Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de stijgende armoede in Vlaanderen, naar aanleiding van de publicatie van de Armoedebarometer 2016
Verslag
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, u hebt een dure eed gezworen. U hebt beloofd dat u de kinderarmoede zou halveren, en u hebt ook gezegd dat we u daarop mogen afrekenen.
Gisteren heeft Decenniumdoelen bekendgemaakt dat de kinderarmoede is gestegen, dat in 2014 meer dan 11 procent van de Vlamingen in armoede leeft en dat de kinderarmoede stijgt van 11,2 naar 11,4 procent. Dat zijn ronduit dramatische cijfers. Ook maakte Decenniumdoelen bekend dat als de besparingen van 2014-2015 ingecalculeerd worden, de kinderarmoede volgend jaar verder zal stijgen tot 12 procent.
Minister, u hebt een ongelooflijk grote, zelfs nooit geziene portefeuille aan bevoegdheden. U bent Vlaams viceminister-president in deze regering. U hebt de ongelooflijk belangrijke domeinen Wonen en Integratie onder uw bevoegdheid, en u bent dan nog eens minister van Armoedebestrijding. Als er één persoon is in heel Vlaanderen die het tij kan keren, dan bent u het.
Aangezien u hebt gezegd dat u de kinderarmoede wilt en zult halveren, aangezien u de persoon bent met de sleutels in handen, gezien de nijpende situatie van de almaar stijgende kinderarmoede, is mijn vraag aan u: hoe gaat u uw eed inlossen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister, geen plek hebben om je huiswerk te maken, geen kleren kunnen kopen als de oude versleten zijn, geen nieuwe schoenen, geen verse groenten of fruit, vaker geen dan wel een warme maaltijd, geen plek hebben om je vrienden uit te nodigen, dat is vandaag de realiteit van al te veel kinderen die opgroeien in wat we dan kinderarmoede noemen. Al te veel kinderen, en telkens meer.
En ja, minister, ik weet dat de cijfers die gisteren gepubliceerd zijn, slaan op het jaar 2014. En ja, minister en collega’s, ik vind daarin een appel aan mezelf, aan onze fractie maar ook aan iedereen om daarmee aan de slag te gaan, temeer omdat dezelfde onderzoekers ook heel duidelijk stellen dat de evolutie die ze zien voor de volgende jaren niet positief is, wel integendeel. Dus is de heel evidente vraag, minister, die ik aan u stel, en samen met mij vele anderen: wat gaan wij doen om ervoor te zorgen dat die dramatische cijfers, dat de schande van kinderarmoede in Vlaanderen, zo snel mogelijk tot het verleden behoort en dat we tegen 2020 minstens de kinderarmoede halveren? Wat gaan wij eraan doen, minister? (Applaus bij sp.a)
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, ik apprecieer uw intellectuele eerlijkheid om zelf te zeggen dat het inderdaad gaat over cijfers van 2014. Ik zou, als ik in uw schoenen zou staan, het schaamrood op mijn wangen krijgen om die vraag hier te durven komen stellen. Wij weten allemaal hier in dit parlement wie de vorige minister van Armoede had. Maar laten we daarover zwijgen. U hebt zelf toegegeven dat het cijfers van 2014 zijn.
Wij zijn van plan met de huidige regering die situatie recht te trekken. Zal dat gemakkelijk zijn? Neen. Er zijn een aantal factoren die niet in het voordeel pleiten. We hebben de vluchtelingencrisis. Laten we wel wezen: dat zal zorgen voor een toenemende armoede. Wij hebben in de Armoedebarometer kunnen lezen dat 57,6 procent van alle kinderen die jammer genoeg in armoede moeten opgroeien, opgroeien in een gezin waar de mama niet afkomstig is uit een Europees land. Dat zijn allemaal factoren die het natuurlijk moeilijker maken. En dan zwijg ik nog over de financiële crisis.
Maar we blijven ambitieus. Mevrouw Moerenhout, ik heb inderdaad een eed gezworen, zoals u het noemt. We moeten ambitieus blijven. We moeten eden blijven zweren. We moeten achter die doelstellingen blijven staan. Weet u waarom? Omdat we dat verplicht zijn aan al die mensen die opgroeien in armoede.
U vraagt mij een aantal concrete acties. Mevrouw Moerenhout, u zegt: wanneer komt u met uw plan om de kinderarmoede te halveren? Ik heb nooit gezegd dat dat een afzonderlijk plan was. Dat is de rode draad doorheen het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA). U weet dat er een tweejaarlijkse rapportage is van het VAPA in de commissie Armoedebestrijding. De volgende is april 2017, als ik me niet vergis. Ik kan u nog meegeven dat er een nationaal actieplan tegen de kinderarmoede in opmaak is onder coördinatie van staatssecretaris Sleurs, en dat dat actieplan begin 2017 zal worden opgeleverd.
Ik ga een aantal concrete acties opsommen die deze coalitie neemt, waar ook de heer Van Malderen naar heeft gevraagd. Ik ben niet limitatief, er zijn er veel meer.
Ik kan natuurlijk ook niet zwijgen over het federale niveau. Want als we de armoede willen aanpakken en ook de kinderarmoede, dan liggen er nog altijd heel belangrijke hefbomen op het federale niveau.
Ik heb u verwezen naar het VAPA. Ik ga daar nu niet meer over beginnen. U kunt dat allemaal lezen, u hebt dat allemaal gezien.
Wat de sociale correctie op de waterfactuur betreft: we hebben dat debat al verschillende keren gevoerd hier en in de commissie. Die is dubbel zo groot als tijdens de vorige legislatuur.
Ik geef per bevoegdheid maar één concreet voorbeeld, maar er zijn er talloze. Wat Onderwijs betreft, is het bedrag voor de beursstudenten hetzelfde gebleven. Het aantal bijna-beursstudenten is verdubbeld.
Ook over kinderbijslag is al heel veel gezegd in dit parlement. De sociale correcties zijn verdrievoudigd in vergelijking met het huidige systeem. Het nieuwe systeem, dat wij implementeren, voorziet in 10 procent van het totale budget van 3,3 miljard euro aan sociale correcties. Nog een belangrijke verandering in het kader van de armoedebestrijding is dat je nu ook een sociale toeslag kunt krijgen op basis van het feit dat je een laag inkomen hebt uit arbeid en niet alleen, zoals het nu is, omdat je een uitkering hebt. Je kunt ook een sociale toelage krijgen als je in armoede leeft en maar één kind hebt. Momenteel kan dat pas vanaf het moment dat je twee kinderen hebt. We hebben ook de participatietoeslag, om de kinderen zo vroeg mogelijk naar school te sturen, om geen school- en leerachterstand op te lopen. Ik gaf u daarnet het cijfer van 57,5 procent van de kindjes met de mama van niet-Europese nationaliteit. Dat is toch een zeer belangrijk cijfer.
Het laagste tarief van 1,57 euro voor de kinderopvang is overeind gebleven. Deze Federale Regering heeft de leeflonen op twee jaar tijd met 6 procent opgetrokken. Dat stond in het vorige federale regeerakkoord. Daar is nooit iets van in huis gekomen. Wat betekent 6 procent concreet? Dat is voor een leefloon van een gezinshoofd 800 euro extra. Men kan toch niet zeggen dat de beide regeringen op het vlak van armoedebestrijding niets doen?
Minister, kunt u afsluiten, alstublieft?
Voorzitter, het is wel heel moeilijk om de vraag naar concrete maatregelen op twee minuten te beantwoorden. Het zal nu heel snel gaan.
Dan moet u het reglement veranderen.
2015 was wat Wonen betreft met 1,3 miljard euro investeringen een recordjaar. We hebben in 2017 extra middelen voor de sociale verhuurkantoren. We hebben alweer een extra machtiging van 200 miljoen euro voor de sociale woningen, net zoals we in 2016 bij de begrotingsaanpassing een extra machtiging van 200 miljoen euro hadden voor extra woningen. Mijnheer Van Malderen en mevrouw Moerenhout, kunnen jullie mij één reden geven waarom jullie fracties in de commissie tegen die extra machtiging van 200 miljoen euro hebben gestemd?
Voorzitter, ik sluit af. De afrekening gebeurt op het einde van de legislatuur, zij het natuurlijk met tussentijdse evaluaties. Mijnheer Van Malderen, de cijfers die gisteren werden bekendgemaakt, hebben alvast aangetoond dat het armoedebeleid van de socialisten heeft gefaald. (Applaus bij de N-VA)
Minister, het klopt wat u zegt. De cijfers zijn van 2014. U hebt inspanningen gedaan en er komt 200 miljoen euro extra bij voor sociale woningen. Ik erken dat, ik heb daar geen moeite mee. Maar ik hoop dat u dan ook erkent dat de kinderarmoede zal blijven stijgen, dat de doorgevoerde besparingen op de kinderopvang, de energie en de kinderbijslag nog niet zijn meegerekend in die cijfers, en dat we volgend jaar tot 12 procent kinderarmoede verwachten. Ik hoop dat u ook erkent dat, ondanks de 200 miljoen euro extra voor sociale woningen, de besparingen van 2014 nog altijd niet zijn teruggedraaid. Ik hoop ook dat u erkent dat de discussie de voorbije maanden over kinderbijslag pijnlijk duidelijk heeft gemaakt dat dat geen armoedereducerend effect zal hebben. Dus blijft mijn vraag hoe u ervoor zult zorgen dat de kinderarmoede gehalveerd wordt, want met de maatregelen die u nu hebt opgesomd, zal het alleen maar verder stijgen en niet dalen.
Groen pleit voor een doortastend beleid, met afdoende sociale correcties, armoedetoetsen op de besparingen en het nieuwe beleid, en vooral een concreet stappenplan, met een bindend streefcijfer.
Minister, ik zou u kunnen antwoorden dat u de vorige legislatuur alle maatregelen hebt goedgekeurd die door uw voorganger werden voorgelegd en dat u welgeteld drie keer bent tussengekomen over armoede om het beleid te steunen.
Ik zou dat kunnen zeggen, maar wie helpen we daarmee? Hoeveel armen helpen we daarmee uit de armoede?
Minister, u verwijst naar het lopend beleid, naar het VAPA, maar laat ons eerlijk zijn, en dat blijkt ook uit de cijfers van gisteren: dat zal niet volstaan. De geleverde inspanningen volstaan niet om de trendbreuk te genereren die we nodig hebben om tegen 2020 de kinderarmoede te halveren.
U hebt niet op mijn vraag geantwoord, minister. Als u rekening houdt met stijgende energie- en waterprijzen, met het optrekken van de maximumfactuur in het onderwijs, met de verdubbeling van de zorgbijdrage, met de tariefstijgingen van het openbaar vervoer, de dubbele indexsprong in de kinderbijslag, duurdere kinderopvang, 15 procent besparingen in de huisvesting bij het begin van de legislatuur die u niet compenseert, 12 procent meer leefloners, het ontbreken van een groeipad in arbeidszorg, het ontbreken van garantie op tewerkstelling in de lokalediensteneconomie, het uithollen van het doelgroepenbeleid, besparingen en facturen allerhande zonder armoedetoets, durft u dan – dat is de enige prangende vraag die ik u stel – zeggen met de hand op het hart: we gaan de kinderarmoede in Vlaanderen halveren? (Applaus bij sp.a)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, een probleem dat in verband met de stijgende armoede te weinig belicht wordt, is mijns inziens het verband tussen de stijgende armoede en het immigratiebeleid zoals het in dit land wordt gevoerd, en dat nog altijd een opendeurenbeleid is. Maar enkele cijfers: 47 procent van de asielzoekers en erkende vluchtelingen die hier binnenstromen, heeft geen diploma of enkel een diploma lager onderwijs; 17 procent is zelfs analfabeet; niet-EU-vreemdelingen ontvangen tien keer vaker een leefloon dan Vlamingen. Toch worden in dit land elk jaar tienduizenden overwegend laaggeschoolde vreemdelingen binnengelaten. Bovendien beheersen ze onze taal niet. Daardoor komen ze in de werkloosheidsstatistieken terecht. Inderdaad dreigen ze in armoede te vervallen.
Minister, bent u het met me eens dat een open immigratiebeleid zoals in dit land gevoerd wordt, niet combineerbaar is met een open sociale zekerheid? Indien u refereert aan gekleurde armoede zoals u juist gedaan hebt, bent u dan ook bereid om binnen de Vlaamse bevoegdheden een aantal initiatieven te nemen om onze sociale voorzieningen minder aantrekkelijk te maken voor potentiële nieuwe immigranten?
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, de minister heeft in alle duidelijkheid en sereniteit gewezen op de complexiteit in dit dossier, en terecht. Voorstellen alsof het één minister is die als een soort ‘wizard of Oz’ kan toveren en zorgen dat de complexiteit verdwijnt en het allemaal vanzelf oplost, vind ik een verenging van het debat die de ernst van de situatie eigenlijk niet ten goede komt, integendeel.
Collega Van Malderen, u zegt zich een beetje aangesproken te voelen door de cijfers van de decenniumdoelstelling. Dan denk ik dat de titel van het persartikel heel juist is: De barometer slaat rood uit. Wel, die slaat rood uit omdat het het resultaat is van een beleid onder een rode minister.
Schuiven wij daarmee de verantwoordelijkheid van ons af? Neen, de minister heeft een korte opsomming gegeven, en heeft gewezen op de complexiteit van het probleem. Ze heeft gewezen op de federale inspanningen: 6 procent leefloon erbij, 12 opeenvolgende kwartalen groei in private tewerkstelling. Dat zijn elementen die ook de volgende jaren zullen doorwegen.
Bij de evaluatie van het VAPA in 2017 zullen we de discussie in alle eerlijkheid en openheid op elk niveau aangaan. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Voorzitter, de ambitie is inderdaad groot. Het is ook onze plicht om hieraan mee te werken. De urgentie van de strijd tegen kinderarmoede moet voor iedereen duidelijk zijn want hier ontstaat natuurlijk een nieuwe kern van generatiearmoede.
Ik weet het: de cijfers zijn van 2014, een half jaar vorige regering, een half jaar huidige regering. Noch oppositie, noch meerderheid kan nu beginnen met zwartepieten. Het moet een gedeelde verantwoordelijkheid zijn waar we samen aan werken.
U verwijst naar de evaluatie van het VAPA. Een beleid kan niet statisch zijn, het moet worden bijgestuurd indien nodig. U hebt verwezen naar het nieuwe interfederale kinderarmoederapport. We zijn ondertussen twee jaar bezig met de huidige regeringen. Wanneer mogen we dit exact verwachten? Kunt u er bij uw collega op aandringen de nodige spoed aan de dag te leggen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Uit de Armoedebarometer blijkt weer eens dat het armoederisico bijzonder groot is, en specifiek bij twee groepen, namelijk eenoudergezinnen en mensen met een migratieachtergrond, respectievelijk 33 procent en 41 procent. In 2014 zien we opnieuw een stijging. Mijn vraag is of we geen bijkomende maatregelen kunnen nemen voor die twee specifieke groepen, om toch zeker te zien dat we daar absoluut vooruitgang boeken.
Collega’s Moerenhout en Van Malderen, ik heb u al gewezen op de extra machtiging van 200 miljoen euro voor sociale woningen bij de begrotingsaanpassing. U hebt toen tegen gestemd. In 2017, bij de begrotingsopmaak, is er opnieuw 200 miljoen euro extra voor sociale woningen. Dat maakt dat we in 2017 voor zullen zitten op het groeipad dat in de vorige legislatuur was uitgetekend.
Ik kan u nog meegeven dat de huidige regering ook heeft beslist, omdat we inderdaad het groeipad hadden vertraagd van 2023 naar 2025, en in de vorige legislatuur van 2021 naar 2023, om gelet op de besparing die we begin 2015 hadden doorgevoerd, een turbo te zetten vanaf 2020. Gelet op het feit dat er nu 400 miljoen extra machtiging bij is gekomen, zitten we nu al voor op het schema dat was uitgetekend voordat we die inspanningen hadden gevraagd en aan mij hadden opgelegd. We zitten dus eigenlijk met een voorsprong, en absoluut niet met een achterstand.
Ik kan u ook nog meegeven dat er ondertussen op twee jaar tijd duizend SVK-woningen (sociale verhuurkantoren) bij zijn gekomen. Als men weet dat er tot het begin van deze legislatuur maar iets meer dan zesduizend SVK-woningen waren, is dat toch wel een forse toename.
Mijnheer Van Malderen, u begint hier natuurlijk over allerlei maatregelen – ik had dat ook verwacht, en het is ook uw volste recht om dat te doen – die al uitvoerig zijn besproken in de plenaire vergadering en de commissies van dit parlement. Maar deze cijfers gaan over 2014. Wat de effecten zullen zijn van de maatregelen die genomen zijn en die ingang hebben gevonden vanaf 2015, zullen we dan wel lezen in de volgende editie van de Armoedebarometer.
Ik heb ook positieve zaken gelezen in het armoederapport dat gisteren is gepubliceerd, collega’s, bijvoorbeeld dat de huidige minister van Onderwijs op de goede weg is, dat die goede zaken doet. Ik heb ook gelezen dat de huidige minister van Wonen ook al een behoorlijke inhaalbeweging heeft gedaan, dat de huidige minister van Sociale Economie ook fors blijft investeren in de sociale economie.
Mijnheer Van Malderen, waar haalt u het in godsnaam vandaan dat ik bespaar op de lokale diensteneconomie? Ik heb 7 miljoen euro extra uit de brand gesleept voor de sociale economie. Het is niet omdat collega Beenders een Belga-bericht uitstuurt met de mededeling dat er 230 jobs gaan verdwijnen, dat dat effectief zo is. Hoe we die 7 miljoen euro gaan spenderen en spreiden over alle sectoren binnen de sociale economie, zal ik u uitgebreid toelichten tijdens de begrotingsbespreking en de bespreking van de beleidsbrieven.
Het is belangrijk, collega’s, om dit debat op een serene manier te voeren. In de commissie lukt dat meestal wel. Maar altijd als er een rapport verschijnt, van 50 pagina’s in dit geval, wil iedereen daar natuurlijk op reageren. De meesten hebben hier wel de intellectuele eerlijkheid aan de dag gelegd om te zeggen dat het cijfers van 2014 waren.
Mevrouw Franssen, ik dacht dat ik op uw concrete vraag al geantwoord had. Het nationale plan voor de bestrijding van kinderarmoede, dat onder de coördinatie van collega Sleurs valt, mogen we verwachten, zo is mij gezegd, tegen het begin van 2017.
Mijnheer De Bruyn, het is het een of het ander. Eerst zegt u dat een minister geen ‘wizard of Oz’ is, om dan doodleuk naar de socialistische minister te verwijzen. Wat mij ook stoort in dat zwartepieten tussen u en sp.a, is het feit dat de stoel naast die van voormalig minister Lieten werd bezet door de N-VA. U had de bevoegdheden Integratie en Werk en een viceminister-president. Stop dus alstublieft met dat zwartepieten en neem verantwoordelijkheid. (Applaus bij sp.a en Groen. Opmerkingen)
Een ander geluid vanop de banken van CD&V en Open Vld kan ik sterk appreciëren. Ik zie er een uitgestoken hand in, en in ons vindt u een bondgenoot om te zien waar we een extra tandje bij kunnen steken.
Minister, ik heb een sterke oproep voor u. De kinderarmoede stijgt en zal blijven stijgen. Dat is onomwonden. U als minister van Wonen, Integratie en Armoedebestrijding hebt de sleutels in handen. Groen roept u op: doe er iets aan, maak het bindend, maak een plan, los uw eed in. (Applaus bij Groen)
Minister, ik heb van u niet het woord gehoord dat ik had willen horen, namelijk dat u zich verbindt om de kinderarmoede in Vlaanderen tegen 2020 minstens te halveren. Ik ben erkentelijk voor de lichtpunten, maar louter verwijzen naar het lopend beleid zal geen trendbreuk genereren.
U hebt zich samen met collega De Bruyn uitgeput in verwijzen naar het verleden. Dat is uw goed recht, maar wie helpen we daarmee? Wat ik absoluut heb gemist in uw antwoord en dat van de heer De Bruyn, zijn de voorstellen die we nodig hebben om die trendbreuk wel te genereren.
Ik ben blij met de tussenkomsten van mevrouw Franssen en mevrouw Saeys, die ten minste de eerlijkheid hebben te zeggen: laat ons het debat voeren, laat ons toegeven dat we er met ons allen vandaag niet gaan komen en dat we nieuwe zaken nodig hebben.
Minister, ik wil bij dezen mijn bijdrage doen en ik roep alle collega’s op hetzelfde te doen. We hebben een conceptnota gemaakt waarin concrete voorstellen staan om kinderarmoede in Vlaanderen terug te dringen. Is dat zaligmakend? Ik weet het niet. Willen we daarmee de dialoog aangaan? Absoluut. Hebben we de waarheid in pacht? Absoluut niet. Wat ik echter absoluut niet meer kan verdragen, minister, is de stilstand, het schuldig verzuim ten aanzien van tienduizenden kinderen die vandaag opgroeien in armoede. Als we niets doen, komt daar een hele generatie bij. Die stilstand verdraag ik niet meer. (Applaus bij sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.