Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, steeds meer scholen kampen met onbetaalde facturen. De vzw Schulden Op School (SOS) maar nu ook de incassobureaus rekenen al op 10 procent van alle onbetaalde Vlaamse schoolfacturen. Meer dan 12.000 ouders van kinderen in ons onderwijs worden geconfronteerd met incassobureaus, ingezet door meer dan 1400 scholen. Die onbetaalde rekeningen hebben vooral betrekking op de maximumfactuur, maar ook op maaltijden die niet altijd kunnen worden betaald en ook op de stijgende en oplopende kosten voor middagtoezicht en voor- en naschoolse opvang.
Dat zijn vaak drama’s, minister, dat zijn stigma’s die aan kinderen vastkleven. Dus één concrete vraag, vanuit het hart: hoe gaat u die kosten effectief beheersen?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik zal u vanuit het hart antwoorden. In het advies van de vzw SOS van een tijd geleden staan drie zaken waar scholen aandacht aan moeten besteden. Ten eerste is er de duidelijke kostenbeheersing. In het lager en kleuteronderwijs hebben we de maximumfactuur. In het secundair onderwijs is dat nog niet. Ik stel wel vast dat tot vandaag scholen nog altijd zeer ontransparant zijn in de zaken die ze aanrekenen. Mijn voorganger heeft de aanzet gegeven, de studiekostenmonitor wordt ontwikkeld om net die duidelijkheid te realiseren.
Ten tweede is het van belang dat de scholen zeer zorgvuldig het systeem van facturatie opvolgen. Er zijn organisaties die scholen daar kunnen bij helpen. Ik verwijs naar de aanbeveling van SOS. Een school kan op een heel goede manier met ouders omgaan om die kostenbeheersing te bespreken en om ervoor te zorgen dat er geen problemen ontstaan. Dat is het tweede grote instrument waar we moeten aan werken.
Ten derde, wat mij ook van het hart moet, is het van belang dat we de hefbomen gebruiken om mensen die het nodig hebben, in staat te stellen om hun schulden of kosten te betalen. Dat kan door op tijd de studiebeurs uit te betalen. Daar moeten we een tandje bijsteken. We doen dat ook met deze regering, het budget is ondertussen bijna met 20 miljoen euro gestegen. Ik heb vandaag nog eens de stand van zaken bekeken in vergelijking met vorig jaar en twee jaar geleden. We hebben nu al 5 tot 10 procent meer van de dossiers behandeld dan in de vorige jaren. Dat is voor mij ook cruciaal, dat de ouders krijgen waar ze recht op hebben – want we hebben het hier in een aantal gevallen over een heel kwetsbare groep – en dat ze het snel krijgen, sneller dan in het verleden.
Een vierde punt, u hebt het niet vermeld maar het stond wel in de perstekst van het incassobureau, er zijn ook ouders die niet betalen uit slordigheid. Dat is natuurlijk vervelend. Ook thuis moet de toestand zorgvuldig worden opgevolgd.
Aangezien u de vraag vanuit het hart stelde, vermoed ik dat u vooral de aandacht wilde vestigen op de meest kwetsbare groep voor wie het ook het moeilijkst is en voor wie we voor transparantie moeten zorgen. We moeten hen op tijd geven waar ze recht op hebben. We moeten vragen aan de scholen dat ze op heel zorgvuldige wijze omgaan met ouders en de manier waarop ze kosten aanrekenen.
Minister, uiteraard staan we achter de vraag om transparantie. We steunen zeer sterk de ontwikkeling van de studiekostenmonitor. U hebt aangegeven dat die zou worden opgeleverd in het najaar 2015. De vraag is waar die vertraging zit.
Daarnaast zien we de evolutie die scholen bijna verplicht om kosten door te rekenen aan de ouders. Dan wordt het pijnlijk natuurlijk. In de werkingsmiddelen is er 117 euro bespaard voor een leerling in het secundair, in het basisonderwijs 45 euro. We zien dat scholen alsmaar meer kosten doorrekenen aan de ouders die niet rechtstreeks te maken hebben met het bereiken van de eindtermen. Middagtoezicht, eigenlijk kunnen ouders daar niet aan ontkomen, maar dat komt er wel bovenop. Ook de voor- en naschoolse opvang wordt steeds meer aan kostprijs doorgerekend. Het kan anders, minister, het provinciaal onderwijs in Antwerpen heeft ook een maximumfactuur voor het secundair onderwijs ingevoerd. Wilt u dat voorbeeld alstublieft volgen?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Als een school op een fatsoenlijke manier met onbetaalde facturen omgaat, werkt dat niet stigmatiserend voor de kinderen, want die weten dat niet, dat is een zaak tussen de ouders en de school. Onbetaalde facturen komen niet alleen in het onderwijs voor. Het is meer en meer een maatschappelijk fenomeen dat facturen onbetaald blijven. We moeten ouders er blijven op wijzen dat de schoolfacturen niet betalen geen fait divers is. Het is erg belangrijk in de opvoeding van hun kinderen. Ik onderstreep de inspanningen van scholen in verband met afbetalingsplannen en met de inspanningen die ze doen om kostenbesparend te werken en niet zomaar de factuur naar de ouders door te schuiven.
Minister, wat is de stand van zaken van de studiekostenmonitor waar de heer Nicaise aan werkt?
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Minister, het is positief dat u werk maakt van de studiekostenmonitor. Scholen hebben binnen het secundair onderwijs al langer de opdracht om aan kostenbeheersing te doen, maar in de praktijk stellen we vast dat er nog altijd grote verschillen zijn tussen de kostprijs van het studeren in de verschillende secundaire scholen. Een aantal weken geleden mocht ik van de jongeren van de KAJ een dossier ontvangen waarin ze aantoonden hoe groot die verschillen zijn en hoe duur bepaalde opleidingen zijn.
Moeten we niet bekijken op welke manier scholen inspanningen doen om de kosten zoveel mogelijk te drukken en de scholen die daar geen werk van maken erop wijzen dat ze daar een verantwoordelijkheid in hebben?
De studiekostenmonitor zou nu ongeveer klaar moeten zijn. Het is een wetenschappelijk instrument dat voor het eerst is uitgewerkt en dat kijkt welke parameters moeten worden gebruikt om de studiekost te meten. Als de monitor klaar is, beschikken we over het instrument en daarmee kunnen we de kosten gaan meten en vergelijken. Dan kunnen we overwegen om al dan niet maxima op te leggen. Ik wil dat die monitor beschikbaar is tegen de start van het schooljaar om meteen van start te kunnen gaan met het meten.
Collega Gennez, u verwees naar het initiatief van de maximumfactuur in Antwerpen. Collega’s Helsen en Van Dijck hebben het correct geformuleerd: het is de taak van de schoolbesturen om zeer transparant en zorgvuldig te werk te gaan. Wat men in Antwerpen gedaan heeft, vind ik een schitterend initiatief, maar ook daar zie je veel verschillen, in de tweede en derde graad, tussen de kosten die mogen worden aangerekend in een bepaalde richting. Voor mij is de grote meerwaarde van het instrument dat het zeer transparant is. De mensen weten bij het begin van het schooljaar wat de kosten zullen zijn. Ze kunnen dit op voorhand inschatten en dus ook plannen. Dat is zeer goed, maar voor we zoiets in heel Vlaanderen invoeren wil ik dat het wetenschappelijk goed onderbouwd is, vandaar de studiekostenmonitor van de heer Nicaise.
Ik vind dat de scholen ook een ethische opdracht hebben in de manier waarop ze met het invorderen van onbetaalde facturen omgaan. Ik verwijs naar een prachtig initiatief dat ook al in Vlaanderen bestaat: My TrustO. Daarbij gaat men samen met scholen bekijken om op een ethisch verantwoorde manier om te gaan met de begeleiding van ouders. De eerste resultaten zijn zeer goed. Ik denk dat het belangrijk zou zijn dat veel scholen gebruik maken van dergelijke instrumenten om op een verantwoorde wijze om te gaan met het invorderen en het beheersen van schulden van de ouders.
We steunen elk initiatief dat incassobureaus weghoudt bij ouders en kinderen. Mijnheer Van Dijck, het mag dan misschien niet algemeen zijn, maar ongetwijfeld zijn u ook verhalen bekend van kinderen die hun rapport niet meekrijgen omdat de schoolfactuur niet betaald is of dat een kind niet kan deelnemen aan een schooluitstap.
Het is niet zo dat de meerderheid van de ouders geen interesse heeft om te betalen, want schoolschulden beslaan maar 8 procent van de totale schuldenlast bij gezinnen, terwijl nutsfacturen meer dan de helft uitmaken. Ouders willen betalen, maar de kosten swingen dusdanig de pan uit dat het voor heel veel ouders elke dag moeilijker wordt. Het is niet de sp.a die dat zegt, mijnheer Van Dijck, maar het Kinderrechtencommissariaat, het Netwerk tegen Armoede en de Gezinsbond. We reiken de hand om die kosten te kunnen beheersen. Dat is nodig. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.