Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de forse stijging van de verkeersbelastingen
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, we hebben dit weekend in de pers vernomen dat er een stijging van de verkeersfiscaliteit is. Er is gewag gemaakt van een bedrag van 200 miljoen euro in de periode tussen 2015 en 2019. De oorzaak is niet enkel de vergroting van ons wagenpark, waardoor er meer wagens op de weg zijn, maar ook het effect van de vergroenende maatregelen in de verkeersfiscaliteit die door de vorige Vlaamse Regering zijn ingevoerd. In het begin van 2016 is de belasting op de inverkeerstelling (BIV) gebaseerd op milieukenmerken, met daarbij een leeftijdscorrectie. Voor de jaarlijkse verkeersbelasting worden de fiscale pk’s, de bonus-malus die door de euronorm wordt bepaald en een CO2-cijfer gebruikt.
Minister, een sturende fiscaliteit, wat niet enkel deze fiscaliteit is, vertoont meestal, om niet te zeggen altijd, een zaagtandpatroon. Dat betekent dat er na de invoering in eerste instantie een stijgende inkomstencurve is. Naarmate de burgers meer vertrouwd geraken met de nieuwe reglementen en van fiscale stimuli en voordelen gebruik maken, zien we een erosie van de inkomsten. Nadien kunnen eventueel weer nieuwe maatregelen worden genomen. U hebt dat zelf ook gedaan. We zien hier een golfbeweging.
De Vlaamse Regering is in 2012 gestart met de vergroening van de verkeersfiscaliteit. Hoe ziet u de evolutie van de inkomsten uit de verkeersfiscaliteit?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, de belastingen op de aankoop en het bezit van een wagen zijn de afgelopen vier jaar met niet minder dan 30 procent gestegen. Dat blijkt uit uw antwoord op een schriftelijke vraag. De BIV is de voorbije jaren zelfs met 50 procent gestegen. Ondanks het feit dat de nieuw geproduceerde wagens steeds milieuvriendelijker worden, is dat niet minder dan de helft. Dat is niet niets. De zogenaamde vergroening van de verkeersbelasting komt in feite op niets anders neer dan een platte belastingverhoging.
Een meerderheidspartij in de Vlaamse Regering pleit er ondertussen onomwonden voor een nieuw en beter systeem in te voeren dat de focus op het gebruik van de wagen legt en dat voor de Vlaming uiteindelijk goedkoper zou zijn. Tussen de regels door wordt openlijk voor de invoering van de zogenaamde kilometerheffing gepleit. Daar is momenteel geen draagvlak voor in de Vlaamse Regering en in de samenleving trouwens ook niet. De deur naar een kilometerheffing in de volgende legislatuur lijkt echter wagenwijd open te staan.
Ik wil mijn collega’s in het Vlaams Parlement duidelijk de boodschap geven dat mijn partij helemaal niet voor de kilometerheffing gewonnen is. We waren dat in het verleden niet, we zijn dat nu niet en we zullen dat in de toekomst ook niet zijn.
Minister, misschien heeft die meerderheidspartij wel andere ideeën en zijn er andere mogelijkheden om een beter systeem te ontwikkelen. Ik zou graag weten welke initiatieven u desgevallend wilt nemen om dat zogenaamd beter systeem, als dat er zou zijn en als dat voor de Vlaming goedkoper zou zijn, te realiseren.
Minister Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, laat me eerst en vooral een onderscheid maken tussen de jaarlijkse verkeersbelasting en de BIV. De jaarlijkse verkeersbelasting stijgt niet abnormaal en volgt gewoon de groei van het wagenpark. De BIV is niet met 30 procent, maar met 15 procent gestegen.
We moeten hiervoor naar verschillende factoren kijken. Eerst en vooral is er het wagenpark en het aanbod van de constructeurs. We zien bijvoorbeeld een stijging van het aantal SUV’s. Er is een indexatie en er zijn nog een paar andere zaken die een rol spelen. De mensen weten wat ze aan BIV zullen betalen op het moment waarop ze een wagen kopen. Ze weten op voorhand wat de prijs is. Om die reden is de BIV gebruikt om aan gedragssturing te doen. Dat is het vergroeningselement dat hier sinds 2013 in zit en dat in 2016 is aangepast.
Er is toen te voluntaristisch gerekend. We dachten dat de vergroening van het wagenpark zich sneller zou doorzetten en vooral ook dat de constructeurs sneller een alternatief aanbod zouden hebben. Dat is uiteindelijk niet gebeurd. Dat voluntarisme is toen te hoog ingeschat. We zien dat eigenlijk pas in 2020.
Vorig jaar hebben we gezien dat die vergroening zich begon door te zetten. Ik heb ook cijfers mee, maar het is misschien minder interessant om die te geven. Dat zit er dus nu wel in. Dat heeft veel te maken met de beschikbaarheid van de markt: constructeurs die nu aan die vraag wel gaan voldoen.
De boodschap die ik wil meegeven, mijnheer Verheyden – uw laatste vraag is daarvoor zeer pertinent –, is dat een vergroening niet altijd een belastingverhoging moet zijn. Ik zou zelfs zeggen: vermijd dat absoluut. Dat is wat ook wij gedaan hebben met de hervorming die sinds 1 januari 2021 is ingegaan, met de hervorming van de Worldwide Harmonized Light Vehicles Test Procedure (WLTP), of naar aanleiding van de WLTP. We hebben ervoor gezorgd dat ook daar een vergroening in zit, maar dat die niet zorgt voor een verhoging van de totale belastinginkomsten. Het is zelfs zo dat bij die hervorming 71 procent van de wagens die aangekocht zijn in 2019, vandaag aan de BIV een lager bedrag betalen. Voor 71 procent van die wagens is dat verlaagd! We zijn ervan uitgegaan dat je aan gedragssturing kunt doen, niet door de totale inkomstenverhoging, maar door het verschil tussen een propere wagen en een vuile wagen groter te maken. Vandaar dat we erin geslaagd zijn om dat voor 71 procent van de wagens te realiseren. Ze betalen een lagere BIV in vergelijking met het wagenpark in 2021.
We gaan ervan uit dat die gedragssturing zich dus wel heeft ingezet, dat de vergroening zich wel heeft doorgezet, sinds 2020. We gaan er dus ook van uit dat dit zich op lange termijn normaliseert en, zoals de heer Van Miert zegt, leidt tot een erosie van de inkomsten. Dat zou betekenen dat we zorgen voor een belastingverlaging, en dat we niet alleen dat, maar ook die vergroening, de uiteindelijke bedoeling van de hervorming, zouden bereiken.
Over het algemeen moeten we altijd voorzichtig zijn om fiscaliteit te gebruiken voor gedragssturing. Tot op zekere hoogte kan dat zeker, maar we moeten er geen heilige graal van maken. We moeten altijd voorzichtig zijn, zeker met het te voluntaristisch inschatten van die ramingen voor de toekomst.
We blijven dit in elk geval van dichtbij opvolgen. We zullen dat in de gaten houden, want het is natuurlijk de bedoeling dat we die vergroening bereiken zonder belastingverhoging zoals dat mogelijk was met de belastinghervorming die we sinds 2021 hebben doorgevoerd en die voor – ik herhaal het graag – 71 procent van de wagens geleid heeft tot een daling van de BIV.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister Diependaele, dank voor uw uitgebreid antwoord.
Ik had nog een extra vraag voor u: ziet u nog initiatieven voor de toekomst? Maar ik heb uit uw antwoord begrepen dat u tot nader order geen dringende aanpassingen ziet die moeten gebeuren. Minister, ik weet dat de wet rond verkeersfiscaliteit een kind van vele vaders en moeders is, maar u probeert uw eigen opvoeding mee te geven. Zult u er toch over waken, indien de curve toch de verkeerde kant zou uitgaan, om te gepasten tijde de nodige maatregelen te nemen?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Zoals u het voorstelt, ziet het er allemaal heel mooi uit, maar toch, de cijfers zijn er. De Vlaming betaalt zich blauw aan zijn wagen. Dat zeggen niet alleen wij, maar ook uw coalitiepartner.
Het is zo dat de technologie in de auto-industrie de afgelopen jaren zo geëvolueerd is dat ook verbrandingsmotoren veel zuiniger zijn en minder uitstoot produceren. In feite dragen ze bij aan een milieu- en klimaatverbetering. Die evolutie zal de komende jaren nog wel verder gaan. Wie nu een nieuwe wagen koopt, koopt sowieso een schonere wagen. Ik vraag me af waarom die mensen de afgelopen jaren financieel moesten worden bestraft. Waarom beloont u ook niet die mensen die niet de financiële mogelijkheden hebben om elektrische of hybride wagens te kopen? Waarom beloont u niet de mensen die een wagen kopen met een propere verbrandingsmotor? Waarom moeten zij de rekening betalen? Dat hebben ze tot nu toe wel gedaan.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk compleet absurd dat uw hervorming van de autofiscaliteit er vooral voor gezorgd heeft dat veel mensen die een nieuwe auto kopen, meer belastingen betalen, ook al is dat een groenere wagen. Collega Joris Vandenbroucke heeft er in de vorige legislatuur voor gewaarschuwd dat de hervorming in geen geval een belastingverhoging mocht worden. Dat is vandaag dus wel gebeurd.
Ik vind het natuurlijk ook interessant dat de meerderheid hier eigenlijk kritiek komt geven op een systeem dat diezelfde meerderheid heeft ingevoerd. De vraag is nu natuurlijk wat jullie hieraan zullen doen. Ik lees in De Tijd dat zowel de heer Verheyden als u pleiten voor een hervorming en dat jullie zelfs een lans breken voor het bekijken van het meer gebruiken van wagens in de plaats van het bezitten ervan. Hoe moet ik dat nu interpreteren? Is dat opnieuw een pleidooi voor het rekeningrijden? In de vorige legislatuur stond dat in het regeerakkoord, maar nu dus niet. Mijn vraag aan u is dus: wat is het nu?
De heer De Roo heeft het woord.
Mevrouw Goeman, ik denk niet dat de kritiek uit de meerderheid komt. Vanuit de CD&V-fractie komt er alleszins geen kritiek. Ik ben vooral verrast door de term ‘platte belastingverhoging’ die collega Verheyden gebruikte. De minister heeft duidelijk geschetst dat de belasting op de inverkeerstelling een heel transparante belasting is. Er staat een heel goede simulatietool online. Verkopers en garages kennen die tool ook. Iedereen weet, op het moment dat hij zijn wagen koopt, welke belasting op de inverkeerstelling hij zal betalen. Niemand kan daar eigenlijk verrast door zijn. Niemand kan plots vaststellen dat er een verhoging aankomt. Iedereen weet dat, wanneer hij kiest voor de aankoop van een meer milieuvriendelijke wagen, de belasting lager zal zijn.
Ik zal me onthouden van de commentaren in de media van Open Vld hierover. Het boeit me wel te vernemen of die partij nu gaat voor een stadstol, of niet.
De heer D’Haese heeft het woord.
Het debat gaat steeds vreemdere richtingen uit.
Het is dus echt wel een debat. U vraagt, wij draaien. (Opmerkingen. Gelach. Rumoer)
Dit debat gaat steeds vreemdere richtingen uit. Bij de laatste keer dat ik het nakeek, zat Open Vld toch wel in de meerderheid. Of niet? Hebben jullie een probleem? Hebben jullie een zwijgakkoord om verkeerde dingen te lekken in de pers? (Rumoer)
Als u zegt dat de kritiek niet uit de meerderheid komt, moet u wel een beetje serieus blijven.
Minister, ik heb een heel concrete vraag. Wat is namelijk de reden waarom mensen steeds meer hebben betaald voor die verkeersfiscaliteit? Dat is omdat de inkomsten tegenvielen. Daarom werd de berekening van die inschrijvingstaks aangepast, zo zegt de Vlaamse Belastingdienst, opdat de erosie teruggedraaid werd en de ontvangsten opnieuw zouden verhogen.
Dan krijgen we natuurlijk het zaagtandpatroon waarover collega Van Miert het al had. Maar dat zaagtandpatroon houdt in dat de mensen blaasjes wijsgemaakt worden. U zegt dat ze, als ze vergroenen, minder belastingen zullen moeten betalen, maar achteraf trekt u de tarieven weer omhoog.
Mijn vraag is dus de volgende. Voorspelt u in uw nieuwe systeem ook een erosie van de inkomsten? Kunt u hier garanderen dat u die berekening niet opnieuw zult aanpassen en dus dat mensen niet meer moeten betalen, ook al kopen ze een groenere wagen?
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, het moet me toch van het hart dat wij aan deze vergadering begonnen zijn met kritiek van de oppositie dat wij als leden van de meerderheid allemaal onze mond moeten houden en allemaal moeten zwijgen. En op het moment dat iemand van de meerderheid een punt aanhaalt, krijgt hij kritiek omdat hij zijn mond opendoet. In Antwerpen zeggen ze : ‘eieren of joeng’. Men moet kiezen. (Applaus bij de meerderheid)
Dat is bijna juist. U zult nooit mijn dialect evenaren.
Bijna, dan. Ik denk dat de grond van de zaak is dat, als vastgesteld wordt dat er zo’n grote stijging is inzake fiscaliteit, het logisch is dat daarvan een evaluatie gemaakt wordt. Ik ben blij dat de minister van plan is om dat goed in de gaten te houden en om dit tegen het licht te houden, ook al volgt de markt niet in de vergroening die we voor ogen hebben. Uiteindelijk is dat toch de bedoeling van ons allemaal: dat we de maatregelen die we genomen hebben op tijd en stond evalueren zonder daar verder een politiek spel van te maken.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel allemaal, om tussen te komen. Eerst en vooral wil ik het hebben over de onduidelijkheid inzake de kritiek en het debat. Dat zijn luxeproblemen, mijnheer D’Haese. In China zou dat allemaal niet zo veel problemen geven, absoluut niet. (Gelach)
Mevrouw Goeman, ik wil eerst en vooral zeggen dat ik niet pleit voor een hervorming. Ik weet niet of u het gemerkt hebt, maar hierover werd gestemd enkele weken of maanden geleden. Die hervorming is doorgevoerd. Ik verwijs naar die hervorming.
Mijnheer D’Haese, voor 71 procent van het wagenpark van 2019 waarop we ons gebaseerd hebben, is er een verlaging van die BIV. Verder, mijnheer D’Haese, u hebt het over het zaagtandsysteem waardoor er erosie zou ontstaan. Die stijging had kunnen oplopen tot 25 procent, maar net door die hervorming hebben we die vermeden. Dat gebeurde door dat nieuwe systeem met een overstap van NEDC naar WLDT.
Hadden we dat niet gedaan, hadden we die ingreep onlangs niet gedaan, dan zouden we nu met een belastingverhoging gezeten hebben van mogelijk 25 procent. De garantie die ik u geef, is dus dat we die belastingverhoging níét gedaan hebben. Laat dat zeer duidelijk zijn.
Ja, we waken inderdaad over die curve. Ik denk dat dit een terechte bekommernis is, ook de mijne. We hebben er zeer veel tijd en werk in gestoken om te zorgen dat de hervorming die we nu doorgevoerd hebben, niet zou leiden tot een belastingverhoging, maar wel tot vergroening. Dat is een moeilijke combinatie, maar ik denk dat we daar een goed systeem opgezet hebben. We gaan dat in de gaten houden, want het blijft natuurlijk een systeem om het gedrag van mensen te gaan bijsturen, en dat is altijd moeilijk in te schatten. Ik denk dat jullie dat ook wel begrijpen. We gaan dat in elk geval in de gaten houden.
Mijnheer Verheyden, wat de verbrandingsmotoren betreft – ik begrijp uw punt, voor alle duidelijkheid –, dat zit ook in de formule. Het is een zeer ingewikkelde formule, maar als verbrandingsmotoren properder – dus milieuvriendelijker – worden, dan gaan ze ook minder BIV en minder jaarlijkse verkeersbelastingen betalen. Anders waren we er nooit in geslaagd om in de hervorming die ik nu net heb doorgevoerd, 71 procent van die wagens een verlaging te geven. Dat zou nooit gelukt zijn. Dat zit er dus ook in. Het punt dat u maakt, is richting diesel, maar bij diesel moet je niet alleen kijken naar CO2, maar ook naar fijn stof. Ook fijn stof, en stikstof, en nog andere zaken zitten in die formule. Men moet dus ruimer kijken dan alleen maar CO2 – dat geef ik u maar mee.
Ik ben zonet niet ingegaan op uw eerste vraag, maar de kilometerheffing ligt op dit moment inderdaad niet op tafel. De deur openzetten naar de volgende legislatuur, daarvoor heb ik de klink niet in handen. Het is de kiezer die daarover beslist. Daarover kan ik u dus niets vertellen.
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik wou eigenlijk niets meer toevoegen aan mijn slotwoord, maar aangezien de opendebatcultuur vandaag heel belangrijk is, doe ik het toch.
Minister, ik had geen kritiek. Ik wou gewoon naar aanleiding van de berichtgeving, samen met de collega’s, uw standpunt vernemen. Het gaat er mij vooral om dat er geen platte belastingverhogingen zijn, zonder dat we het kind – de vergroening van de verkeersfiscaliteit – met het badwater weggooien. Geen belastingverhoging, en daarin hebt u me gerust gesteld, minister. Vandaar: dank voor uw antwoord.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, wat heeft de modale Vlaming de afgelopen jaren al te slikken gekregen? Wat heeft de modale automobilist allemaal op zijn boterham gekregen? Lage-emissiezones, waarbij men bij de minste misstap een zware boete krijgt. Accijnzen op brandstof, die bij de hoogste in heel Europa zitten. Een onrechtvaardige verkeersbelasting, en nu – als we dat mogen geloven – misschien op middellange termijn een kilometerheffing. In 2019 incasseerden alle overheden in dit land alles samen 21,5 miljard euro belastingen via de belasting op motorvoertuigen. De auto is en blijft dus de melkkoe van alle overheden in dit land, ook van de Vlaamse. Nogmaals: de Vlaming betaalt zich blauw, dat zegt ook uw coalitiepartner. Wel, collega’s, aan die blijvende hold-up op de portemonnee van de Vlaamse automobilist zal het Vlaams Belang alvast niet meedoen. Dank u wel.
De actuele vragen zijn afgehandeld.