Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, gisteren stond op de eerste bladzijde van Gazet van Antwerpen in grote drukletters het volgende te lezen: ‘Recordmaand mei voert druk op voor havenuitbreiding’. De aanleiding van die titel waren de overslagcijfers voor de containertrafiek in de Antwerpse haven van de maand mei: er werden maar liefst 1 miljoen TEU – twenty feet equivalent units of standaardcontainers – verhandeld. Dat is een toename van 9,6 procent in vergelijking met mei 2017. Dat is geen eenmalige piek, want de kwartaalcijfers van januari tot maart 2018 tonen aan dat het aantal verhandelde containers met 9,5 procent gestegen is in vergelijking met 2017.
Die cijfers bevestigen ook de prognose van de haven dat we binnenkort te maken krijgen met een congestie en een krapte bij de behandeling van containers in de Antwerpse haven. In 2021 zou die krapte zich manifesteren. Die cijfers bevestigen de noodzaak aan een snelle beslissing over de toekomstige uitbreiding van die containercapaciteit.
Kunt u het parlement een stand van zaken geven van de zogenaamde ‘tussennota’ waaraan u werkt en van het beslissingsproces in verband met het complexe project om te voorzien in die robuuste extra capaciteit voor de Antwerpse haven?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we absoluut een capaciteitsuitbreiding moeten creëren. Zeker in zo’n hyperconcurrentiële omgeving als de wereldhavens staat niet vooruitgaan gelijk aan achteruitgaan. Dat zou gegarandeerd een verlies van marktaandeel betekenen.
In juli 2016 is de Vlaamse Regering hiermee gestart. Nu zitten we in de onderzoeksfase, op basis van een alternatievennota. Er werden acht alternatieven naar voren geschoven, waaraan ik een negende heb toegevoegd, die we momenteel aan het afwerken zijn.
Er waren drie argumenten om daar een negende alternatief aan toe te voegen. Ten eerste is het de bedoeling de impact op de natuur maximaal te beperken. Ten tweede willen we zorgen voor een maximale positieve mobiliteitsontsluiting. Ten derde willen we zorgen voor de capaciteitsuitbreiding die we voor ogen hebben, namelijk minstens 6,5 miljoen TEU, zeg maar 6,5 miljoen containers.
Daarnaast zijn er nog twee extra argumenten. Ten eerste is er de zogenaamde turbiditeit. Dat gaat over de slibafzetting. Naargelang het gekozen scenario is er meer of minder slibafzetting. Ten tweede is er de nautische toegankelijkheid. We moeten ervoor zorgen dat het verkeer over het water vlot kan blijven doorstromen.
Op basis van die argumenten werden negen alternatieven naar voren geschoven, die we nu aan het finaliseren zijn en waarvoor we een draagvlak zoeken. Het is wel expliciet de bedoeling om te zorgen voor een zo groot mogelijk draagvlak. Dit is een combinatie van zowel inbreidings- als uitbreidingsmaatregelen.
Volgende week hebben we hierover een werkgroep of zogenaamde ‘workshop’ in het kader van mobiliteit. Ik ben van plan om midden juni aan de Vlaamse Regering een tussennota voor te leggen. Daarna volgt een publieksraadpleging en een adviesronde. Eind oktober zou er dan een voorontwerp van voorkeurbesluit moeten zijn. Daarna start er, volgens de procedures ruimtelijke ordening en het Complexeprojectendecreet, opnieuw een openbaar onderzoek. Op die manier zouden we in het najaar van volgend jaar een voorkeurbesluit moeten hebben. Natuurlijk hangt dat af van het alternatief dat naar voren geschoven wordt.
Sowieso kunnen we wel op vrij korte termijn werk maken van die inbreidingsmaatregelen. Die kunnen dan al starten, want die vergen minder voorbereiding en minder uitvoeringstijd.
Bedankt voor uw antwoord, zowel voor de toelichting over het negende alternatief als de timing en de beweegredenen daarvoor. Het is belangrijk dat dat duidelijk gemaakt wordt.
Ook goed nieuws is dat er een snelle beslissing wordt vooropgesteld in het najaar en dat men al onmiddellijk werk zal kunnen maken van die inbreiding. Dat lijkt mij een gelaagde beslissing in uitvoering.
Collega's, ik wil toch nog eens het belang benadrukken van zo een spoedige beslissing. Ik wil in herinnering brengen dat de haven van Antwerpen goed is voor 150.000 directe en indirecte Vlaamse jobs en, als ik me niet vergis, in 2016 een toegevoegde waarde kende van rond de 20 miljard euro in onze regio. Ik denk dat het belang nog eens is benadrukt van die spoedige beslissing. Minister, u zei terecht: 'Stilstaan is achteruitgaan.' Met die spoedige beslissing stelt men de concurrentiepositie van de Antwerpse haven veilig. Want vergis u niet, de beslissingen over de toekomstige lijnen worden nu genomen in de hoofdkwartieren van de rederijen, niet in de toekomst. Ze worden nu genomen. Vandaar het enorme belang van duidelijkheid qua timing, waarvoor dank, minister.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, laat mij duidelijk zijn: ik zeg niet dat de uitbreiding van de containercapaciteit op termijn in de Waaslandhaven op de linker-Scheldeoever onbespreekbaar is. Ik zeg vandaag wel dat de mobiliteit een heel ernstig probleem is in het Waasland. Er is geen mobiliteit, minister. Het verkeer staat stil. Luister naar de verkeersinformatie: uren durende files op de E17 en de E34, en dit niet alleen op de autosnelwegen maar ook op de gewestwegen.
Er is niet alleen een probleem met de mobiliteit maar ook met het fijn stof ten gevolge van die mobiliteit. Daar liggen de mensen in het Waasland van wakker. Dit probleem moet bij prioriteit worden opgelost alvorens er uitbreiding kan zijn van de Waaslandhaven. Als het u echt menens is met het dossier, dan zal de aanpak op een andere manier moeten gebeuren.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Ik kan mij eigenlijk volledig aansluiten bij de opmerkingen van collega De Meyer. Als je het kloppend hart van onze economie, onze haven, minister, verder wil ondersteunen en vrijwaren, dan is uitbreiding nodig. Maar die uitbreiding zal maar een succes zijn als je ook de mobiliteitsafwikkeling zorgvuldig omkadert en, mevrouw De Ridder, daar ook nu, tijdig, beslissingen over neemt en klaarheid over schept. Anders zullen ook op dat vlak de haven en de omgeving verder vastlopen. Je ziet nu al dat investeerders ons voorbijlopen vanwege het mobiliteitsprobleem.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Er zijn deze week in Antwerpen twee economische evoluties opgevallen. Ten eerste: het aantal containers neemt toe zonder oplossing voor de files. De heer De Meyer heeft het er al duidelijk over gehad. Ten tweede: er is een industriële speler, met name Umicore, een bedrijf met Vlaamse roots dan nog, die beslist om niet in Antwerpen of in Vlaanderen te investeren. Als het gaat over de enorme economische meerwaarde en de enorme jobcreatie in de haven, die zeer terecht is aangewezen, dan is dat in de eerste plaats vanwege de industrie. De N-VA kiest hier vandaag om vakbond te spelen van de containers en de files in plaats van op te komen voor de industrie. Mijn vraag aan de minister is eigenlijk een opdracht: zorg inderdaad voor een rechtszekere toekomst voor de haven. Met uw procedure van een negende alternatief bent u niet zo goed bezig met de rechtszekerheid. Maar kom, zorg ervoor. Maar zorg ook samen met uw collega's in de Vlaamse Regering voor een goede toekomst voor de industrie in Vlaanderen.
Wat dat laatste betreft, dat hangt natuurlijk samen: geen industrie zonder haven. Er is net een inplanting van industriële activiteit in het Antwerpse dankzij de haven. En vice versa evenzeer. Het ene hangt samen met het andere. U kunt niet zeggen dat u wel meer industrie en werkgelegenheid wilt, maar geen uitbreiding van de havencapaciteit. Dan komt u uzelf tegen.
Wij willen effectief economische groei en vooruitgang. Wij willen dat mogelijk maken met een maximaal draagvlak. Daar werk ik heel hard aan, met een heel eigen stijl. Ik heb inderdaad een negende alternatief op tafel gelegd. U denkt dat dat de zaken allemaal zal bemoeilijken. Ik denk dat niet. Ik werk er dagelijks aan om te zorgen voor een draagvlak, zeker inzake mobiliteit. Een van de cruces in het uitbreidingsverhaal is vanzelfsprekend mobiliteit en vooral dat we zo weinig mogelijk, en als het kan geen extra vrachtverkeer genereren over de weg. Dat zal grote gevolgen hebben voor de gebruikers van de haven. Door de bedrijven in en rond de haven zullen ook de nodige engagementen worden genomen.
Net daarom is er volgende week dinsdag een werkgroep die specifiek op mobiliteit focust. Dat is cruciaal, dat beseft men ook wel in Antwerpen. Het tegenovergestelde zou gek zijn, dat we de haven zouden uitbreiden en dat iedereen daar een groot voorstander van is, en dat de haven zichzelf vast zou rijden. Dat zou contraproductief zijn. Vanzelfsprekend is dat een belangrijk aandachtspunt, dat we volledig meenemen. Dat zal cruciaal zijn in de verdere aanpak, net zoals het cruciaal is in het Complexeprojectendecreet.
Als ik dat als geruststelling kan meegeven: het is een verschrikkelijk moeilijk dossier, waarin het Waasland een heel concrete, belangrijke partner is. Investeringen in mobiliteitsontsluiting en filebestrijding in het Waasland zullen minstens gelijk moeten sporen in de uitbreiding met investeringen in de uitbreiding van de capaciteit. Dat plan ligt momenteel voor en wordt verder uitgewerkt. We hebben al complexe dossiers in het Antwerpse gehad, maar we zijn er toch in geslaagd om het nodige draagvlak te bewerkstelligen, ook al zat het jaren vast. Dit is een gelijkaardig dossier. Ik hoop dat de afloop ook gelijkaardig zal zijn. (Applaus bij de N-VA)
Ik kan en mag en wil hier niet vooraan staan zonder de nadruk te leggen op een vlotte mobiliteit in het Waasland. Dat doe ik ook steeds. De collega's die daarop wijzen, missen toch een en ander van de realiteit en de huidige actualiteit. Gisteren stond de beslissing die is genomen om de Royerssluis uit te breiden in de krant. Waarom doet men dat? Om het aandeel in de binnenvaart van 37 naar 42 procent te krijgen voor containers. Kijk ook naar de knoop die is doorgehakt inzake Oosterweel. Cruciaal voor ons is die mobiliteitsoplossing.
Mijnheer Vanbesien, dat u geen fan bent van de uitbreiding van de haven, zover waren we al. Dat u die houding aanneemt als kandidaat-burgemeester van de grootste stad van Vlaanderen, vind ik eerlijk gezegd choquerend. Het zou u sieren om dat met open vizier te doen in plaats van u telkens opnieuw achter drogredenen te verstoppen, want dat is niet zo eerlijk tegenover de Antwerpenaar. Wij zullen dat op gepaste wijze communiceren.
Minister, ik ben tevreden met uw antwoord en ik ben blij dat u wel overtuigd bent van de meerwaarde. Wij vervolgen samen met u het traject richting een eindbeslissing in het najaar, waarvan het belang niet voldoende kan worden benadrukt. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.