Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het akkoord met 33 sectoren over correspondentietesten om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan
Actuele vraag over de geplande correspondentietesten
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
N-VA-minister Diependaele zei een jaar geleden: “Een overheid mag niet liegen tegen haar burgers. (…) Een overheid mag zijn burgers niet opzettelijk in de val lokken, dan gooi je het vertrouwen in de overheid te grabbel.” Dat is nu exact wat u gaat doen met uw nepsollicitaties, minister. Het zijn illegale nepsollicitaties, dat weten we. Het gaat om identiteitsfraude, valsheid in geschrifte en uitlokking. U draait daarbovenop ook nog eens de bewijslast om. Iedere ondernemer wordt door die nepsollicitaties uiteindelijk gestigmatiseerd als racist tot het tegendeel bewezen wordt.
Minister, bedrijven en zelfstandigen hebben het recht om met hun eigen centen aan te werven wie ze willen op basis van het criterium bekwaamheid en niet op basis van uw criterium politieke correctheid. Die diversiteitsobsessie van deze regering zorgt ervoor dat boven op de financiële belasting die bedrijven kennen in deze moeilijke tijden, er nu ook een soort morele belasting komt. Nog even en een transseksuele genderfluïde Nederlandsonkundige kansenparel van vreemde origine zal voorrang krijgen voor een job van pakweg garagist op een Vlaamse jongen die afgestudeerd is als automechanicus. Dat is spijtig genoeg de realiteit waar we op afstevenen.
Daarom, minister, stel ik graag deze vraag. Waarom hebt u geen vertrouwen in onze ondernemers en zelfstandigen? Ze zijn geen racisten, maar de hardwerkende motor van onze economie. Schaf die testen af. Heb vertrouwen en steun niet alleen de middenstand en de evenementensector, maar ook de bedrijven, de ondernemers en de zelfstandigen die het in deze tijden al zo bijzonder moeilijk hebben. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega’s, en misschien collega Dewinter in de eerste plaats: stel het u voor dat Karima en Karina, twee vrouwen die dezelfde kwalificaties hebben, solliciteren voor een job. Toch heeft een van die twee vrouwen meer kans om aangenomen te worden dan die andere. Het enige verschil tussen die twee vrouwen is die ene letter verschil in hun naam. Ik stel het hier misschien heel scherp voor, maar het is toch nog altijd de realiteit waarmee mensen met een etnisch-culturele achtergrond geconfronteerd worden op de arbeidsmarkt in hun zoektocht naar een job. Zo bestaat er ook nog steeds discriminatie op basis van handicap, gender, geaardheid, leeftijd enzovoort.
We moeten elke vorm van discriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan, want we gaan elk talent op die arbeidsmarkt nodig hebben. Met de correspondentietesten die de Vlaamse Regering in december aankondigde, en waarover minister Crevits deze week een akkoord heeft gesloten met de sectoren, doen we dit ook. Bedankt, minister en de voltallige Vlaamse Regering, maar ook bedankt aan de academische experten om hiermee aan de slag te gaan. En vooral ook bedankt aan die vele bedrijfssectoren die dit in de praktijk zelf gaan uitvoeren. Want het zijn die sectoren zelf, mijnheer Dewinter, die op sectorniveau zullen nagaan hoe de situatie op het terrein is – niet met de natte vinger, maar academisch onderbouwd. Dat is een superbelangrijke eerste stap.
Maar ik ben natuurlijk ook benieuwd naar het voorziene vervolg, vandaar mijn vraag aan u, minister. Welke stappen zal de Vlaamse Regering samen met de sectoren zetten om met die eerste resultaten van die correspondentietesten aan de slag te gaan, om de discriminatie op onze arbeidsmarkt verder aan te pakken?
De heer Ronse heeft het woord.
Ik denk dat collega Dewinter en ik een ander bericht hebben gelezen. Ik heb niet gelezen dat de overheid fictieve sollicitaties naar ondernemers zou sturen. Ik heb ook niet gelezen dat ondernemers met bewijslast zullen moeten komen, integendeel. Ik heb gelezen dat de sectoren zelf, autonoom, beslist hebben om na te gaan in welke mate aanwervingen naar het criterium ‘potentieel’ bij hun leden centraal staan. Dat heb ik gelezen. Ik heb ook gelezen dat er zelfs op individueel niveau van de onderneming geen resultaten zullen worden meegedeeld; dat gebeurt enkel op sectorniveau.
Nu, wat is het standpunt van onze fractie daarover? Ten eerste nemen wij akte van de keuze van de sectoren om dat te doen. Ten tweede vinden wij het sowieso een verspilling van talent als men mensen op basis van naam, en niet op naam van potentieel gaat beoordelen.
We hebben één bezorgdheid: als bepaalde individuele ondernemers via hun sectoren een aantal nepsollicitaties krijgen, zijn we gewoon bezorgd dat dat soms zal demotiveren om aan te werven. Daar moeten we wel omzichtig mee omgaan, en vandaar onze vraag aan de minister: op welke manier kunnen we ervoor zorgen dat niemand nog gedemotiveerd zal worden om aan te werven, gelet op het feit dat een aantal sectoren toch ook fictieve sollicitaties zullen sturen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor de vragen. Ik hoop dat elke vraagsteller zijn vraag aan mij stelt vanuit één grote bekommernis: zoveel mogelijk mensen hier in Vlaanderen de kans geven om een zeer interessante, bij hun capaciteiten aansluitende job te vinden. Dat is de reden waarom ik de opdracht ook heb aanvaard om minister van Werk te worden.
Collega’s, we zien vandaag dat niet elke bevolkingsgroep even gemakkelijk aan de slag geraakt op de arbeidsmarkt. Er zijn hindernissen voor bepaalde groepen. Er zijn hindernissen voor mensen – kijk naar mijn leeftijd – die de 50 of de 55 gepasseerd zijn. Er zijn hindernissen voor mensen die een handicap hebben. Soms is het geslacht een hindernis in bepaalde sectoren. Soms kan dat een migratieachtergrond zijn. En wat is de oorzaak van die lagere arbeidsdeelname? Dat interesseert mij ook in het bijzonder. Soms is dat omdat iemand niet over de juiste competenties beschikt, soms is dat omdat iemand het Nederlands niet kent. Maar soms, collega’s, is dat ook omdat er vooroordelen zijn bij werkgevers omtrent bepaalde eigenschappen verbonden aan een naam, geslacht of iets anders van iemand met bepaalde talenten.
Collega’s, met het instrument dat uitgewerkt is, en waarover ik een akkoord heb gesloten met 33 sectoren, wil ik sensibiliserend werken om die vooroordelen de wereld uit te helpen. Collega Dewinter, ik zal ongelooflijk blij zijn als elke holebi overal in Vlaanderen evenveel kansen krijgt om een goeie job te hebben als mensen die geen holebi zijn.
Ik vind het verdomd lastig als je op basis van je naam minder kansen krijgt. Ik vind het verdomd vervelend als je op basis van het feit dat je een vrouw bent, minder kansen krijgt in een bepaalde job dan een man. Elk talent telt op onze arbeidsmarkt. En iedereen verdient evenveel kansen. Dat is de reden waarom we met de sectoren een akkoord hebben gesloten.
Ik raad u aan, collega Dewinter – het is voor iedereen nuttig in deze tijden – om eens een cursus begrijpend lezen te volgen en om, in plaats van populistische tweets de wereld in te sturen, te kijken naar wat we hebben afgesproken. Want de sectoren hebben het blijkbaar beter begrepen dan uzelf. (Applaus bij de meerderheid)
Collega's, dit parlement heeft op 10 juni vorig jaar een resolutie goedgekeurd. Daarin werd aan mij gevraagd om, ter bestrijding van discriminatie en racisme in de samenleving, een wetenschappelijk onderbouwd instrument uit te werken, om te kijken op welke manier je dat in kaart kunnen brengen. Want we hebben vooralsnog in Vlaanderen nog altijd geen nulmeting.
Wat heb ik gedaan? Ik heb aan de professoren Stijn Baert, Pieter-Paul Verhaeghe en Miet Lambrechts gevraagd om zo'n systeem uit te werken. Ze hebben dat ook gedaan. We hebben daarover uitvoerig gedebatteerd in de commissie Economie van dit Vlaams Parlement. Maar nogmaals, de opdracht en de scope die mij werden opgedragen door jullie, is: werk een instrument uit dat sensibiliserend kan werken. De correspondentietesten waarover al veel werd geschreven, zijn zo’n instrument.
Wat betekent dit, collega's? Betekent dit dat de overheid nu een brief zal schrijven naar God en klein Pierke? Neen. De overheid, de politiek schrijft geen brieven. Elke sector neemt zelf de handschoen op om het instrument van de correspondentietesten binnen een sector, werkgevers-werknemers, uit te werken en toe te passen. Elke sector heeft de vrije keuze gekregen om al dan niet in te tekenen op een bijlage aan het sectorconvenant dat we om de twee jaar sluiten. Ik heb tot mijn vreugde vastgesteld dat 33 sectoren bereid zijn om dit te doen. Collega's, dit is voor mij heel belangrijk nieuws. Dat betekent dat 1,9 miljoen mensen die actief zijn in die sectoren, de kans zullen krijgen om binnen hun sector de nulmeting te zien, om binnen afzienbare de tijd te zien hoe het gesteld is met de vooroordelen die er heersen om al of niet iemand aan te werven.
Betekent dit dat een ondernemer geen vrijheid meer heeft om aan te werven wie hij wil? Dat is absolute onzin. Natuurlijk werft iedereen aan wie hij wil. Maar er zijn bij veel mensen – ook bij mijzelf trouwens, heb ik al gemerkt – onbewuste systemen, vooroordelen die soms verhinderen dat je goede keuzes maakt. En dat is net het doel van de correspondentietesten zoals ze zullen worden toegepast. Dat is net ook de reden waarom zelfs sectoren die aanvankelijk absoluut tegen zulke correspondentietesten waren, nu toch de stap zetten om mee de nulmeting te doen en ook bereid zijn om te leren van andere sectoren waar het beter gaat.
Collega's, en collega Ronse in het bijzonder, ik begrijp absoluut uw bezorgdheid. Maar de sectoren zijn zelf vrij om de organisatie te doen. Het enige wat wordt gevraagd, is dat je de wetenschappelijk uitgewerkte methode zult hanteren. Maar je kunt ook het momentum kiezen. Er zijn heel veel zaken die je zelf kunt regelen. Dat lijkt me heel belangrijk. Twee, we doen een meting op sectorniveau. We zullen dus geen heksenjacht toepassen. Dat betekent dat we geen lijst zullen publiceren van hoe ondernemingen A, B, C hebben gereageerd. Dat is trouwens heel belangrijk, want ik wil een zicht krijgen op de problemen in de sectoren om dan, collega Van de Wauwer, in de volgende fase echt acties te ondernemen.
Ik had een vrij lang gesprek met de vertegenwoordigers van de voedingsnijverheid. Zij zeiden mij dat ze er grote voorstanders van zijn om dat te doen. Ze weten ook dat het in bepaalde van hun nichesectoren beter is dan in andere, maar ze zeiden dat deze methodiek hun de kans zal geven om met elkaar te spreken en om, daar waar het goed werkt, die methodieken over te zetten naar waar het minder goed werkt. En dat is eigenlijk een van de redenen waarom ik ook heel trots ben dat zoveel sectoren hebben beslist om deel te nemen.
Collega's, ik rond af. We zitten in een moeilijk tijdsgewricht. Maar het is een tijdsgewricht dat ons ook enorme kansen biedt, ook om stappen te zetten rond de discriminatie die vandaag absoluut nog bestaat op de arbeidsmarkt. En het beste instrument om dat te doen, is zelfregulering. Je ziet in het onderwijs dat dat goed werkt. Wel, voor ondernemers geldt het op dezelfde wijze. Ik ben dan ook bijzonder blij dat ze zelf aan het stuur zullen zitten. Dat is trouwens ook de manier waarop collega Muyters het in het verleden heeft georganiseerd. En dit moet voor mij tot zeer, zeer goede resultaten leiden. Ik dank u.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, gooi toch niet alles op een hoop. Hou op met die altijd misleidende techniek om geslacht, seksuele voorkeur en uiteraard migratieachtergrond met elkaar te mengen in de hoop daarmee vooral dat laatste te kunnen laten passeren, in de hoop vooral een beleid van positieve discriminatie en voorrangsbeleid voor allochtonen te kunnen voeren. Hou op met het misbruiken van mensen met een andere seksuele geaardheid, van vrouwen en aanverwanten, van gehandicapten, om dit ene punt door de strot van de bevolking te kunnen rammen. U weet waar u mee bezig bent, en dat is inderdaad een heksenjacht, eerst tegen verhuurders en nu weer tegen bedrijven en zelfstandigen en aanverwanten, allemaal om uiteindelijk dat ene punt te kunnen maken.
Laat ons toch eens eerlijk zijn. Wat is de boodschap die u geeft aan uw allochtonen? Niet: werk harder, studeer harder, doe meer uw best, leer Nederlands. Nee, uw boodschap is: het is de schuld van de bedrijfsleiders, van het racisme, het gebrek aan kansen en discriminatie. Dat moet ophouden! Ik dacht met de N-VA dat dat ook zou kunnen, maar dat blijkt niet. Ik citeer zo dadelijk mevrouw Sminate in dezen die blijkbaar een ander standpunt heeft dan de rest van haar fractie.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bevlogen antwoord en uw inzet hierrond. Ik ben heel blij dat de eerste stap van de correspondentietesten ook gevolgd zal worden door acties waar het nodig blijkt. U benadrukt dat de testen vooral sensibiliserend moeten werken. Het zijn de sectoren zelf die nagaan op de arbeidsmarkt hoe het gesteld is met de discriminatie. Inderdaad, het sterke daaraan is de zelfregulering. Eerlijk gezegd, toen ik daar vroeger over las, was ik eerder terughoudend wat de zelfregulering betreft. Vandaag zie ik dat 33 bedrijfssectoren hieraan meedoen uit overtuiging, dus heb ik daar het volste vertrouwen in. Het is geen nattevingerwerk. Het is geen test van de ondernemingen, mijnheer Dewinter. Het doel is om het talent niet verloren te laten gaan. Ik heb vertrouwen in de zelfregulering.
Minister, hoe zit het met bestaande goede praktijken? Zijn er al voorbeelden van sectoren die sterk inzetten op inclusie? Zijn er sectoren die vandaag al aan inclusie doen?
De heer Ronse heeft het woord.
Onze fractie heeft altijd gezegd dat de overheid zelf geen sollicitaties mag doorsturen. Er mag ook niet gestraft worden, niet op individueel niveau. De minister heeft toegelicht wat er is gebeurd. Het zijn de sectoren zelf, de verenigingen van ondernemers, die iets gaan doen. De minister zal erover waken dat het geen last zal zijn voor de sectoren en mensen die willen aanwerven.
Eén zaak die wij vaak vernemen, gaat over mensen die uitkeringsgerechtigd werkloos zijn en nepsollicitaties versturen om in orde te zijn met de verplichtingen van VDAB. Voor de ondernemers is dit zeer hinderlijk. Minister, kunnen we ervoor zorgen dat de ondernemers ook zulke zaken op een simpele manier kunnen melden zodat wie wil aanwerven snel de weg vindt naar talent?
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, vandaag is de realiteit dat mensen die opgeleid of hoogopgeleid zijn en alle nodige competenties hebben op een muur botsen als ze op zoek gaan naar een job, simpelweg, niet omdat ze niet over de juiste talenten beschikken, maar door hun afkomst, geaardheid, leeftijd. U hebt dat aangehaald. Dat is een misdrijf, dat mag niet! Dat is discriminatie, dat mag niet, daar bestaat wetgeving over. Elke keer als het gaat over maatregelen treffen, wordt er plots gereageerd dat men voorzichtig moet zijn, een handrem moet opzetten, men mag er vooral niet dat of dit van maken, tot de potsierlijke reacties van het Vlaams Belang, die ik dan ideologisch gezien nog wel kan begrijpen.
Ik snap het niet, mijnheer Ronse, in woorden haalt u de bokshandschoen boven, als het over daden gaat, trekt u de fluwelen handschoen aan.
Minister, ik vind dit een stap in de goede richting. Ik ga daar niet flauw over doen. Wij vragen al jaren naar een nulmeting en nu komt die er. Ik had gehoopt op meer, want er is nood aan meer. Dit zijn misdrijven, dit zijn overtredingen. Die mensen worden in hun talenten beknot, elke dag opnieuw. De experten waarmee u hebt samengewerkt, geven aan dat sensibilisering goed is, maar als dat zou samengaan met sanctionering zou het nog beter zijn. Dan kan men de hardnekkige overtreders aanpakken. We weten wat er uit de nulmeting zal komen, want die is al gevoerd door experten en middenveldorganisaties. Er is discriminatie. Hoe gaan we die verminderen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega's, het is toch wel straf dat een aantal mensen hier in het halfrond beweren dat ze tegen discriminatie zijn en vervolgens de discriminatiebestrijding daarin beginnen te discrimineren. Je mag wel opkomen tegen discriminatie als het gaat over geweld of homofoob geweld, maar niet als het op basis van afkomst is? Het mag wel op basis van leeftijd, maar het mag niet op basis van taal? Ik snap het niet meer.
Minister, voor mijn fractie telt maar één ding, namelijk dat in dit land en deze regio mensen met competenties, met de wil om te werken, om hun geluk op te bouwen, om bij te dragen aan onze maatschappij, de kansen krijgen zoals wij ze allemaal hebben. De correspondentietesten die thans gelanceerd worden, juichen wij dan ook van harte toe. Wij danken u voor het werk dat u in dezen doet om die 33 privésectoren mee aan boord te krijgen en als Vlaamse overheid het goede voorbeeld te geven.
De heer Veys heeft het woord.
Heel veel mensen in Vlaanderen doen iedere dag hun best, maar botsen helaas op obstakels. En een van die obstakels is dat ze minder kansen krijgen vanwege wie ze zijn. Dat is iets dat voor mijn fractie, voor Vooruit, niet meer kan. Daar willen we iets aan doen. Dat willen we oplossen.
De nulmeting die nu zal gebeuren aan de hand van de correspondentietesten, is een stap vooruit. Wij vinden dat niet slecht. Maar het is niet voldoende. Want ik heb ook begrijpend gelezen in de artikels. De academici die dit ondersteunen, zeggen dat het op deze manier minder impact zal hebben. Sensibilisering werkt beter met handhaving. Bovendien worden er na corona minder vacatures verwacht, en verwacht men ook dat de discriminatie hoger zal liggen.
Minister, wanneer kunnen we die volgende stappen verwachten? Wanneer zult u die testen herhalen, om te zien of de zelfregulering en de acties werken en effect hebben? En indien het te ver gaat, wanneer zult u een volgende, derde stap doen? Dat is namelijk dat wie willens en wetens verder discrimineert, geconfronteerd wordt met de juridische gevolgen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Er worden veel bloemetjes gegooid naar mevrouw Crevits, maar ik denk dat we eigenlijk de N-VA moeten feliciteren vandaag. Dikke proficiat, jullie zijn erin geslaagd om de aanpak van discriminatie opnieuw op de lange baan te schuiven. En Open Vld en CD&V mogen braafjes volgen. Want laat ons er niet flauw over doen, beste collega’s, deze correspondentietesten zijn geen praktijktesten, en het verschil is natuurlijk heel groot. Jullie gaan gewoon nog eens onderzoeken of er toch niet, misschien, discriminatie zou bestaan, terwijl we weten dat het bestaat, terwijl we weten dat er mensen zijn die daar iedere dag onder lijden. Maar neen, jullie gaan dat rustig nog eens onderzoeken, en dan eens kijken of er nog gesensibiliseerd moet worden.
De heer Ronse van de N-VA zegt hier nu zelfs heel expliciet dat mensen die de wet op discriminatie overtreden, niet gestraft moeten worden. Dat is een letterlijk citaat van de heer Ronse: moeten niet gestraft worden. Dat is toch wel speciaal voor een partij die altijd en overal de ‘law and order’ aanhangt.
Ik vind het dus heel jammer dat we vandaag opnieuw gaan onderzoeken, in plaats van discriminatie aan te pakken, want ik denk dat dat vandaag echt nodig is.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Het hele gazon is hier afgereden: voor de rechterzijde doe ik veel te veel, voor de linkerzijde doe ik veel te weinig. Maar collega’s, we zijn al jaren aan het discussiëren. En als we zo blijven voortdoen, en zeggen dat het nooit genoeg is, dan gaan we nooit ergens geraken. Er is nog nooit op wetenschappelijke basis in alle sectoren een nulmeting gebeurd. En als ze gebeurd is, zoek ze. Geef ze mij. Professor Baert zou nooit bereid geweest zijn om een instrument voor mij te ontwikkelen als alles al had bestaan. Die mensen zijn ook niet zo onnozel, collega D’Haese. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Ik ben aan het woord. Ik heb gezwegen toen u sprak. U moet ook eens leren luisteren. We zetten met deze nulmeting een stap vooruit. Waarom zetten we een stap vooruit, collega's? Omdat de sectoren zelf de hand aan de ploeg slaan. Mijn mensen van het kabinet hebben daar uren, dagen, weken aan besteed om vertrouwen op het terrein te krijgen. Collega’s, discriminatie werk je niet de wereld uit op basis van slogans en populisme. Dat vraagt vertrouwen, vertrouwen van mensen en bereidheid om in de spiegel te kijken en vooroordelen te laten vallen. Als je allemaal met een beschuldigende vinger naar bepaalde ondernemers gaat wijzen, denk je dat die dat plezant en goed gaan vinden? Neen. Maar als je ze meekrijgt in het bad en ze inzicht geeft in mechanismen die tot discriminatie leiden, dan kun je stappen voorwaarts zetten.
Ik begrijp dat sommigen de stappen die we zetten, niet genoeg vinden. Mijnheer Annouri, ik vind uw antwoord eerlijk. U komt ook altijd naar de commissie, waarvoor ik bijzonder verheugd ben. U hebt daar ook gezegd dat u dat een goede stap vindt, maar het mag daar niet eindigen. Het is wel een nieuwe stap, het is een stap die sectoren responsabiliseert. Antwoordend op hen die constructieve tussenkomsten hebben gedaan, zoals onder meer collega Van de Wauwer, is het ook een stap … (Rumoer)
Ja maar, er zijn er nog. Ik heb collega Annouri trouwens ook al een complimentje gegeven. Collega Van de Wauwer zei: je moet wel tot acties overgaan. We gaan ook good practices uitwisselen. Er is bijvoorbeeld al een good practice in de sector van het groenonderhoud en van de landbouw, die een heel mooie app heeft ontwikkeld. Daar werken heel veel mensen die het Nederlands niet machtig zijn en aan het leren zijn. In die app worden eenvoudige woorden vertaald, waardoor ze heel gemakkelijk kunnen communiceren met elkaar. Dat leidt ertoe dat mensen veel sneller in een job terechtkomen, en jullie weten: een job is de beste manier om te integreren en ook sociaal te integreren. Er zijn al heel goede praktijken. We krijgen door de manier van werken ook de kans om die praktijken vaker te delen.
Collega Ronse, u had het over de nepsollicitaties en VDAB. Dat is een heel terecht aandachtspunt. We zijn in overleg met de VDAB om na te gaan hoe we daar het beste kunnen mee omgaan. U hebt ook heel eerlijk geantwoord. Het was voor jullie niet gemakkelijk om mee te gaan in de methodiek. Op een bepaald moment is er ook gevraagd om de sectoren niet te verplichten. We zullen kijken hoe ze willen meewerken. Ze hadden allemaal neen kunnen zeggen, maar er zijn er 33 die ja hebben gezegd. Ik vind dat een heel goed resultaat.
Collega Schiltz, ik ben blij met uw tussenkomst, die heel positief was, waarvoor dank.
Collega Veys, u had het over het sanctioneren. Ik ga ervan uit dat u dan ook een extra staatshervorming vraagt. Zoals u weet, ben ik bevoegd om te sanctioneren in de domeinen waarvoor ik bevoegd ben. Dat is onder andere de sector van de dienstencheques. Zomaar sancties opleggen kan ik gewoon niet vanuit mijn bevoegdheden. Ik ga ervan uit dat u dat ook weet.
Nogmaals, het is niet de bedoeling om dat te doen. Dat wil ik hier zeer nadrukkelijk vermelden. Dit parlement heeft mij gevraagd om een sensibiliserend instrument uit te werken. Ik heb aan wetenschappers gevraagd om dat te doen. Ze hebben dat uitgewerkt. Wij zijn met de sectoren in overleg gegaan en 33 sectoren zeggen: ja, wij doen mee.
Collega's, voor mij is dit zonder meer een heel grote sprong voorwaarts om de discriminatie, die vandaag in Vlaanderen bestaat, de wereld uit te helpen. Er zijn vanzelfsprekend wettelijke regels, en er is ook een regelgeving over de sanctionering van misdrijven. Die is er en die wordt ook toegepast als dat nodig is. Maar het beste resultaat bereik je als een werkgever kiest op basis van capaciteiten, en niet op basis van een bepaalde naam of een leeftijd in een sollicitatiebrief.
Daarmee boren we het potentieel dat aanwezig is op onze arbeidsmarkt, absoluut onvoldoende aan. Dat is mijn ambitie: elk talent de kans geven om die talenten maximaal in te zetten op de arbeidsmarkt van vandaag.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, ik heb twee slotopmerkingen. Eerst een citaat van een tweet van mevrouw Sminate, die vandaag blijkbaar niet aanwezig is, onder de hashtag correspondentietesten: “En toch gaan we hen opzadelen met enorme administratieve last door valse sollicitanten op hen af te sturen. Is dit dan echt enkel om ons geweten te sussen?”
Het is een open vraag, ze is hier niet, ik stel ze aan de collega's van de meerderheid en de N-VA.
Ik heb ook een tweede opmerking. Minister, u bent minister van Economie en Werk, heb toch eens vertrouwen in de Vlaamse ondernemers, zelfstandigen en aanverwanten. Denkt u nu werkelijk dat ze mensen weigeren op basis van hun naam, hun geaardheid, op basis van het feit dat ze vrouw of gehandicapt zijn? Minister, een Vlaamse bedrijfsleider doet het met zijn eigen centen en niet zoals u, met de centen van de belastingbetaler. Dat betekent dat de Vlaamse bedrijfsleider of werkgever die alleen maar onbekwame Vlaamse werknemers zou aannemen omdat het puur Vlamingen zijn in uw ogen, en bekwame allochtone werknemers zou weigeren, wel, die gaat failliet. Die verliest zijn centen. Dat is de realiteit die u blijkbaar niet wilt zien.
Minister, u zit maar gebiologeerd naar dat racisme, die discriminatie en aanverwanten te kijken, terwijl u de economische realiteit van iedere dag blijkbaar negeert en ontkent. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, het is niet alleen die positieve of negatieve tussenkomst die ons van elkaar onderscheidt. Voor CD&V telt elke mens. U hebt altijd gezegd dat voor u enkel het eigen volk telt.
Minister, als CD&V hebben we vertrouwen in het kunnen van de mensen. Om dat waar te maken, moeten we garanderen dat iedereen op basis van zijn eigen competenties en kwaliteiten gelijke kansen op een job heeft. Om die reden zijn deze correspondentietesten een eerste heel belangrijke stap om discriminatie aan te pakken. Waar nodig, zullen acties volgen. Ik dank u, de experts en vooral de sectoren hiervoor.
Mijnheer Dewinter, ik heb nog een woordje voor u. Ik hoop u morgen in het Vlaams Parlement te zien. Dan zal worden gesproken over een onderzoek naar discriminatie van ex-kankerpatiënten. Ik hoop dat u daar met evenveel overtuiging aan zult willen meewerken.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil eerst kort de loftrompet steken voor een van mijn favoriete collega’s, mevrouw Sminate. Heel onze fractie staat, voor alle duidelijkheid, achter wat zij heeft gezegd. Wat hier voorligt, zijn geen nepsollicitaties vanwege de overheid. Het is een initiatief vanuit de sectoren. Er wordt niet naar individuele resultaten gekeken.
Mijnheer D’Haese, we zullen de ondernemers niet criminaliseren, zoals de PVDA wil. Ondernemers hebben, voor alle duidelijkheid, geen lesjes over criminalisering te leren van iemand die een totalitaire massamoordenaar als Stalin verheerlijkt, zoals u.
De actuele vragen zijn afgehandeld.