Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie over een versnelde ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van Gwenny De Vroe, Sofie Joosen, Tinne Rombouts, Allessia Claes, Bart Dochy en Axel Ronse over de evolutie naar een proefdiervrije toekomst in Vlaanderen en van Meyrem Almaci, Tine Van den Brande, Mieke Schauvliege en Chris Steenwegen over een versnelde ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven, die door de commissie in samenhang zijn behandeld, met dien verstande dat het voorstel van Gwenny De Vroe, Sofie Joosen, Tinne Rombouts, Allessia Claes, Bart Dochy en Axel Ronse als basis voor de bespreking is genomen.
Wij volgen hier dezelfde werkwijze.
De bespreking is geopend.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, testen op dieren om niet alleen mensen, maar ook dieren te genezen, is natuurlijk een heel complexe ethische aangelegenheid. Nagenoeg iedereen is het erover eens dat de ideale wereld dierproefvrij is en dat de ideale wereld uiteraard ook vrij zou moeten zijn van ongeneeslijke ziektes.
Een aantal mensen kiest ondubbelzinnig de kant van de dieren en verzet zich tegen elke vorm van dierproeven. Voor een andere kant primeert de medische kant, en die kiest dan voor die kant om zieke mensen te genezen. Dat krijgt voor hen prioriteit. U begrijpt dus dat het een heel gevoelige ethische materie is.
Vlaanderen neemt met dit voorstel van resolutie van de meerderheid een heel belangrijke positie in in het ontwikkelen van innovaties voor de gezondheidszorg en maakt hier de weg vrij naar een proefdiervrij Vlaanderen. Vlaamse onderzoekers behoren tot de wereldtop in het ontdekken van innovaties in de levenswetenschappen die aan de basis liggen van doorbraken en ontwikkelingen van nieuwe geneesmiddelen, vaccins en therapieën. En daarvoor wordt niet alleen gesteund op onderzoek in academische en onderzoeksinstellingen, maar ook op het biotechnologische en farmaceutische onderzoek in bedrijven die in Vlaanderen actief zijn. Daarin onderscheidt Vlaanderen zich van veel andere Europese landen, die weinig of geen innovaties in de gezondheidszorg kennen.
Hoe dan ook zijn in de huidige wetenschappelijke stand van zaken experimenten helaas noodzakelijk om wetenschappelijke inzichten te verwerven, als onderzoekers ooit een afdoend middel willen vinden tegen kankers of neurologische aandoeningen, zoals dementie, zoals de ziekte van Alzheimer enzovoort. Ook de recente coronacrisis heeft nogmaals aangetoond dat het zoeken naar een vaccin en een geneesmiddel de inzet van proefdieren vergde. Precies daarom moeten proeven op dieren plaatsvinden in de meest optimale omstandigheden, die het welzijn van de proefdieren maximaal eerbiedigen.
We mogen daarbij uiteraard niet vergeten dat er vandaag al strenge protocollen gelden voor het verrichten van dierproeven. We starten met andere woorden absoluut niet van nul. Dierproeven verbieden is de dag van vandaag, maar ook in de zeer nabije toekomst, helaas nog te ambitieus. Er een stringente timing en quota op kleven, is dat ook.
Tegenstanders zien hierin vaak onwil en bestempelen het ontbreken van dergelijke gekwantificeerde stappenplannen als een lege doos. Dit klopt uiteraard niet. We hebben ambitie om het aantal dierproeven af te bouwen, maar niet de ambitie om mensen blaasjes wijs te maken, ook niet om een hypotheek te leggen op het kunnen genezen van mensen en dieren.
Pragmatiek gaat in dezen boven symboliek, maar Vlaanderen moet met deze resolutie de ambitie hebben – en heeft met deze resolutie de ambitie – om beslissende stappen voorwaarts te zetten naar een ambitieus duurzaam dierproevenvrij Vlaanderen.
Uit mijn contacten met de onderzoekscentra die gebruikmaken van dierproeven, heb ik begrepen – en dat hebben we ook in de hoorzitting gehoord – dat ook zij niet liever willen. Dierproeven betekent voor deze centra ook extra veel zorgen voor de dieren. Vaak krijgen ze verwijten en willen ze niets anders dan een zeer goed dierenwelzijn. Ik en heel wat collega's met mij hebben tijdens de werkbezoeken kunnen vaststellen dat zij die dingen zeer nauwgezet opvolgen.
Collega's, een van de belangrijkste doelstellingen van dit voorstel van resolutie is het gepolariseerde debat overstijgen door dierproeven op een genuanceerde manier te benaderen om van daaruit te zoeken naar ambitieuze beleidsinitiatieven om in de toekomst effectief te evolueren naar een Vlaanderen zonder dierproeven. Dat, collega's, is de ambitie. En wie denkt dat het welzijn van proefdieren verbeterd wordt met groteske woorden, vergist zich. Het zijn daden die het verschil maken.
Collega's, inmiddels heb ik ook begrepen dat de tweede fase van de rondetafel over de dierproeven is afgelopen. Die zou geresulteerd hebben in concrete acties door een twintigtal organisaties nadat in een eerste fase experten uit de academische wereld en onderzoekscentra een oplijsting hebben gemaakt over haalbare verbeteringen rond dierproeven. Dat zijn noodzakelijke eerste stappen. Het werk is niet af, het is een begin. Met deze resolutie willen we een structurele opvolging geven van het beleid om dierproeven af te bouwen en te evolueren naar een proefdiervrij Vlaanderen.
De resolutietekst van de meerderheid is heel uitgebreid en pertinent. In deze toelichting wil ik me beperken door te focussen op enkele aspecten uit de resolutie. Ik zal ze niet allemaal noemen, dat zou ons te ver leiden.
Met deze resolutie benadrukken we het belang van een bottom-upbenadering. Het heil moet vooral komen van onze bedrijven en de laboratoria. Samenwerking en overleg zijn cruciaal, net als tweerichtingsverkeer. Als de sector zelf ook bereid is om engagementen te nemen, mag van de overheid worden verwacht dat ook zij zorgt voor een correct flankerend beleid. Het regeerakkoord is daarover heel duidelijk. Ik citeer: “We investeren volop in alternatieven zodat we dierproeven maximaal kunnen vermijden of vervangen door wetenschappelijke methodes.”
Zoals reeds gezegd, gaan we ook niet voor concrete deadlines en quota, maar willen we boter bij de vis. Daarom vragen we het actieplan jaarlijks te monitoren door een onafhankelijke instantie en om de resultaten effectief toekomstgericht en nieuw te publiceren in een jaarverslag dat door iedereen – íédereen – digitaal moet kunnen worden geconsulteerd om de vooruitgang te kunnen vaststellen.
We willen ook gluren bij de buren en lessen leren uit de goede buitenlandse praktijken. De Nederlandse aanpak geniet hier een bijzondere, maar uiteraard niet exclusieve aandacht. We kijken verder dan dat.
We willen ook het 3v-principe – verminderen, vervangen en het verfijnen van de dieproeven – aanvullen met een vierde v, de v van verantwoordelijkheid: verantwoordelijkheid in het vormgeven door het opstellen van een ‘culture of care policy’ die op haar beurt wijst op de verantwoordelijkheid die de sector op zich neemt om proefdieren goed te behandelen.
Met dit voorstel dringen we erop aan om de versnippering van kennis over dierproeven ook tegen te gaan door de resultaten en de praktijken van alle onderzoeksprocedures maximaal te verzamelen en te delen. Naast de bestaande RE-Place-databank is het ook noodzakelijk om een complementaire databank op te zetten die onderzoekers ertoe aanspoort om alle – en ik benadruk alle – onderzoeksprocedures van doorgevoerde dierproeven en dierproefvrije methodes die geen positieve resultaten opgeleverd hebben, eventueel geanonimiseerd te inventariseren. Op die manier, collega’s, zullen experimenten met dieren niet onnodig of onbewust herhaald worden.
Met dit voorstel roepen we ook de Vlaamse Regering op om een kordaat handhavingsbeleid op dierproeven verder uit te rollen. Dit door de onaangekondigde controles uit te voeren; die in het ideale geval minstens een keer per jaar plaatsvinden. We willen ook dat overtreders streng bestraft worden.
Collega’s, voorzitter, tot slot van mijn tussenkomst wil ik de collega’s van de meerderheid bedanken voor hun constructieve zoektocht om van dit voorstel van resolutie een heel ambitieuze oefening te maken. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad, dat wil ik benadrukken, maar dat is goed nieuws, want het doel is heel duidelijk: het dierenwelzijn verbeteren door minder en selectieve dierproeven op kortere termijn en door te streven naar een proefdiervrij Vlaanderen op langere termijn, niet door slogans te declareren, maar door effectief stappen vooruit te zetten en alle belanghebbenden op een correcte en constructieve manier bij de les te houden.
Vanuit Open Vld ben ik uiteraard enorm tevreden dat we met dit voorstel van resolutie een nuttige aanvulling kunnen vormen op de voorlopige resultaten die er zijn vanuit de rondetafel, meer bepaald door de context te scheppen voor een structurele bovenbouw en een flankerend beleid vanuit de Vlaamse overheid rond de verschillende nuttige individuele initiatieven vanuit de sector. Die getuigen van welwillendheid om stappen vooruit te zetten. Ik kijk uit naar de voorstelling van het rapport van de rondetafel zodat we over alle puzzelstukken zullen beschikken om verdere stappen te nemen in de aanpak van de dierproeven en het welzijn van de proefdieren en alzo spoedig kunnen evolueren naar een proefdiervrij Vlaanderen. (Applaus van Maurits Vande Reyde)
Mevrouw Joosen heeft het woord;
Uiteraard is ook de N-VA-fractie voorstander om het aantal dierproeven zo maximaal mogelijk te gaan verminderen. We dienen dan ook mee dit voorstel van resolutie in vanuit de meerderheid. Het is een uitgebreid werkstuk geworden, dat werk wil maken van veertien concrete acties, maar tegelijk ook de realiteit in Vlaanderen niet uit het oog verliest. In Vlaanderen worden relatief veel dierproeven uitgevoerd. Dat komt natuurlijk door het groot aantal wetenschappelijke instellingen, het groot aantal farmaceutische bedrijven dat we tellen. Vlaanderen behoort tot de absolute wereldtop. Het is net binnen die domeinen van geneeskunde en farmacie dat dit type onderzoek gedaan wordt en ook nodig blijft. Heel wat medische vooruitgang is nu eenmaal opgebouwd door dierproeven. Dat is de realiteit. Vlaanderen heeft evenwel de plicht om op korte termijn maximaal te doen wat dan wel kan, en dit met een concreet en haalbaar plan. Ik wil het woord haalbaar hier zeker nogmaals onderstrepen.
We hebben met de commissie heel wat hoorzittingen gehouden. We hebben een heel aantal werkbezoeken gedaan. Die leverden allemaal een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van dit voorstel van resolutie. Het voorstel pleit voor duidelijke doelstellingen, meer onderzoek naar alternatieven, een verbeterde kennisdeling en samenwerking in binnen- en buitenland, acties om beslissende stappen voorwaarts te zetten en onze ambitie om het aantal dierproeven te reduceren kracht bij te zetten. Alternatieven zijn er vaak wel, maar ze zijn vaak onvoldoende bekend.
Collega’s, er worden heel wat inspanningen geleverd en ik kijk ook mee uit naar het verdere verloop van die inspanningen. Ik wil hier nogmaals mevrouw De Vroe danken voor haar initiatief om dit voorstel van resolutie tot stand te brengen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Collega’s, dierproeven vormen een belangrijk thema. Dit thema is in een voorstel van resolutie gegoten waarover we grosso modo twee jaar hebben gedebatteerd. In 2021 hebben we vastgesteld dat we in onze regio – en het klopt want we moeten de goede statistieken vernoemen – weliswaar koploper zijn op het vlak van wetenschappelijke doorbraken en onderzoek, maar helaas zijn er ook statistieken die wat pijnlijker zijn: we zitten ook in de internationale top voor wat betreft pijnlijke dierproeven en voor wat betreft dierproeven tout court. Dat is natuurlijk iets waar we minder gelukkig mee zijn.
Men kan vaststellen dat we in ieder geval kamerbreed de bekommernis, de bezorgdheid delen dat die statistieken worden aangepakt om ze te veranderen, opdat we ook op het vlak van de pijnlijke dierproeven en de dierproeven tout court een andere richting uitgaan. Op dit moment zijn er in Europa 22 miljoen dierproeven. Er waren er meer dan 200.000 in 2020, dat is daarnet al gezegd. Er zijn de coronajaren geweest. De verwachting is dat het aantal dierproeven in ons land en in onze regio verder stijgt. Daaronder is er een ontzettende stijging op honden, beagles, en ook nog altijd op primaten.
Collega’s, ik wil hier starten met te zeggen dat er de afgelopen jaren in dit debat geen slogans zijn geweest. Daarnet is er verwezen naar ‘grotesk’, naar polarisering, stemmingmakerij, slogans, ‘haalbaar’. Het debat is die hele periode eigenlijk heel sereen verlopen. We hebben zelfs samengewerkt naar aanleiding van de initiële basisresoluties over hoe we kunnen verscherpen en hoe we voort kunnen gaan. Uiteindelijk werd gekozen voor het voorstel van resolutie van de meerderheid. We hebben daar onze reflecties op gegeven. Maar het is nooit vervallen tot slogans of stemmingmakerij, het is nooit grotesk geworden.
Ik wil ook expliciet zeggen dat het heel duidelijk is dat vandaag een overgrote meerderheid van onze bevolking vraagt om de overgang naar een proefdierenvrije wetenschap mogelijk te maken. In november 2022 was er nog een grootscheeps Europees onderzoek van Savanta ComRes in tien Europese landen, onder andere in België, waaruit blijkt dat 77 procent van de Belgen wil dat die overgang wordt waargemaakt. De enquête benadrukt de noodzaak om meer te doen voor een volledige vervanging van dierproeven. Dat is het sentiment onder de bevolking. Begrijpelijk want dieren zijn levende, voelende wezens. We moeten er samen naar streven om zoveel mogelijk dierenleed te voorkomen.
We zitten in de top van Europa op verschillende vlakken, maar op dit vlak willen we toch liever uit die top vallen. In de commissie Dierenwelzijn ging het heel vaak over ‘gold-plating’, en dat we op het vlak van dierenwelzijn het voortouw willen nemen in Europa. Ik heb ook in de commissie gezegd dat ik het jammer vind dat we dat op het vlak van de afbouw van dierenproeven net niet doen. Dat staat een beetje haaks op de woorden die daar vaak worden gezegd. Hier is dat niet het geval. Nuance is belangrijk. Er is ook nood aan een concreet stappenplan en een afbouwplan, om de ambitie die daarnet nog eens zo mooi is verwoord, ‘Vlaanderen zonder proefdieren’, waar te maken.
We delen absoluut de principes. Maar dit voorstel van resolutie geeft geen duidelijke timing en geen scherpe doelen. Ik begin met het punt van het toepassingsgebied. Daar begint het probleem. Het voorstel van resolutie van de meerderheid gaat, volgens de titel, over dierproeven in het algemeen. Maar van in het begin en al in de toelichting focust de tekst op dierproeven voor de gezondheidszorg. Dat is inderdaad een debat dat heel genuanceerd wetenschappelijk wordt gevoerd en waar met grote aandacht naar wordt gekeken. Daar zijn technologische ontwikkelingen gaande die hoopvol zijn. Maar als je een voorstel van resolutie hebt dat gaat over dierproeven in het algemeen en dat in de tekst focust op maatregelen rond de gezondheidszorg, dan is er een probleem want je bent bezig met een verenging.
Er worden bijvoorbeeld ook dierproeven uitgevoerd om pesticiden te ontwikkelen. Er worden commerciële dierproeven uitgevoerd die niets te maken hebben met gezondheidszorg. Daarover is geen enkel debat gevoerd. De scherpte van doelstellingen en principes is een ongelooflijke quick win. Dat zou tegemoetkomen aan het ethische besef van burgers – dat wordt hier ook uitgesproken –, en dan zouden we ons afvragen of dat nog wel nodig is. Vaak is het puur commercieel ingegeven, en dat is jammer. Het Vlaams Parlement zou nu al die commerciële dierproeven die buiten het pakket van de gezondheidszorg vallen, kunnen stoppen.
Op Europees niveau is dat al gebeurd voor cosmetica. Voor huishoudelijke producten – ander gebruik dan gezondheidszorg – zou dat perfect kunnen. Er is geen andere reden voor, behalve drogredenen: de commerciële en winstprincipes. Blijkbaar heeft men er bewust voor gekozen om het voorstel niet zomaar te beperken tot de gezondheidszorg, maar het is vreemd dat de argumentatie wel volledig op de gezondheidszorg is toegespitst. Ik vind dat jammer.
Ook de werkbezoeken, die trouwens heel interessant waren, gingen volledig over de gezondheidszorg. Dat maakt het debat gebrekkig, of toch heel dat stuk. We kunnen niet beargumenteerd van mening verschillen over die commerciële dierproeven die niet in het kader van gezondheidszorg zijn. Maar u hebt wel net in dit voorstel van resolutie beslist om ze te laten bestaan. Wat ons betreft, is dit volstrekt onnodig.
Er wordt gezegd dat een verbod op dierproeven nu te ambitieus is. Ik heb al gezegd dat het heel bizar is in een commissie waar de meerderheid zich altijd op de borst klopt over het voorloperschap dat men dat nu absoluut niet wil.
Het is gek: als men verwijst naar Nederland zegt men dat men daar heeft geleerd dat concrete deadlines of quota niet werken. Maar er is ook iets heel eenvoudigs: als men geen lat legt qua timing of doelstellingen, dan zal men ook nooit weten of men niet beter had kunnen doen. Als men wel een lat legt in de vorm van streefcijfers, gaat men weten hoe ver men daar nog van af zit. Dan kan men kijken waar in de keten men nog moet versterken. De drive ontbreekt om effectief werk te maken van de uitgangspunten die nochtans waardevol zijn.
De afgelopen decennia hebben uitgewezen dat puur richten op verantwoordelijkheid en ‘culture of care’ helaas niet volstaat. Een van de bezoeken was heel interessant: dat aan Janssen Pharmaceutica, waar testen worden gedaan op beagles. Ik heb gevraagd hoeveel dierproeven ze daar eigenlijk doen. Het voorstel van resolutie van de meerderheid zegt dat er meer transparantie moet zijn, dat men dat moet weten. Men zei dat men die cijfers niet kon geven wegens de interne concurrentie binnen Janssen Pharmaceutica en de plants internationaal. Zij concurreren ook met elkaar. Ik zou het heel interessant vinden, als men binnen een bedrijf al geen informatie uitwisselt, om te weten hoe we dit gaan waarmaken met enkel een ‘culture of care’ naar aanleiding van dit voorstel van resolutie. Men wil niet met elkaar uitwisselen omdat men concurreert binnen dezelfde firma. Ja, dan is er wel een mismatch tussen de vaststellingen op het terrein en de principes die hier, zonder concretisering, uitgewerkt zijn.
Ik ben het ermee eens dat het Nederlandse model niet zaligmakend is. Dat hebben ze ondertussen zelf wel geleerd. Maar ze hebben wel aan hun principes vastgehouden. Dat is wel waarom het gaat. Je hebt een afbouwschema nodig met concrete doelen. Je hebt ook een situatie nodig waarbij je dat koplopersidee waarmaakt. Ik weet het, en ik vind dat een goede zaak: onaangekondigde controles moeten mogelijk zijn, minstens één keer per jaar. Dan kun je een label van excellentie geven of krijgen. Ik vind dat heel goed. Je zou tegelijk een frontrunnermodel kunnen maken met betrekking tot degenen die eruit gestapt zijn. Dan is er niet alleen een label van excellentie bij controle maar ook voor degenen die zelf hun aantal dierproeven hebben verminderd. Dat is iets anders dan controleren hoe het met de dieren op het terrein gaat.
Het klopt dat er meer internationaal en Europees moet worden gekeken. Ook Europees is er een vanuit de bevolking ongelooflijk gesteunde petitie. Het is zeer belangrijk om procedures en protocollen te delen, maar de commerciële context maakt dat niet evident, zelfs binnen de gezondheidszorg of binnen hetzelfde bedrijf of groep.
Daarnaast is er nog een andere quick win. Er zijn heel wat subsidies voor dierproeven. Wij hebben voorgesteld om die te laten uitdoven en te verschuiven naar dierproefvrije alternatieven. Als je doelstelling is om het sneller te laten dalen en je maakt geen concrete doelen, werk dan met de middelen die je geeft. Maar ook dat voorstel staat hier niet in. Dan wordt het allemaal nogal vrijblijvend en nogal vaag. Men kan lang discussiëren over de herijking in Nederland, maar als men meent dat dierproeven eigenlijk de uitzondering moeten zijn, dan moet je niet een vierde v toevoegen, dan moet je de paradigmashift inschrijven in je voorstel van resolutie en zeggen dat het uitgangspunt is: geen dierproeven, tenzij men ons expliciet kan bewijzen dat het absoluut nodig is, en tenzij men die middelen ook gaat shiften. En ik zeg niet dat dat van de ene dag op de andere kan – want dat zal een van de argumenten zijn –, natuurlijk niet, dat weten we. Maar je kunt daar wel een afbouwpad voor maken. Maar dat staat hier niet in. Als men het meent dat dierproeven eigenlijk de uitzondering zouden moeten zijn, dan moet men toch een traject hebben waarin steun en innovatie verschoven worden en gericht worden op dierproefvrij onderzoek, met een duidelijk afbouwschema. Dat is tergend haalbaar.
In Nederland is de ambitie expliciet behouden. Die scherpte zit hier helaas weinig in. Als er geen afbouwschema is, als er geen quota zijn, geen heldere criteria, geen timing, dan hebben de ethische commissies het niet gemakkelijk om op te komen voor dierenrechten, zelfs niet als je ze versterkt – een beetje, wij hadden ze graag meer versterkt – want er is geen stok achter de deur. We kunnen daar als parlement wel halfjaarlijks over debatteren, maar dat is het dan ook, en we hebben nu al twee jaar gedebatteerd.
Ik heb voorgesteld, in de bespreking in het parlement, om de titel aan te passen om dan een correct debat te voeren over alles wat commercieel is en niet binnen de gezondheidszorg valt, want de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we dat niet hebben gedaan. Het is eigenlijk een ongelooflijk jammere zaak dat we daarin geen snellere stappen vooruit zetten. Ik besef dat sommigen zullen zeggen dat het glas half vol is, en dat ik het half leeg zie. Ik zie vooral waar het beter had gekund.
Ik geloof oprecht – en mevrouw De Vroe weet dat ook – dat de individuele indieners hebben getracht om een aantal pragmatische zaken met elkaar te verzoenen, maar ik had er echt wel meer van verwacht. De mooie woorden matchen niet met het gebrek aan duidelijkheid rond de doelen, rond het toepassingsgebied, rond de richting waar we naartoe willen gaan. Ik vrees dat we daardoor veel tijd verliezen. Dit is niet het eerste debat rond dierproeven dat gevoerd wordt. Terwijl er op het terrein razendsnel dingen gebeuren en de maatschappelijke bewustwording zeer ver is gevorderd, ook binnen de wetenschappelijke wereld, zouden we een aantal maatregelen kunnen nemen waarmee wetenschappers die er ook echt gevoelig aan zijn, ook meer geholpen zouden kunnen worden.
Er was bijvoorbeeld, tijdens het werkbezoek aan Janssen Pharmaceutica, nog eens de vaststelling over de geografische verdeling van dierproeven. Er werd heel vaak gezegd dat als je het van de ene op de andere dag polariserend gaat verbieden, het dan gewoon elders zal gebeuren. Maar laat ons dan vragen aan onze instellingen dat ze niet meer samenwerken met internationale instanties waar onaanvaardbare vormen van dierproeven gebeuren. Dat is niet wat in dit voorstel van resolutie staat. Laat ons dan vragen aan onze instanties om niet langer een aantrekkingspool te zijn. Dat is de reden waarom ik Janssen Pharmaceutica aanhaalde: op dit moment verschuiven andere landen hun dierproeven naar hier omdat ze zelf met ontzettend veel protesten te maken hebben. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Daar moeten we toch ook wel rekening mee houden, en onze verantwoordelijkheid, vanuit de ‘culture of care’ meenemen. Op dit moment is de regelgeving in België van dien aard dat men eerder naar Vlaanderen aan het uitvoeren is dan elders. Ik ben het helemaal eens met de argumentatie dat we willen vermijden dat dierproeven zich naar het buitenland verplaatsen, maar op dit moment heeft het er op z’n minst de schijn van dat het omgekeerde gebeurt. Dat is wel een probleem. Er wordt ongelooflijk veel waardevol onderzoek uitgevoerd aan de universiteiten, en zelfs in commerciële bedrijven, maar het is duidelijk dat die beter omkaderd kunnen worden en dat we daarin verdere stappen hadden kunnen nemen dan wat er vandaag is gezegd.
We hebben in dit parlement heldere criteria rond wat we verwachten op het vlak van klimaatbeleid, verkeersbeleid, mobiliteit enzovoort, en daar debatteren we over. En de Vlaamse Regering zegt daar dat vertrouwen goed is, maar dat er controle moet zijn om mistoestanden aan te pakken. Helaas is dat op het vlak van dierproeven veel minder het geval en wordt er altijd maar gezegd om dat niet te veel te ‘gold-platen’. Ik ga nog een aantal extra quick wins opsommen die dit voorstel van resolutie beter en scherper hadden gemaakt, die beter tegemoet hadden kunnen komen aan de principes die men hier terecht uitspreekt, en waarvoor we ook amendementen hebben ingediend.
Men zou kunnen zeggen dat men geen vivisecties, louter voor educatieve doelen, meer doet. We weten dat allemaal en er zijn genoeg filmpjes en documentatie waardoor het niet meer nodig is, tenzij er expliciet een argumentatie is waarom het wel nodig is. We kunnen een Vlaams fonds voor proefdiervrije innovaties oprichten, naar Nederlands voorbeeld, een verschuiving doen van de subsidies met een duidelijk traject, alternatieve technieken ter vervanging van dierproeven actief aanmoedigen, goede voorbeelden belonen met een multidimensionaal label voor de koplopers die zich in positieve zin onderscheiden, niet bij controles, maar bij de percentages en het aantal dierproeven dat wordt gebruikt en die zo een extra stimulans geven.
We kunnen de ethische commissie verder versterken door ze inzage te geven in alle dierproeven en alle aspecten die daarmee te maken hebben, ook als ze niet het gewenste effect hebben. We kunnen de voorzitter van de commissie een van de externe leden maken, dat vergroot de onafhankelijkheid. We kunnen minstens een van die externe leden laten aanduiden door de Raad van Dierenwelzijn zelf, die er dan daarnaast ook in zit. We kunnen vragen dat de inzet van proefdieren voor wettelijk voorgeschreven veiligheidstesten voor chemicaliën, voedingsingrediënten en pesticiden tegen 2026 – of voor mij mag het nog een paar jaar langer – stapsgewijs wordt afgebouwd. Dat is niet meer te verantwoorden anno 2023. Want op die sectoren is de hele argumentatie van gezondheidszorg en wetenschappelijk onderzoek niet van tel. En we kunnen verbieden dat onze Vlaamse onderzoeksinstellingen samenwerken met proefdierlabs of kweekcentra in het buitenland, die minder strenge criteria hanteren inzake dierproeven. We kunnen zeggen dat ze dat niet meer mogen doen. En op die manier kun je een aantal quick wins doen die dit voorstel van resolutie onmiddellijk omhoog zouden heffen en waardoor ik echt het gevoel zou hebben dat we een serieuze stap vooruit zetten. Want op dit moment blijf ik op mijn honger zitten.
Collega’s, ik stel vast dat ik had gehoopt dat we daar meer naar elkaar zouden toegroeien, maar dat het voor mij echt een oefening is geweest waaruit we veel hebben geleerd, maar waar we dat helaas onvoldoende hebben omgezet in de stappen die nodig zijn voor een haalbare ambitie. Ik ben er al lang vragende partij voor. Het is een van die zaken die heel veel afstel hebben gekregen. Wat er uit de rondetafel komt, dat is ons in 2021 al beloofd, en we zijn nu halverwege 2023. Ik kijk uit naar de resultaten daarvan, maar ik kan niet onder stoelen of banken steken dat ik hoop dat ze een pak ambitieuzer zijn dan wat in dit voorstel van resolutie staat.
Ik heb het alleen nog maar gehad over de quick wins, en niet eens over de hiërarchie, en dat is wat ik dan bedoel met hoe je principes omzet in doelstellingen, zonder dat je dat doet zoals Nederland dat in het begin had gedaan, maar wel in gerichte streefcijfers, dat wil zeggen om te beginnen met de primaten. Daarin gaan we al het meest ambitieus zijn en willen we snel een daling. Beginnen met het feit dat er steeds meer testen op die honden worden gedaan, daar willen we een knik in zien. Wij willen geen aantrekkingspool zijn voor het buitenland. Dat zijn ook concrete maatregelen die hier hadden kunnen staan en geen cijfer zijn, maar wel principes die omgezet zijn in een scherpe doelstelling. Dus collega’s, er is een stap vooruit gezet, maar wat ons betreft had het echt meer mogen zijn. En ik begrijp volledig, en ik hoop dat we dan ook niet die richting uitgaan straks, dat voor een aantal mensen ons voorstel van resolutie een stap te ver zou zijn. Maar wij hebben heel constructief op het voorstel van resolutie amendementen ingediend, amendementen die ook uit een eerdere resolutie kwamen van collega’s uit de meerderheid.
Het doe me bijzonder pijn om te zien dat zelfs die niet zijn aanvaard. En ik maak me zorgen dat we daarom langer met onze voeten slepen dan nodig is, voor de principes die we nochtans allemaal onderschrijven.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Collega's, het Vlaams Belang is zeer blij dat er eindelijk werk gemaakt wordt van een aanzet naar een dierproefvrije maatschappij. Het volledig afschaffen van dierproeven is tot op heden spijtig genoeg nog een utopie. We kunnen dierproeven op korte termijn al sterk verminderen door in te zetten op het delen van resultaten van proeven die uitgevoerd worden op dieren. Op dit moment gebeurt dat nog niet op Europees vlak, wat tot gevolg heeft dat verschillende dierproeven meermaals worden uitgevoerd, terwijl dit kan worden vermeden door gegevens te delen in een databank. Het Vlaams Belang heeft op Europees niveau daarom aangedrongen op het oprichten van een Europese databank voor dierproeven. Dat moet ervoor zorgen dat dubbel onderzoek in de verschillende Europese landen vermeden wordt. We hopen dan ook dat Vlaanderen zal meewerken aan het oprichten van een dergelijke Europese databank.
Wat ik in dit voorstel van resolutie wel nog mis, is het afschaffen van het gebruiken van dierproeven in onderzoeken die reeds zonder dieren kunnen plaatsvinden. Onderzoekers van Janssen Pharmaceutica hebben tijdens het werkbezoek dat we met de commissie deden, aangegeven dat er ondertussen heel wat onderzoeken zijn waarvoor geen dierproeven meer nodig zijn, maar dat de wetgeving hun nog altijd oplegt dat ze moeten testen op dieren. Het is dan ook zeer belangrijk dat de wetgeving op dat vlak wordt aangepast. Onderzoek dat nu al proefdiervrij kan verlopen, moet worden vrijgesteld van de verplichting om toch nog te testen op dieren. De onderzoekers zijn zelf vragende partij om de wet hieromtrent aan te passen. We roepen de Vlaamse Regering dan ook op om hier werk van te maken.
Onze fractie zal dit voorstel van resolutie mee goedkeuren, omdat het een eerste stap is naar een proefdiervrij Vlaanderen, maar er is nog zeer veel werk aan de winkel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandenhove heeft het woord.
Collega's, ik heb een paar bemerkingen. Ik ga het relatief kort houden, omdat zowel de inleidster van het voorstel van resolutie van de meerderheid, als die van dat van de oppositie – Groen – zeer uitgebreid aan het woord gekomen zijn.
Wat we positief vinden, is dat er sinds twee jaar alleszins een bepaald politiek debat plaatsgevonden heeft in Vlaanderen, onder andere met de hoorzittingen en de bedrijfsbezoeken. Dat is, denk ik, een stap voorwaarts, en dat is positief. Ook positief is dat beide voorstellen van resolutie eigenlijk een stap in de goede richting zijn. Als we zelf zouden moeten kiezen – maar dat moeten we niet, want ze liggen, denk ik, allebei ter stemming voor – zou ik zeggen dat het goed is dat er resoluties zijn die in een positieve richting gaan, maar uiteraard ligt ons hart …
Collega Vandenhove, sorry dat ik u onderbreek, maar ze liggen niet allebei ter stemming voor, enkel dat van de meerderheid.
Goed, ze liggen niet allebei ter stemming voor, maar we gaan alleszins voor dat van de meerderheid stemmen omdat dat een stap in de goede richting is. Maar met ons hart hadden wij natuurlijk liever gehad dat effectief het voorstel van resolutie van Groen voorlag, of dat met andere woorden een soort compromis uit de bus gekomen was, waarbij het huidige voorstel van resolutie nog een stuk verder ging, en waarbij we niet enkel moeten oordelen over het voorstel van de meerderheid. Maar goed, we gaan het goedkeuren, want het is een stap in de goede richting.
Wat vinden wij negatief? Het is inderdaad maar een voorstel van resolutie. Zoals u weet, keuren we hier heel veel resoluties goed, en ik ben benieuwd, met de evaluatie die in de resolutie ingeschreven is, wat daar al dan niet mee gaat gebeuren. We zullen kijken wat uiteindelijk de rondetafel geeft. Ik vind het natuurlijk ook een beetje spijtig dat die rondetafel op het niveau van de uitvoerende macht is gebeurd, en het parlement daar tot nu toe niet rechtstreeks bij betrokken is. Dat is dus een negatieve zaak.
En het inhoudelijk negatieve – en daar sluiten wij ons zeker aan bij de fundamentele opmerking van Groen – is dat we de moed zouden moeten durven te hebben om een deadline, een uitfasering voor te stellen of met quota te werken, zodat we effectief naar iets kunnen streven. Dat is het standpunt van Vooruit. De meerderheid heeft het niet aangedurfd om dat te doen, en dat vinden wij inderdaad een negatief punt.
Ik wil toch voor een stuk relativeren wat vanuit de meerderheid daarnet werd geponeerd, namelijk dat ze vandaag een heel grote stap voorwaarts zetten. Ik daag ze toch even uit om naar de rangschikking binnen Europa te kijken, en dan staan wij helemaal niet zo ver als daarnet werd voorgesteld. Bovendien vind ik het ook een beetje jammer, dat is iets dat wij met de collega’s van Groen ook over andere dossiers hebben gezegd, want volgend jaar is België – en dus ook Vlaanderen voor een aantal thema’s – voorzitter van de Europese Unie. Misschien was het niet slecht geweest als wij op de vooravond daarvan verder hadden durven gaan, zodanig dat wij ook op Europees niveau op dat vlak iets konden forceren volgend jaar.
Ik wil ook nog even erop wijzen dat het Europees Parlement twee jaar geleden of vorig jaar effectief een resolutie heeft goedgekeurd waarbij er wel wordt uitgegaan van die uitfasering. Dat is met een grote meerderheid goedgekeurd. In die zin denk ik dat het een stap in de goede richting is die we zetten, maar eigenlijk vinden wij het spijtig dat er effectief niet verder is gegaan. Daarom kunnen wij ons inhoudelijk meer vinden in de argumenten die door de collega van Groen zijn aangeraakt.
Ik denk effectief – en ik denk dat de collega van Groen dat ook heeft gezegd – dat we in het wetenschappelijk onderzoek ook bijkomende middelen zouden moeten investeren, of in een andere richting draineren, zodanig dat er meer wetenschappelijk onderzoek zou zijn naar die diervrije proeven. Ik heb ook in de vergaderingen die ik heb meegemaakt in de commissie gemerkt dat het medische argument natuurlijk zeer sterk aan bod komt, zeker als je de betrokken firma’s uit de medische en farmaceutische sector hoort spreken, maar het ethisch argument sneeuwt altijd voor een stuk onder. Ik denk dat het belangrijk is in zo’n thema, en dat geldt trouwens voor alle thema’s rond dierenwelzijn, dat dat ethische element niet te fel naar de achtergrond wordt verdreven.
Mijn conclusie wil ik nog even herhalen, zodat het duidelijk is. Wij zullen dit voorstel van resolutie inderdaad goedkeuren, maar wij hadden eigenlijk liever gehad dat het nog een stuk verder ging. Met andere woorden dat er nog een aantal elementen in zouden hebben gezeten die ik nu niet heb vermeld, maar die zeker en vast nog veel uitgebreider door Groen naar voren zijn gebracht.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ondertussen is er inderdaad al heel veel gezegd. Dat wil zeggen dat ik niet inhoudelijk op alle punten van het voorstel van resolutie zal ingaan. Ik wil collega De Vroe ook hartelijk danken om die uitgebreide en duidelijke toelichting te geven.
Samengevat denk ik dat het belangrijk is om nog eens te benadrukken dat dit voorstel van resolutie, na heel wat besprekingen en bezoeken, vooral de doelstelling heeft gehad om te evolueren naar een proefdiervrij Vlaanderen. Dat is ook heel duidelijk vanuit onder andere een ethische overweging. Maar als we dat willen kunnen realiseren, moeten we ook wel naar een evenwicht zoeken tussen enerzijds dierproeven maximaal beperken, zodat daar maximaal doordacht mee wordt omgegaan, en waar dat uitsluiten kan, moet dat ook gerealiseerd worden. Dat daar soms inderdaad wetgeving ook nog voor aangepast moet worden, klopt. Vaak gaat dat veelal over internationale wetgeving, dat we dus niet vanuit Vlaanderen zelf in eerste instantie kunnen beslissen, maar dat ook wel een element is dat op de radar staat, en ik ga er ook van uit dat dat element bij de ronde tafel ook wel meegenomen wordt.
Dierproeven maximaal beperken, er doordacht mee omgaan, en daar waar het kan, uitsluiten. Maar anderzijds hebben we ook in Vlaanderen een bijzondere kennispool, en een belangrijke rol op het vlak van farmaceutische evoluties. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat ook durven te erkennen, en dat we er blijven voor gaan om die rol te nemen in de toekomst. Zelfs voor soms bijzonder complexe, moeilijke ziektes moeten we vaststellen dat we hier proberen – en er zelfs soms in slagen – om het verschil te maken. Spijtig genoeg zijn daar soms nog dierproeven voor nodig. Ik denk dat het toch belangrijk is dat we dat in de weegschaal durven leggen om alle aspecten in het debat op een ernstige manier mee te nemen. Ik hoop dat we daar eerlijk in kunnen zijn, dat we door die rol op te nemen ook wel tamelijk hoog staan in het gebruik van dierproeven.
Maar dus, ik denk dat dit voorstel van resolutie heel duidelijk dat evenwicht nastreeft en met een heel duidelijk doel om die dierproeven maximaal te beperken, doordacht, en uit te sluiten waar het kan.
Ten tweede wil ik even reageren op de tussenkomst van enkele collega’s en vooral op het punt waar toch op een tamelijk vlotte manier de dierproeven in het kader van cosmetica en pesticiden – particulier of commercieel gebruik – in één zin worden meegenomen. Ik denk dat we daar toch enig verschil in moeten maken. We denken vandaag in een wereld te leven zonder nood aan het gebruik van enig pesticide, maar dat is niet mogelijk. Tenzij we misschien ook daar naar de genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s) overschakelen, maar ook daar denk ik dat er nog heel veel onderzoek nodig is voor we dat op een vlotte, goede, doordachte en veilige manier kunnen doen. Als we pesticiden niet volledig kunnen uitsluiten, is er ook daar een heel sterke evolutie die we ook moeten aanmoedigen. We kunnen komen tot pesticiden die minder invasief zijn en dus met andere woorden veiliger zouden zijn en waar ook onderzoek noodzakelijk is. Dan gaat het wel degelijk over onderzoek naar gezondheidseffecten. In die zin denk ik dat we ook daar moeten opletten om te stellen dat we daar het rode kruis over plaatsen. Als we de hele uitdaging in onze maatschappij bekijken, zou het niet wijs zijn om dat zomaar plots te doen. Doordacht? Ja. Maximaal vermijden? Jawel, ook dat zit dus wel degelijk in dit voorstel van resolutie verweven.
Een volgend punt is de vraag naar harde cijfers en de timing. Ik begrijp dat dat politiek altijd interessant is. Het is soms zelfs gemakkelijk om te kunnen zeggen dat we afmeten, tellen, monitoren. We zetten streepjes, en ofwel zetten we er een kruis over, ofwel kunnen we de vlag omhoog hijsen. We spreken hier over dierproeven die noodzakelijk zijn in het kader van onderzoek. Eigen aan onderzoek is dat je de uitkomst niet steeds kent. Onderzoek heeft ook het recht om te mislukken. Daarbij zullen we ook nog uitdagingen krijgen in de toekomst, daar ben ik echt wel van overtuigd, die we vandaag niet kunnen voorspellen. Ze variëren in de tijd.
– Filip Dewinter, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Met andere woorden: je staat voor uitdagingen die je volgens mij niet in harde cijfers kunt becijferen als doel, laat staat dat je daar ook nog eens een hard tijdspad op gaat zetten. Er zijn een aantal zaken onderdeel van die je niet gaat kennen, die je niet kunt voorspellen. De principes die we verankeren in dit voorstel van resolutie zijn vele malen belangrijker dan louter het cijfertje en het tijdspad. Die principes zijn altijd van toepassing – altijd, eender wat er gaat gebeuren, eender wat op ons gaat afkomen. Die principes willen we hanteren en zorgen dus naar mijn mening voor meer garantie: hoe ze gebeuren als er dierproeven noodzakelijk zouden zijn, maar ook dat de afweging op een goede manier gebeurt.
Als laatste element wil ik nog even ingaan op het verhaal van de verschuivingen, want ook daar heb ik het gevoel dat we een stuk op sentiment spelen. Uiteraard is het niet de bedoeling dat we dierproeven naar hier trekken. Uiteraard niet, allesbehalve, maar ik zou het veel erger vinden dat dierproeven die noodzakelijk zouden zijn voor onderzoek niet meer hier kunnen gebeuren en dat we die wegsturen naar het buitenland. Waarom? Omdat we op wat hier gebeurt, de beste controle kunnen houden. We zijn de controle kwijt op hetgeen we wegduwen van ons. Ik heb daar dus een ander sentiment bij dan het gevoel dat we ervoor moeten zorgen dat het hier dierproefvrij is. Dat geeft mij eerder het gevoel dat ik liever mijn hoofd in het zand steek, dat het dan maar elders gebeurt, maar zeker niet hier. Ik heb het liever onder controle en volgens de principes die wij hier hanteren en die we zelf in de hand hebben. We kunnen dan met andere woorden zelf aangeven waarvoor het nog noodzakelijk zou zijn of hoe we kunnen evolueren naar een proefdiervrij Vlaanderen. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Voorzitter, ik vraag het woord omdat er eigenlijk door een van de indieners gereageerd wordt op een aantal argumentaties die ik heb gegeven, en ik vind het bijzonder jammer, want daarnet zijn er woorden gebruikt over polarisering en groteskheid enzovoort in dit debat. Maar wat er net is gezegd, frustreert mij wel omdat het intellectueel niet alleen oneerlijk, onjuist is, maar ook misleidend.
Eerst en vooral wat betreft de hardheid van de cijfers. Als we zeggen dat de principes onvoldoende scherp omgezet worden, dan is het niet dat wij het moeten doen zoals Nederland het origineel heeft omgezet. Dat debat hebben wij in de commissie uitgebreid gehad. Wij hebben daar het voortschrijdende inzicht gehad om te zeggen dat wij als Groen, ik zal misschien over mezelf spreken, vinden dat wij niet moeten doen wat in een ander land niet gewerkt heeft, en dat betekent iets anders dan de ambitie volledig loslaten.
Wat heeft Nederland omschreven en waarom heb ik naar gold-plating verwezen? Nederland heeft gezegd, ondanks de lessen die het getrokken heeft, dat het koploper wil zijn, een woord dat ontzettend vaak wordt gebruikt in commissie Dierenwelzijn, waar we zo weinig waarmaken deze legislatuur. Wij willen koploper zijn, internationaal, in de overgang naar dierproefvrij onderzoek. Tegen 2025 moeten de meeste dierproeven vervangen zijn.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Het is een andere omschrijving dan dat ze origineel was, maar ze spreekt een expliciete ambitie uit op basis van dezelfde principes die er origineel waren.
Ten tweede wil ik het debat over pesticiden en schoonmaakproducten en over andere commerciële ontwikkelingen die niet binnen het kader van gezondheidszorg vallen, absoluut voeren. Maar het is niet gevoerd. Niettemin valt het wel onder de scope van dit voorstel van resolutie, en dat is op zijn minst misleidend. De hele argumentatie wordt opgebouwd naar aanleiding van dierproeven in het kader van het ontwikkelen van broodnodige medicijnen en dat we daar moeten kijken hoe we pijnlijke dierproeven uitvoeren op primaten, op honden, katten, muizen, ratten, vissen et cetera. Want ook dat valt daaronder. Dat is het merendeel.
We hebben de waarheid, de correctheid, de nuance, de eerlijkheid gehad om het ook op die manier te bespreken. Het voorstel van resolutie hanteert volledig de argumentatie vanuit gezondheidszorg, maar we zijn op geen enkel moment het debat aangegaan over pesticiden. We zijn geen enkel debat aangegaan over schoonmaakproducten, en inderdaad, mijn fractie, mijn partij vindt dat er anno 2023 geen enkele argumentatie is om nog dierenproeven in het kader van schoonmaakproducten toe te laten. Als een product dermate irriterend is, dan zou het niet meer op de markt mogen zijn.
De kennis is er al lang, die is er al lang. Dat is een quick win die in deze resolutie had kunnen zitten. Jullie hebben beslist om dat niet te doen. Dat is de waarheid. En is het dus bijzonder misleidend om hier te zeggen dat we pesticiden nodig hebben. Ik wil met u dat debat aangaan, maar het valt eronder, en het debat is niet gevoerd, en neen, over pesticiden ook niet. En daar verschillen wij inderdaad van mening, want de ontwikkelaars van de pesticiden hebben heel vaak niet het milieu of de volksgezondheid voor ogen. Ze willen heel vaak gewoon kijken hoe dicht ze kunnen komen binnen de grens die nog aanvaardbaar is, binnen REACH.
Maar goed, dat is misschien nu te kort door de bocht vanwege sentiment. Maar voor de rest is dit debat nergens sentimenteel gevoerd, hoor. En dus ik vind het ongelofelijk jammer dat u net op het moment dat ik daarnet over een van de amendementen toelichting heb gegeven, over die verschuiving die op dit moment eerder richting Vlaanderen bezig is … Met de beagles is dat zichtbaar, is dat toegegeven.
Omdat we dat willen aanpakken, hebben we een amendement, mevrouw Rombouts, dat helemaal tegemoetkomt aan uw oproep dat we de beste controle zelf doen. Dus ik ga ervan uit dat u dat straks gaat goedkeuren, namelijk ons amendement nr. 12, waarmee we aan het derde streepje, 12°, een punt c) willen toevoegen, dat als volgt luidt: “de samenwerking van Vlaamse onderzoeksinstellingen met proefdierlabo’s of kweekcentra in het buitenland, die minder strenge criteria hanteren inzake dierenproeven, te verbieden”. U kunt daar, na wat u daarnet hebt gezegd, absoluut niet tegen zijn. Dus als u meent wat u daarnet zei, namelijk dat we vooral niet willen dat we elders verschuiven, dan moet u de praktijk waarbij vandaag al samengewerkt wordt – dat is een van de bewezen redenen van het debat dat we in commissie Dierenwelzijn hebben gevoerd – met labo’s in het buitenland die minder hoge criteria hanteren, per direct stopzetten. Anders bent u niet consequent met wat u daarnet hebt gezegd.
En dus, ik vind het jammer dat op het eind van een debat – met posities die eerbaar zijn, ideologisch eerbaar, met meerderheidsdynamieken en zo verder – toch een aantal zaken worden gezegd die het proces in een ander licht stellen dan het is geweest. Ik hoop dat ik dat hierbij heb rechtgezet. Het gaat vandaag over het geheel van dierproeven, ook over aspecten die zinloos zijn om ze anno 2023 nog toe te laten, maar die vandaag – ik kan dat begrijpen, allicht om bedrijfseconomische winstredenen – wel nog worden toegelaten. Vanuit een ethisch perspectief zijn ze alleszins niet meer verdedigbaar. Dat is de positie van mijn partij.
Wat dat betreft had het voorstel van resolutie scherper kunnen zijn. Wat betreft de internationale samenwerking met laboratoria die minder hoge criteria hanteren, had het scherper kunnen zijn. Met betrekking tot het versterken van de ethische commissie, had het scherper kunnen zijn. Met betrekking tot het omzetten van doelstellingen in een traject, een afbouwpad – hetzelfde met de subsidies – had het scherper kunnen zijn. Dat hoeft geen ruzie te veroorzaken, dat is gewoon een verschil in positie. Wat ik niet laat gebeuren, is dat in een bepaald licht van sentiment te zetten, want het tegendeel is waar.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik wil kort concluderen en heel graag, opnieuw, alle medewerkers van de commissie Dierenwelzijn, zowel van de meerderheid als de oppositie, hartelijk danken. Ik heb echt geprobeerd om dit thema dierproeven op de agenda te zetten. Ik heb dat in eerste instantie gedaan met een conceptnota. Daar is inderdaad, collega Almaci, een heel traject uit voortgevloeid met dit voorstel van resolutie vanuit de meerderheid als resultaat, en dat nu ter stemming voorligt. Zoals ik al zei in de toelichting is het een begin, het zijn belangrijke eerste stappen. Maar ik denk, en daar wil ik heel duidelijk in zijn, dat de titel en de tekst van het voorstel van resolutie heel duidelijk zijn: toekomstgericht evolueren naar een proefdiervrij Vlaanderen. Het is nu onze verantwoordelijkheid om vanuit het parlement al de puzzelstukken die nu volgen, zeker in de commissies, verder op te volgen. Ik wil u heel erg danken, en ik kijk uit naar het verdere vervolg. Ik hoop samen met jullie te kunnen evolueren naar dat proefdiervrije Vlaanderen. (Applaus bij Open Vld en cd&v)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemmingen over de amendementen en de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.