Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de met pfos vervuilde Oosterweelgronden
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Peeters.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, een verstoorde hormonenbalans, verhoogd cholesterol, verminderd geboortegewicht, problemen met de vruchtbaarheid, kankerverwekkend: dat is maar een greep uit de effecten van die vervuilende stof PFOS waarover we spreken. Die stof is niet of heel moeilijk afbreekbaar. We noemen ze de ‘forever’-chemicaliën. De grootste producent van die gevaarlijke stof is 3M. Dat is een Amerikaans bedrijf, dat in Zwijndrecht gevestigd is, vlakbij de Oosterweelwerf. De concentraties die in die omgeving gemeten zijn, zijn ontzettend hoog. Voor de werken aan de Oosterweelverbinding zullen tonnen grond verplaatst worden over Vlaanderen.
Vlaanderen stelde richtnormen op, maar die normen worden continu bijgesteld. Bovendien zijn ze minder streng dan in de ons omringende landen, zoals in Nederland. Ik vroeg vorige week aan minister Demir op basis waarvan die normen werden opgesteld. Het antwoord was: op basis van wat we in Vlaanderen vinden aan concentraties van die stoffen en op basis van de haalbaarheid. Lantis, die de werken aan Oosterweel coördineert, zegt: ‘Wij oriënteren of richten ons op de Vlaamse normen.’ Dat is natuurlijk logisch.
Wijzigende normen, strengere normen in het buitenland, enorme concentraties in de omgeving van die werken, en een enorme impact van die stoffen op onze gezondheid: dat zorgt voor enorme onrust en onzekerheid.
De milieubewegingen trekken aan de alarmbel, maar ook bewoners en actiecomités die in de omgeving wonen van plekken waar die gronden terecht zullen komen, zijn bijzonder ongerust.
Minister, daarom wil ik u de volgende vraag stellen. Is het geplande grondverzet dat is voorzien voor die Oosterweelwerken, afgetoetst aan de strengere normen die in Nederland gelden? En zouden op basis van die strengere normen dan ook zulke gigantische hoeveelheden verzet kunnen worden? Met andere woorden: zal er grond worden afgevoerd waar er concentraties van PFOS zijn? Zo ja, naar waar en voor welke toepassingen?
De heer Claes heeft het woord.
Ik denk dat mijn collega al een zeer goede inleiding van het probleem heeft gegeven. Minister, sta mij toch toe om te zeggen dat ik een beetje teleurgesteld ben in deze Vlaamse Regering, omdat jullie toch opnieuw achter de feiten aan lopen. Want het heeft blijkbaar moeten duren tot wetenschappers en milieuorganisaties aan de alarmbel hebben getrokken over dit probleem voor er een reactie kwam van de Vlaamse Regering. En om eerlijk te zijn: met de petrochemie vlak in de buurt van het Oosterweeltracé viel het wel een beetje te verwachten dat er een mogelijke bodemverontreiniging met chemische stoffen op dit tracé te vinden zou zijn. En een zeer grondige voorafgaande bemonstering van het Oosterweeltracé had die onaangename verrassing en mogelijke extra kosten wel degelijk kunnen voorkomen.
Ik heb dan ook een vraag voor u, minister, en bij uitbreiding voor de voltallige regering, want dit thema balanceert toch op de lijn tussen Openbare Werken en Leefmilieu. Bent u bereid om alsnog onmiddellijk opdracht te geven tot een oriënterende bemonstering van het volledige Oosterweeltracé? Ik dank u.
Minister Peeters heeft het woord.
Dit is ten eerste geen nieuw gegeven. We weten al langer dan deze week dat er een aantal vervuilde gronden zijn binnen het projectgebied van het Oosterweelinfrastructuurwerk en binnen de werken aan Linkeroever rond de Scheldetunnel. We weten dat al geruime tijd, en we weten ook wat de bron is, met name het bedrijf 3M, zoals collega Schauvliege al opmerkte. Het bedrijf maakte daar van 1994 tot 2002 PFC-materialen (perfluor componenten). We weten dat er daardoor vervuiling is, en we hebben daar altijd in alle transparantie over gecommuniceerd.
Er is daaromtrent al heel wat onderzoek gebeurd. Ten eerste is er in 2006 een onderzoek gebeurd door 3M zelf naar de gronden en de vervuiling van bepaalde gronden. Er is ook in 2016 een onderzoek gebeurd door de Grondbank en door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), in het kader van de milieukundige bodemonderzoeken, met het oog op de realisatie van het infrastructuurwerk Oosterweel. En ook in 2018, in het kader van de omgevingsvergunning, is daar nog grondig onderzoek over gebeurd. Ik wil ook zeggen dat de Vlaamse Regering in december 2017 al geld heeft vrijgemaakt om de sanering van de gronden in de mate van het mogelijke te financieren, om Lantis te vergoeden voor de kosten die daar gemaakt worden. Tot vandaag is daar zelfs al 50 miljoen euro voor uitgetrokken.
Als er vervuiling is en gronden moeten worden gesaneerd, dan gaat men natuurlijk altijd in nauw overleg met de OVAM, om te kijken welke gronden al dan niet zouden kunnen worden afgevoerd. Hier specifiek op Linkeroever maakt Lantis zich sterk dat zij geen gronden zullen afvoeren die gecontamineerd zijn met PFOS. Zij zullen alle gronden binnen het projectgebied houden, ook die gronden die in principe wel zouden kunnen worden afgevoerd. Ook die zullen ze allemaal binnen het projectgebied houden.
We weten dat er vandaag nog geen saneringstechniek voor met PFOS vervuilde gronden bestaat. Daarom is er ook duidelijk afgesproken, in samenspraak met de Grondbank en de OVAM en door nv Lantis, om de gronden ter plaatse te stockeren, ze ook volledig onder de voorwaarden die de OVAM oplegt af te dekken, en ervoor te zorgen dat er geen enkele verdere contaminatie kan plaatsvinden, noch in de bodem noch in het grondwater.
Dus kortom, het wordt allemaal continu opgevolgd en gemonitord. En men blijft erbij dat men al het nodige zal doen om te allen tijde een verdere mogelijke verspreiding van PFOS in het grondwater te vermijden.
De vraag naar waar specifiek wordt afgevoerd, en onder welke toetsing, moet ik u zeggen dat de gronden ter plaatse blijven binnen het gebied. Dus ook op Linkeroever blijft het binnen het trajectgebied van Oosterweel.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw antwoord. Dat is duidelijk. Wij gaan u daar dan ook op aanspreken in de toekomst.
Ik heb ook gezien dat in het relanceplan Vlaamse Veerkracht een budget voorzien is van 23 miljoen euro om de PFOS-vervuiling aan te pakken. Mijn vraag is heel concreet: waarvoor zullen die budgetten worden gebruikt? Maar ook, in welke mate wordt het bedrijf 3M – als de vervuiler in het verhaal – geresponsabiliseerd, en draagt het bij tot het creëren van een oplossing voor het probleem?
De heer Claes heeft het woord.
Minister, u verwijst naar de Vlaamse grondverzetregeling, maar die is heel steekproefgewijs geregeld en absoluut niet 100 procent sluitend. Bij de aanleg van de hele Oosterweelverbinding zullen enorm grote hoeveelheden grond ook gebruikt worden om bijvoorbeeld in Gent, Lochristi en Rumst terreinen – soms oude storten – op te vullen. De kans bestaat, als men niet nauwkeurig is, dat men vervuilde grond gaat afdekken met nog meer vervuilde en misschien zelfs schadelijkere grond. Vandaar nog deze vraag: kunt u nog bijkomende, aanvullende maatregelen uitvaardigen om tot een meer sluitende controle te komen van deze gigantische hoeveelheid grond die tijdens de verdere werken nog zal worden verplaatst? Dank u wel.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, wat pfas betreft, denk ik dat het heel duidelijk is dat we voorzichtig moeten zijn. We weten dat er twee chemische structuren zijn, maar voor het overige zijn er nog maar heel weinig data beschikbaar. Zeker in verband met het gedrag van pfas zijn we nog niet over alles zeker. Wel staat vast dat uitloging via de bodem naar het grondwater mogelijk is, en dat de verspreiding zich van daaruit kan verderzetten. We hebben er dus alle belang bij om daar zo strikt mogelijk mee om te gaan.
Minister, u gaf net aan dat er geen technieken zouden zijn om tot reiniging over te gaan. Daarentegen weten we wel dat er al een hybride grondwaterproces op de markt is, waarvan men claimt dat het tot een reinigingsrendement van 95 procent kan gaan. Ik stel me dan de vraag: zijn deze processen nog niet erkend?
Bovendien, minister, is er een ontwerprichtlijn van de OVAM. Die is dus nog niet definitief, maar wordt er momenteel als overheid wel al gekeken naar eventuele toekomstige definitieve normen, waarbij we maximaal met de strengste normen en zuivering rekening kunnen houden?
De heer Anaf heeft het woord.
Dank u wel, minister. Uw antwoord leek me correct, voor zover ik het kan inschatten. Ik begrijp uit uw antwoord ook dat de grond niet zal worden afgevoerd uit het projectgebied op Linkeroever. Ik begrijp vooral ook dat er geen saneringstechniek mogelijk is. Ik kan me voorstellen dat er voor de burgers die daar wonen – op Linkeroever en Zwijndrecht – toch wel wat vragen en bezorgdheden zijn, waar ze mee zitten. En ik denk dat het terechte bezorgdheden zijn.
Hoe wordt dat in de toekomst verder opgevolgd? Stel dat er toch saneringsmogelijkheden zouden komen in de toekomst, kunnen die dan toch nog worden toegepast? En hoe zal de informatie naar de burgers van de omliggende gemeenten worden verstrekt?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, vanzelfsprekend delen wij de bezorgdheid inzake de verwerking van de vervuilde grond. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het, wat betreft de historische vervuiling, zaak is om daar op de meest verantwoorde manier mee om te gaan. Ik heb goed begrepen uit uw uitleg dat, wat betreft de Oosterweelwerken, in samenspraak met de OVAM de beste methode bepaald werd om de dingen aan te pakken. Ik heb ook begrepen dat Lantis erop toeziet dat de vervuilde grond inderdaad niet buiten de projectzone zal worden afgevoerd, en meer nog, dat grond die met PFOS-concentratie besmet is, binnen de zone zou blijven.
Ik denk dat er dus absoluut geen sprake zal kunnen zijn van een verspreiding van vervuilde Oosterweelgronden in heel Vlaanderen.
Minister, u gaf al aan dat het overheidswerken zijn. We rekenen er inderdaad op dat u er strikt op zult toezien dat alles goed verloopt. Maar ik wil Groen en het Vlaams Belang wel oproepen om nu geen smet op het blazoen van de Oosterweelwerken te werpen. Lantis doet er alles aan om alles op een deftige manier te organiseren. Ik denk dat we het aan hen moeten overlaten.
Ik heb nog wel een bijkomende vraag, minister. Zijn er nog wegenwerven waar we met dezelfde problematiek te maken hebben? Zo ja, hebt u een idee van de kostprijs daarvan?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, uit uw antwoord blijkt wel dat de zaak kordaat wordt aangepakt. De problematiek is bekend en wordt op een gecertificeerde manier aangepakt. Het is jammer dat er nog geen bewezen reinigingstechniek bestaat. Maar als de Vlaamse Regering de budgetten heeft voorzien om daarop in te zetten in het kader van de relance, dan verwachten we toch dat dit zo spoedig mogelijk enig soelaas zal bieden.
De hamvraag – of de bezorgdheid – is of er niets van dit vervuilend goedje in het grondwater terechtkomt, dat mensen daar niet ziek van kunnen worden. Minister, u haalt aan dat er technieken gebruikt zullen worden als een folie en het waterdicht afdekken, om die vervuilde grond te isoleren en ervoor te zorgen dat er geen verdere vervuiling kan optreden. Ik zie dat voor me: er wordt een gigantische laag folie aangebracht, die een soort bassin vormt, een kuip. Die grond wordt ingepakt zodat er ook geen regenwater in kan. Die grond blijft daar dan een tijd liggen. De bezorgdheid bij de bevolking – dichtbij of verderaf – is natuurlijk of dit voldoende gecontroleerd wordt, of datgene wat wij verwachten ook uitgevoerd wordt. Zullen die beschermingsmaatregelen ook effectief volledig veilig zijn? Zal er een controle plaatsvinden op de kwaliteit daarvan?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik deel volledig de ongerustheid over deze zwaar verontreinigde gronden. Ik denk dat het belangrijk is dat mijn collega de gezondheidsrisico’s nog eens opgesomd heeft. Het gaat om een stof met ernstige gezondheidseffecten.
Ik vind uw antwoord wat dubbel, minister. Enerzijds zegt u: we kennen het probleem al langer en we hebben het al langer onderzocht. Maar blijkbaar werd er daar weinig over bericht in de media het algemeen. Die berichtgeving komt vandaag naar boven en nu trekken milieu-organisaties aan de alarmbel. Ze bleken hiervan niet op de hoogte te zijn. Ze trekken aan de alarmbel omdat ze vrezen dat de vervuilde grond elders gedumpt zou worden. Ik had graag wat duidelijkheid daarover. Anderzijds zegt u: we kennen het probleem en de bron daarvan is het bedrijf 3M. U zegt ook dat de Vlaamse overheid 50 miljoen euro heeft uitgetrokken voor de sanering. De logische vraag daarop is: hoe zult dat bedrijf 3M daarrond responsabiliseren?
Ik heb nog een laatste vraag. Ik hoor bij verschillende natuurorganisaties ongerustheid over die grond, bijvoorbeeld ongerustheid over die kleiput in een natuurreservaat. Ze waren bang dat de grond daar zou terechtkomen. Ook daarover zou ik graag duidelijkheid krijgen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de vele bijkomende vragen.
Ik wil beginnen met het laatste punt, dat door vele collega’s aangehaald werd. Er werd geklaagd over het gebrek aan berichtgeving daarover. Dat wil ik toch wel met klem tegenspreken. Ik weet wel dat dit deze week in de media naar boven is gekomen, maar eigenlijk weten we al langer dat er daar met PFOS vervuilde gronden aanwezig zijn en dat de bron het bedrijf 3M was dat daar van 1949 tot 2002 PFC-materialen vervaardigde. We wisten dus al lang dat daar door PFOS vervuilde gronden waren. Sinds 2016 is men daar ook altijd heel transparant mee omgegaan.
Ik heb het zonet al gezegd: in 2017 heeft de Vlaamse Regering al middelen uitgetrokken en aan Lantis ter beschikking gesteld om bij te dragen aan de kosten voor deze vervuilde gronden.
Bijkomend wil ik ook zeggen dat daarover ook telkens gewag gemaakt werd in het kader van de omgevingsvergunning en in het kader van de MER-procedures. Ik wil ook nog zeggen dat we halfjaarlijks een voortgangsrapportage hebben van alle werken die Lantis uitvoert in het kader van Oosterweel en in het kader van het toekomstverbond. Ook daar kwam telkens het verhaal van de PFOS-vervuiling aan bod.
Het verhaal dat dit nu plots naar boven komt en dat daar in het verleden nooit iets over gezegd werd, wil ik dus toch met klem tegenspreken.
Dan is er een tweede vraag over de middelen die werden uitgetrokken. Bij de begrotingstoelichting heb ik al gecommuniceerd dat ik een bedrag van 23 miljoen euro van de 885 miljoen euro aan relancemiddelen die ik voor mijn beleidsdomein ter beschikking kreeg, heb uitgetrokken voor Lantis om tegemoet te komen aan dat PFOS-verhaal. De totale kostprijs wordt geraamd op ongeveer 64 miljoen euro. Met die 23 miljoen euro extra, en de vorige schijf die het Vlaams Fonds voor de Lastendeling in 2019 aan Lantis ter beschikking heeft gesteld, heeft Lantis tot op heden een bedrag van 50 miljoen euro ontvangen om tegemoet te komen aan die problematiek.
Mevrouw Rombouts zegt terecht dat het saneren van de gronden vandaag nog niet aan de orde is. Dat kunnen we nog niet, daar heeft men nog niet de juiste technieken voor ontwikkeld. Daarnaast is er het probleem van vervuild grondwater. Er zijn heel wat belangrijke middelen ter beschikking gesteld van Lantis om er via een waterzuiveringsinstallatie binnen het projectgebied voor te zorgen dat er geen vervuild grondwater in onze rivieren en waterwegen terechtkomt. Die middelen gaan daar grotendeels naartoe maar uiteraard ook naar het afdekken van die gronden. Nu worden deze gronden uitgehaald in het kader van het grondverzet en van de infrastructuurwerken. Die gronden blijven binnen het projectgebied maar het grote verschil met het verleden is dat deze gronden nu volledig worden ingepakt in een folie en dat de vervuiling zich niet verder kan verspreiden, noch via regenwater, noch via insijpeling, noch op een andere manier. Zij worden volledig met een erosiebestendige laag ingepakt waardoor er geen verdere verspreiding van de vervuiling kan plaatsvinden.
De heer Anaf vroeg hoe we, wanneer in de toekomst zou blijken dat er toch mogelijkheden zijn om die gronden te saneren, daarmee zullen omgaan. Ik heb natuurlijk geen glazen bol, ik weet niet welke technische vooruitgang zich zal aandienen maar in het projectgebied waar die gronden nu gestockeerd liggen, wonen geen mensen. Men hoeft zich daar als dusdanig geen zorgen over te maken. Wanneer op termijn andere elementen naar voren komen om die vervuilde gronden toch op de een of andere manier te saneren, dan is het uiteraard zaak om daarin alle transparantie aan de dag te leggen en daarmee om te gaan.
Tot slot was er de vraag van meerdere vraagstellers hoe het een en ander wordt gecontroleerd binnen het projectgebied. Uiteraard zal de bouwheer, de nv Lantis, zelf het een en ander controleren maar daarnaast hebben we natuurlijk ook de instanties die daarvoor zijn aangewezen, met name de OVAM en de Grondbank. Zij zullen sowieso elke vrachtwagen controleren die daar met een vracht grond rondrijdt. Er zal worden gecontroleerd of men over de juiste attesten beschikt. Er moet ook een duidelijke verklaring zijn over het soort grond dat wordt getransporteerd. De OVAM zal dat allemaal opvolgen en de geldende richtlijnen doen respecteren.
Wat tot slot 3M betreft, zal ook de OVAM moeten nagaan of de kosten al dan niet zullen worden verhaald op de schuldigen of op wie de vervuiling ooit heeft gecreëerd. Het is aan de OVAM om daarnaar verder onderzoek te doen. Ik kan daar vandaag dan ook geen sluitend antwoord op geven. U weet ook dat ik zelf niet de voogdijminister bent van de OVAM, dat is minister Demir. Wat dat betreft, kunt u uw vragen aan haar stellen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We mogen inderdaad de gezondheid van de Vlaming absoluut niet op het spel zetten, voor geen enkel project en dus ook niet voor Oosterweel. Maar het probleem in heel deze zaak is dat Vlaanderen richtnormen heeft die voortdurend wijzigen en die eigenlijk minder streng zijn dan in de ons omringende landen. Dat zorgt voor onrust. U hebt vandaag gezegd dat er geen milligram vervuilde Oosterweelgrond naar andere projecten in Vlaanderen zal gaan. Dat is goed, dat is het voorzorgsprincipe, zo moeten we handelen.
Ik hoop dat u niet verandert van gedachte en dat we 100 procent zeker kunnen zijn dat er geen milligram vervuilde grond van Oosterweel over andere projecten in Vlaanderen zal worden verspreid.
De heer Claes heeft het woord.
Collega’s, hier wordt gezegd dat de zaak kordaat wordt aangepakt en dat de problematiek gekend is, maar vorige week gaf minister Demir in de commissie zelf toe dat die PFOS-problematiek wel interessant is, maar dat ze zelf niet goed weet wat het allemaal betekent. Collega’s, wij hopen dat de Vlaamse Regering haar PFOS-huiswerk intussen grondig heeft gemaakt en beseft welke gezondheidsrisico’s de aanwezigheid van die stoffen kan inhouden. Het Vlaams Belang vraagt dan ook met aandrang om eerst een sluitend onderzoek op te zetten, alvorens over te gaan tot het dumpen van mogelijk levensgevaarlijk vervuilde grond doorheen Vlaanderen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.