Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Voorzitter, het ontwerp van decreet voorziet in de uitvoering van de AVG. Een juridische werkgroep, bestaande uit een jurist per beleidsdomein, onderzocht in welke mate het huidig regelgevend kader beantwoordt aan die verordening en lijstte alle decreten op die moeten worden gewijzigd. Het zijn er een tachtigtal, en ze bevinden zich in verschillende beleidsdomeinen. Op die manier passen we de Vlaamse decreetgeving in één beweging op een gecoördineerde manier aan de nieuwe AVG aan.
De juridische werkgroep screent ook alle besluiten van de Vlaamse Regering. De screening zal resulteren in één gecoördineerd besluit van de Vlaamse Regering waarbij alle besluiten van de Vlaamse Regering worden aangepast aan de AVG.
Daarnaast liggen er vandaag heel wat amendementen voor van de meerderheid. In 2008 werd de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer decretaal opgericht. De voornaamste bevoegdheid was het verlenen van machtigingen, voorafgaande toestemmingen aan Vlaamse instanties om persoonsgegevens onder bepaalde voorwaarden aan andere instanties of externe overheden te bezorgen.
In de loop der jaren zijn hieraan heel wat aanpassingen gebeurd. Ook vandaag gaan we in het kader van de nieuwe AVG een hervorming doorvoeren, een hervorming die noodzakelijk is.
De amendementen die vandaag voorliggen, maken van de Toezichtcommissie een volwaardige Vlaamse Toezichtcommissie. De huidige regeling inzake machtigingen verandert in een protocollenregeling. Doordat de verschuiving gebeurt naar een protocollenregeling, zal ervoor worden gezorgd dat er veel meer ruimte vrijkomt om de klemtoon te leggen op het ondersteunen en adviseren, en dat zal de implementatie van de AVG concreet maken.
De instanties zullen ook zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat is ook niet onbelangrijk. De nieuwe commissie zal uit drie leden bestaan in plaats van zes. Daarnaast zal een lid van de federale Gegevensbeschermingautoriteit de beraadslaging bijwonen met raadgevende stem. Daar zal uiteraard ook worden voorzien in een samenwerkingsakkoord met de federale overheid.
Vorige week, op 24 mei 2018, heeft de Kamer een wetsvoorstel aangenomen tot wijziging van artikel 114 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Daarom moet de door de commissie Bestuurszaken op 22 mei 2018 aangenomen tekst worden aangepast. Het gaat in het bijzonder over de amendementen 1,4 en 5. Amendement 2 bepaalt dat leden van een kabinet, van om het even welk beleidsniveau, geen lid kunnen zijn van de Vlaamse Toezichtcommissie. Door amendement 3 kan de Vlaamse Regering zich in de overgangsfase beraden over wie ze het best voorzitter acht om de continuïteit van de werkzaamheden van de Vlaamse Toezichtcommissie te garanderen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Collega's, sinds vorige week 25 mei zijn de nieuwe Europese privacyregels echt van kracht, de GDPR in het Engels, AVG in het Nederlands. We hebben daar vorige week in de plenaire vergadering over gediscussieerd met minister-president Bourgeois en minister Muyters.
Voor alle duidelijkheid, die nieuwe Europese privacyregels zijn een goede zaak, want ze beschermen de privacy van eenieder van ons in deze digitale tijden, waarin Mark Zuckerberg ons probeert wijs te maken dat privacy geen issue meer is.
Dat punt heeft hij vorige week nog maar eens gemaakt tijdens zijn passage in het Europees Parlement, zeer tot ontstemdheid van de leden van het Europees Parlement. Met de GDPR toont Europa zijn tanden ten overstaan van internetgiganten als Facebook en Google. De impact van de AVG is complex en enorm want ze heeft implicaties voor alle bedrijven, alle organisaties, tot zelfs elke lokale zelfstandige die gegevens van zijn klanten verzamelt. Wie de regels overtreedt, hangt een boete boven het hoofd tot 4 procent van de omzet, monsterboetes dus.
De impact strekt zich ook uit naar overheidsorganisaties. Er is een heel omvangrijke screening moeten gebeuren van de Vlaamse decreetgeving om die in overeenstemming te brengen met de AVG. Het is deze screening die aan de basis ligt van dit ontwerp van decreet. De screening is een huzarenstukje gebleken. Ik wil namens onze fractie de waardering uitdrukken voor het grondige werk dat de betrokken juridische werkgroep en administratie daartoe verricht hebben, want ze verdienen daarvoor alle krediet.
Ondanks de grondige voorbereiding, is het voorliggende ontwerp van decreet volgens ons al te veel knip- en plakwerk, waar, hoewel het wordt voorgesteld als een technische materie, een aantal heel duidelijke beleidskeuzes aan de grond van liggen, keuzes die voor onze fractie onbegrijpelijk zijn.
Ten eerste is er veel te laat mee begonnen. De AVG is eigenlijk al twee jaar van kracht. We hebben twee jaar de tijd gehad en het ontwerp van decreet dat nu voorligt, had eigenlijk vorige week al van kracht moeten zijn. Ten tweede valt over de hele lijn te betreuren dat in dit proces nooit het advies werd ingewonnen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, kortweg de Privacycommissie. Het inwinnen van het advies is niet verplicht, dat klopt, maar ook de Raad van State heeft heel duidelijk benadrukt dat dat raadzaam was.
Minister Homans heeft het woord.
Collega Segers, ik waardeer uw appreciatie voor de mensen van de administratie en alle diensten die eraan hebben meegewerkt. Twee weken geleden hebben we er uitgebreid over gediscussieerd en gedebatteerd in de commissie. Ik vind het wel een beetje bizar dat u zegt dat we op 25 mei eigenlijk klaar hadden moeten zijn, en daar hebt u wel een punt, maar we zijn wel de eerste entiteit die momenteel klaar is. Ik hoor hier dan allerlei zaken, maar we zullen straks wel zien wat daarvan aan is. We zijn klaar. Er is wel degelijk werk gebeurd.
Als het er dan over gaat waarom er geen advies is gevraagd, zegt u terecht dat de Raad van State in zijn advies zegt dat het inderdaad niet nodig was. Maar als ik mij niet vergis, heeft collega Joosen in haar uiteenzetting ook aangehaald dat het verplicht zou zijn geweest tijdens de beleidsvoorbereiding. Collega's, ik neem aan dat we het erover eens zijn dat we nu niet meer in de voorbereidende fase zijn. Het is een ontwerp van decreet, het is besproken in de commissie en het ligt vandaag definitief ter stemming voor in het parlement. Je kunt dus bezwaarlijk zeggen dat we nog in voorbereiding zijn.
Wat er ook is gebeurd, is dat er zeer recent, namelijk vorige week, in de federale Kamer een wetsvoorstel is aangenomen om de bestaande Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer voor een tussenperiode de taken toe te kennen van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). Dat is zeer recent gebeurd. Het wetsvoorstel daarover is pas eergisteren, namelijk op 28 mei, in het Staatsblad gepubliceerd.
Als u de Europese verordening zeer goed leest – en ik twijfel er niet aan dat u dat hebt gedaan –, dan kunt u zeer duidelijk zien dat overweging 96 van die verordening zegt dat het advies moet worden gevraagd tijdens de voorbereiding van een wetgevings- of regelgevingsmaatregel. Collega Segers, ik denk dat we het erover eens zijn dat we niet meer in de voorbereiding zijn, maar in de definitieve fase ter afronding.
Ik weet ook dat de voorzitter, de heer Debeuckelaere, een mail heeft gestuurd naar alle fractievoorzitters en ook naar de voorzitter van het parlement, om te zeggen dat het verplicht is om een advies te vragen. Er is ook een advies van het parlement gekomen waarin zij bevestigen wat ik hier net kort samengevat heb uitgelegd. Ook de Raad van State is zeer duidelijk geweest. Wij waren niet verplicht om advies te vragen. De vraag is ook nog of de heer Debeuckelaere spreekt in persoonlijke naam of in naam van de autoriteit, ja of neen.
Wat die laatste opmerking betreft, die laat ik aan mij voorbijgaan. Ik snap er ook de draagwijdte niet van. Ik herhaal mijn punt: we hebben twee jaar de tijd gehad om die oefening te maken. Intussen heeft ook de Raad van State bij de beleidsvoorbereiding heel duidelijk aangegeven dat ze nadrukkelijk heeft gezegd dat het raadzaam zou zijn geweest om het advies van de Privacycommissie te vragen, vooral ook omdat in de memorie van toelichting wordt gesteld dat de wijzigingsartikelen in dit ontwerp van decreet vooral formele aanpassingen van de AVG betreffen zonder veel beleidsruimte. Inderdaad, in de oorspronkelijke tekst die werd ingediend in de commissie, was dat nog wel het geval, maar toen we, amper twee uur voor het begin van de commissie, een hele reeks amendementen kregen, bleek toch dat er heel wat beleidskeuzes wel worden gemaakt en dat het zeer zeker niet alleen over technische aanpassingen gaat.
De keuze om een Vlaamse Toezichtcommissie om te vormen – mevrouw Joosen heeft het herhaald – naar wat men bestempelt als een volwaardige toezichthoudende autoriteit, is wel degelijk een beleidskeuze. En vooral de keuze, collega's, en dat is het belangrijkste punt dat ik hier vandaag wil maken, om dat onafhankelijk orgaan niet langer in te bedden in het Vlaams Parlement, maar voortaan de facto te laten afhangen van de Vlaamse Regering, is wel degelijk een beleidskeuze. Eentje waarbij men in het licht van de AVG en de verscherpte vereiste naar onafhankelijkheid van toezichthoudende autoriteiten eigenlijk serieuze vragen kan stellen.
De keuze om te gaan voor een commissie van zes naar drie leden om alle aspecten van de gegevensbescherming – ethisch, juridisch, economisch, ICT-technisch – te coveren, is ook wel degelijk een beleidskeuze. Vandaar dat ik voor deze amendementen, collega's, een motie wil indienen die de raadpleging vraagt van het advies van de Raad van State. Minister, ik heb trouwens ook van mijn fractieleider vernomen dat de voorzitter van het parlement en de fractieleiders deze ochtend zo'n verzoek hebben ontvangen van de huidige voorzitter van de Vlaamse Toezichtcommissie om een advies in te winnen bij de Raad van State. Ik hoop dus dat de collega's mij hierin willen volgen, want ook al lijkt dit een technisch ontwerp van decreet, dat ver van de mensen ligt, toch is het dat in wezen niet. Onze privacy is een belangrijke zaak. Ik wil dat wij een ontwerp van decreet goedkeuren dat goed is en niet iets waar volgens mij heel wat haken en ogen aan zitten.
Ik wou even reageren op het waarom van die volwaardige Vlaamse Toezichtcommissie. Ik denk dat het een zeer logische keuze en een heel rationele keuze is. We doen wat Europa van ons vraagt, namelijk streng toezien op de gegevensbescherming en streng toezien binnen de Vlaamse entiteiten. We kunnen echt gericht gaan ondersteunen op maat van de Vlaamse entiteiten. Ik denk dat dit toch uw bekommernis was in uw actuele vraag van vorige week. Ik begrijp niet dat u dit geen logische en rationele keuze vindt.
Die onafhankelijkheid is ook net gegarandeerd in dit ontwerp van decreet. Het staat er uitdrukkelijk in. "De Vlaamse Regering noch enig ander instituut kan de VTC instructies geven of tussenkomen in bepaalde beslissingen." Het staat er heel uitdrukkelijk in.
Collega Segers, het is een heel klein detail, maar u hebt zich daarnet wellicht versproken. U zei dat de heer Debeuckelaere de voorzitter van de VTC is, maar hij is voorzitter van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Dit gewoon even ter verduidelijking voor de collega’s die misschien niet zo mee zijn in deze materie.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Segers, er wordt hier een beetje een vreemd spelletje gespeeld, als u het mij vraagt.
Eerst en vooral, we zijn exact drie werkdagen te laat. Daarin hebt u gelijk. We hebben vorige week op het Uitgebreid Bureau gevraagd om het eventueel vroeger te behandelen, maar er was toen een juridisch advies dat het niet nodig was en dat de bestaande situatie –– continuïteit van bestuur heet dat – voldoende was om die drie dagen te overbruggen. Daar was dus geen probleem mee.
Ten tweede, u stelt de onafhankelijkheid in vraag als men afhangt van de regering. Audit Vlaanderen werkt ook onafhankelijk. Het kan best dat het advies helemaal overeind blijft en zijn waarde behoudt ook al hangt het af van de regering. Maar goed, u hebt blijkbaar een andere invulling van wat ambtenaren in hun rol precies moeten doen of zouden doen. Dat laat ik aan u over.
Het is zeer vreemd dat dit twee weken geleden besproken is in de commissie. Als ik me niet vergis, is dat daar allemaal niet aan bod gekomen en nu plots, enkele uren voor de plenaire vergadering, komt dat naar boven. U springt daar onmiddellijk op om daar iets mee te doen, maar wat de heer Debeuckelaere daar eigenlijk vraagt, klopt helemaal niet. Hij beweert dat er een verplichting zou zijn om een advies te vragen, maar dat is niet waar. U hebt zelf ook aangegeven dat dit niet klopt. Nu vraagt u om advies te vragen bij de Raad van State over de vraag of het verplicht is om advies te vragen bij de Privacycommissie. Dat is wat heer Debeuckelaere vraagt. Maar de Raad van State heeft zich daar in het verleden al over uitgesproken en heeft toen bevestigd dat dat niet het geval is. Dus waarom zouden we dat nu nog eens doen? Hier worden rare spelletjes gespeeld om alles te vertragen, vermoed ik, want ik zie verder niet wat hier het grote probleem zou zijn. Hier is een vreemd schouwspel bezig.
Ik ga in op die laatste opmerking. Mijnheer Diependaele, ik ben vooral niet bezig met vertragingsmechanismen. Met dit dossier zijn inderdaad heel vreemde zaken gebeurd. In uw plan van de N-VA, Slim Vlaanderen, lees ik dat u gaat voor een absoluut autonome, onafhankelijke privacy-autoriteit. Bij de toelichting van de amendementen die anderhalf uur voor de commissievergadering werden ingediend, leek het alsof het een volwaardige privacy-autoriteit is, maar als je te gronde kijkt, dan zie je de facto een uitkleding van wat vandaag de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (VTC) is. Een uitkleding omdat er maar drie in plaats van zes leden zijn. U moet weten dat die mensen daarnaast ook werken. Momenteel komt de VTC maandelijks bijeen en zijn ze met zes, maar nu zullen ze dat dus met drie mensen moeten doen. Wat de werkbaarheid van die nieuwe samenstelling betreft, geloof ik niet dat men daarmee een krachtdadige autoriteit heeft.
Het feit dat u die onder de controle van de regering plaatst, is wel problematisch. De geest van de AVG is wel degelijk dat er een absolute scheiding moet zijn en dat er een absolute onafhankelijkheid moet worden gegarandeerd. Hier wordt een autoriteit opgericht die controle uitoefent op de diensten van de regering, terwijl ze zelf wordt aangeduid en gecontroleerd door de regering. Dat is op zich hoogst merkwaardig.
U zegt dat ik de boel zou vertragen, maar dat is niet waar. Het ontwerp van decreet is goedgekeurd op de minsterraad van 2 maart 2018, terwijl we in 2016 al wisten wat er moest gebeuren. Het is ingediend in het parlement op 11 april omdat het kabinet van minister Homans er blijkbaar niet in slaagde de handtekeningen bijeen te krijgen, en is rondgedeeld op 30 april. Wij spelen dus geen vertragend spelletje.
Mevrouw Segers, nu gaat het over uw mondelinge vraag voor een advies van de Raad van State. Ik stel voor dat we dit debat nu afronden en dat we er nadien over stemmen. Daarna kunt u uw argumentatie verder ontwikkelen.
Ik zou graag op voorhand argumenteren waarom ik denk dat dit met haken en ogen aan elkaar hangt.
U hebt net aangekondigd dat u zich erop toespitst dat dit debat wordt gevoerd en dat we daarna verder zullen spreken over het ontwerp van decreet.
Mevrouw Segers, u zegt dat dit ontwerp op 2 maart 2018 is goedgekeurd door de regering en nadien is overgezonden. U weet zeer goed dat we daar begin 2016 mee begonnen zijn. Wanneer u dus spreekt over 2 maart, dan gaat het over de definitieve goedkeuring. U en uw partij weten zeer goed welke weg een dergelijk decreet moet afleggen. Als u dus wilt laten uitschijnen dat alles in 2 maanden in plaats van 2,5 jaar is geregeld, dan vind ik dat toch wat kort door de bocht.
Minister, ik heb u verschillende schriftelijke vragen over dit dossier gesteld en ik heb altijd nietszeggende antwoorden gekregen.
Ik wist dat er een pingpongspelletje bezig was tussen u en de voorzitter van dit parlement, Jan Peumans, die zelf inderdaad dacht aan een echte volwaardige privacy-autoriteit, wat een absurditeit zou zijn omdat we een federale autoriteit hebben die zelfs nog niet genoeg is uitgerust. Dat initiatief is door het parlement teruggegeven aan de minister, die het vervolgens dan toch zelf heeft moeten doen, maar dan ingediend door het parlement. Er is over dit dossier een pingpongspelletje gespeeld dat niet mooi is.
Er is volgens mij vooral een pingpongspelletje bezig in uw hoofd. U neemt het taalgebruik van de heer Debeuckelaere over door te zeggen dat de commissie zou worden uitgekleed, terwijl hij er vroeger zelf voor heeft gepleit om alleen nog maar een administratief orgaan over te houden.
Nu zegt u eigenlijk het tegenovergestelde, namelijk dat we geen volwaardige commissie meer hebben. Wat is het nu eigenlijk? Waar komt het nu op neer?
Mijnheer Diependaele, u wilt laten uitschijnen dat het een volwaardige commissie is, maar dat is het niet, met slechts drie leden.
Mevrouw Segers, als ik het goed heb begrepen, is de argumentatie van de vraag waarover we nu zullen stemmen, namelijk de vraag om een advies van de Raad van State, afgerond. Aangezien niemand hierover nog het woord wenst te nemen, stel ik voor dat we op basis van artikel 72 van het reglement een stemming houden.
De volksvertegenwoordigers die een advies van de Raad van State wensen, moeten voor stemmen. Degenen die dat niet wensen, moeten tegen stemmen.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
94 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
25 leden hebben ja geantwoord;
69 leden hebben neen geantwoord.
Om het advies van de Raad van State te kunnen vragen, had een derde van de Vlaamse volksvertegenwoordigers ja moeten stemmen. Dat is niet het geval. Dientengevolge is het verzoek om advies van de Raad van State verworpen.
Voorzitter, dan vraag ik u nu aan u om dit te onderzoeken. Dat kan ook op uw initiatief. Ik vraag u om de Raad van State om een advies te vragen. Ik wil u nu gerust alle argumenten geven. (Opmerkingen)
Mevrouw Segers, ik heb al uw argumenten gehoord.
Neen, ik heb ze nog niet gegeven. (Gelach. Applaus bij sp.a)
Mevrouw Segers, de stemming is voorbij, maar ik zal met een barmhartig hart naar u luisteren en daarna oordelen met de weinige wijsheid waarover ik als plaatsvervanger van de heer Peumans beschik.
Voorzitter, ik verwacht geen barmhartigheid, maar wel ratio.
Mijn grootste bezwaar heb ik al gemaakt. Wat een onafhankelijk orgaan moet zijn, wordt rechtstreeks afhankelijk van de Vlaamse Regering. De leden worden door de Vlaamse Regering aangeduid en het huishoudelijk reglement moet door de Vlaamse Regering worden goedgekeurd. Dat is een eerste punt. Hoe onafhankelijk kan een orgaan zijn indien de leden worden benoemd door een instantie waarop het wordt geacht toezicht te houden en indien die instantie ook nog eens de spelregels bepaalt?
Ten tweede kan ik er niet bij waarom Vlaamse volksvertegenwoordigers zelf komen aanzetten met een voorstel dat een orgaan van het Vlaams Parlement omvormt tot een vehikel van de Vlaamse Regering. Er is zelfs niet voorzien in een rapporteringsverplichting aan het Vlaams Parlement. Dat is niet langer verplicht. We zullen hier niets meer mee te maken hebben. Van verantwoording aan het Vlaams Parlement is geen sprake meer. Ik zou bijna vermoeden dat de VTC in haar huidige vorm misschien wat te nauw op een correcte naleving heeft toegezien en dat dit de overheid niet zint.
Ten derde heeft de voorgestelde nieuwe toezichthouder in vergelijking met de bestaande VTC minder mogelijkheden om voorwaarden op te leggen. Het machtigingensysteem wordt vervangen door protocollen, waardoor vrijblijvend het advies van de VTC kan worden gevraagd. Dat is niet verplicht, wat impliceert dat bepaalde diensten zonder enige interventie van de nieuwe VTC door middel van protocollen gegevensuitwisselingen kunnen regelen.
Ook dat is een achteruitgang ten opzichte van de bestaande situatie. Er wordt in Vlaanderen een toezichthouder opgericht, maar de instrumenten om op te treden, worden beperkt. In amendement 9 wordt enkel voorzien in een verplicht advies voor regelgeving.
Op dat systeem van protocollen bestaan dan ook nog eens uitzonderingen. Indien de gegevensuitwisseling binnen eenzelfde instantie gebeurt, moet geen advies van de VTC worden gevraagd. Op die manier is er geen overzicht van de gegevensstromen meer en wordt controle dan ook bijzonder moeilijk. De transparantie ten aanzien van de burger is op die manier helemaal zoek. Er is de verplichting tot publicatie op de website van de betrokken instantie, maar de vraag is welke burger daarnaar op zoek gaat.
Vervolgens, het is aangewezen om te voorzien in publicatie, denken wij, op één centrale plaats, namelijk bij de toezichthouder. Dat zal op zijn minst zorgen voor transparantie.
Ten vierde, de nieuwe toezichthouder kan geen administratieve geldboete opleggen. Dat is amendement 12. “Men is bevoegd om corrigerende maatregelen te nemen overeenkomstig artikel 58, lid 2, van de AVG. De Vlaamse Toezichtcommissie moet rekening houden met de informatieveiligheid en de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico’s voor de rechten en vrijheden van personen.”
Beste collega's, dat zijn eigenlijk zaken die de AVG oplegt aan de verantwoordelijke voor de verwerking, niet aan de toezichthouder. Eigenlijk wordt dit met dit amendement doorgeschoven naar de toezichthouder. Dat is opnieuw een heel bijzonder bizarre situatie.
Ten vijfde, de interne werking van de toezichthouder wordt dooreengeschud. De Vlaamse toezichthouder dient zich zo te organiseren dat het lid van de VTC of het personeelslid dat in een concreet dossier reeds een toezichthoudende of adviserende rol heeft vervuld, niet de sanctionerende taak in dat dossier kan uitvoeren. Dat is een heel bizarre situatie. Momenteel wordt het advies of de beslissing genomen door de VTC als collegiaal orgaan en niet door één lid of personeelslid. Ik denk niet dat het wenselijk is om daaraan te raken, want hoe kan een toezichthoudende commissie zich zo organiseren dat een ander lid of een personeelslid en sanctionerende taak moet uitoefenen dan degene die het advies heeft gegeven? Betekent dat dan dat de VTC geen corrigerende maatregelen meer kan nemen als ze als collegiaal orgaan een advies heeft gegeven?
Daarnaast krijgen enkele leden een onderzoeksbevoegdheid terwijl in de huidige VTC de personeelsleden die ook hebben. De personeelsleden zijn volledig tewerkgesteld voor de nieuwe VTC, maar mogen geen controletaken meer uitvoeren. Het aantal leden, het is al ter sprake gekomen, wordt gehalveerd. Dus dat wil zeggen dat we in de toekomst slechts een toezichthouder hebben met heel schaarse controlecapaciteit. Allicht was dat de bedoeling.
Ten zesde is er wat betreft de toezichtsbevoegdheid niet meer in samenwerking voorzien met de federale Gegevensbeschermingsautoriteit. Nochtans is interfederale samenwerking noodzakelijk. Er is wel voorzien in overdracht naar het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter, maar het lijkt mij logisch dat inbreuken ook aan de federale Gegevensbeschermingsautoriteit worden doorgespeeld.
Ten zevende, het halveren van het aantal leden is ingegeven door budgettaire redenen. Men maakt zich sterk dat het een beetje een neutrale operatie kan worden. Maar de adviesbevoegdheid van de nieuwe VTC zoals in amendement 9 is gestipuleerd, stelt een termijn van dertig dagen voorop. Dit kan nog verkort worden tot vijftien dagen in dringende gevallen. Heeft men eigenlijk al aan de huidige commissie eens gevraagd of een termijn van dertig dagen wel werkbaar is? De VTC vandaag heeft zestig dagen en komt één keer per maand samen. Frequenter samenkomen om die termijn van dertig dagen te respecteren zal noodzakelijk zijn, maar is dat realistisch? Het zijn allemaal mensen die een andere voltijdse job hebben. Kun je onder die omstandigheden de nodige expertise blijven aantrekken? Wie gaat dat nog willen doen? Dat is uiteindelijk de vraag. Het aantal experten inzake privacy is niet dik gezaaid.
De verplichting om een informatieveiligheidsconsulent aan te stellen, komt te vervallen. Die consulenten hebben echter een eigen rol en een finaliteit die veel verder gaat dan de AVG-naleving. Zij worden niet overbodig op 25 mei of na een aanstelling van een Data Protection Officer (DPO). Met andere woorden, er is sprake van een volwaardige toezichthouder en jullie creëren de illusie om daarbij streng te willen zijn, maar eigenlijk komt dit neer op een uitkleding.
Bij een eerste lezing van die amendementen leek het ons dat die Vlaams-nationalistische drang aan de basis lag van de wens voor een eigen toezichthoudende commissie. Maar eigenlijk is het tegendeel waar. Wat nu voorligt, hangt met haken en ogen aan elkaar en zal de privacy van de Vlaamse burger niet per se beter beschermen.
Voorzitter, bij deze herhaal ik mijn vraag. Ik doe een beroep op uw wijsheid. Ik heb de argumenten aangegeven. U kunt vooralsnog beslissen om toch advies in te winnen van de Raad van State. Doe het.
Mevrouw Segers, u had ons vorige week al verwittigd dat u een boompje ging opzetten. U moet wel opletten dat u het nog vindt in uw eigen bos. Eind februari diende u een voorstel van resolutie in, waarbij u zich gigantisch veel zorgen maakte over de financiële repercussies van de toezichtscommissie. Toen er een ontwerp voorlag waarbij we van zes naar drie effectieve leden gingen, was u er als de kippen bij om een amendement in te dienen om weer naar zes leden te gaan. De sky was opnieuw de limit. Qua efficiëntie ontgaat het nut hiervan mij volledig. (Applaus bij de N-VA)
Vorige week stelde u dan een actuele vraag over de noodzaak van de bescherming van die gegevens. Ik begrijp die bekommernis volledig en steun ze ook. U voegde er nog van alles aan toe, onder meer dat we niet klaar zijn en dat er nog te veel vragen zijn. Als we daar iets willen aan doen door de oprichting van een volwaardige Vlaamse toezichtscommissie, die van onderuit de vragen op maat kan beantwoorden, bent u er weer tegen. Ik begrijp iets niet, er is hier toch sprake van enige inconsequentie, denk ik. (Applaus bij de N-VA)
De heer Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Joosen heeft al het voornaamste gezegd. Ik zat eigenlijk te wachten op argumenten om naar de Raad van State te moeten gaan. Ik heb van u veel beleidskeuzes gehoord. U zou andere keuzes maken, dat is uw goed recht en ik heb daar geen probleem mee en alle waardering daarvoor. Maar ik heb niet gehoord op welke punten dit ontwerp niet zou voldoen aan de Europese regelgeving of aan andere regels waar we ons moeten aan houden. Ik heb dus geen argumenten gehoord waarom we naar de Raad van State zouden moeten gaan.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Mevrouw Joosen en mijnheer Diependaele, u hebt misschien niet goed geluisterd naar mijn inhoudelijke argumenten.
De keuze om van zes naar drie leden te gaan, hebben jullie gemaakt vanuit budgetgedreven redenen om het met minder middelen te kunnen doen. Wat ik heb proberen aan te geven is dat de beslissing om nu met die drie mensen, van zestig naar dertig dagen te gaan, zeer onrealistisch lijkt. Die mensen hebben nog een andere job daarbij. De zaak wordt op die manier beknot en het druist in tegen de retoriek die jullie hanteren over een volwaardige commissie. Ga dan voor een echte volwaardige commissie, waar de gegevens van de Vlaamse burgers op een goede manier beschermd zijn. Zoals het vandaag voorligt, zijn ze dat helemaal niet.
Wat betreft de Raad van State, herhaal ik mijn eerste, belangrijkste argument: door de Vlaamse toezichtscommissie volledig te onttrekken aan het parlement en ze te laten benoemen door de regering, en waarbij ze zelfs geen rapporteringsverplichting meer heeft, ga je in tegen de geest van de AVG, die precies stelt dat de toezichtsorganen volledig onafhankelijk moeten zijn. Als de Vlaamse Regering die drie mensen benoemt en controleert en het huishoudelijk reglement uitwerkt binnen hetwelk ze moeten werken, is daar volgens ons geen sprake meer van onafhankelijkheid.
Ik wil reageren op de opmerking dat de keuze voor drie leden zou ingegeven zijn vanuit budgettaire redenen. Dat is niet correct. We zijn eerst gaan kijken naar de taken en de scope. Het gaat nu over de Vlaamse entiteiten en niet meer over de mandaten die gegeven worden, maar over protocollering. De vragen komen van onderuit, het gaat om advies. Daarom is er gekozen voor drie leden, helemaal niet vanuit budgettaire overwegingen. (Applaus bij de N-VA)
Wat betreft de laatste opmerking van mevrouw Segers met betrekking tot die onafhankelijkheid en door wie de leden benoemd worden, is het zo dat de AVG letterlijk bepaalt dat die benoeming kan gebeuren door het parlement, de regering of het staatshoofd. Dat laatste gaan we niet doen.
De heer Schiltz heeft het woord.
We kunnen uren discussiëren over het geslacht der engelen. Waar het over gaat, is: ofwel hebben we een aparte privacycommissie in Vlaanderen, die alles doet, ofwel worden onze burgers in Vlaanderen door de Belgische privacycommissie beschermd, en voor de Vlaamse administratie hebben wij een aparte toezichtscommissie en dus opereert die met minimale, maar efficiënte slagkracht. Daarvoor heeft deze regering gekozen.
Uiteraard vind ik het logischer dat wanneer de administratie zich wil versterken om, van onderuit, zoals mevrouw Joosen zei, advies te laten verlenen en protocollen te laten opstellen over hoe ze moet functioneren, ik graag aan de minister vragen wil kunnen stellen of dat allemaal goed loopt en om daarover verslag uit te brengen in het parlement. We richten geen regulator op, maar het dient om de eigen administratie correct te laten werken. Daarom is het logisch dat ze onder de uitvoerende macht valt.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik heb gepoogd om de collega’s ervoor te waarschuwen dat wat hier voorligt, niet beantwoordt aan de geest en de doelstellingen van de algemene verordening gegevensbescherming, en niet noodzakelijk zal leiden tot een betere bescherming, maar helaas ziet het ernaar uit dat ik de collega’s niet zal kunnen overtuigen. Kan ik u overtuigen, voorzitter?
Mevrouw Segers, ik heb wel goed geluisterd naar uw argumenten. Ik heb ook goed geluisterd naar de argumenten van al uw collega’s en van de minister. Ik heb niet de indruk dat er in essentie door u argumenten naar voor geschoven zijn waarover hier of in de commissie nog niet is gedebatteerd. Ik vind het ook belangrijk dat dit decreet kan doorgaan, gelet op de tijdsdruk en het feit dat de Europese verordening al in voege is. Omdat ik geen bijzondere reden heb gehoord en geen argumenten heb gehoord waarover niet al is gedebatteerd in dit parlement, zie ik geen enkele reden om tegen de meer dan tweederde meerderheid die net beslist heeft om geen advies te vragen, in te gaan. Ik zal dus niet ingaan op uw vraag.
Dat is dan heel jammer. Een ontwerp van decreet dat pas op 15 mei is besproken, terwijl de algemene verordening gegevensbescherming op 25 mei inging, dat hier door het parlement is gejaagd, is geen toonbeeld van democratie.
Als u over de inhoud wenst verder te gaan, over de substantie van het decreet zelf, dan hebt u nog ruimschoots de tijd om dat te doen.
Minister Homans heeft het woord.
Ik wil niet vooruitlopen op de stemming, maar ik wil de collega’s die over dit ontwerp van decreet het woord hebben genomen, bedanken, ook mevrouw Segers, hoewel ik natuurlijk niet achter de inhoud van haar betoog sta. Collega’s, ik denk dat jullie wel het belang inzien van dit zeer lijvige ontwerp van decreet, waarin we met de Vlaamse Regering ervoor hebben gekozen om in één beweging en op een zeer goed gecoördineerde manier, onze Vlaamse decreetgeving klaar te maken voor de algemene verordening gegevensbescherming. Ik herhaal nogmaals dat we de eerste entiteit in deze Federale Staat zijn die daarmee klaar is. Dat is een zeer goede zaak.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1556/4)
– De artikelen 1 tot en met 18 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen op de artikelen 19 en 20. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1556/5)
De stemmingen over de amendementen en over de artikelen worden aangehouden.
– De artikelen 21 tot en met 187 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen op artikel 188. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1556/5)
De stemmingen over de amendementen en over het artikel worden aangehouden.
– De artikelen 189 en 190 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 191. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1556/5)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.