Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het aanhoudend plaatsgebrek in de gesloten gemeenschapsinstelling De Grubbe in Everberg
Actuele vraag over het gebrek aan plaats in jeugdinstellingen
Actuele vraag over de vrijlating van jonge delinquenten omwille van het plaatstekort in Everberg
Actuele vraag over de noodkreet van jeugdrechters betreffende het plaatstekort in jeugdinstellingen
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister, als het over Everberg en over de gemeenschapsinstellingen gaat, heb ik soms het gevoel alsof we hier naar de film ‘Groundhog Day’ aan het kijken zijn, waarin hetzelfde scenario zich steeds weer opnieuw afspeelt. Ik maak me daar zorgen over, minister, omdat het hier over een kerntaak van de overheid gaat: veiligheid, de veiligheid garanderen van jongeren die zeer zware strafbare feiten plegen, de veiligheid van de maatschappij die beschermd moet worden tegen jongeren die criminele feiten plegen. En we zien hier dat op vijf dagen tijd vijf keer jongeren moeten worden vrijgelaten omdat er geen plaats is in Everberg. En het gaat hier niet om doetjes. Het gaat hier om jongeren die een gewapende overval hebben gepleegd bij een apotheker. Het gaat hier over jongeren die een andere jongere bijna dood hebben geslagen. Het gaat hier over jongeren die drugs dealen en andere zware feiten plegen.
Ik heb u deze morgen gevraagd om daar zeer creatief mee om te gaan, omdat we nu nood hebben aan meer plaatsen. U bent deze middag gekomen met wat u een oplossing noemt, namelijk het creëren van extra plaatsen in Tongeren. Maar Tongeren, minister, dan zitten we meteen bij die andere film. Want de jeugdgevangenis van Tongeren is de locatie waar ‘De hel van Tanger’ is opgenomen in 2005. Dit is de locatie, minister, die de kinderrechtencommissaris een tikkende tijdbom heeft genoemd. Dit is de locatie die een aantal jeugdrechters hebben omschreven als een locatie met afschuwelijke leefomstandigheden voor jongeren. Dit is de plek, minister, waarover u in een antwoord op een schriftelijke vraag dat u mij hebt bezorgd, zegt dat er na 18 uur en in het weekend bijna geen begeleiding voor die jongeren is.
Waarom hebt u voor Tongeren gekozen, minister? Zult u infrastructurele investeringen doen en investeren in de omkadering, zodanig dat die jongeren daar op hun plaats zijn?
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, de jeugdrechters hebben nog maar eens aan de alarmbel getrokken, nu ze weer een vijftal jongeren op straat hebben moeten zetten. In eerste instantie was ik hoopvol toen u vanmorgen actie aankondigde. Als we kritiek geven op een vorm van plaatsgebrek, krijgen we meestal een bloemlezing van acht jaar Vandeurzen op Welzijn, en niet echt actie daaropvolgend. Maar nu wel. U zegt: ‘Oké, ik zorg voor plaatsen, hier en nu.’ Dat vind ik goed. Maar ik heb heel grote vragen bij de keuze van de plek voor die plaatsen. Waarom Tongeren?
Minister, ik ga ermee akkoord dat u moet beveiligen en begeleiden, maar waarom zitten ze in Tongeren? Tot een paar maanden geleden leek u zelf overtuigd van wat de VN en de kinderrechtencommissaris u hebben verteld, namelijk dat dit geen plek meer is voor jongeren, voor geen enkele jongere zelfs. U hebt de jeugdrechters gevraagd daar niemand meer te plaatsen. Er was daar plaats, maar u hebt terecht gevraagd die plaatsen niet meer te gebruiken. Vervolgens bleek er te weinig plaats te zijn en hebt u als antwoord op dat acuut plaatsgebrek gevraagd de jongeren toch maar weer naar Tongeren te sturen. Ik hoop dat er iets is veranderd tussen het ogenblik waarop u de jeugdrechters hebt verteld dat jongeren niet meer naar Tongeren kunnen en vandaag.
Minister, mijn vraag is eenvoudig. Wat is er in Tongeren veranderd, zodat ze daar volgens u nu wel de juiste plaats voor beveiliging en begeleiding kunnen krijgen?
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, deze week zijn verschillende zware criminelen jonger dan 18 jaar vrijgelaten omdat in de gesloten jeugdinstellingen de nodige opvangplaatsen ontbraken. U hebt daarmee aan de jonge misdadigers het signaal gegeven dat ze hun gang mogen gaan. Zij lachen u nu in uw gezicht uit. U hebt de bevolking het signaal gegeven dat we zijn terechtgekomen in een samenleving waarin een vorm van straffeloosheid heerst. Dit is niet het moment om te spreken over piekmomenten of een daling van het totaal aantal jonge delinquenten of om andere halfzachte maatregelen op te sommen. De burger vraagt u op te treden tegen zware misdadigers, ook als ze jonger zijn dan 18 jaar.
Mijn vraag is welke initiatieven u vandaag op korte termijn neemt en welke structurele initiatieven u zult nemen, zodat we hier in de toekomst niet meer moeten staan.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, het is niet de eerste keer dat we hier staan omdat zwaar criminele jongeren terug naar huis worden gestuurd. Het afgelopen weekend en de voorbije dagen zijn we ook geconfronteerd met jongeren die heel zware feiten hebben gepleegd, terug naar huis zijn gestuurd en dan meteen hebben gerecidiveerd en nieuwe feiten hebben gepleegd. Volgens de Antwerpse jeugdrechters is dit niet eenmalig en gebeurt dit gemiddeld drie keer per maand.
Minister, ik heb het eens nagekeken. We hebben hier al gestaan in 2014 en 2015. Deze ochtend heb ik u horen verklaren dat u met de jeugdrechters wilt overleggen. U wilt hen er nog eens op wijzen dat er met het nieuwe jeugddelinquentierecht een heel arsenaal aan maatregelen mogelijk is. Het is een goede zaak dat er passende maatregelen zijn voor elk individueel dossier en elke individuele jongere. We kunnen er echter niet omheen dat op dergelijke zware feiten een passend antwoord en een bescherming van de maatschappij moeten kunnen volgen.
Ik heb u deze middag horen zeggen dat er misschien bijkomende plaatsen moeten komen. U kijkt dan naar Tongeren. Ik denk dat het nodig is snel te schakelen, maar welke maatregelen zult u naast het overleg nemen om dit mogelijk te maken in de reeds beschreven gevangenis in Tongeren?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Voorzitter, jongeren plegen zware feiten en worden geklist. De jeugdrechter beslist dat ze naar een gesloten instelling moeten, maar daar worden ze terug naar huis gestuurd omdat er geen plaats is. Er is een crisis. Dat is niet de eerste keer en ik vrees dat het ook niet de laatste keer is. Dit gebeurt regelmatig.
Minister, u houdt een crisisoverleg en u vindt een oplossing voor die jongeren. Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. De gevangenis van Tongeren is absoluut geen plek waar we jongeren naartoe sturen. Ik wil echter eens stilstaan bij de vraag waarom die gemeenschapsinstellingen eigenlijk vol zitten. Plegen meer jongeren feiten of zitten ze daar langer? Eigenlijk is dat het niet. Als we kijken naar de kinderen en de jongeren die in de gemeenschapsinstellingen zitten, zien we dat daar heel vaak jongeren zitten die daar eigenlijk niet thuishoren.
Meisjes met zware psychiatrische problemen of uit prostitutienetwerken worden momenteel in Mol opgevangen.
Er zitten jongeren die eigenlijk in de psychiatrie thuishoren, die, vanwege het feit dat ze beschermd moeten worden, in die gesloten instelling komen, omdat er simpelweg geen plek is of geen deftig aanbod is in de psychiatrie. Er zijn jongeren met ernstige gedragsproblemen, met een vorm van een handicap, die op geen enkele manier terecht kunnen in het reguliere aanbod en dan maar ter bescherming van zichzelf in zo’n gesloten voorziening komen. Die jongeren horen daar niet thuis.
Minister, mijn vraag is om niet alleen extra capaciteit in de gesloten instellingen te creëren –want dat is een groter probleem blijven creëren – maar ervoor te zorgen dat alle jongeren op de juiste plaats zorg krijgen, dat jongeren die er niet thuishoren, een plaats krijgen in een voorziening waar ze wel thuishoren, dat er voldoende kinderpsychiatrie is, dat er voldoende aanbod is voor de jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis, onze fameuze GES- en GES+-jongeren, dat er ook preventief gewerkt wordt, dat we ervoor kunnen zorgen dat, als een moeder aangeeft dat het niet goed gaat met haar zoon, ze niet twee jaar op een wachtlijst komt voor thuisbegeleiding, maar onmiddellijk begeleid wordt om te vermijden dat die gast op het foute pad gaat. Ik vraag u om in heel de jeugdzorg fundamenteel in te zetten, van thuisbegeleiding tot gesloten instelling, en met urgentie. (Applaus bij Groen)
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Er wordt op dit moment, zoals u weet, fors geïnvesteerd in de jeugdhulp in Vlaanderen: in 2018-2019 15 miljoen euro. De eerste prioriteit is meer rechtstreeks toegankelijke hulp om vroeger te kunnen tussenkomen en escalaties te kunnen vermijden. Voor zorggarantie voor kinderen die na hun geboorte vanuit de materniteit niet naar huis kunnen, zijn we een plan aan het uitrollen. Er wordt ook geïnvesteerd in plaatsen voor 18-plussers die we nog moeten blijven begeleiden in aangepaste woonvormen, in meer plaatsen voor jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen. De capaciteit daarvoor wordt fors uitgebreid. Dat zal hopelijk voor de gemeenschapsinstellingen voor de nodige uitstroom zorgen.
Het jeugddelinquentierecht staat in de steigers. Er komt een nieuw palet van maatregelen die aan jongeren die een misdrijf hebben gepleegd, kunnen worden opgelegd. Maar het punt is terecht: het is onaanvaardbaar dat we jongeren moeten laten gaan die een risico vormen voor de veiligheid in deze samenleving. Dat punt is heel terecht. We hebben dat jaren kunnen managen, de capaciteit van onze gemeenschapsinstellingen is in tien jaar met bijna honderd plaatsen toegenomen. Er is een ondersteuningscomité, een begeleidingscomité opgericht, waarin de magistratuur en de administratie de capaciteit proberen goed te managen, maar het is een feit: de laatste dagen zijn er dingen gebeurd die echt niet door de beugel kunnen. Dan breekt nood wet. Als je heel snel capaciteit moet creëren, voor jongeren die echt zware criminelen kunnen worden genoemd, dan is Tongeren op dit moment de oplossing die het snelst kan worden gerealiseerd. Ik heb altijd gezegd dat Tongeren absoluut geen toekomst heeft in ons jeugddelinquentierecht, maar op dit moment, als u mij vraagt hoe we de geloofwaardigheid van de overheid in dit soort zaken veilig stellen, hoe we kunnen doen wat vanuit de samenleving van ons wordt verwacht, dan moeten wij nu handelen. Dat is de reden waarom gekeken wordt om zeer snel onze capaciteit in Tongeren terug op te drijven.
Ik heb met de mensen uit het begeleidingscomité gesproken deze middag. Er waren vertegenwoordigers bij van het Openbaar Ministerie, van de zetelende jeugdrechters. Ze hebben me allemaal verzekerd dat ze absoluut akkoord zijn dat we in de afweging op dit moment op korte termijn capaciteit creëren, en dat zullen we doen op de snelste manier. Ze waren het er echt wel mee eens dat dat zal gebeuren in Tongeren. Als je andere alternatieven onder ogen neemt, dan moet je opnieuw gaan kijken naar allerlei procedures om dat te realiseren. Dat gaat te veel tijd in beslag nemen. Vandaag moeten we duidelijk maken dat die capaciteit er moet komen. Vandaar zal ik er voor zorgen dat Tongeren geëquipeerd is en bemand wordt. Dat zal beperkt beginnen. We gaan ook met Justitie in overleg om te kijken hoe we die capaciteit een stukje kunnen uitbreiden, maar we gaan wel het signaal geven dat we dit soort toestanden, vandaag en morgen, tot een einde brengen. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister, u hebt eigenlijk niet geantwoord op de vraag: wat zal er in Tongeren veranderen opdat er bijvoorbeeld na 6 uur ’s avonds ook effectief begeleiding is? Wat zal er in Tongeren veranderen zodat u terugkomt op uw beslissing van januari om die gevangenis, die er 161 jaar staat, die een museum is geweest, te sluiten?
Als u spreekt over het nieuwe jeugddelinquentierecht, dan zijn wij het ermee eens dat we zacht moeten zijn als het kan, maar ook kordaat moeten zijn als het moet. Als het nieuwe jeugddelinquentierecht in het Staatsblad zal staan, dan worden we niet plots wakker in een Brave New World.
Dan zullen er nog altijd 17-jaringen zijn die een apotheek overvallen, dan zullen er nog altijd jongeren zijn die drugs dealen of die een diefstal met braak plegen.
Minister, hoe zult u ervoor zorgen dat de nodige capaciteit er is om de geloofwaardigheid van het nieuwe jeugddelinquentierecht niet vanaf dag één onderuit te halen? In Everberg komen er oriëntatieplaatsen bij, evenals de uithandengegeven jongeren die vandaag in Tongeren zitten. Dat is geen verdubbeling van de capaciteit in vergelijking met vandaag.
Minister, ik heb u gevraagd wat er dan veranderd was in Tongeren en uw antwoord is: niets. Er is niets veranderd. Het enige dat veranderd is, is dat er vandaag jongeren zijn die zware feiten plegen en nergens anders heen kunnen. En dus stuurt u ze daar maar heen.
U zegt dat het een acute situatie is en dat u ‘iets’ moet doen. Het is goed dat u iets doet, maar dit is niet recent. De eerste persberichten van jeugdrechters die deze situatie aanklagen dateren van de dag na de opening van Everberg. U bent al acht of negen jaar bevoegd voor die thematiek. U had al veel langer stappen moeten zetten die ervoor zorgden dat u niet vandaag, in deze situatie, inderdaad moet ingrijpen en zeggen dat ze op straat laten lopen, een heel fout signaal is. U wilt ook niet dat het vogels voor de kat worden, neem ik aan. U wilt dat ze ergens binnen kunnen en dus gebruikt u Tongeren. U hebt zoveel tijd gehad om in een andere oplossing te voorzien, dat ik niet begrijp dat die er nog altijd niet is.
Minister, eigenlijk is het kwaad al geschied. Hadden de parketten van Antwerpen en Brugge de kat de bel niet aangebonden, dan was deze discussie misschien geruisloos verlopen. Als gewezen minister van Justitie moet het tegen uw rechtsgevoel indruisen dat er vonnissen van rechters niet nagevolgd worden in dit land. Wat betreft uw kortetermijnoplossing om jongeren in Tongeren te plaatsen, is het nog maar de vraag of dat voldoende zal zijn. Ik sluit mij aan bij wat mevrouw Van den Bossche heeft gezegd: eigenlijk is het te laat. U had al veel vroeger moeten ingrijpen en veel vroeger aan die capaciteit kunnen werken.
Vlaams Belang is voorstander van het uit handen geven van minderjarigen die zware misdrijven plegen. Ze moeten berecht kunnen worden als volwassenen en horen thuis achter slot en grendel. Ze mogen niet bejegend worden met halfzachte maatregelen en zeker niet straffeloos in onze samenleving worden vrijgelaten. Zult u dat meenemen in het overleg met Justitie en de magistraten?
Minister, het klopt dat deze regering fors investeert in integrale jeugdhulp en dat daarvoor veel middelen worden vrijgemaakt. Ik hoor u graag zeggen dat wat er nu weer gebeurd is – want het is inderdaad niet de eerste keer –, een sterk antwoord verdient. Het is niet aanvaardbaar dat criminele jongeren die zware feiten plegen, onmiddellijk nadat ze bij de jeugdrechter zijn geweest, weer op straat komen te staan en meteen weer de kans krijgen om opnieuw in de fout te gaan. Dat is dus een goede zaak. Maar laat ons toch ook erkennen dat dit niet de eerste keer is dat we hier staan. Na wat er al gebeurde in 2014 en 2015, is het wel spijtig dat we nu moeten terugvallen op een minder geschikte locatie.
Wordt erop toegezien dat die locatie op korte termijn wordt aangepast en dat er voorzien wordt in geschikte opvangcapaciteit voor deze criminele jongeren?
Minister, nood breekt wet, zegt u. Die nood was al duidelijk toen we hier actuele vragen stelden over meisjes die in de cel sliepen, of over stakingen in de gemeenschapsinstellingen, over de alarmkreet van Child Focus, over de brief van de jeugdrechters en de jeugdadvocaten…
Wat er op tafel ligt, zal niet lukken als er niet heel dringend meer aanbod komt. Die nood is er al lang. U zegt dat u veel doet en fors investeert. Ieder jaar krijgen we een verslag van Jongerenwelzijn. Wat blijkt? De wachttijden nemen toe. Ze worden steeds langer. Er zijn steeds meer jongeren die in de kou staan.
Minister, binnenkort krijgen we een nieuw decreet waarvan alle heil wordt verwacht. In dat nieuwe decreet staat heel duidelijk dat jongeren die nog geen strafbare feiten hebben gepleegd, niet meer samen mogen zitten met anderen in een gesloten instelling. Ze moeten weg uit de gesloten instellingen. Dat is goed, ze horen daar niet thuis en dan komt er meer plaats vrij voor de jongeren die echte misdrijven hebben gepleegd, zoals die gasten van deze week.
Waar gaan die naartoe? Samen met de 7000 andere jongeren gaan ze op de wachtlijst staan. U laat niet enkel twee jongeren in de kou staan die naar Tongeren gaan, u laat 7000 jongeren continu in de kou staan in het Vlaanderen van 2018. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega's, er wordt volop geïnvesteerd in de jeugdhulp en er wordt gewerkt aan een nieuw jeugddelinquentierecht. De plannen voor een verdubbeling van de capaciteit in Everberg van 40 naar 80 zijn heel concreet. Deze crisissituatie zet een en ander nogmaals op scherp. Ik wil er toch op wijzen dat de capaciteit in de gemeenschapsinstellingen in de voorbije 10 jaar met 60 procent is toegenomen. We gingen van 224 naar 319 vandaag. Over 2 jaar zullen dat 360 plaatsen zijn.
Dat op dit moment geen bijkomende jonge delinquenten konden worden opgevangen in Everberg, is inderdaad heel schrijnend. Dat kan inderdaad niet, want dat geeft een totaal fout signaal, zowel aan de samenleving als aan de jongeren zelf. Minister Vandeurzen heeft daarop gereageerd door alle stakeholders bij elkaar te roepen en te zoeken naar oplossingen op korte termijn. Die is momenteel gevonden in Tongeren. Ik ga ervan uit dat er ook verder wordt bekeken welke tussentijdse oplossingen nog kunnen worden gevonden in afwachting van het nieuwe jeugddelinquentierecht.
Mevrouw Schryvers, hebt u ook een vraag aan de minister?
Minister, in het nieuwe jeugddelinquentierecht is bepaald dat gemeenschapsinstellingen zijn voorbehouden voor de jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. De anderen zullen dan op een andere manier moeten worden opgevangen. Zult u dan zorgen voor een versterking van het aanbod in de privévoorzieningen?
Collega's, het nieuwe jeugddelinquentierecht dat dus bepaalt welke maatregelen een rechter kan nemen tegen jongeren die een misdrijf hebben gepleegd, zal natuurlijk moeten worden begeleid door een implementatieplan. Een aantal van die maatregelen zullen we gefaseerd moeten invoeren omdat daarvoor inspanningen moeten gebeuren in het aanbod. Ik noem maar wat, de gesloten opvang voor minderjarigen die een misdrijf plegen en psychiatrische zorg nodig hebben, daarvoor zullen we een specifieke capaciteit moeten creëren. Daarover zijn we natuurlijk in overleg met de federale overheid.
We gaan dat plan natuurlijk flankerend opstellen. Ondertussen hebben we in de voorbije jaren, zoals meerderen hebben opgemerkt, geïnvesteerd in de capaciteit in onze gemeenschapsinstellingen. Mevrouw Van den Brandt, ik ben het absoluut met u eens dat als je de zaken specifiek wilt equiperen en voorbehouden voor jonge delinquenten, je flankerend ook een aantal dingen zult moeten doen. Daar ga ik absoluut mee akkoord.
Met het begeleidingscomité hebben we afgesproken dat we casus per casus zullen bekijken wie er in onze gemeenschapsinstellingen zit en of we een traject kunnen aanbieden dat ter beoordeling aan de jeugdrechter wordt overgemaakt om die jongeren op een goede manier naar een setting te leiden buiten onze gemeenschapsinstellingen.
Dat zijn allemaal zaken die goed zijn, die we actief proberen te implementeren. Zowel in de capaciteit, als in het rechtstreeks toegankelijke, als in de inspanningen in de eerstelijnspsychologische functies wordt op dit moment in Vlaanderen fors geïnvesteerd. Als vandaag de schop in de grond steekt in Everberg om die capaciteit uit te breiden, dan is dat natuurlijk niet omdat er de laatste weken een verhoogde aandacht in de media is voor deze problematiek, maar omdat we ons lang geleden goed hebben gerealiseerd dat hier duurzame oplossingen voor nodig zijn. Een aspect daarvan – niet het enige – is een capaciteitsuitbreiding in Everberg. Op dit moment wordt daar met man en macht aan gewerkt. (Applaus bij de meerderheid)
Hier wordt veel gepraat over het nieuwe jeugddelinquentierecht. We mogen echter ook niet vergeten dat het nieuwe jeugddelinquentierecht voorziet in langere straffen. Waar je nu maar twee maanden en vijf dagen kunt verblijven in Everberg, wordt in het jeugddelinquentierecht in een bijzonder lange straf voorzien. Dat zijn allemaal maatregelen die we ook zullen moeten nemen en jongeren die we ook zullen moeten huisvesten en gepast opvangen.
Minister, als er maatregelen zijn die minder ingrijpend zijn en even effectief zijn als jongeren opsluiten, dan hebt u in ons een bondgenoot. Ik denk bijvoorbeeld aan het elektronisch toezicht dat, zoals uit internationale studies blijkt, ervoor kan zorgen dat een aantal jongeren niet naar een gemeenschapsinstelling moeten gaan. Wij zijn blij dat dat ook een mogelijkheid zal worden. Minister, wij willen er samen met u voor zorgen dat de oplossing er niet in bestaat dat we het probleem doorschuiven naar een ander niveau en dat dan de private voorzieningen of andere actoren in de jeugdhulp met de gebakken peren komen te zitten. (Applaus bij de N-VA)
Minister, u hebt gelijk, wanneer jongeren zware feiten plegen, mogen we die niet laten lopen. We moeten hun duidelijk grenzen aangeven en moeten hen ook begeleiden, want wij zullen niet toestaan dat zij vogels voor de kat worden. De essentie van jongeren is dat zij nog gemakkelijker dan anderen opvoedbaar zijn.
De signalen moeten sterk en duidelijk zijn, maar tegelijkertijd ook menswaardig blijven. België heeft een heel triest bilan als we kijken naar het gevangeniswezen en de manier waarop mensen daar worden opgevangen. Ik wil u vragen om ervoor te zorgen dat de manier waarop in Vlaanderen jonge delinquenten worden opgevolgd, geen nieuwe, grote schandvlek wordt op ons blazoen. Ook dat moet op een menswaardige manier kunnen gebeuren. (Applaus bij sp.a)
Minister, ik roep u op om niet mee te gaan in die linkse logica waar alles en iedereen met fluwelen handschoenen wordt aangepakt, met begeleiding, met trajecten, met elektronische enkelbandjes. Wij rekenen erop dat u een einde maakt aan de straffeloosheid. Dat is wat de burger vraagt van u. Wij rekenen erop dat u zware misdadigers, ook als ze minderjarig zijn, definitief achter slot en grendel steekt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik ben van nature een heel geduldig mens, maar dit weekend had ik toch wel een déjà vu. Ik herinner me dat we lang, lang geleden deze discussies ook al hebben gevoerd. Ik ben eens gaan kijken en ik heb een interview gevonden met jeugdmagistraat Christian Maes uit 2003 waarin hij zegt dat, voor Everberg, de jeugdrechter jongeren soms noodgedwongen moest laten gaan waardoor die jongeren op straat belandden en de autoriteit van de jeugdrechter werd aangetast. Dan stelde hij een retorische vraag: ‘Is dat dan jeugdbescherming?’
Minister, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat de zware criminaliteit een antwoord verdient dat niet alleen de jongeren passend begeleidt en hopelijk op een goed spoor terugbrengt, maar dat ook de maatschappij beschermt. Minister, wij rekenen erop dat u ervoor zorgt dat dat nu ook daadwerkelijk gebeurt. (Applaus bij Open Vld)
Minister, u zegt dat het een fout signaal zou zijn om deze jongeren vandaag vrij te laten. Dat is waar. Dat zou een heel fout signaal zijn. Minister, het is ook een fout signaal om jongeren die geen misdrijven hebben gepleegd samen te laten zitten met jongeren die wel misdrijven hebben gepleegd, omdat die anderen de pech hebben om in een verontrustende opvoedingssituatie te zitten en voor hun eigen veiligheid in een gesloten context worden gezet.
Het is ook een fout signaal om hier binnenkort een decreet goed te keuren waarin we die groepen uit elkaar gaan halen maar op de vraag wat we gaan doen met de jongeren die geen feiten hebben gepleegd, en waar ze terecht kunnen, te antwoorden dat we daarvoor een implementatieplan gaan maken. Minister, weet u wat een goed plan en een goed signaal zou zijn? Dat is in de begrotingscontrole waarover u nu gaat overleggen met uw collega's, een oplossing en middelen te vinden voor een masterplan om onze jeugdhulp ten gronde te versterken zodat we uit het crisismanagement kunnen gaan en naar een echt beheer gaan waarbij we inzetten op alle jongeren zodat ze een toekomst krijgen, een toekomst waar ze recht op hebben. Dat is de enige manier om onze jongeren en onze samenleving veilig te houden. (Applaus bij Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.