is, want ze zijn al te oud.
Wij zijn dus op dat schip van Dany Vlietinck geweest. Daar is men VISTools komen voorleggen, een nieuw systeem. Je kunt dus door de technologie die op een nieuw schip aanwezig is, in realtime informatie verzamelen over de visbestanden en ervoor zorgen dat er geen enkele fraude mogelijk is met wat je opvist. Je krijgt daar dus alles in elkaar: wetenschappelijke gegevens, gegevens die ook politiek gebruikt kunnen worden. Ons pleidooi is dat we vertrouwen op die monitoringsystemen van de vissers, die dan naar de wetenschap gaan. Als we daarrond een meerderheid vinden, kunnen we eigenlijk twee vliegen in één klap slaan. Het is goed voor de duurzaamheid, het is goed voor de vissers en je kunt ook meerjarenprognoses gaan maken.
Want ik denk dat dat een van de meest gehoorde kritieken is, die u ook hoort, collega Sintobin. Je investeert in een nieuw vaartuig. Dat kost enorm veel geld. Je denkt dat je bepaalde quota zult kunnen opvissen en je maakt je businessmodel. Maar het jaar erna heb je plots 60 procent verlies, terwijl de vissers zeggen dat ze gewoon zien dat er veel meer vis aanwezig is. Met het vertrouwen in innovatie zouden we veel problemen kunnen oplossen.
Dat waren de punten. De commissaris heeft ook gezegd dat hij de evaluatie niet gaat doen vanuit de toren van de Commissie, maar samen met de vissers. Dat was ook de boodschap in Brugge. Als je beleid wilt hervormen, doe dat samen met de mensen. Doe dat niet over de hoofden heen. Want op den duur, als je zo voordoet, ga je geen vissers meer overhouden.
Dat waren dus de grote thema's. Ik ben gunstig gestemd. Want er was gisterenavond ook nog een Visserijraad, waar weer een aantal van die punten aan bod zijn gekomen, met een grote meerderheid. Ik zal mij in elk geval enorm inspannen om die punten ook de komende maanden op de agenda te houden, zodat men in het toekomstige pakket dat zal worden samengesteld voor onze visserij, die innovatie echt toelaat, want die kan het verschil maken voor de toekomst.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw uitleg. U zegt dat de evaluatie niet zal gebeuren vanuit de Europese toren, maar ik heb soms wel de indruk dat de maatregelen die worden genomen, wel vanuit een Europese ivoren toren komen en dat sommige ambtenaren die de maatregelen uitschrijven, nog nooit een dag op zee, laat staan op een schip zijn geweest.
Onze vissers leveren kwaliteitsproducten af. We zijn het daar allemaal over eens. Onze kleine, maar Vlaamse visserijvloot verdient alle kansen. Onze Vlaamse visserij blijft voor ons dan ook een belangrijke economische sector, met enkele duizenden jobs, rechtstreeks en onrechtstreeks. Wij moeten dus, minister, onze visserij koesteren. Onze fractie, het Vlaams Belang, zal onze vissers, net zoals wij met de landbouwers doen, ook in de toekomst blijven steunen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.