Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, de problematiek van de Franstalige faciliteitenscholen kent een hele historiek die ik, aangezien ik niet over uw poëtische talenten beschik, niet helemaal zal opsommen. Ik zal een korte samenvatting geven of me in elk geval beperken tot het laatste belangrijke decretale initiatief ter zake, met name het Interpretatiedecreet dat hier nagenoeg unaniem is goedgekeurd op 23 oktober 2009. Dat decreet bepaalt dat het toezicht op de onderwijskwaliteit in de Franstalige faciliteitenscholen moet gebeuren door een Vlaamse inspectie en dat leerlingen in die faciliteiten moeten worden opgevolgd door Vlaamse centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s).
Het Grondwettelijk Hof heeft een jaar nadien in een arrest een aantal bepalingen van het decreet vernietigd, maar de fundamentele elementen zijn overeind gebleven. Toch moeten we vaststellen, meer dan zes jaar na de goedkeuring van dat decreet, dat de decretale voorwaarden niet nageleefd worden. Er worden geen verslagen van de Onderwijsinspectie aan de Vlaamse onderwijsadministratie bezorgd, de scholen hebben nog altijd geen beleidscontract met Vlaamse CLB’s enzovoort. Nochtans zijn dat twee voorwaarden die niet geschorst werden door het Grondwettelijk Hof en die dus zouden moeten worden nageleefd om in aanmerking te komen voor subsidiëring.
De minister van Onderwijs heeft tijdens de interpellatie in de commissie het probleem erkend en heeft ook gezegd dat ze een en ander zal verifiëren en opvragen bij de Franstalige faciliteitenscholen.
Deze motie strekt ertoe de voorwaarden uit dat Interpretatiedecreet na te leven, niet meer en niet minder. Trouwens, twee indieners van dat decreet uit 2009 zitten hier nog altijd in dit parlement, nietwaar mijnheer Van Dijck en mevrouw Helsen? Het gaat om twee parlementsleden uit de meerderheidspartijen N-VA en CD&V, die uiteraard met veel enthousiasme deze motie alleen maar kunnen goedkeuren, omdat ze enkel tot doel heeft het decreet dat zij destijds hebben ingediend, nu ook fatsoenlijk te laten naleven.
Ik wil me verontschuldigen dat ik op de commissievergadering waar die interpellatie is gehouden, niet aanwezig kon zijn. De problematiek die in die interpellatie naar voren is geschoven, is terecht. Wij hebben er drie à vier jaar over gedaan voor dat zogenaamde interpretatief decreet hier goedgekeurd geraakte, niet omdat er onwil was in dit Vlaams Parlement maar wel omdat het zogenaamde samenwerkingsfederalisme het mogelijk maakte dat een decreet hier niet goedgekeurd geraakte.
Intussen stellen wij vast dat het probleem niet bij de Vlaamse Gemeenschap ligt, en dus ook niet bij de Vlaamse Regering of dit Vlaams Parlement.
Ik heb er het antwoord van minister Crevits nog eens goed op nagelezen. Ik denk dat alle voorwaarden aanwezig zijn om hierin door te werken. Een motie goedkeuren is anderzijds ook een blijk van wantrouwen ten aanzien van de regering omdat men in dit dossier niet naar behoren werkt. Maar dat is, gelet op het antwoord van de minister, niet het geval. Wat mij betreft is deze motie niet nodig om de regering aan te zetten tot daadkracht.
Heel kort nog, mijnheer Van Dijck, want dit is natuurlijk een flauw antwoord. U zoekt een excuus om deze motie niet te moeten steunen. Het gaat om een motie die er alleen maar toe strekt dat de bepalingen uit het decreet, dat u hier als hoofdindiener met veel enthousiasme hebt ingediend en dat daarna werd goedgekeurd, worden nageleefd. De motie vraagt aan de minister om dat binnen een bepaalde termijn te doen. De minister heeft zich daartoe trouwens geëngageerd in de commissie. Zo’n motie is in geen geval een motie van wantrouwen. Het is alleen maar een bevestiging van het engagement dat de minister is aangegaan. U gebruikt een bijzonder zwak excuus om deze motie niet te moeten goedkeuren.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 3
Ziehier het resultaat:
106 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
5 leden hebben ja geantwoord;
101 leden hebben neen geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.