Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de actie tegen het lerarentekort door Brusselse scholen
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Minister, de Brusselse leerkrachten zijn bijzonder creatief, want al maanden proberen zij het hoofd boven water te houden in bijzonder moeilijke omstandigheden. Daarbij zijn er veel te weinig leerkrachten voor de klas, springen heel veel mensen in en probeert men om het hoofd boven water te houden. Maar recent moesten een aantal klassen sluiten en moest men de leerlingen naar huis sturen, omdat er te weinig leerkrachten zijn.
De noden zijn bijzonder hoog, en vanochtend vond er dan ook een betoging plaats voor uw kabinet. Er waren honderden aanwezigen: leerkrachten, ouders, leerlingen, met een heel duidelijke boodschap, minister. Ik ben daar geweest en ik heb een pancarte meegebracht die daar werd getoond: “Doe je broek aan en DOE JE JOB!”, minister. Dat is de boodschap van het Brusselse onderwijsveld aan u als minister van Onderwijs. Dat is de vraag die daar vandaag werd gesteld door leerlingen, door kinderen, door leerkrachten. Want het kan zo niet verder. Minister, het kan zo niet verder, omdat heel veel kinderen vandaag geen goed onderwijs krijgen. Dat is niet de fout van de leerkrachten in die scholen. Dat is de fout van de Vlaamse overheid, die in gebreke blijft.
U hebt een aantal weken geleden aangekondigd dat u in gesprek zou gaan om die school in Schaarbeek open te houden, maar vandaag worden nu ook veel meer vragen gesteld over wat u kunt doen om het Brusselse lerarenberoep aantrekkelijker te maken: een Brusselpremie, maar ook het gelijkschakelen van de vakanties met het Waalse onderwijssysteem, wat ook heel veel pedagogische voordelen heeft. De mensen zijn ook vragende partij om de opzegperiode, die nu maar een week bedraagt, gevoelig te verlengen, zodat leerkrachten niet, bij wijze van spreken, van de ene dag op de andere kunnen vertrekken.
U hebt daarstraks overleg gehad met de betogers. Wat was uw antwoord, wat hebt u aan hen kunnen zeggen?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, vandaag sta ik hier voor al die leerkrachten, voor al die ouders, voor al die leerlingen die daarstraks actie gevoerd hebben op het Martelaarsplein omdat ze kwaad zijn, omdat ze ten einde raad zijn. Ze zijn kwaad omdat onze kinderen niet het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben, uren in de studie zitten. In Brussel gaan er ondertussen klassen dicht en er gaan er ook in Vlaanderen volgen als er niet iets verandert omdat er gewoon geen leerkrachten zijn. Ze zijn ten einde raad, omdat onze schoolteams nu al maanden proberen om de tekorten zelf creatief op te vangen, de boel draaiende te houden, vaak met de moed der wanhoop. Altijd maar opnieuw creatief en constructief zijn, er het beste van maken omdat ze onze leerlingen niet in de steek willen laten.
Maar ze zijn moe. Ze zijn hét moe. Ze zijn het moe dat u Oost-Indisch doof blijft voor hun noodkreten, dat u eigenlijk vooral met vingers wijst, excuses maakt, maar nooit met concrete oplossingen komt.
Maar is dat nu zoveel te veel gevraagd om een aantal noodmaatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat onze scholen niet compleet verzuipen, dat onze kinderen naar school kunnen gaan, dat niet nog meer ouders een telefoontje krijgen in het midden van het schooljaar dat hun kind niet meer naar school kan omdat de klas dichtgaat? Kunt u zich die stress eigenlijk voorstellen? Of kan het u eigenlijk niet genoeg schelen? Want, ja, het is maar Brussel. We weten al langer dat de Vlaamse Regering daar niet genoeg van wakker ligt.
‘But I care’, en iedereen die vandaag een hart voor onderwijs heeft ‘cares’. Ik heb hier een paar weken geleden gestaan, en ik zal hier tot mijn laatste snik blijven staan om u vragen te stellen en om u tot actie op te roepen. Mijn concrete vraag vandaag is: welke heel concrete stappen hebt u de voorbije weken genomen om ervoor te zorgen dat de dramatische situatie in Brussel, het dramatische lerarentekort nu heel concreet wordt aangepakt? (Applaus bij Vooruit)
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u wel, ook mijnheer Bex, voor de mooie foto. U hebt die gefotoshopt en bijgewerkt, misschien op de verkeerde plaatsen, maar toch dank. (Opmerkingen)
Wat betreft het tekort aan leerkrachten: wel, zowat alle sectoren kampen met tekorten aan werknemers. Er zijn 25.000 verpleegkundigen te kort. We hebben vierduizend leerkrachten te kort. En hebben we daartegen maatregelen genomen, in de strijd voor dat lerarentekort? Amai, tig maatregelen, waarvan u er verschillende hebt afgewezen vanuit de oppositie. Maar toch hebben die maatregelen succes gekend en kennen ze succes. U schudt van neen, mevrouw Goeman. Wel, in 2019 hadden we 182.000 onderwijspersoneelsleden. Vandaag hebben we er 210.000. Dat is een stijging met 15 procent. Het is geen daling, het is een stijging, net zoals er voor het eerst opnieuw een stijging is van het aantal inschrijvingen in de lerarenopleiding. En we zien ook een felle toename van het aantal zijinstromers.
Zijn daarmee alle problemen opgelost? Nee, spijtig genoeg verre van. En zeker op bepaalde plaatsen zoals in Brussel kampt men nog meer dan elders met een tekort door allerlei omstandigheden, niettegenstaande de extra investeringen die we in Brussel doen. Wat u hier net zegt, is schandelijk wat betreft de investeringen in Brussel. Meer dan ooit wordt er in het Brusselse onderwijs geïnvesteerd. Meer dan ooit, meer zelfs dan onder socialistische ministers, meer dan onder socialistische Brusselse onderwijsministers, meer dan ooit wordt er geïnvesteerd.
En toch zijn er problemen, en daarom gaan we regelmatig in overleg met Brusselse directies. We trachten punctuele maatregelen te nemen om hun tegemoet te komen. Ook vandaag is er een delegatie op mijn kabinet geweest. Wat vragen ze eigenlijk vooral? Wel, zij vragen om de maatregelen die u afstrijdt, of die volgens u zelfs niet bestaan, uit te breiden. Zo slecht moeten die maatregelen dan toch niet zijn. Ze vragen bijvoorbeeld dat de maatregel die we hebben genomen met betrekking tot proeftuinen, zou worden uitgebreid. In sommige Brusselse scholen heeft men al een vierdagenweek, waarbij men woensdagnamiddag vrij geeft voor de leerkrachten maar wel zorgt voor opvang. Ik vind dat een heel goede maatregel, want die zorgt ervoor dat het aantal lesuren hetzelfde blijft. Woensdagvoormiddag wordt er in Nederlandstalige opvang voorzien. Dat zorgt ervoor dat kinderen nog meer met het Nederlands in contact komen. Wil ik dat uitbreiden als men mij dat vraagt? Ja.
Men vraagt ook naar een uitbreiding van de zogenaamde 20 procentregel. Wat wil dat zeggen? Ik heb het mogelijk gemaakt dat, in geval van een lerarentekort, men 20 procent van de lerarenuren kan omzetten in zogenaamde credits. Het is een beetje technisch, maar het maakt het mogelijk voor scholen om, in plaats van leerkrachten aan te werven, andere profielen, naar eigen keuze, in te schakelen. Men vraagt, niettegenstaande de tegenstand van de vakbonden, of dat niet kan worden opgetrokken. Ik ben daartoe bereid, ik hoop de vakbonden ook. Spreken jullie met de socialistische vakbond daaromtrent, maar ik ben daartoe absoluut bereid. Men vraagt hier dus ook een uitbreiding van een bestaande maatregel. Men stelt ook andere vragen die momenteel decretaal niet mogelijk zijn, zoals de beperking van het aantal levensbeschouwelijke uren en vakken. Ja, ik ben daar ook voorstander van, maar we kunnen dat enkel bij decreet regelen, net zoals de schoolvakantieregeling. Dat weet u ook. De afstemming van de Vlaamse met de Franstalige regeling, of omgekeerd, vergt een decretaal ingrijpen.
Wat ik niet wil doen – en dat heb ik hun ook te kennen gegeven –, is de invoering van een Brusselpremie. Ik begrijp de vraag, natuurlijk. Dat is de logica zelve. Alleen is het zo dat als je leerkrachten meer gaat betalen om te komen werken in Brussel, dat altijd ten koste zal gaan van iemand anders en van andere locaties. In eerste instantie zal dat voor net hetzelfde zorgen als de Brusselpremie voor de politie. Die zorgt ervoor dat politiemensen worden weggetrokken van Vlaams-Brabant naar Brussel. Waar ontstaan dan tekorten? In Vlaams-Brabant. Daar moet je binnenkort een Brabantpremie invoeren. Vervolgens zegt men in Antwerpen: “Ja maar, de leerkrachten worden uit Antwerpen weggezogen, er moet ook een Antwerpenpremie komen.” Dat is een waterbedeffect. Dat gaan we niet doen. Ik ben verantwoordelijk voor alle scholen, alle leerkrachten, in heel Vlaanderen. We gaan elkaar geen vliegen afvangen.
Wat we zeker wel moeten doen, is zorgen voor een goede school- en werkomgeving. Ik weet dat u dat stoort, maar we moeten ervoor zorgen dat het aantrekkelijker wordt om te wonen en te werken in Brussel. Want vandaag is het zo dat maar 13 procent van de leerkrachten in ons Nederlandstalig onderwijs in Brussel woont. In Antwerpen is dat 43 procent. Ook daar hebben we dus een probleem en moeten we samen verantwoordelijkheid nemen. (Applaus)
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik dacht nog even: hij heeft zijn les geleerd, hij gaat niet opnieuw aan ‘Brusselbashing’ doen. Het probleem waarom leerkrachten niet in Brussel wonen, is niet omdat Brussel niet aantrekkelijk is. Brussel is heel aantrekkelijk, maar heel duur om te wonen. Daarom wonen leerkrachten ver van hun job.
U moet op korte termijn maatregelen nemen zodat die klassen open kunnen blijven. U kunt hier verwijzen naar decreetgevend werk, maar waar zijn uw voorstellen? Leg ze neer.
U hebt op een aantal zaken niet geantwoord, bijvoorbeeld het feit dat leerkrachten met zo’n korte opzegperiode kunnen vertrekken uit een school. U bent daar niet op ingegaan, en het was nochtans ook een van de vragen van de betogers. Daarnaast denk ik – u hebt over de proeftuinen gesproken – dat u ook eens een paar heilige huisjes moet durven slopen. Er zijn heel veel meisjes en dames met een hoofddoek die willen lesgeven, maar die mogen dat vandaag in het Nederlandstalig onderwijs niet. Waarom zou u niet, in het kader van de proeftuinen, zeggen dat het in Brussel wel mag? U zou zo heel veel leerkrachten bij kunnen winnen. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ja, minister, u mag elke week de lijst overlopen van maatregelen die u hebt genomen, maar iedereen op het terrein in Brussel ziet dat het gewoon niet genoeg is. We hebben nood aan extra noodmaatregelen, specifiek voor Brussel. Het is vandaag echt pompen of verzuipen in onze Brusselse scholen. En u blijft dat op een of andere manier negeren. Onze schepenen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) zijn allemaal tot hun limiet gegaan om de scholen te helpen om überhaupt overeind te blijven. Ze hebben eigen middelen geïnvesteerd en er eigen campagnes op gezet. Maar de echte sleutels voor de oplossingen liggen natuurlijk bij u.
Ik ben heel blij om te horen dat u de scholen de middelen wilt geven waar ze recht op hebben, en ervoor wilt zorgen dat alle niet-ingevulde uren kunnen worden gebruikt om aanvullend ondersteunend personeel aan te werven, zodat de teams ten minste recht blijven.
Een heel concrete vraag is bijvoorbeeld: zorg dat leerkrachten niet plots heel snel in de loop van het schooljaar kunnen vertrekken, want het is organisatorisch onmogelijk voor scholen om daar – heel snel – een oplossing voor te vinden. Ook wij zeggen: er is lang genoeg met het potentieel gespeeld, hoofddoek voor de klas. Mijn vraag is vooral: ‘time is now’. Nu. We moeten actie hebben vóór 8 mei. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Uiteraard alle begrip voor de bezorgdheden van de directies, van de leerkrachten en voor de moeilijkheden waarmee ouders en leerlingen geconfronteerd worden. Maar laat me de houding van de collega’s van Vooruit en Groen toch bijzonder, bijzonder hypocriet vinden. Wanneer er klassen dreigen te sluiten? De schuld van Vlaanderen. Wanneer er een vacature weer ingevuld geraakt? Leve de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Dank u wel, VGC. Dat zijn eigenlijk vuile spelletjes. Vuile spelletjes op de kap van leerlingen, op de kap van de kostbare lestijd die dreigt verloren te gaan. Jullie zouden beter de hand in eigen boezem steken en vanuit de Brusselse Regering meewerken aan een constructieve, duurzame oplossing. (Opmerkingen)
Eén, maak van Brussel opnieuw een leefbare veilige stad, waardoor leerkrachten niet bij de eerste de beste aanbieding weer naar het Vlaamse Gewest gaan. Twee, voer een activerend beleid in plaats van een hangmatcultuur in stand te houden, zorg ervoor dat we ook Brusselaars voor de klas krijgen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, elk kind heeft recht op goed onderwijs, kinderen in Brussel maar ook kinderen in landelijk Vlaanderen. Minister, u bent wellicht niet verrast dat ik ook die kaart wil trekken, als kind van de Westhoek. Maar u weet ook al langer dan vandaag dat ik ook vraag naar duurzame oplossingen, op korte en lange termijn. Het lerarenloopbaanpact staat in het regeerakkoord maar werd niet uitgevoerd. Waarom is dat belangrijk? Omdat we zowel rekening houden met de vragen en rechten van leerkrachten, als met wat onderwijsverstrekkers en schoolbesturen vragen. Net daarom is het zo belangrijk dat je daar een pact rond maakt.
We hebben de proeftuinen, waar er een heel sterke vraag is naar autonomie, naar het ontkleuren van middelen, en dat is net wat u deze legislatuur niet hebt gedaan, minister. U hebt meer gekleurd. Mijn uitdrukkelijke vraag is: bent u bereid om echt de kaart te trekken van autonomie en het ontkleuren van middelen zodat scholen echt wel aan de slag kunnen in hun lokale context? (Applaus bij cd&v)
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, minister, als het mogelijk is, stop met te zeggen dat alle sectoren kampen met een tekort en dat dat de reden is van het lerarentekort. Ik snap dat alle sectoren kampen met een tekort, maar dat dat de reden is van het lerarentekort, dat zou betekenen dat er inderdaad geen uitstroom is zoals die er is. Er is een enorme uitstroom, dus er is een probleem. We moeten daaraan werken.
Ook de uitspraak van ‘tig maatregelen’ is erover. We hebben redelijk veel maatregelen getroffen, dat is juist. Er zijn belangrijke maatregelen genomen, maar er is nog veel werk aan de winkel.
Ik weet niet waar u precies woont in Brussel, maar, mevrouw Tavernier, stop toch eens met zaken als de hangmatcultuur constant weer naar voren te brengen.
Aan de collega’s van Groen en s.pa: we hebben gedurende jaren gestreden voor neutraal onderwijs. De redenering dat we het lerarentekort kunnen oplossen door vrouwen met een hoofddoek voor de klas te zetten – ‘not kidding you’ – klopt langs geen kanten.
Minister, wilt u – het is een voorstel dat we gedaan hebben voordat de Franstaligen die regelgeving hebben ingevoerd – alsnog in overleg treden met uw Franstalige collega om de schoolvakanties op één lijn te zetten, wat inderdaad een voordeel zouden bieden, maar vooral voor de leerlingen?
De heer De Witte heeft het woord.
Mijnheer Weyts, u bent nu vijf jaar minister van Onderwijs. Ik ben eens gaan kijken naar de evolutie van het lerarentekort. In 2020, aan het begin van uw beleid, waren er duizend openstaande vacatures voor leerkracht bij VDAB. In 2021, een jaar later, waren er tweeduizend openstaande vacatures. Nog een jaar later waren dat er 2600. Vandaag, u zei het zelf, zijn er vierduizend openstaande vacatures. Het lijkt wel alsof de enige cijfers die stijgen in ons onderwijs de cijfers van het lerarentekort zijn. U antwoordt dan altijd dat er geen silver bullet is, dat je het niet met één maatregel kunt oplossen. Maar er is natuurlijk niemand die dat zegt. Er is niemand die zegt dat er één maatregel zou zijn die dat oplost. Veel mensen zeggen wel dat men maatregelen moet nemen voor startende leerkrachten, zodat die minder uitstromen, voor leerkrachten die er al een tijdje zijn én maatregelen voor leerkrachten die er al lang zijn en die een soort landingsbaan willen krijgen.
Minister, mijn vraag is dus: gaat u in een volgende legislatuur, als u hier nog op die post zou zitten, eindelijk werk maken van een loopbaanpact om het geheel van de loopbaan van leerkrachten aantrekkelijker te maken? Of gaat u verder met het huidige desastreuze beleid? (Applaus van Jos D’Haese)
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de discussie over de situatie in Brussel betreft: je kunt het zonlicht toch niet ontkennen. Het is inderdaad niet aantrekkelijk voor Vlamingen, voor Vlaamse leerkrachten om te wonen en te werken in Brussel. Dat is onmiskenbaar zo. Ik heb de vergelijking gemaakt met Antwerpen. We hebben daar dus een probleem. Nu heb ik wel vernomen wat blijkbaar de oorzaak van dat probleem is. Volgens Groen woont maar 13 procent van de leerkrachten die in Brussel werken, ook daadwerkelijk in Brussel vanwege de woonprijzen. Daarom komen die allemaal in de Vlaamse Rand, in Vlaams-Brabant wonen, waar de prijzen ongetwijfeld nog veel hoger zijn. Ik denk dus niet dat dat de verklaring is. Stop dus met het zonlicht te ontkennen wat dat betreft, en heb ook het lef om te wijzen op de gebrekkige aantrekkelijkheid, voor Vlamingen, voor eenieder, om te wonen en te werken in Brussel.
Mevrouw Goeman, u hebt ook in mijn bus een apart pamflet gestoken namens Vooruit, dus eigenlijk los van de vragen van de schooldirecties. Ik heb kunnen lezen dat uw vragen en eisen van een andere aard zijn dan die van de directies zelve. U pleit voor meer middelen. Dat is hier regelmatig de oplossing voor alle problemen, alleszins in hoofde van de socialisten: meer middelen, meer belastinggeld. Wel, dat vragen zij uitdrukkelijk niet. Ik heb nog eens nagekeken wat ze allemaal vragen, en extra middelen vragen ze niet, wel vooral extra mensen en een aanpak van het tekort aan mensen, de activering van mensen. Dat vragen ze. Ik begrijp ook dat ze geen extra middelen vragen, want op dat vlak, inzake investeringen in Brussel kan de Vlaamse Regering een ongelooflijk rooskleurig plaatje voorleggen. Er is nog nooit zoveel geïnvesteerd in onderwijs in Brussel. Alleen al naar extra capaciteit is er 30 miljoen euro gegaan. Normaal gezien zijn wij gebonden aan de 5 procentnorm. Dat wil zeggen dat we binnen elk beleidsdomein 5 procent van de middelen die we uitgeven, reserveren voor Brussel. Onderwijs zit daar met een kwart boven. Zo kan ik nog diverse voorbeelden geven. We geven extra ondersteuning, extra omkadering in Brussel. Op dat vlak kunnen wij u recht in de ogen kijken, echt waar. Deze Vlaamse Regering investeert en toont effectief haar liefde voor Brussel via de budgetten, die ongelooflijk zijn gestegen.
De vragen die momenteel voorliggen en waarvan ik er veel wil honoreren, hebben eigenlijk betrekking op het uitbreiden van maatregelen die we hebben genomen en die volgens u ofwel onbestaande zijn – maar ze moeten wel uitgebreid worden –, ofwel heel slecht zijn. Er wordt inderdaad gevraagd om ze uit te breiden, en dat wil ik absoluut honoreren. Dat ben ik genegen.
Er was nog één vraag die ik in mijn aanvankelijke antwoord niet heb kunnen beantwoorden, over de opzegtermijn. Daar heeft men een punt. Het is inderdaad zo dat als je vandaag in het onderwijs beslist ermee te stoppen als leerkracht, je maar vijftien dagen moet uitdoen. Dat is een maatregel genomen ten tijde van Luc Van den Bossche. Ik ben er niet tegen dat die maatregel op de schop zou gaan. Ik denk dat het niet gemakkelijk zal zijn om dat erdoor te krijgen in het sociaal overleg, maar ik ben er absoluut geen voorstander van om die maatregel te behouden. Integendeel, die kan wat mij betreft zeker verdwijnen.
Tot slot heb ik één concrete oplossing gehoord, namelijk de hoofddoek. Voor eens en voor altijd, inzake het lerarentekort is de hoofddoek geen probleem. Als men als leerkracht toch absoluut een hoofddoek wil kunnen dragen voor de klas, dan beslissen in het vrij onderwijs de scholen daar vrij over. Zowat de helft van de scholen in het katholiek onderwijs laat dat toe.
Als je met het huidige lerarentekort effectief les wilt geven, dan kun je dat. Dat is geen probleem, maar gebruik dat niet om een andere agenda te forceren, namelijk toelaten dat men in ons gemeenschapsonderwijs les kan geven met een hoofddoek of andere uiterlijke symbolen die getuigen van een religieuze of politieke overtuiging. Dat willen wij niet.
Ons Vlaams gemeenschapsonderwijs is bij uitstek neutraal. Dat staat in alle wetten en de Grondwet, dus leerkrachten moeten die neutraliteit uitstralen. Dat is niet alleen een recht voor die leerkrachten en collega-leerkrachten, maar ook een recht dat wordt toegekend aan ouders en leerlingen. Dat recht willen wij niet ondermijnen. We gaan daar absoluut niet in meegaan, stop met dat pleidooi te houden. Het is totaal irrelevant in functie van het lerarentekort. U spreekt altijd over polarisering. Elke keer dat u dat oprakelt, zorgt u voor polarisering en vergiftiging van heel het debat, want eigenlijk is de waarheid dat wie zo nodig les wil geven met een hoofddoek, dat in het vrij onderwijs kan. Er zijn vacatures genoeg. Doe het dan en stop met erover te klagen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Bex heeft het woord.
Minister, de problemen in het Brussels onderwijs zijn bijzonder acuut. Klassen sluiten en mensen komen op straat. Ik wil erkennen dat u hier over een aantal punten hebt gezegd dat u daarover wilt nadenken en daarover in dialoog wilt gaan, maar de noden zijn vandaag enorm groot en mensen zijn op het einde van hun Latijn.
Mijn vraag vandaag is om op korte termijn inspanningen te doen om die noden te verlichten. Ga snel aan de slag, laat dat nodige overleg niet langer dan enkele dagen op zich wachten en organiseer dat, zodanig dat wat u hier zegt niet bij mooie woorden blijft en dat er effectief iets verandert.
Aan collega Tavernier en aan u, minister Weyts, wil ik toch nog een ding zeggen als jullie praten over Brussel. Wat hebben jullie eigenlijk de afgelopen vijf jaar gedaan om ervoor te zorgen dat er meer Brusselaars die Nederlandstalig onderwijs volgen, instromen in de lerarenopleidingen? Jullie hebben meer drempels gebouwd dan dat jullie drempels hebben weggenomen. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Dat blijft een cruciaal probleem, want we kunnen dat probleem alleen maar oplossen in Brussel en door ervoor te zorgen dat er meer Brusselaars voor de klas staan. Die drempels zijn vandaag te hoog. (Applaus bij Groen en Vooruit)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mevrouw Tavernier, geen enkele Brusselse ouder, geen enkele Brusselse leerkracht, of die nu in Vlaanderen of in Brussel woont, heeft een boodschap aan uw politieke spelletjes. (Opmerkingen)
Politiek moet gaan over oplossingen en die komen niet van uw partij. Het lerarentekort in Brussel neemt dramatische proporties aan, klassen sluiten en het recht van onze kinderen op onderwijs wordt geschonden. De minister van Onderwijs doet gewoon zijn job niet. Het is vijf na twaalf. Ik heb gehoord dat u een aantal dingen wilt doen, dus mijn oproep is nogmaals om het nu te doen. Het moet onmiddellijk gebeuren, want anders heb ik het gevoel dat uw gelatenheid steeds meer begint te ruiken naar schuldig verzuim.
De actuele vragen zijn afgehandeld.