Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister Weyts, bij de volgende verkiezingen in 2024 gaan er bijna een miljoen jongeren in België voor het eerst stemmen. Jongeren vanaf 16 jaar hebben ook voor het eerst stemrecht voor de Europese verkiezingen, en dan zou ik toch denken dat dat wat beter wordt georganiseerd. Als ik debatten doe voor jongeren in scholen en universiteiten, dan hoor ik altijd politici van alle partijen zeggen dat jongeren meer geïnteresseerd moeten zijn in politiek, dat de jeugd belangrijk is, en dat zij allemaal moeten gaan stemmen. Dat zijn allemaal heel mooie woorden, maar volgend jaar zijn het verkiezingen en wat doet men? Je mag vanaf 16 jaar gaan stemmen, maar je moet je eerst maanden op voorhand digitaal gaan registreren. Wanneer organiseren we de verkiezingen? Op 9 juni, knal midden in de examenperiode. Dat is niet jongeren betrekken bij de politiek, dat is jongeren weghouden van de politiek.
Als studentenvertegenwoordigers daar dan voor aan de alarmbel trekken, dan is de reactie dat de studenten toch maar wat moeten kunnen plannen. Ik denk dat we in de eerste plaats die verkiezingen wat beter moeten plannen, om te zorgen dat we de jongeren daar echt bij kunnen betrekken. We weten wel, minister – u staat nu al te lachen, ik vind dat echt wel bizar – dat het voor kotstudenten die op kot blijven om te studeren, en dan naar hun thuisstad moeten gaan om te kunnen stemmen, uiteraard een drempel is. We weten dat middelbare scholieren weinig te plannen hebben, want die hebben elke dag een examen.
Mijn vraag, minister – maar gezien uw lichaamstaal heb ik niet zo heel veel vertrouwen in het antwoord – is welke maatregelen u wilt nemen om de drempel om te gaan stemmen voor jongeren tijdens de verkiezingen in 2024 te verlagen. (Applaus bij de PVDA)
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer D’Haese, u vergist zich, ik ben bezorgd over het thema. Ik ben niet bezorgd over het feit dat studenten dat wel degelijk weten, en een jaar op voorhand de zaken kunnen plannen. Ik ben niet bezorgd over het feit dat ze ook wel weten hoe ze een volmacht moeten aanvragen wanneer het toch niet lukt. Ik ben wel bezorgd over het deernis wekkend beeld dat geschetst wordt door linkse partijen over studenten. Over studenten als hulpeloze kinderen die men bij de hand moet nemen, en die men alles moet uitleggen, en alles moet zeggen. Over dat beeld dat wordt geschetst ben ik echt bezorgd.
Ik ben ook bezorgd over de voorstellen die ter linkerzijde worden geformuleerd, namelijk dat maandag 10 juni dan een examenvrije dag moet zijn. Waardoor je vanuit Brussel ingrijpt op de schema’s die eigenlijk altijd al worden gebruikt, die zorgen voor een billijke spreiding van de examens, die er ook voor zorgen dat de examenperiode gelimiteerd is. Als je daarop gaat ingrijpen, ga je die examenperiode de facto verstoren. Dat lijkt mij niet verstandig, ik denk dat het niet verstandig is om vanuit Brussel externe regeltjes te gaan opleggen. Ik heb vertrouwen in universiteiten en hogescholen die het voor hun eigen studenten wel goed zullen gaan regelen, want u insinueert het tegendeel. Ik heb vertrouwen in het feit dat studenten echt wel weten hoe ze op 9 juni hun democratische stem moeten uitbrengen. (Applaus bij de N-VA)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, een lauw applaus voor een teleurstellend antwoord. Uw eigen studententijd is precies wel heel lang geleden. Het heeft nochtans lang genoeg geduurd om hem niet onmiddellijk te vergeten. Maar het is precies wel lang geleden. Minister, u weet toch ook dat je een examenperiode geen jaar op voorhand kunt plannen. Ik hoop dat u dat nog wel weet, dat je je examenplanning geen jaar op voorhand hebt als student, minister. Ik hoop dat je ook wel weet dat iedere examenperiode anders wordt gepland, en dat die ene dag dat dus uiteraard niet allemaal in de war zal sturen.
Minister, wat ik nog het meest jammere vind, is dat u eigenlijk zegt dat die studenten maar een volmacht moeten geven. Ze moeten maar een volmacht geven aan iemand anders, en iemand anders laten stemmen. Ze moeten afstand doen van hun eigen recht om te gaan stemmen, en ze moeten het maar aan iemand anders geven. Ik vind dat heel jammer. Ik vind dat dat getuigt van een … (Opmerkingen)
U hebt het wel gezegd, minister, u hebt gezegd dat studenten hun volmacht moeten geven. Mijn standpunt is niet dat we examens en verkiezingen op die manier organiseren, zodat we studenten zeggen dat ze maar een volmacht moeten geven. Ik wil dat studenten en jongeren zelf kunnen gaan stemmen. Dat is een heel belangrijk democratisch recht, en op deze manier wordt dat moeilijker gemaakt.
U hebt het erover gehad, de examenvrije dag na de verkiezingen. Staat u daar toch niet voor open om daar iets aan te doen? (Applaus bij de PVDA)
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, een examenvrije dag, ik moet eerlijk zijn: toen ik dat voorstel hoorde, kreeg ik ook al wat berichtjes binnen van studenten die mij vroegen om dat toch niet te doen. Want dan zou hun blok korter zijn, dan zou het een drukker schema zijn, enzovoort. Ik moet eerlijk zijn dat ik ook wel dacht dat wij dat toch niet gingen bepalen. Ik vond dat een zeer betuttelend voorstel om vanuit Vlaanderen of Brussel te vertellen aan de universiteiten, de hogescholen, maar ook aan de studenten zelf hoe zij moeten werken. Persoonlijk denk ik dat wij niet slimmer zijn dan zij en dat niet voor hen moeten bepalen. Ik geloof echt dat die studenten dat gesprek ook lokaal zullen voeren. Ik geloof in de studentenparticipatie. Ik geloof ook dat de studenten een serieus gesprek kunnen hebben met de universiteiten en hogescholen, mochten ze willen dat er op die dag niks georganiseerd wordt. Laat ons die studentenparticipatie dus lokaal ook houden, laat ons de studenten alle kansen geven om die gesprekken te voeren en laat ons alstublieft ook niet zo betuttelend zijn en de vrijheid laten aan studenten en ons onderwijs.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, is die verkiezingsdatum het allergrootste probleem in de wereld? Uiteraard niet. Is dit een drama voor elke student of jongere? Uiteraard niet. Maar zijn er studenten die zich de dag voor een examen niet zoveel tijdverlies kunnen permitteren, tot vijf uur op een dag? Ja, er zijn studenten die zich dat niet kunnen permitteren. Zijn er studenten die in hun omgeving, minister – het zal u verrassen –, niemand hebben aan wie ze een volmacht kunnen geven, op wie ze vertrouwen om de juiste stem uit te brengen, volgens hun wens? Ja, er zijn zulke studenten. Vinden wij verkiezingen het allerbelangrijkste moment in een democratie, in onze samenleving? Ja, wij vinden dat het belangrijkste moment in de samenleving, in een democratie. Wilt u, minister, dat iedere jongere zijn stem uitbrengt? Ik hoop dat u dat wilt. Wij willen dat alvast, en als uw antwoord ook ja is op die vraag, dan is het echt niet zo veel moeite om meer dan een jaar op voorhand – op basis van een resolutie of op basis van een eigen initiatief, minister, dat maakt mij niet uit – aan hogescholen en studentenkringen aan te geven om in overleg te gaan hoe ze een examenvrije dag kunnen organiseren. Want dat is het voorstel dat gedaan is, collega Warnez, en dat ingediend is door onze fractie op dit moment in het parlement en dat wij binnenkort zullen bespreken. Aanvullend gaan wij ervan uit, minister, dat u er misschien toch nog voor openstaat om wel te kijken naar studenten die niet passen in uw karikatuur die u ervan heeft proberen te maken.
Minister, bent u ook van plan om vanuit Onderwijs andere initiatieven te nemen om toch nog extra inspanningen te doen rond stemrecht vanaf 16 jaar en het belang van verkiezingen?
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega’s, de karikatuur die ik hier hoor over studenten, ik moet eerlijk zijn: die studenten ken ik niet. De studenten die ik ken, zijn kritische, geëngageerde jongeren, op vele manieren, jongeren die graag willen gaan stemmen, die een stem willen uitbrengen. Het zou toch bijzonder cynisch zijn dat wij hier vandaag zo lichtzinnig over gaan, om dan over een jaar te zeggen dat jongeren niet willen gaan stemmen. “Oh ja, ze zijn niet geïnteresseerd in politiek.” Als we het echt menen met de stem van jongeren, wat we hier in het parlement zo vaak zeggen, laat ons dan op zijn minst erkennen dat een verkiezing in examentijd het voor veel jongeren moeilijk maakt om te gaan stemmen. De boodschap geven dat ze daarvoor maar een volmacht moeten geven, vind ik een fout signaal, sorry. Laat ons er dus voor zorgen dat jongeren kunnen gaan stemmen en laat ons niet blind zijn voor de realiteit dat sommigen lang moeten pendelen. Dus minister, mijn oproep aan u is om ervoor te zorgen dat het in heel Vlaanderen voor alle jongeren mogelijk wordt. Zet u aan tafel met de onderwijsinstellingen en zorg voor een uniforme regeling. Zorg dat alle onderwijsinstellingen mee zijn, en dan kunnen alle jongeren gaan stemmen, hun stem uitbrengen en meebouwen aan die democratie van morgen. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Minister Weyts heeft het woord.
Waar we hier over discussiëren! Kijk, op zondag een stem gaan uitbrengen tussen 8 en 13 uur, is voor veel mensen niet zo ideaal en niet zo makkelijk. Niet alleen voor studenten, voor veel mensen die in het weekend moeten werken, die de nachtdienst moeten doen, die in de horeca werken, die in de zorg moeten werken. Voor veel mensen is dat ook een probleem! (Opmerkingen. Applaus bij de N-VA)
Maar mogelijk wilt u die niet bereiken met uw TikTokfilmpje. Ik vind gewoon: waarover maken we ons hier druk? We schetsen een beeld van studenten, hogescholen en universiteiten waarbij het helemaal fout gaat lopen als wij niet ingrijpen met een decreet of welk ander initiatief ook. We spreken ons wantrouwen uit ten aanzien van die instellingen en ook ten aanzien van studenten. Dat is uiteindelijk wat u hier doet. U schetst een beeld van studenten als hulpeloze kinderen die enkel hun stem kunnen uitbrengen als wij gaan ingrijpen, en anders loopt dat helemaal fout.
Ik moet zeggen dat de afgelopen twintig jaar – en ik ben het eens nagegaan – verkiezingen bijna altijd hebben plaatsgevonden in de periode van juni. In 1999 was het 13 juni, in 2004 was het 13 juni, in 2007 was het 17 juni, in 2009 was het 7 juni. Ik spreek eigenlijk over federale en Vlaamse verkiezingen, niet over lokale natuurlijk. In 2014 was het 25 mei, in 2019 was het 26 mei. Dus laten we ons in godsnaam niet met zulke zaken bezighouden en problematiseren, en niet gaan betuttelen en niet gaan bepalen wanneer wel en wanneer geen examens georganiseerd mogen worden, en wanneer studenten wel en niet moeten studeren. (Applaus bij de N-VA en van Maurits Vande Reyde)
De heer D’Haese heeft het woord.
Uw fractie erbij, minister.
Ik vind het wel jammer dat u spreekt over het betuttelen van studenten wanneer de alarmkreet van studenten zelf komt. Maar voilà, de N-VA lacht er nog een beetje meer mee, en men vindt dat grappig dat jongeren maar hun volmacht moeten geven aan hun ouders of aan hun grootouders. De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) zelf zegt dat studenten nu midden in de blok – een enorm stressvolle periode – er nog verkiezingen bovenop krijgen, dat is een onbegrijpelijke beslissing.
De voorzitter van de VVS zegt: “Wie zegt dat politiek jongeren aangaat, moet consequent kunnen zijn.” Dus ja, zorg er maar voor dat jongeren zich eerst maanden op voorhand digitaal moeten registreren voordat ze kunnen gaan stemmen, organiseer de verkiezingen maar midden in de examens, en zorg dat ze volmachten moeten geven, maar kom dan verdorie niet zeggen achteraf dat het aan de jongeren ligt, dat zij niet geïnteresseerd genoeg zijn in politiek. Kom dan niet achteraf, want dat is wat ik de N-VA heel vaak hoor zeggen. (Applaus bij de PVDA)
De actuele vraag is afgehandeld.