Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
Ik wil het hebben over de varkenspest die in de provincie Luxemburg is uitgebroken.
Ik ga ervan uit dat de Vlaamse Regering het nodige doet om dit probleem domeinoverschrijdend aan te pakken, ook als het gaat over de communicatie met Wallonië. Ik wil het vandaag met u echter over de jeugdbewegingen hebben. 150 groepen dreigen zonder zomerkampplaats te vallen. Dat komt ongeveer overeen met 8000 jongeren. Het is niet zo dat je op korte termijn een oplossing kunt vinden, want je moet die kampplaatsen jaren op voorhand boeken. Bovendien verandert de plaats waar de varkenspest zich voordoet continu. Het is een epidemie, het is een crisis, en zoiets heeft dus de hoogste graad van onvoorspelbaarheid.
Minister, u hebt regelmatig contact met de jeugdbewegingen. Hebt u met hen contact opgenomen? Welke acties wilt u ondernemen? Welke oplossingen liggen er in het verschiet zodat onze jongeren zonder kopzorgen op kamp kunnen gaan?
Minister Gatz heeft het woord.
“Als wij des zomers gaan kamperen in het bos of op de hei…” Ik verwacht nu dat iedereen invalt. Nee, alle gekheid op een stokje, voor de Vlaamse en Brusselse kinderen is kamperen nog altijd een zeer geliefd tijdverdrijf. Het gaat in totaal toch over 500.000 kinderen en 6600 kampen, die weliswaar over heel het land en soms in het buitenland liggen. Er zit in de zomer dus wel wat beweging in de jeugdbeweging.
U hebt het juist aangegeven. Een maand geleden zijn we gealarmeerd door de ernst van het uitbreken van de Afrikaanse varkenspest in de provincie Luxemburg. Die is niet schadelijk voor de mens, maar wel gevaarlijk vanuit het oogpunt van de landbouw. Op dit ogenblik lopen de cijfers wat uit elkaar. Er zijn 100 tot 150 groepen, en volgens mijn cijfers 10.000 jongeren, bedreigd in hun mogelijkheid om deze zomer op kamp te gaan.
We hebben de voorbije weken achter de schermen hard gewerkt met De Ambrassade, het kabinet, het departement en de jeugdbewegingen. Ik wil minister Vandeurzen, minister Weyts en minister Crevits in het bijzonder bedanken omdat ook zij in de werkgroep mee aan de kar trekken. We laten het platform nu proefdraaien, maar we willen vrijdag ten laatste een platform lanceren waarop alle jeugdbewegingen die vandaag al weten dat zij in de getroffen of aangrenzende perimeter zitten – want de varkenspest breidt zich langzaam maar zeker nog altijd uit – makkelijker een reserveoplossing kunnen vinden. Het gaat heel breed. Het gaat over scholen, jeugdbewegingen die nog lokalen ter beschikking hebben, zelfs over bedrijven, lokale besturen, landbouwers en particulieren. We roepen alle hens aan dek zodat zoveel mogelijk kinderen en jongeren op kamp kunnen gaan.
Dank u voor uw kordate aanpak en uw antwoorden. Voor de fysische, maar ook voor psychologische ontwikkeling van onze kinderen is zorgeloos op kamp gaan van primordiaal belang.
Tijdens deze legislatuur was u een voortrekker van het masterplan Bivakplaatsen. U hebt tegelijkertijd ook de tentenstock aangepakt. Uit de reactie op dergelijke problemen komen good practices voort. Bestaat de mogelijkheid om die good practices tegelijkertijd met die nieuwe kampplaatsen structureel op te nemen in het masterplan Bivakplaatsen?
Mevrouw Soens heeft het woord.
Ik ben zelf jarenlang leidster geweest bij de Chiro. Ons bivak in juli was altijd het hoogtepunt van het jaar. Dat is zo voor vele jongeren. Ze kijken er maanden naar uit.
Er is een oproep geweest naar scholen en landbouwers om terreinen open te stellen. Hebt u ook aan Defensie gevraagd om terreinen open te stellen? Uiteraard is elke extra plek die kan worden vrijgemaakt welkom.
Laat ons hopen dat die tienduizend jongeren en kinderen die vandaag niet op kamp kunnen vertrekken toch snel duidelijkheid krijgen en alsnog deze zomer op kamp kunnen gaan.
Kunt u melden bij welke jeugdbeweging u geweest bent?
De heer Annouri heeft het woord. Ook Chiro?
Voorzitter, ik heb enkele jaren leiding gegeven bij de scouts.
Minister, we hebben in het verleden al enkele keren gedebatteerd over de jongerenbewegingen die op kamp wilden gaan en die dreigden niet voldoende tenten te zullen hebben. Elk jaar opnieuw blijkt het een avontuur te zijn.
Dit jaar zorgt die varkenspest ervoor dat de locaties in het gedrang komen. Ik vind het heel goed dat u nu overleg gaat plegen of hebt gepleegd, en dat er vrijdag een onlineplatform met alternatieven wordt gepresenteerd. Die alternatieven zijn zeer uiteenlopend, maar ik ga ervan uit dat ze voldoende dekkend zijn voor die acht- tot tienduizend jongeren die op dit moment geen plek hebben. Dat moet voldoende zijn, ook ingecalculeerd dat het aantal kan toenemen aangezien het gebied met varkenspest kan uitbreiden. Dat is daarin mee opgenomen. Is er een een-op-eenafdekking voor de jongeren die er nu niet kunnen zijn? Ja of neen?
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, ik deel uiteraard de bezorgdheid van de vraagsteller. Het is altijd lastig wanneer er kampplaatsen plotseling niet meer beschikbaar zijn. Jeugdbewegingen zijn daar vaak een jaar op voorhand mee bezig. Ze zijn maar gerustgesteld wanneer die kampplaats vastligt. Dat is de kers op de taart.
Minister, ik heb een bijkomende vraag voor u. De kans bestaat dat de getroffen regio nog verder uitbreidt en dat er nog meer groepen niet naar hun kampplaats zullen kunnen gaan. Hebt u hiermee rekening gehouden? Vertrouwt u erop dat dit kan worden opgevangen met de maatregelen die nu worden genomen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik sluit mij ook graag aan bij deze vraag. Minister, ongeveer een maand geleden, toen wij hoorden van de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest, stelde ik u een schriftelijke vraag. Dit zou waarschijnlijk problemen opleveren voor een aantal kampen die daar waren gepland. U hebt toen gezegd dat u een actieplan zou opmaken. Ik verneem dat De Ambrassade en het jeugdwerk ongelooflijk veel werk hebben verzet om hiervoor een oplossing uit te werken. Ik ben blij dat u ook samenwerkt met de andere ministers. Welk contact hierover hebt u zelf gehad met de gouverneur van Luxemburg en met minister Collin, om nu voor de eerstkomende kampen een oplossing te zoeken, maar ook met het oog op de toekomst? Als we in dezen de gegevens van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) geloven of horen, weten we dat het feit dat een gebied getroffen is, minstens twee jaar impact heeft. Minister, hebt u ook al gesproken over de doorkijk naar de toekomst? Hoe wenst u dat aan te pakken?
Wat we nu weten, is dat we op zoek zijn naar minstens 100 plaatsen. Dat is het minimum. 150 werd hier ook al genoemd, en met de uitbreiding is 200 niet uitgesloten. Op dit ogenblik weten we nog niet of we die zullen halen. Ik ga ervan uit dat dat mogelijk moet zijn. Dat zal vanaf vrijdag een beetje in een sneeuwbaleffect beginnen te gaan. We zijn daar dus wel degelijk op voorbereid. Wat we, volgens mijn informatie voor dit antwoord, nog niet hebben gedaan, is Defensie aanspreken. We zullen dat doen. Ik ga ervan uit dat dit nog moet gebeuren. Dat gaan we zeker doen. Bedankt voor de extra suggestie. Er zullen misschien nog andere suggesties moeten komen. We werken ook goed samen, voornamelijk met het platform Les Scouts. Net zoals in Vlaanderen zijn er daar verschillende scoutsfederaties. Zij proberen ook in Wallonië naar alternatieven te zoeken. We zullen enerzijds de alternatieven uitbreiden, anderzijds weten we waar we voor staan.
Mijnheer Bajart, we zullen van de nood een deugd maken. Misschien komen er op die manier wel een aantal nieuwe kampplaatsen bij. Dat zullen we dan wel zien. Daar durf ik vandaag niet op te hopen. Het zal uiteraard misschien niet allemaal van dezelfde kwaliteit zijn als in de fantastisch groene provincie Luxemburg.
Tot slot, wij zullen dan bekijken of we er zicht op hebben of de vraag en het aanbod wel degelijk matchen, mevrouw Rombouts, en welke repercussies dat zal hebben voor de komende twee jaar. Ik wil die vraag zeker meenemen, maar daar kan ik u nog niets over zeggen. Ik weet niet hoe groot de perimeter en hoe groot de gevolgen voor de komende jaren zullen blijven. Misschien dat we, door een bijkomend aanbod te creëren, daar toch al een deel van de oplossing kunnen brengen.
Het is dus een work in progress. U hebt het juist gezegd: samen met de jeugdsector gaan we hier onze schouders onder zetten. We zijn dit aan het doen. Ik maak me sterk dat we voor elke groep een waardig alternatief zullen vinden, zodat ze het zomerplezier op het kamp kunnen vinden.
Minister, bedankt voor uw antwoorden, en voor de mogelijkheden die u naar voren brengt. Ik bedank ook de collega’s voor de suggesties en de bijkomende inzichten, en vooral voor de doorkijk naar de toekomst. Want die blijft toch belangrijk in dit dossier, vind ik.
De actuele vraag is afgehandeld.